Gemengd. den, zoodat het gr ooi e gevaar, dat de beklimming van de boot ople verde, voor de overgeblevenen zéér verminderd werd. Bovengekomen vond ik betrekkelijk gauw mijne zusters terug. Mijn oog viel op een reddingsgordel, waarop stond »H. M. S. Proserpine", de naam van het oorlogsschip. Wij wer den plotseling opgeschrikt door kanonschoten, die, naar ik later vernam, ten doel hadden hulp van den vasten wal in te roepen. De dames, ongeveer 30 in getal, moesten naar het kapiteinsalon gaan, en toen er niet genoeg plaats bleek te zijn, werden zelfs zijne bibliotheek- en slaapkamer aange boden. Daar vrerden haar door de officieren thee, koffie, chocolade enz. aangeboden. Ieder der offi cieren deed al zijn best de dames gerust te stellen en haar het korte verblijf zoo aangenaam mogelijk te maken. Verder kwamen offi cieren, matrozen en soldaten hun ne kajuiten en hangmatten aan bieden, om daar van de vermoeie nis en inspanning uit te rusten. De heeren werden in de offi ciers-eetkamer gelaten, waar hun brandy- of whiskey-soda gepresen teerd werd, en sigaren, sigaretten en tabak den rondgang deden. Na eenigen tijd kwamen officieren ons mededeelen, dat wij eenige schok ken zonden voelen, waarover wij ons niet ongerust behoefden te maken, daar de Regentes zou trach ten zich los te werken, om daar na de kust te bereiken. Inmiddels waren door den com. Gerald A. Marescaux van de Pro serpine een 30tal matrozen en sol daten op de Regentes gestuurd, om de mail, en de handbagage, die bij de vlucht op het dek ach tergelaten waren, te redden. De bemanning wilde, niettegenstaande het gevaar en de moeite, die zij op den hals gehaald had, niets aannemen. Zoo zagen wij een matroos de dameskajuit (kapiteins salon) binnengaan, die van onder zijn trui een tascbje met juweelen te voorschijn haalde. Het bleek dat er voor een waarde van eeni ge honderden ponden in was en brengst van het landgoed zal ont trekken, maar men moet zeer, zeer voorzichtig tegenover hem optre den en ik verzoek u in ernst, ja, in geval van nood, verlang ik, dat gij u onvoorwaardelijk aan mijne leiding zult overgeven, want gij kent hem niet en zoudt het spel ontegenzeggelijk verliezen. Ik zie door zijne terugkomst niet bedreigd het tijdelijk bezit van Tannensee, maar wel de er fenis van Herbert. Erich riep zij uit, de hand in elkander slaande, dat is u geen ernst, dat ware een gewetenlooze roof, een schandaal, dat hem de ze verachting ten prijs zou geven. (Wordt vervolgd.) de eigenares lady H. overhandigde hem een cheque, die hij echter hardnekkig weigerde. Eene col lecte, welke door de geredden ge houden zou worden, werd door den kapitein geweigerd, terwijl hij er op wees, dat plichtbetoon niet be loond behoefde te worden. Na ongeveer een uur hielden de kanonschoten op en alles kwam weer tot kalmte. Tegen half drie kwamen vijf matrozen van de Regentes met een roeiboot om aan ons mede te dee- len dat de Koningin Regentes ge strand was op Cheyney Rock (on geveer 250 yards van den wal. Een hunner vertelde mij het volgende »Toen wij op de hoogte van Garrison Point waren, kwamen wij in eeu mistwolk, die zoo dicht was, dat wij geen hand voor de oogen konden zien. Kapitein Bro- melow van de Regentes kon niet ankeren, daar het schip zich in een nauwe vaartgeul bevond. Daar voer hij «dead slow" door. Plotse ling bemerkte de uitkijk de Pro serpine en deelde dit den kapitein mede, die direct naar de machine kamer »Full speed astern" tele grafeerde. Doch het was te laat. De Regentes werd als 't ware door de eb tegen de Proserpine aangezogen. Het gat door den stoot veroorzaakt bleek 7 ft. bij 30 in's.". 's Morgens wachtte ons een uit stekend ontbijt. De kapitein had intusschen zeilen op het dek laten spannen, en toen wij naar boven gingen, klonken ons de tonen van een opwekkenden marsch tege moet. Het duurde niet lang of de marsch was in een wals ver anderd en weldra was het dek in een balzaal herschapen. Om 9 uur 's morgens was ech ter nog geen boot. van wal geko men om ons op te nemen, zoodat kapitein Marescaux een stoorn- sloep naar Sheerness uitstuurde, om mede te deelen, dat de passa giers en de mail van de Koning in Regentes bij hem aan boord waren. Wij werden daardoor in de ge legenheid gesteld telegrammen naar huis te sturen. Niet lang daarna kwamen twee reddingsbooten opdagen, waarin de passagiers, mail en handbagage werden overgebracht. ItltESKENS, 15 November 1901. Bij de heden gehouden verkie zing van 3 Notabelen der Ned. Herv. Gem. alhier brachten van de 82 kiezers 30 hunne stem uit, waarvan één briefje van onwaar de. De volstrekte meerderheid be droeg alzoo 15 stemmen. Herkozen werden de heeren Jac. van Male met 28, Joh. Risseeuw met 27 en gekozen de heer Jac. van Kampen met 15 stemmen. De heer W, Lutejjn bekwam 13 stemmen. Hoofdplaat. Bij de Dinsdag plaats gehad hebbende herstem ming voor een lid van den Ge meenteraad is gekozen de heer H. F. Temmerman met 53 stemmen. De heer A. J. Verplauke had 46 steramen. Vier briefjes waren van onwaarde. öostbnrjf. In Maart van dit jaar is door den heer N. G. Hoo- gendorp getracht een oudheidska mer alhier op te richten, wat nog al wel gelukt is. Eer aan de in woners van Oostburg, die deze oudheidkamer door verschillende antiquiteiten opgeluisterd hebben. Er zijn op dit oogenblik zeer merkwaardige voorwerpen zooals een trommel, pieken en sabels van 1830, portret, tabakspot en eere- kruis van wijlen kolonel J. Ledél. Een sabel van 1815 welke ouder Napoleon gebruikt is. Zeer vele oude munten, beschilderde gluzen anno 1630. Staf van den baljuw van Oostburg waarmede hij de uitspraak van een vonnis deed. Koperen en tinnen maten. Ou- derwetsche Frausche gewichten. Kaarten van Oostburg anno 1660. Zeer veel merkwaardige oude stem pels van de stad Oostburg. Voor werpen gediend hebbende om gla zen in lood te zetten. Toren, voorstellende die van de Nederl. Herv. Kerk. Vaandels, misvorm de dieren op sterk water. Oude tabakspot van geslagen ijzer. Transvaalsch goud in graniet (wit en zwart), marmer enz. Mid- delburgsche-, Historische couran ten, anno 1782 en twee Gazetten van Geut van dien datum. Prach tige koperen medaille van Napo leon I. Eeuwigdurende koperen almanak van 1629 enz. enz. Zoo er personen in het land van Cadzand zijn, die aan deze oudheidkamer iets willen schen ken of in bruikleen afstaan, wen den zich tot den heer N. G. Hoo- gendorp alhier, die het met dank zal aanvaarden. Bij het te 's Gravenhage ge houden examen voor klerk ,der Posterijen en Telegraphie is o. m. geslaagd de heer'A. I. Lutejjn Az. van Nieuwvliet. Men meldt uit Winschoten By de wachtpost Wijster, tus- schen Beilen en Hoogeveen, is Dinsdagavond trein 549, die 7.34 u. uit Zwolle naar Groningen ver trok, ontspoord, doordat de kop peling tusschen een personen- en een bagagewagen brak. De locomotief en een bagage wagen staan bijna geheel op het spoordrie of vier wagens liggen ten onderstboven tusschen de spo ren. De rails zijn over vele me ters opgebroken; dubbelgeslageu en met kracht op zijde geslingerd, want de telegraafpalen zijn daar door gebroken. De achterste wa gens stonden op het wisselspoor. De wisselstand was goed, an ders moest een botsing met den veetrein ontstaan zijn. De snel trein van Groningen haalde de reizigers naar het Noorden op, die uit Meppel haalde de passa giers voor Holland. Te Winschoten kwam de extra- trein om drie Dinsdagnacht aan. Het bestelgoed was Woensdag nog niet aangekomen. De treinen hebben nog geregeld vertraging. Er hadden geen persoonlijke ongelukken plaats. Te Groningen is Dinsdag van den in aanbouw zijnden to ren der Gereformeerde kerk ge stort de loodgieter Hendrik Dou- wes. Hij was onmiddellijk dood. Bij Oldenzaal is de 20-jari- ge wisselwachter Schuurman door den sneltrein uit Duitschland ge dood, terwijl hij bezig was licht in een wissel te plaatsen. Men vond het vreeselijk ver minkte lijk op de rails liggen. In de mijn Ludwig 2 te Stassfurt bij Maagdenburg, zijn Maandag 4 mureu ingestort, waar bij 70 mijnwerkers onder de puiu- hoopen werden begraven, 's Avonds waren 29 hunner levend verlost, 25 bleken ernstig verwond en 3 gedood. Er werden nog 13 ver mist. Te Dinksperloo beginnen baldadigen weder evenals den vo- rigen winter de glazen der inge zetenen met steenen te vernielen. Maandagavond kreeg de koster Ilting in Suterwick op die wijze de beurt. De vrouw des huizes werd door een steen zoodanig aan het hoofd getroffen, dat zij een bloedende wonde bekwam en haar glazen kast werd mede bescha digd. Te Beemster (N.-H.) is op gericht ean fonds om arbeiders te steunen bij het verzekeren eener wekelijksche uitkeering op 65-ja- rigen ouderdom. Het fonds zal 2/3 van de premie betalen, belanghebbenden slechts l/j. Op bovenbedoelden leeftijd zal ƒ300 pensioen 's jaars wor den getrokken. Op de Noordzee is de kok Njjboer van het barkschip «Wil lem Eggerts" overboord geslagen en verdronken. Te Affe (L.) is de landbou wer A. Nevens bij het snoeien uit een boom gevallen, en op de plaats dood gebleven. Te Vriezenveen is het twee jarig zoontje van den landbouwer S. bjj het naar huis jagen van eenden te water geraakt en ver dronken. Een werkman der Staats spoorwegen is bij Amsterdam door de Gooische stoomtram overreden en gedood. De oude man, die in de vo rige week op den Dordtschen straatweg door de stoomtram Rot terdamHoeksche Waard werd aangereden, is ten gevolge van 't vele bloedverlies overleden. In het bekende proces «Vi- tello" contra «Fritura" heeft de Rotterdamsche Rechtbank Van deu Berghs, Limited, fabrikanten van eerstgenoemd product, in het ge lijk gesteld. Zij verklaarde overeenkomstig art. 1401 Burg. Wetb. de verpak king van «Fritura" eene onrecht matige daad, waarvan de fabri kanten zich in het vervolg zouden hebben te onthouden, en gelastte het opmaken van een staat ter bepaling van de schade door de nabootsing der verpakking door Van den Berghs, Limited geleden, beneveus de veroordeeling van ge daagde in de kosten. Nabij de halte Duivendrecht is op den spoorweg het lijk ge vonden van een onbekenden man, door een der treinen aangereden en gedood. Het lijk is ter be schikking gesteld van den burge meester van Ouder-Arastel. Nabij Nieuw Vosmeer was een kleine jongen ongemerkt op de buffers van een achtersten wa gen van een peetrein geklommen. Het kind viel en is, hangende met zijn broek aan een ketting- haak, met het hoofd over den grond gesleept en zoo omgekomen. Mej. Emily Hobhouse, de moedige Engelsche vrouw, heeft een brief gericht aan den Engel- schen minister vau oorlog, waarin zij den heer Brodrick met onge duld aau den gruwel der vrouwen en kinderkampen herinnert. Wanneer men de kampen der kleurlingen buiten rekening laat, is de bevolking der kampen in Juni, Juli en Augustus gaandeweg vermeerderd van 85.000 tot hon derd vjjfduizend personen. In Augustus stierven 1878 blan ken, waarbjj 1545 kinderen, en in de diie maanden samen 4067, waarbij 3245 kinderen. Ovei de kinderen, die in de eers te zes maanden van dit jaar en een deel van het vorige jaar ont kwamen, krijgen wij geen licht, maar de sterfte kan nauwelijks er ger zjjn geweest. Dagelijks ster ven kinderen en tenzjj hieraan iets gedaan wordt, schrijft mejuffr. Hobhouse zullen enkele maan den voldoende zjjn om de meer derheid uit te roeien. «Zal er iets gedaan worden vraagt zij. «Zullen geen afdoende maatre gelen genomen worden tegen dit verschrikkelijke kwaad Drie maanden geleden heb ik deze zaak met kracht bjj u be pleit en verlof gevraagd, pwnid»

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 2