Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. No. 654. Woensdag 25 December 1901. lle Jaarg HE RICHT. FEUILLETON. SCIIE ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENT1ËN. Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Itit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. IB IM.MA te Itreskens. Het no. van dit blad van Woens dag 1 Jan. a. s. zal in plaats van Dinsdagavond, op \ieuvvjaarsinor- gen verschijnen. Daarin kunnen Nieiiwjnars-adverfeiitiën worden opgenomen a 35 cent per stuk, mits een ruimte van 7 regels niet te boven gaande. Inzondingen als naar gewoonte. DE UITGEVER. to' Bij de behandeling der begroo ting voor dit departement is door den heer Melchers o. m. op de toestand ten plattelande gewezen door het tegenwoordige pachtstel sel. In den laatsten tijd scheen de toestand ten plattelande door emi gratie en stijging der landbouw producten, o. a. in Friesland, veel gunstiger dan bij was. De landbouwcrisis door invoer van zuivelproducten uit Siberië en Australië zal den toestand der landbouwers zeer precair doen worden. In een Standaard-artikel schemert reeds onzekerheid door omtrent den gunstigen toestand in den landbouw. Daarbij komt dat door de economische crisis in Duitschland vele arbeiders naar het platteland zullen terugkeeren. Spr. vreest voor dezelfde ellen de als vóór 10 jaar, niet slechts in Friesland maar in heel Neder land. Het pachtstelsel zal leiden tot armoede en ellende. Waar het pachtstelsel leidt tot het waarne men der zaken door rentmeesters, wijl de grondeigenaars veraf gaan wonen, wil spr. de quaestie van het pachtstelsel hier onder de oo- gen zien. Het stelsel van uitwo nende, onkundige eigenaars leidt tot willekeur bij de verhuringen, zoowel ten aanzien der personen waaraan, als in den prijs waarvoor verhuurd wordt. Spr. gelooft niet te veel te zeggen door er op te wijzen dat onze wet staat aan de zijde van de grondeigenaars. De klassenstrijd is tusschen de boeren en de grondbezitters vroe ger gevoerd met het resultaat dat de laatsten alles, de eersten niets kregen. De arme boer wordt tot zuinigheid gedwongen, die op de arbeiders nadeelig terugwerkt en tot werkloosheid en de verwaar- loozing van het bedrijf leidt. Splitsing in kleine perceelen baat niet tot verbetering in den toe stand. De arbeider moet bovendien naar verhouding veel te veel be talen. De pacht gaat er door de hoogte in, doch de welvaart wordt niet vermeerderd. Er komt schaarschte in den grond en de prijzen gaan omhoog. Er zijn grondbezitters die opdrij ving der pacht door splitsing van den grond in de hand werken. Het kleingrondbezit jaagt den boer op te hooge kosten en dwingt daardoor den arbeider tot klein grondgebruik. Vandaar de eisch op het program der S. D. A. P. om van gemeentewege grond aan te koopen of te onteigenen en aan arbeiders uit te geven. Zoo lang de tegenwoordige pachtme- thode gehandhaafd blijft, gaat de pacht omhoog met de stijging van de opbrengst van den grond. Spr. dringt aan op een zooda nige productiewijze dat ons land is bestand tegen buitenlandsche concurrentie. De plannen onzer Regeeriug omtrent een landbonw- vertegenwoordiging zijn niet be kend, doch spr. zou niet gaarne, zooals in de .Standaard" werd gewenscht, alleen de groote land bouwers, die 5 of meer Heet. be zitten, kiesgerechtigd doen zijn. Dan zou de agrarische wetge ving onder den invloed komen al leen van de groote grondgebrui kers, doch niet van de bewoners van het platteland. Moet de land- bouwvertegenwoordiging vertolken de meeningen der ïeehterzijde, dan is spr. niet gerust. De heer Lob man heeft in »de Nederlander" het cachet van heiligheid van den grondeigendom afgenomen. Ove rigens zeggen de partijen der rech terzijde niet veel omtrent den landbouw. De antirevolutionaire, Katholie ke en Chr.-historische program ma's worden door spr. nagegaan, die tot de conclusie komt, dat de rechterzijde voor den landbouw niet veel hart heeft. Spr. wensch- te gaarne gelden van Regeerings- wege voor ontginningde Min. beeft verklaard hier niet veel hart voor te hebben, doch spr. acht dit een uitstekend middel tegen de werkloosheid en een uitstekende geldbelegging. In Friesland zijn nog vele duizenden Heet. woeste grond. Gaarne zag spr. alsnog dat de Min. ernstig over de zaak nadacht, want hiermede is een groot be lang gemoeid. De minister, mede andere spre kers beantwoordende, gaf allcre rst te kennen, dat bij de verbetering van de land hou wtoestanden in Friesland, de opdrijving van pach ten bedenkelijk begint toe te ne men. Doch is van wettelijke maatregelen verbetering van dit euvel te wachten Op de beur zen ziet men iets dergelijks. Op den weg van belanghebbende ligt de opdrijving der pachten tegen te gaan. Dat de solutie van het agrarisch vraagstuk nabij is, be twijfelt de Min., met het oog op de discussie hieromtrent in de Vereeniging voor de Statistiek. Dat de agrarische wetgeving dus moet wachten op de landbouw- vertegenwoordiging, is niet te be treuren. Wanneer deze zal wor den ingevoerd, zal eerst door meer dere studie en de voorlichting van den nieuwen directeur-generaal van landbouw kunnen bepaald worden. Een ontwerp hiertoe hoopt de Min. spoedig te kunnen indienen. Een wet op de tuber culose voor het vee kan de Min. niet toezeggen. Een wet op ver- valscht veevoeder in den geest van de Belgische wil de Min. in over weging nemen, al is de ervaring met die wet opgedaan in België 25. Y. Hel paleis aan het groote ka naal, waarin Theresa haren vriend ontvangen had, was een der oud ste en prachtigste uit den bloei tijd van Venetië. Door het huwelijk eener erf dochter overgegaan in het bezit van een adellijk Oostenrijksch ge slacht, was het, in weerwil van zijn schoonheid, reeds sedert eeni- ge jaren onbewoond gebleven tot vóór omstreeks twee maanden ee- ne Duitsche familie er voor tijd en wijle haar intrek had genomen. Het was hen, die belang stel den in den eigenaar van het pa leis, niet duidelijk, welke betrek king er bestond tusschen hem en den vreemdeling. Het was niet aan te nemen, dat de rijke, Oos- tenrijksche grafelijke familie het paleis zou verhuurd hebben en onverklaarbaar, dat zij het den vreemdeling uit vriendschap zou den laten bewonen. Want ner gens was hij bekendhij heette eenvoudig mijnheer Stein, had noch betrekkingen, noch aanbevelingen, die hem toegang verleenden tot den Venetiaanschen adel, en leef de met zijne schoone dochter, die, in weerwil barer Duitsche af komst, geen woord Duitsch sprak, in do strengste afzondering. Toen zij aankwamen waren zij alleen ver gezeld van eene Italiaansche dame van middelbaren leeftijd en van een Duitschen bediendeeerst in Venetië werden de vrouwelijke be dienden gehuurd. Maar de kastelein van het pa leis werd uit Weecen door zjjn heer bevolen, den Duitschen heel de grootste oplettendheid te be wijzen, met betrekking tot zijne wenschen en behoeften, hem het paleis tot in den kleinsten hoek ten dienste te stellen en hem in alles met raad, daad en hulp bij te staan. Een groot veld voor zijne werk zaamheid vond de kastelein niet., nog minder voor zijne nieuwsgie righeid. De Duitsche heer had hem nooit noodig, de bediende, ofschoon het Italiaansch machtig, was van een geslotene, eenzelvige natuur, van wien men niets kon te weten komen. Niemand in Ve netië kende de vreemdelingen en het eenige bezoek, dat zij ontvin gen, was van een Duitschen dok ter en gold meer de schoonheid der dochter, dan de betrekking des vaders. Maar hoe eenvoudig de naam ook klonk, de heer Stein had zich in die vertrekken vol aloude pracht zoo gemakkelijk neergezet, hij dronk zijne koffie zoo behagelijk uit het massief zil veren servies, gaf bevelen met zoo bedaarde zekerheid, dat het wel scheen, als ware hij levenslang niet anders gewoon geweest. Het was op den dag volgende op, waarop Theresa haren vriend had weaergevonden en nog vroeg in den morgen, dat haar vader reeds in zijne werkkamer zat. Door het breede, wijdgeopende venster waaide een verfrisschemi wind en hief spelend hier en daar eene van de papieren op, die .den prachtig besneden schrijftafel be dekten, waaraan de bewoner de zer kamer zat. Zooals het morgenlicht daar scherp op zijne trekken viel, zag hij er onder uit, dan in de zachte verlichting van den avond, ook verstond de oude dame, die juist binnentrad, het niet evenals zijn schoon kind, een bijna jeugdig lachje op de streng gesloten lip pen te lokken, en de zwijgende, vorschende blik, waarmede hij ee- nen voor hem liggendeu brief onderzocht, deed de rimpels om zijne mondhoeken sterk te voor schijn treden. Hoffeljjk beantwoordde hij den eerbiedigen groet der dame, maar ook met die zekere vertrouwelijk heid, die den meerdere kenmerkt. ik hoop, dat ik u niet gestoord heb, Lorenza, toen ik u verzoeken liet, eens bij mij te komen, z ide

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1