Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. No. 650. Woensdag 11 December 1901. lle Jaarg. Binnenland. FEUILLETON. BRESKENSCHE COURANT. ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. By abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIELEMAA' te Breskens. Blijkens het afdeelingsonderzoek van het wetsontwerp tot wettelij ke voorziening ten aanzien van 't overbrengen van de zorg voor de uitvoering van wetten betreffende Landbouw naar het Dep. van Wa terstaat, en betreffende Arbeid naar het Dep. van Binnenl. Zaken, acht ten sommigen het wetsontwerp onvoldoende toegelicht in zooverre daarin niet wordt medegedeeld om welke redenen de overbrenging van de zaken van den Arbeid naar het Dep. van Binnenl. Zaken en van de zaken van den Landbouw naar dat van Waterstaat wensche- ljjk zou zijn. Omtrent de vraag welke ten deze de bevoegdheid der wetgeven de macht is, werden verschillende meeningen verdedigd. In de eerste plaats werd betoogd, dat, waar ingevolge art. 77 der Grondwet de regeling van den werkkring der Departementen be hoort uit te gaan van de Kroon, de wetgevende macht zich heeft te bepalen tot de regeling van de wetteljjke gevolgen van de ter zake door de Kroon genomen be- ■lissing. Naar een tweede gevoelen be hoort wel het initiatief tot rege ling van den werkkring der De partementen aan de Kroon, maar hebben de Staten-Generaal toch het recht en den plicht het wets ontwerp te verwerpen, indien zij de verschikkingen in het Kon. be sluit van 26 Aug. jl. beoogd af keuren. Dit Kon. besluit was naar men meende te beschouwen als een regeling, welke gemaakt is onder voorbehoud, dat de wetge vende macht haar, zooveel noodig, bevestigt. Naar een derde gevoelen is amendeering evenmin als verwer ping van het voorstel in strijd met de Grondwet te achten. Enkele leden meenden, dat de reorganisatie van de beide Depar tementen met overijling heeft plaats gehad. Anderen zagen voor over ijling geen grond. Door vele leden werd nader aangedrongen op overbrenging van de zorg voor de uitvoering van de Hinderwet en de Stoomwet naar het Departement van Binnenland- sche Zaken. Andere leden betoogden, dat, al moge uit een practisch oogpunt voor overbrenging van de zorg voor de uitvoering van de Hin- der-wet en de Stoomwet naar Binnenlandsche Zaken wel iets te zeggen zijn, het in beginsel juis ter is te achten de uitvoering van die wetten te brengen bij de af- deeling Handel en Nijverheid, ge lijk geschied is in het ontwerp van de Waterstaatsbegrooting voor 1902, dan bij de nieuwe afdeeling van het Dep. van Binnenlandsche Zaken. Arbeidswetten zijn de Hinderwet en de Stoomwet niet. De uitvoer van melk- en slachtvee naar België heeft van 1 tot en met 15 November bedra gen 2421 stieren, ossen, koeien en vaarzen, 264 hokkelingen en kalveien, 36 varkens, 2013 scha pen en 663 lammeren, totaal 5403 stuks vee. Door 135 kaashandelaars in Noord-, Zuid-Holland en Fries land is een adres aan den Minis ter van Buitenlandsche Zaken ge richt waarin adressanten, allen be langhebbenden bij den uitvoer van kaas naar Duitschland, 's Minis ters aandacht vestigen op het groote nadeel, waarmede genoem de uitvoer bedreigd woidt, door het wetsvoorstel tot wijziging der invoerrechten, dat dezer dagen in den Duitschen Rijksdag in behan deling is. Bij dat wetsontwerp is voorge steld om het invoerrecht op de kaas, thans 20 Mark (12 gulden) per 100 K.G. te brengen op 30 Mark (18 gulden.) Om de beteekenis van deze ver hooging aan te toonen, wijzen ondergeteekenden er op dat Duitsch land in de jongste jaren in steeds toenemende mate een zeerbelang- rjjk afzetgebied is voor de Hol- landsche kaas. De uitvoer, die in 1895 bedroeg ongeveer 4.500.000 K.G., was in 1900 gestegen tot 9.065.000 K.G., dus ruim het dubbele, in een tijd vak van zes jaar. De meerdere of mindere vraag van Duitschland is in de laatste jaren van zeer grooten invloed op de marktwaarde van de kaas. Waar de groote concurrentie van Noord-Amerika, Canada en Australië den verkoop van kaas naar Engeland in steeds meerdere mate drukt, heeft de zich uitbrei dende afzet naar Duitschland, tot bevredigende prijzen, tegen dit nadeel ogewogen. Het ligt voor de hand, dat een verdere verhooging van het in voerrecht met 10 Mark per 100 K G. een belangrijke schade zal geven en de ontwikkeling en den bloei van den handel zal belem meren. Het verbruik van Hollandsche kaas in Duitschland zal door de verhoogde rechten verminderen, of en dat is de overtuiging van adres santen, het verschil der invoer rechten zal, bij een normale pro ductie, door de producenten in Nederland gedragen moeten wor den, daar de voor Duitschland passende soorten niet, of niet in groote hoeveelheden, elders te plaatsen zijn. Zij verzoeken dus den Minister maatregelen te nemen, om het dreigend gevaar af te wenden of te verzachten. Aan het Berl. TUK. wordt gemeld, dat tegen den verspreider van de praatjes over ons Hof, in de buitenlandsche pers, een ver volging zal worden ingesteld. H. M. de Koningin was Zon dagmorgen, voor het eerst na haar ongesteldheid weer met Prins Hendrik in de kerk te Apeldoorn. Ds. Vnn Rhijn, die de gods dienstoefening leidde, sprak naar aanleiding van Joh. 1 5 eerste gedeelte »En het licht schijnt iu de duisternis". In het gebed dank. 21. Had zij het gezien of gedacht, dat by het zou doen, maar zij >tond reeds hem opwachtend aan da stoep, bevend, weenend en la chend tegeljjk en strekte hare bei de handen naar hem uit. Ik wist het, o ik wist het, het kon niet anders, signor Ricardoi fff) moest komen, betuigde zjj adem loos. Hjj was niet zoo aangedaan en aidderde niet als zjj, hij liet zich vrooljjk lachend door haar voort trekken en was bezonnen genoeg om den gondelier te bevelen op hem te wachten. Eerst toen zij hoven kwamen in het groote koe le halfdonkere vertrek, vatte hij hare handen met een warmen we- der-druk en trok haar dichter bij de geopende deur. Hoe goed ziet gij er uit hoe welvarend zeide hij verheugd en hoe komt gij toch hier Wist gij niet dat wij in Vene tië zijn, vroeg zij en dé ontgoo cheling verduisterde eenigszins de Oiitdrukking van big geluk, die verspreid lag op hare bekoorlijke trekken. Neen signora, ik kon dit niet weten. Ik heb Rome verlaten, toen gjj nog ziek waart en van daar geen bericht gekregen. En ook nooit meer aan mij ge dacht P vroeg zjj verwjjfend. Integendeel signora, sedert ik de zekerheid had, dat gjj buiten gevaar waart, heb ik dikwjjls en met oprechte deelneming aan u gedacht, daaraan moogt gjj niet twjjfelen. In plaats van te antwoorden, stampte zjj toornig met den klei nen voet. Waarom noemt ge mjj altijd signora, waarom zeidet gjj niet als voorheen Santinella Het is geen mooie naam, maar hjj klinkt mg ten minste vertrou- weljjk uit uwen mond en gjj moogt niet moedwillig de vreugde van het wederzien verbitteren door uwe afgetrokkenheid In hare oogen fonkelden tranen van toorn en hjj hernam lachend Santanella ja, ja, de naam past nog zooals ik bemerk. Hjj zag haar daarbij openhar tig en met goedige plagerjj aan, mjjne kleine goede Satanel- 1 a vertel mjj nu ook hoe hjj hier komt en of gjj nu recht gezond en verstandig geworden zjjt. Een gloeiende blos kleurde hare bruingetinte doorschijnende wan gen. Dank zij het koele en be daarde bloed, dat nu in mjjne aderen vloeit, ben ik dat gewor den. Er volgde een kleine pauze en toen zeide zjj vol diepe innigheid Ik heb u nog niet bedankt, sig nor Ricardo, ofschoon ik alles weet allesToen ik weder tot mjjn bewustzijn kwam, her kende ik onder allen, die aan mjjn bed stonden, het eerst uIk ge voelde, zonder duidelijk te kunnen zien, hoe goedig en vriendeljjk gjj op mjj staardet en ik geloof, dut dit mjj in het leven hield. Terwjjl gjj nog in huis waart, vernam ik van mjjne oude Marrietta, wat gij hadt gedaan, maar ik kon u daar voor niet danken in tegenwoor digheid der anderen, en als ik dat nu eens nooit had kunnen doen. Maar nu, ging zjj voort, hem hare beide handen toestekend, nu dank ik u van ganscher harte en o, zoo gaarne ben ik u mjjn leven verschuldigd Hij knikte haar goedhartig en vertrouweljjk toe als een kind en kuste harteljjk de kleine hand die in de zijne lag. Die schuld is niet zoo groot, mijn kleine Satanella welke waar de hebben eenige ponden bloed voor een krachtig man Een hooge waarde, zeide zij. Dat erkent niet alleen papa dage- ljjks vol warmer dank, dat zegt niet alleen oom Tommaso, dat be tuigt zelfs dokter Wangen, die dit offer van u voor mij aannam. Toen hjj lachte, werd zjj weder verdrietig. Ik wil mjj den trots niet laten ontnemen, dat ik duur

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1