Mij is de wrake!
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor
het
voormalig vierde District.
No. 646.
Woensdag 27 November 1901.
lle Jaarg.
Binnenland.
FEUILLETON.
011R A N T,
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825,'bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIE N.
Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiëu worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Bit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. lllltDIA\ te Itreskens.
Ofschoon H. M de Koningin
nog haar Kamers blijft houden, is
de toestand van II. M. toch voor
uitgaande en doet volgens 'de
»Zutpb. Crt." de hofarts slechts
eenmaal daags zijn bezoek ten Pa-
leize.
De expeditie naar Djambi
door de colonne Van Daalen, wel
ke tot in het gebied van den Rad
ja Linggo is doorgedrongen, heeft
daarmede een landstreek betreden,
waar te voren misschien nog nim
mer een Europeaan den voet heeft
gezet.
Na het gebied van Radja Boe -
kit te zijn doorgetrokken, is het
wakkere troepje waarschijnlijk om
het 25 kilometer lange Tawar
meer in Zuidoostelijke richting
voortgerukt, ten einde de groote
hoogvlakte te bereiken, welke, vol
gens de kaart, in deze richting
moet worden gezocht.
Op die hoogvlakte ligt de hoofd
plaats 'Linggo, de verblijfplaats
van den Vorst, waar de preten
dent-Sultan hoopte voor zijn vrou
wen een rustig onderdak te zul
len vinden, ten einde haar te vrij
waren voor het eindelooze been-
en wedertrekken, waartoe onze co
lonne den pretendent-Sultan en
zijn gevolg noopten. Het zuiden
Vorstelijken vluchteling weinig
meevallen, ook hier de zoo ge
hoopte rust niet te mogen vinden
Nu majoor Van Daalen zich
met zijn marechaussee aan zijn
spoor heeft gehecht, zal hij dit
zeker niet spoedig weder loslaten.
Een colonne sterk ruim 200
man rukte op 12 October naar
Boekit Boelan en Batin Pengem-
bang uit en keerde den 20 sten d.
a. v. te Soeroelangoen terug.
In Boekit Boelan werd geen
tegenstand ondervonden, alle hoof
den maakten hun opwachting.
Op de grens van Batin Pen-
gambang werd verzet geboden 5
inlandsche fuseliers werden daarbij
gewond, da vijand verloor 8 doo-
den.
Sekladi kon wegens den onvol
doenden voorraad vivres niet wor
den bereiktzendelingen van het
hoofd van Batin Pengambang be
tuigden ten laatste hun goede ge
zindheid.
De tocht naar Sekladi zou zoo
spoedig mogelijk worden hervat.
Uit Tiga Doesoen werd het be
richt ontvangen dat een transport
prauwen van Pangkalan Bringin
naar die plaats nabij Rantau Te-
nang werd aangevallen door een
rooverbende onder een gedrosten
dwangarbeider, Toewan Boedjang
genaamd.
Door een uitgezonden patrouille
werden met behulp van de in
landsche bevolking onder Hadji
Machmoed de prauwen goederen
gedeeltelijk heroverd; de roovers
lieten een doode en een gevange
ne in onze handen.
Eeu patrouille van Tiga Doe
soen naar Bangso werd licht be
schoten de vijand verloor een
doode.
Een op 19 October naar Lidoeng
en Ladang Padjang uitgerukte co
lonne keerde den 22ster. d. a. v.
te Pelawar terug. Zij had nog
overlast van den vijand gehad
de Europeesche fuselier Vanbese-
laere (alg. st. no 49038) werd licht
gewond. Op dien tocht werd
ook Pengidarau bezocht, alwaar
de bevolking aanwezig was en het
hoofd Rio Pemoentjak zich kwam
aanmelden.
Het bivak te Pelawan werd in
de nachten van 21 op 22 eu 23
op 24 October licht beschoten.
Bij de behandeling uer be
grooting van Justitie in de afdee-
lingen is er ook door sommige
Kamerleden op geheele afschaffing
der proceskosten aangedrongen.
Iedereen moest dus als 't ware
pro deo kunnen procedeeren. Dat
systeem, indien daarmee bedoeld
wordt dat ook de rechtshulp van
den procureur-advocaat door het
Rijk moet worden betaald, schijnt
»De Ned." eer bedenkelijk.
Wel meent het blad dat op dit
gebied veel zou kunnen worden
verbeterd en hoe dit zal kunnen
zet het uiteen in een artikel, waar
in het tot de volgende conclusise
komt
lo. afschaffing der zegel- en
registratierechten voor alle pro
ces- en zooveel mogelijk vooralle
bewijsstukken
2o- vermindering der deurwaar
derskosten door uitbreiding der
bevoegdheid om, voor het doen
van exploiten, van de post of van
de griffie gebruik te maken
3o. brengen der kosten van
deskundigen ten laste van d n
Slaat
4o. betaling, behoudens uitzon
deringen, door elke partij van haaf
eigen kosten, (getuigen, advocaat
procureur)
5o. de kosten van executie
steeds ten laste te komen van hem,
die haar noodzakelijk maakte.
De miliciens der lichting
1895 zullen, in verband met de
invoering der gewijzigde militie-
wet op 1 Jan. 1902. het volgend
jaar niet worden gepasporteerd
hun militie-diensttijd eindigt daar
entegen pas 1 Aug. 1903.
De Ministers van Binnen].
Zaken en van Financiën brengen
ter algeiueene kennis, dat, met in
gang van 27 Nov. de in-en door
voer van lompen uit plaatsen, ge
legen in de Belgische próvincies
Antwerpen en Oost-Vlaandereu,
verboden is.
Het verbod is niet toepasselijk:
lo. 'wat den in- of doorvoer
betreftop lompen, die wel van
plaatsen gelegen in de Belgische
provincies Antwerpen en Oost-
Vlaauderen zijn aangevoerd, maar
waarvan voldoende blijkt, dat zij
van elders afkomstig zijn en die
zoodanig zijn vervoerd en ver
pakt, dat zij niet in aanraking
kunnen geweest zijn niet besmet
te voorwerpen
2o. wat den dooi voer betreft:
op lompen, die zoodanig zijn ver
pakt, dat zij onderweg geenerlei
bewerking ot behandeling kunnen
17.
Zij had zich bij de laatste woor
den tot de dame des huizes ge
wend, maar het was een eenigs
zins gedwongen lachje, waarmede
deze het trotsche hoofd toestem
mend boog. Het kon Magdalena
niet ontgaan, dat zij heimelijk on
derzoekende vergelijkingen maakte
tusschen de schilderij en de gou
vernante en dat de uitslag een
merkbaar mishagen op haar ge-^
laat te voorschijn riep. Maar de
gelijkenis was zoo verrassend, dat
de opperjachtmeester, nadat men
een en ander gesproken had over
Magdalena's reis en over hare toe
komstige betrekking, weer daar
op terugkwam.
Gjj moet Hortense maar verge
ven, zeide hij, een meer volwas
sen beoordeclaar zal hetzelfde on
dervinden, als hij u naast het por
tret zie^ Gij zijt het trek voor
trek, men zou denken, dat gij er
als model voor gediend liadt.
Dat heb ik niet, excellentie,
maar toch ben ik het, hernam zij
met vroolijke openhartigheid, die
haar behoorlijk stond als een kind.
Hier beneden op de schilderij
bewijst de naam van den kunsten
aar het mij en daarom stond ik
zoo verheugd er vour. De schil
der die het vervaardigd heeft, is
een der meiischen, die mij het
naaste en dierbaarste zijn op aar
de. Ik heb er zoo weinigen, voeg
de zij er met lichte treurigheid
bij, want ik sta geheel alleen.
En daar de kunstenaar in zijne
werken leeft, daar die een deel
uitmaken van zijn eigen ik, daar
om groette ik de schilderij als een
lieven trouwen vriend in de vreem
de omgeving.
Zoo, dus is het toch zoo, riep
de opperjachtmeester verrast uit
en bestaat de kunstenaar u zoo
na Is het een jonge man
Er was iets in toon en blik van
den graaf, dat haar in verwarring
bracht en zij bloosde hevig, toen
zij antwoordde: Ja, excellentie, bij
is nog jong en toch reeds beroemd.
Gij zelve hebt hem wel de eer
aangedaan, zijn schilderij hier eene
plaats te geven.
Ik ken hem niet persoonlijk,
hernam de opperjachtmeestertoen
ik de schilderij door bemiddeling
van een handelaar kocht, was de
kunstenuar niet in Rome. Maar
hoe na bestaat hjj u, als ik vra
gen mag; is hij u verwant?
Het werd haar eenigszins on
behagelijk te moede onder dit ver
hoor, zij gevoelde, dat zij op een
gevaarlijk terrein gekomen was,
waarop misduidingen en verkeer
de gevolgtrekkingen hare, nog ge
heel onbekende persoonlijkheid,
licht in een valsch daglicht kon
den stellen. Hare zachte oogen
zochten angstig den blik der gra
vin en zij 'schepte eenigszins moed,
toen zij bemerkte, dat het luste-
looze gelaat der dame geen spoor
van mistrouwen toonde, maar zich
had opgeklaard.
Hij is mij niet verwant, excel
lentie, maar wij staan elkander
nader dan vele broeders en zus
ters, want zijne ouders namen mij
in huis, toen ik [alleen als wees
in de wereld achterbleef. Ik heb
mijne kindsheid en mijne jeugd
doorgebracht in het huis zijner ou
ders, heb hef innigste aandeel ge
nomen in zijn strven en zijn
roem is mijne eerezucht.
De herinnering had haar jeug
dig schoon gelaat verwarmd en
bezield, de opperjachtmeester aan
schouwde haar met onverholen be
wondering.
Eu dan hebt g'.j vele malen als
model voor hem gezeten, vroeg
hij.
O, dikwijls, zij het dan ook niet
voor deze schilderij. Hij schilder
de mij als kind en als jong meis
je hij moet nu eindelijk mijne
trekken zoo juist in zijn geheugen
geprent hebben, dat hij mij niet
meer behoeft te zien, om die weer
te geven.
De gravin reikte haar snel eu
met zichtbaar genoegen de hand.
Ik versta u zeide zij en wensch