Iets ever n winti. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. Een familiegeschiedenis, No. 024. Woensdag- 11 September 1901. FKUILLETON. 10° Jaarg. iiisi:sknsini; courant, ABONNEMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55, voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.S25, bij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever O. BIEEIOIt.Y te Itreskeus. Men heeft in het verslag van onzen gemeenteraad kunnen lezen, dat de ontvangsten van het school geld in de bewaarschool lager zijn geraamd dan ten vorigen jare en dat het Bestuur dier vereeniging tot dien maatregel gekomen was door de ervaring, dat minder aan schoolgeld ontvangen wordt. Als natuurlijke oorzaak daar voor is opgegeven, dat minder kinderen ter school komen. En dit is weer, naar veler mee- ning, het gevolg van minder ver diensten onder de werkende klas- 4e. Naar aanleiBing van dat ver schijnsel willen we enkele regelen wijden aan den algemeenen toe stand van onze gemeente. Er is tijd geweest, en die ligt nog niet zoo heel verre ach ter ons dat van onze gemeen te de roep uitging, dat hier grof geld was te verdienen. De gevolgen van die gunstige reputatie zjjn niet uitgebleven, want velen werden hierdoor ver lokt zich herwaarts te begeven, in de hoop hier meer te kunnen vin den, wat ze in hunne omgeving, naar eigen meening, te kort had den. Nu is het waar, dat onze ge meente een tijdperk heeft gekend, dat werkelijk voor vele nijveren een goed stuk brood te verdienen was. Maar gelijk de ebbe de natuur lijke opvolgster is van den vloed, is ook na deze periode der zeven vette jaren die der zeven mageie jaren gekomen. Op de haven, de kurk waarop voor een groot gedeelte de wel vaart onzer ingezetenen drijft, is slechts middelmatig werk voor den sjouwerman, terwijl de visscherij betere tijden heeft gekend. Mag de vangst vrij redelijk genoemd woiden, de marktprijs is laag, en men weet ook in andere bedrij - ven, wat dit zeggen wil. Dat niet zelden teleurstelling is gevolgd op de emigratie naar deze gemeente, kunnen we als vrijwel algemeen bekend veronderstellen. Niet alleen ten opzichte van de werkzaamheden zelve, maar ook van de verdiensten. Immers het is waar, dat, als er werk op de haven is, wordt er goed geld ver diend, maar in omgekeerde ver houding kunnen we ook zeggen, dat, als er goed verdiend wordt, moet er, en wordt er ook werk geleverd. Zijn er die de moeilijkheden hebben getrotseerd, anderen moes ten den strijd opgeven, in de overtuiging dat het werk, hetwelk op de haven verricht moet wor den, bij lange na niet het werk is van een boerenarbeider, en mitsdien niet dat. konden verdie nen, wat ze zich daarvan voor stelden. Niettemin onze gemeente, die reeds in zielental vooruitging, breidde zich ook langs anderen weg uit en door de verrijzing van tal van woonhuisjes ontstonden buurten, die de kom der gemeente vergrootten en de zorg van het gemeentebestuur eene wijdere strek king gaven. Die stoffelijke zorgen eischen fi- nancieële offers uit de gemeentekas, en zullen in de toekomst haren on- vermijdelijken invloed nog des te meer doen gelden. De toename der bevolking, en niet het minst der jeugd, vordert uitgebreider zorgen op onderwijs gebied. Dit terrein slokt heel wat op van de door de ingezetenen saam- gebrachte belastingpenniugen, on danks dat aan schoolgeld reeds een hoog bedrag wordt geofferd. Door het grooter wordend getal leerlingen, zoo door invoering van den leerplicht, als door de gewone nieuwe schoolbevolking, zal men weldra voor de dringende noodza kelijkheid staan, andermaal het personeel en mede het schoolge bouw uit te breiden. We behoeven niet te zeggen, dat een en ander weer een be hoorlijke greep in de gemeentekas zal veroorzaken. Het komt niet in onze gedach ten op, te veronderstellen, dat het beheer van onze gemeentefinan- ciën niet zuinig gevoerd zou wor den, integendeel we zijn er van overtuigd dat alles mondjesmaat wordt toebedeeld. Het is dan ook van velen een verkeerd idee te zeggen, dat in onze gemeente zoo weinig te be speuren valt, waaraan onze vrij hoog opgevoerde gemeente-belas ting besteed wordt. Men moge gelijk hebben, dat daarvan uiterlijk weinig te be merken valt, (er worden soms wel te gemakkelijk aanvragen om stof felijke verbeteringen uitgesteld of afgewezen) maar men mag niet uit het oog verliezen, dat de nood zakelijke uitgaven, opgelegd door den rijkswetgever, ook, al wordt daarvan van rijkswege in tege moet gekomen, stellig niet tot de geringe behooren. De minder gunstige toestand van de werkende klasse, als gevolg van de wisselvallige omstandighe den, waaronder het hoofdbestand deel der volkswelvaart onzer ge meente vigeert, werkt alleszins te rug op de middenklasse. De ne ringdoenden zullen daarvan kun nen getuigen. Bovendien wijst het aanslagbil jet van dit jaar een niet onbelang rijk hooger cijfer aan, dan over andere jaren. Kan dit het gevolg zijn van vermindering van hooge aankla gen, die moeten terug gevonden worden in die der middenstand, de behoeften stijgen en, zooals we reeds aantoonden, de uitgaven met haar. Het is alzoo niet te veel gezegd, dat onze gemeente voor uitgaat maar het is een nega tieve vooruitgang. Dat de geheele middenklasse daarvan de gevolgen ondervindt, niet het minst in hunne verhou ding tot de gemeenschap, behoeft werkelijk geen nader betoog. Tot op zekere hoogte wordt door hen het meest geofferd tot 69. Zulke heldhaftige dingen zijn dwaasheden als je toch wilt bekennen, doe het dan liever nu, iet is beter dan dat een ander moet boeten voor uw misdaad. Waartoe zal dan bekentenis of berouw dienen Het kwaad kan "iet meer worden hersteld. Het is beter om zelf het pad naar het schavot te betreden, dan Het schavotviel Philip Baring in de rede met een droe- figen lach. Dat zal mijn lot "ooit zijn. Als ik morgen gear resteerd werd en dan verhoord, veroordeeld en ter dood verwezen, als mjjn laatste uur zou gekomen zelfs als ik voor 't schavot ge kleed werd in mijne cel, dan zou ik dood voor zijne voeten neer vallen. Hij zou mij nimmer naar het schavot brengen. Terwijl hij sprak, was hij op gestaan en liep hij zeer opgewon den de kamer op en neer, niette genstaande de teekenen van vrees van zjjn makker, die den man werkelijk als een krankzinnige begon te beschouwen. Wat be doelt ge Ben je krankzinnig Wil je werkelijk het huis in rep en roer brengen, zoodat wij beiden gearresteerd worden Ik spreek zeer kalm en meen, wat ik zeide. Het is mijn laatste toevlucht, een snel werkend mid del, dat niet falen kan 't is voor het aller laatste. En als dat al ler laatste mij bedreigt, dan zult gij beter begrijpen, wat ik u van avond heb gezegd. Terwijl hij nog steeds heen en weer liep, doch zorgde, dat zijne schaduw niet op het gordijn viel, naderde hij zeer behoedzaam het venster. Je zoudt beter doen, als je het licht uit deedt, als je al de olie verbrandt in een logement, als dit, dan geeft het maar kwaad vermoeden, zeide hij. Ik wil eens zien of die ke rel hier de wacht blijft houden Wat kan bij voor hebben Nu zij hun man hebben gearresteerd, kunnen zij mij toch niet bedoelen Maar jou, Frank Lexton Dat is best mogelijk, zeide deze en blies de lamp uit. Maar dat mag mij niet in gevaar brengen. Jij bent het eeni- ge levendige wezen, die de waar heid omtrent mjj kent. De we reld zal denken, dat Matthew Ba ring de schuldige is en ah jij ge vangen genomen wordt, moet je zweren, dat hij en niet ik je me- de-plichtige in de bergkloof was. Frank Lexton aarzelde. Maar als gij dan jaren, ja ren later de waarheid bekent, zoo als je zoo straks hebt gezegd Dan ben je bedrogen gewor den door onze gelijkenis, zooals anderen ook bedrogen zijn gewor den. Hij ging naar bet venster. Wat ga je doen riep Lex ton angstigwant zijn makker had het gordijn opgetrokken en maakte het venster open. Ik stik hier. Er moet ver- sche lucht komen. Dit werd gezegd op een toon, die geen tegenspraak toeliet en zóó dat Lexton vreesde, dat er een voorwendsel achter schuilde, om iets anders uit te voeren. Hij herinnerde zich ook, dat hij ge wapend was met een revolver, an ders ware het voordeel aan zijn kant geweest, daar hij verreweg de sterkste was. Doch het vens ter was nu geopend en de koele nachtlucht drong de kamer bin nen. Hij is er nog, zeide Baring, en de maan schijnt vlak op zijn gelaat. Neen, dat is hij niet, dat is sir George O'Maille maar hij kijkt hier niet [heen, hij spreekt met iemand, die achter de rots zit. Ik kan zijn hoofd en zijne schouders zien in de schaduw van dien steenen arend Nu kijkt hij naar dit venster, voegde hij er bij, achteruit tredende. Wie is die sir George O'Maille eu wat doet hij hier

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1