Mij is de wrake! Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor liet voormalig vierde District. No. 642. Woensdag 13 November 1901. lle Jaarg. Binnenland. FEUILLETON. i! ii r s k n s in i; ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIE N. Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Adverteutiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uiïr. Ilit blad verse bij nt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever 1)11 LE.IIAV te Ureskens. Houtje Haai/. De benoeming van den beer mr. 0. Q. van Swinde- ren tot lid van den Iloogen Raad is, op diens verzoek, bij Kon. be sluit ingetrokken. Bij al het geschrijf in de pers over diens plaatsing als no. 1 op de voordracht, buiten de aanbeve ling van den Hoogeu Raad om, begint het thans opnieuw met de vraag hoe de kwestie thans zal worden opgelost. Verschillende wijzen worden ver ondersteld. Eerstens meent men eenerzijds dat de Hooge Raad een vernieuw de aanbeveling bij de Tweede Ka mer zal moeten indienen, ander zijds wordt dat niet noodig geacht. Ten anderen geeft men in over weging de Kamer eene nieuwe voordracht te doen opmaken. De eenige algemeene weg is, dunkt ons, dat, nu no. 1 beeft bedankt de keuze ter benoeming moet gedaan worden uit de beide resteerende candidaten. Is dat niet de weg, dan is eene voor dracht van verschillende personen een wassen neus. In het onderhavige geval even wel kan men moeilijk meer spre ken van een algemeene maatregel. Door de bijkomende omstandig heid, dat ook mr. Sassen, de twee de, op de voordracht komende can- didaat, te kennen heeft gegeven, niet in aanmerking te willen ko men, zou thans alleen nir. Baud, de derde candidaat overschieten. Een benoeming te doen uit een voordracht waarop feitelijk maar één'persoon meer beschikbaar is, zal wel niet de bedoeling der voordracht zijn. Immers, we herinneren ons dat destijds de beide leden van het Bestuur der Waterkeering van het Calamiteus Waterschap Oud en Jong Breskens als zoodanig hun O O ontslag namen, doch beiden weder door den Dijkraad als no. 1 dei- twee voordrachten werden geplaatst, met de blijkbare bedoeling hun mandaat door de regeering te doen vernieuwd zien. Die Dijkraad plaatste evenwel het oudste lid als no. 1 op de voordracht voor diens vacature en het jongste lid no. 2, terwijl ter vervulling van de opengevallen plaats van dit laatste lid, deze no 1 en het oudste lid no. 2 op die voordracht deed voorkomen. Als no. 3. deed dezelfde persoon voor de beide voordrachten dienst. De twee voordrachten hestonden dus feitelijk uit dezelfde personen, met omruiling van de beide eerste candidaten natuurlijk. Ged. Staten maakten evenwel bezwaar deze voordrachten aan de regeering aau te bieden, met het gevolg, dat andere moesten wor den opgemaakt. Met het oog op het algemeen karakter van eene voordracht kan het haast niet anders of de Ka mer zat eene nieuwe voordracht moeten opmaken. Blijkt dat mr. Sassen in geen geval in aanmerking wil komen, waaromtrent men zieli intus- schen kan vergewissen dan zal nogtans mr. Baud daarop wel be- scheidenheidshalve een plaats er langen. Of hij no. 1 zal komen te staan, hangt natuurlijk van de gezind heid van de Kamer af. En of de felle critiek der pers van invloed zal zijn op de even- tuëele stemming van de Kamer, is nu nog moeilijk uit te maken. Misschien kunnen andere omstan - digheden daaraan nog veel af of toe doen. De Minister van Binnenland- selie Zaken heeft het volgende aan de Commissarissen der Koningin geschreven Naar aanleiding van daaromtrent gedane vragen heb ik de eer me de te deeleu, dat de Minister van Oorlog en ik niet voornemens zijn aan de Koningin een voorstel te doen om het tijdstip van in wer king treden der Wet van 24 Ju ni 1901 tot regeling van de land weer en van de opheffing van de schutterij op 1 Januari of op een lateren datum van 1902 te bepa len. De indeeling dor miliciens, van de lichting 1902, zal plaats hebben tusschen 3 en 12 Maart IlitESIvEXS, 13 .November 1001. De Geneeskundige Staats commissie te Amsterdam heeft o. m. tot arts bevorderd de heer J. P. Plankeel te Oostburg. Oostbiirg, 8 Nov. Voor trouw aan Vaderland en Koning werd heden alhier de som van ƒ9.54 zuiver gecollecteerd. Jammer is het dat er wel geld voor de Boeren, maar niets voor onze eigene landgenooteu gegeven 13. Wie zou dit niet zijn, excel lentie, de ééne is een goed Heer, de andere een trouwe knecht, wat kan men meer wenschen. Het woud van Tannensee is een ware parel, dat heb ik mijn va der vaak hooren zeggen, zei de opperjachtmeester. Jammer, dat "lijn broeder er zoo weinig ple zier van heeft en het nooit ziet. Nu, wat niet is, kan worden excellentie. Mijnheer de graaf zal toch mettertijd het zwerven wel eens moede worden en als hij komt, zal hij zich niet alleen ver heugen over datgene, wat de na tuur in het woud, tnaar ook over wordt. Oostburg, 9 Nov. Door het te snel afrijden van een handkar van de molenberg alhier, geraakte het bet zoontje van den lieer Z. be knelt tusschen een muur en de wagen, waarbij de toppen der vin gers verbrijzeld werden. Oostburg, 10 Nov. Bij de alhier plaats gehad hebbende taartjesker- mis in de herberg bij v. d. M. ontstond een vechtpartij, welke het gevolg had. dat een der jon gens (een uit Groede) met een bierglas tegen een der oogen ge raakt werd. De jongen zal het oog moeten missen. Men schrijft uit Zeeuwsch- Vlaanderen aan de iV. II. C. Zooals wij reeds meldden, wordt van Belgische zijde op de grens plaatsen een enquête ingesteld om te luistereu naar de klachten van de landbouwers ten opzichte van de bepalingen omtrent den invoer van Ncderlaudsch vee en van land- bouwartikelen en om tevens de middelen op te sporen, die een einde zouden kunnen maken aan de moeilijkheden, welke de grens- boeren ondervinden bij de uitoe- datgene, wat gij in Tannen3ee hebt gedaan. In het voorbijrijden leek het mjj een klein paradijs gewor den te zijn, Kattenstein moet zich schamen zoover als het in schoon heid bij Tannensee ten achter staat. De opperjachtmeester verbeet meesterlijk een geheim verdriet over deze opmerking en antwoord de bedaard Dat zijn meer ver blindende en in het oog vallende, dan wel kostbare verfraaiingen, die met geringe opoffering van moei te en geld ook in Kattenstein aan te brengen zouden zijn. Het ef fect ligt alleen in eene gelukkige en smaakvolle schikking. Overi gens beu ik zeer tevreden met het talent, om met weinig veel te doen, want, wie als ik een vol wassen zoon heeft, die reeds eene zelfstandige betrekking bekleedt, attaché is bij een gezantschap en verplicht menige uitgave te doen ter wille zijner carrière, zoo ie mand mag zich geene buitengewo ne uitgaven veroorloven. Een vluchtige spotlach vertoon de zich een oogenblik op het ge laat van den 'zaakwaarnemer. Het lot ruimt alle zwarigheden uit den weg, excellentieden een geeft het rijkdom, den ander ta lent om zich het leven te veraan genamen den een geeft het vreugd door het bezit van kinderen, den ander bespaart het zorg door hun gemis. De opperjachtmeester gevoelde aan een lichten druk op zijn arm, dat zijne gemalin het gesprek wenschte geëindigd te zien, of schoon zij geen enkel woord daar- tusschen gesproken had, maar even onverschillig in de verte blikte, als sprak de graaf met zijne jacht honden. Maar deze scheen niet willig het onderhoud af te breken, al leen veranderde hij van onderwerp. Niets nieuws van mijn broeder, vroeg hij en deed zijn best om zijn toon zoo zorgeloos mogelijk te maken. Niets, excellentie, of ge moest het als iets persoonlijks beschou wen, dat men bezig'is Kattenstein niet te verfraaien in bouw en aanleg maar van binnen te vernieuwen en in orde te bren gen. De statige gestalte van den op- per-jachtmeester had zich in on miskenbare verwondering hooger opgericht, ook het gelaat der gra vin gaf plotseling de in profiel stelling op, die het tegenover den zaakwaarnemer hardnekkig had volgehouden en getroffen wendde zij zich tot hem. Nu, zonder twijfel is dat iets persoonlijks, iets dat uiij zeer ver heugt en veel belang inboezemt, zei de opperjachtmeester, waarom komt ge daar nu eerst mee voor den dag Als de vogels een nest bouwen, dan hij weerhield zich, het fijne spotlachje op het gelaat des zaakwaarnemers herin nerde hem, dat de vergelijking zeer mank ging. Als men zijn huis bewoonbaar maakt, pleegt men het te betrek ken, verbeterde hij, bedaard heen loopend over de erge voorspelling die hem tegen zijn wil op de lip pen zweefde. Zoo dacht ik ook, excellentie, maar mijnheer de graaf schrijft niels over zijne plannen en ik heb mij natuurlijk niet veroorloofd daarnaar te vragen. Dat alles

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1