Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde Distriet. No. 643. Zaterdag 16 November 1901. II6 Jaarg, Binnenland. FEUILLETON. BRESKENSCHE COURANT, ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee üür. Dit blud verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever C. IIII4.DI V\ te Itreskens. De sluiting der jacht op patrij zen in de provincie Zeeland is be paald op 30 November a. s. met zonsondergang en die op hazen, fazanten, korhoenders en kwartels op 31 December a. s., eveneens met zonsondergang. Den eersten Januari zal het 50 jaar geleden zijn, dat in Ne - derlaud de eerste postzegels wer den ingevoerd. Het Kon. besluit daartoe is ge dateerd 12 November 1851. Door de Tilburgsche Kamer van Koophandel is eene beweging op touw gezet om den Minister van Waterstaat, Handel en Nij- verli id te verzoeken het maximum gewicht van de postpakketten te wijzigen en te brengen op 6 KG., desnoods met verhooging van het tarief. Aan de verschillende zuster-Ka- mers is adhaesie met dit denk beeld gevraagd. Omtrent de bekende Hoger- huis-gesehiedenis deelt de Minis ter van Justitie aan de Tweede Kamer mede, dat r.u het proces alle phases heeft doorloopen en de 14. Zeker, excellentie, daarom ben ik ook belast met de gewone be zigheden der vereffeningen en be talingen, maar niet zooals u aan merkt uit het kantoor. Mynheer de graaf heeft de handwerkslieden en leveranciers aangewezen, die naar zijne opgaven en ontwerpen te werken hebben. Wat aan kunst versieringen moet aangebracht worden, daar zal mijnheer de graaf zelf wel voor zorgen. Naar eigen teekeningen en ont werpen nu, dan komt mijn broeder voor goed terug, dat is duidelijk. Ik had gaarne deel gehad aan Hooge Raad ten slotte, na een zeer uitvoerig en nauwgezet on derzoek, bij breed gemotiveerd ar rest de aanvrage der gebroeders om herziening van hun vonnis, heeft moeten afwijzen, omdat de omstandigheden, waarop de aan vraag was gebaseerd, niet aanne melijk waren, er voor tusscheu- komst van de Regeering thans geen aanleiding meer bestaat. Onder die omstandihheden ligt het ook niet op den weg van den Minister om het initiatief te ne men tot het verkrijgen der invrij heidstelling van de twee gebroe ders, die nog in de gevangenis hun straf ondergaan. De aanvaring van de Koniiigin- Regentes. De heer F. Wirtz jr., uit 's Gravenhage, die zich met familie leden aan boord bevond van de Vlissingsche mailboot de «Koniug- in Regentes" bij de aanvaring van dien bodem met een Engelsch oorlogsschip, had de welwillend heid het volgend verhaal te zen den van het gebeurde aan de N. B. waarvan hij ooggetuige was Het was den avond van den 6e Nov. dat wij van Londen vertrok- den arbeid, dat is mijn lievelings terrein. Scheppen, versieren, ver fraaien, niet beperkt door gelde lijke bezwaren, zoo recht naai zij n zin en naar welbehagen, dan zou ik in mijn element geweest zijn. Maar daar dit niet het ge val kan zijn, zal ik mijzelven ten minste eene kleine medewerking verschaffen ik zal eene sclioo- ne schilderij naar Ifattenstein zen den, eene Ariadne, die ik verle den jaar in Rome gekocht heb en die daar eene waardiger plaats zal vinden, dan in het bescheidene Tannensee. Ik verheug er mij over, dat ik daarmede alles zal kunnen voldoen den kunstzin van mijn broeder, het portret en den wensch, om hem te toonen, hoe ik mij verheug over de vernieu wing van het gebouw en over het feit, dat hij eindelijk zal weder- ken, om ons met den aansluiten- den trein naar Porte Victoria te begeven. De erge mist der laat ste dagen had ons met angst de reis doen aanvaarden. Zelfs de zon, welke ons don gansehen dag niet had verlaten, was niet in staat geweest onze vrees te verminde ren, en éérst toen wij te Porte Victoria de klaarheid der lucht zagen, betraden wij gerustgesteld de Koningin Regentes. Op den aangegeven tijd verlie ten wij Engeland's kust, en de boot was nog geen tien minuten in zee, toen wij door een hevigen schok werden opgeschrikt, die ons dadelijk aan eene aanvaring deed denken, daar de raderen stilhiel den en de lichten er door werden verduisterd. Door den grootsten angst was een ieder aangegrepen, en op on ze vraag waardoor de schok ver oorzaakt was, kregen wij ten ant woord «Collision" All hands or. deck", want binnen een kwart uur zou het schip zinken. Die weinige woorden hadden als 't ware ons verstand beneveld; denken was op dit oogenbtik on mogelijk, en weiktuigelijk bega ven wij ons naar het dek, waar alles in een dikken mistwolk ge- keeren. God zegetie u Ruben, zorg dat het portret eene goede plaats krijgt. Of neen laat dat aan mij over. Voor dit doel zal ik, als het tijd daartoe is, zelve naar Ifattenstein gaan. Hij groette met de hand, de gravin boog even het trotsche hoofd en langzaam gingen zij ver der. Welk eene verrassing, welk ee ne onaangename verrassing, zeide de opperjachtmeester, zoodra de zaakwaarnemer hen niet meer hoo- ren of zien kon. Nergens heb ik minder op gerekend, dan daarop, dat Wolf weder op zijne landgoe deren zou komen wonen en zelve om zoo te zeggen mijn eigen cu rator zou worden. Onbeschaamdheden wijst men eenvoudig af, hernam de gravin huid was. Den vreeselijken strijd de redding van ons leven, zagen wij in alle ontzetting voor ons. Dames in nachtgewaad zagen wij met het angstzweet op het voorhoofd, jammerend over het noodlottig einde, zich vastklampen aan bloedverwanten of vrienden. Voordat het schip zou zinken, hoopte ieder nog de reddingsboot te bereiken, waardoor er een pa niek ontstond. Toen wij er hij kwamen, bleek ons, dat, wat wij voor reddingsboot aangezien had den, de kiel van een «man of war" (oorlogsschip) was. Matrozen en soldaten riepen ons toe, de inmid dels uitgeworpen touwladder zoo kalm mogelijk te beklimmen. Eenige heeren, die vóór de da mes het schip wilden beklimmen, werden door de Engelsche matro zen teruggeduwd met de woor den «Eerst de damesWij zijn hier niet op de Boulogne." Intusschen waren eenige matro zen en soldaten van het oorlogs schip op de Regentts gestuurd om zooveel mogelijk hulp te verlee- nen. Eenige flauwgevallen dames werden naar boven gedragen, en zij die niet de kracht hadden naar boven te klauteren, moesten hun arm om den hals van den matroos kortaf, ik ten minste ben niet van plan te dulden, dat men inbreuk maakt op mijne rechten of op die mijner kinderen. Een sarcastisch lachje vertoonde zich op het gelaat van haren ge maal. Onze rechten, lieve Adel- heid, zijn ontzachlijk klein tegen over onze verplichtingen. Hier in Tannensee daarenboven hebben wij er in het geheel geene, hier kan alleen sprake zijn van goedheid, om eens het algemeen spreekwoord te gebruiken en deze goedheid kan door een luim mijns broeders ie- dereu dag ten einde zijn, zooals gij weet. Dat is onmogelijk Erich, dat ware rechtuit ten hemel schrei endGij bewoont Tannensee reeds bijna dertig jaar, daar komt, voor zoover ik weet, verjaring bij te pas ot soldaat slaan en werden zoo op dek gebracht. Soms sloeg bij het overklimmen langs de touwladder, de ladder om, waardoor twee heeren te water vielen. Dit echter ontging niet aan de opmerkzaamheid van de «Bluejac kets en Tommies", zoodat zij spoedig weder op dek waren. O. a. beklom een bejaarde da me met haar dochter de ladder, doch helaas sloeg de ladder weer om, maar de moeder wist toch 't touw vast te houden, terwijl het meisje haar arm om haar heen sloeg met de woorden «Hold tied mother, if we die, we die toget her." (Houd vast moeder, als wij sterven, sterven wij samen). Niettegenstaande hier twee per sonen met den dood worstelden, klauterden anderen over hare han den heen, om eigen leven te red den. Het gevaar werd gelukkig gezien en moeder en dochter kwa men behouden op het schip. Ook zagen wij een Hollandscb meisje met de uiterste krachtsinspanning de ladder beklimmen, en bovenge komen riep een der matrozen haar toe «You are a brave girl." Gelukkig waren de matrozen een houten ladder machtig gewor- De opperjachtmeester lachto luid. Landgoederen verjaren niet, mijn dierbarehet landgoed is tot verbetering van mijn vroeger in komen, mij tot op betere t ij den ter oppassing overgela ten. Mij dunkt, dat er sedert den tijd, dat ik als jachtjonker naar uwe hand dong, tot op heden, wezenlijke verandering is geko men. Ik heb den hoogsten trap bereikt, nog beter worden de tij den niet. Gij zijt in een luim om mij angstig te maken, zeide zij ge krenkt, maar als de moed ont breekt, zal ik voor mijn eigen zoon optreden. Hoe verkeerd ge toch de zaak beschouwt, Adelheid, hernam hij ongeduldig. Ik geloof zelfs niet, dat Wolf mij plotseling en zonder aanleiding het genot van de op-

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1