b familiegeschiedenis,
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor het
voormalig vierde District.
No. 623.
Zaterdag 7 September 1901.
10e Jaarg.
It K K S k K S r IIK COURANT,
ABONNEMENT.
Per 3 maanden yu.50, franco per post door het geheele Rijk yü.55,
voor België y0.625, voor Amerika y0.825, hij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERTENTIËN.
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone regel meer 4 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden-ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond hij den uitgever 0. DIKLIDIA.V te Ifrcskeiis.
Itltl sKli.YS, 0 September 11(01
De wettelijk voorgeschreven ver
gadering van den gemeenteraad
alhier op jl. Dinsdagnamiddag
werd door slechts 4 leden bijge
woond de heeren Monjé, Van
Houte en De Hulster waren af
wezig.
Het herkozen lid, de heer Weijk-
raan werd beëedigd en geïnstal
leerd en door den Voorzitter met
zjj ne herbenoeming gel ukge wenscht,
in de hoop dat hij nog lange ia-
ren in het belang der gemeente
moge werkzaam zjjn.
De lieer Weij kraan werd als
Wethouder, en ruede zoowel als
de lieer De Hulster als ambtena
ren van den Burgerlijken Stand
herbenoemd.
De begrooting van het algem.
Burgerl. armbestuur werd goedge
keurd in ontvang en uitgaaf op
ƒ147, waaronder begrepen een
subsidie uit de gemeentekas ad
ƒ40.
De heer Weijkman moest hier
bij de opmerking maken, dat het
voor sommigen gemakkelijk schijnt
te gaan, om zich als bedeelde aan
te geven en niettemin een kleine
verdienste voor geene noemens
waardige werkzaamheden versraa
den. Hij wil niet zeggen, dat
het den persoon die hij op het
oog had, niet toekwam, maar wil
de alleen maar eens wijzen op den
geest van sommige menschen, die
tegenover een verdienstje onver
schillig zijn en maar liever ter
stond bedeelde worden.
De gemeente-rekening werd in
ontvang op /'11777.47 en in uit
gaaf op y 11197.61, alzoo met een
batig saldo van y580.4ö voorloo-
pig vastgesteld.
Ingekomen was de begrooting
voor de Bewaarschool ter goed
keuring van den Raad met eeue
aanvraag om subsidie ad ./'650.
Alvorens tot de onderdeelen dier
begrooting overgaande, wenschte
de Voorz. enkele algemeene be
schouwingen te leveren.
Ilij stelde op den voorgrond dat
de belangstelling in de totstand
koming van de tegenwoordige be
waarschool, vrij algemeen was en
zelfs van gemeentewege een sub
sidie tot dekking van het jaar-
lijksch tekort werd toegezegd.
Daardoor is de bewaarschool tot
stand kunnen komen, maar heeft
tevens de gemeente een zoodanig
recht op deze instelling verkre
gen, dat ze als 't ware een onder
deel van de 'gemeente, met een
particulier beheer, uitmaakt.
Daaruit vloeit voort, dat dit
beheer zich strikt moet houden bij
de uitgaven te letten op de cijfers
harer begrooting, die de gemeen
te vaststelt.
Indien de uitgaven eventueel de
cijfers der goedgekeurde begrooting
overschrijden, dan moet het be
stuur de goedkeuring van den
Raad erlangen.
De voorz. achtte het noodzake
lijk nog eens duidelijk te doen
uitkomen, dat de verhouding van
de bewaarschool tegenover den ge
meenteraad aldus is, zoolang de
gemeente het tekort dekt.
liet is immer zijne aanwijzing
geweest oui het gebouw, naast
het doel waartoe het werd opge
richt, zoo productief mogelijk te
maken, en alzoo de inkomsten op
alle wijzen te trachten te vermeer
deren. Door het gebouw in de
vrije uren te verhuren aan de ver
schillende vereenigingen, wordt dat
nagestreefd, en doordat de be
waarschool aldus bare inkomsten
vermeerdert, vermindert het subsi
die der gemeente.
Toch achtte hij zich verplicht,
ook in dezen te wijzen op eene
omstandigheid, die niet geheel
strookt met zijne bedoeling en
grootendeels het gevolg is van be-
stuursbetrekkingen, die gecombi
neerd worden waargenomen. Zoo
heeft men personen, die tegelijk
lid van het bestuur der bewaar
school zijn en tevens deel uitma
ken van besturen van vereenigin
gen, die de bewaarschool huren.
Dat werkt terug op de inkomsten
intusscben geheel ter goeder
trouw van de bewaarschool.
Als voorbeeld stelde de voorz.
het feit, dat hij gedurende 2 avon
den in de week het lokaal zal
noodig hebben voor de wapenoefe
ningen.
Aangezien daarvoor een der avon
den zal invallen, die wel niet ge
bruikt wordt, maar toch aan eene
muziekvereeniging is verhuurd, is
onmiddellijk er op gezinspeeld de
huur te verlagen. Waarom toch
Het is waar, er is te weinig
timmerhout om de verschillende
besturen door sommigen niet ge
combineerd te doen waarnemen,
maar dat mag toch geen reden
zijn, als lid van het eene bestuur
de belangen van de andere veree-
niging te bepleiten, met voorbij-
ziening van de belangen van de
vereenigi ig waarvoor men op dat
oogenblik geroepen is.
Thans tot de cijfers der begroo
ting komende, vond de voorz. on
der de ontvangsten een post ad
ƒ320 voor schoolgeld.
Op de vorige begrooting bedroeg
deze post y3(30. Hij wilde aan
nemen dat er omstandigheden zijn,
die eene vermindering rechtvaar
digen, maar een verschil van /'40
komt hem te hoog voor. Daarom
wenschte hij den gulden midden
weg te nemen en het schoolgeld
brengen op /'340, waardoor de
ontvangsten met y'20 stijgen.
Op de uitgaven is geraamd voor
brandstoffen y'30. Ten vorigeu
jare werd hetzelfde bedrag uitge
trokken en slechts /'19.46 uitge
geven. Het kwam hem niet al
leen onduidelijk, maar ook niet te
verdedigen voor, dat thans weer
zoo n hoog cijfer wordt geraamd,
en was van oordeel, dat zonder
eenig bezwaar deze post met fro
kan verminderen.
Daardoor vermindert het bedrag
der subsidie met /'25 en stelde hij
voor de begrooting tot de door
hem besproken cijfers goed te
keuren en alzoo het subsidie te
bepalen op y625.
De heer Du Burck kon zich
met dit voorstel niet versenigen.
Het schoolgeld is met y40min
der geraamd, omdat tengevolge
FEUILLETON.
Spreek wat zachter
Zij is een slimme en mooie
'rouwmaar even mooi en valsch
haar moeder.
Ik zal haar nooit vergeten,
zeide Lexton kalm, en ik geloof,
d"t ik haar nog meer bemin voor
wat zij van avond heeft gedaan.
Maar er valt niet aan te twijfe
len, dat ik verdacht word en ik
'°el me niet veilig, voordat ik
den laatsten steen van den ge
vonden schat kwijt ben.
De beide mannen zwegen een
Poos. want zjj hoorde de dochter
van den waard het avondservies
111 de andere kamer wegnemen.
Zij wachtten dus, totdat zij weg
was gegaan en 'de deur gesloten
had.
Scheen die kerel op deze
kamer te letten vraagde Lexton,
in de richting van het venster
starende.
Ja, dus wij kunnen van nacht
niet ontsnappen.
"Jongen da's kwaad, wat jou
betreft. Ik voor mij kan, na wat
hier gebeurd is, zoo niet weg
loopen, dat zou kwaad vermoeden
wekken^
Je bent zelfzuchtig tot 't
laatste toe, Frank Lexton, zeide
de ander. Ik kan gaan en opge
hangen worden, of verpletterd on
der in de kloof liggen, al naar
dat het u past, als je maar van
rnjj af bent. Maar je vergist je
als ge denkt, dat ik van je -heen
zal gaan want dat doe ik niet.
Het gevaar, dat we samen ge
deeld hebben in 't verledene, zul
len we samen deelen in de toe
komst, je zult voor mij moeten
zorgen, Frank Lexton, zoolang je
leeft.
En de man lachte koel en sar-
catisch.
Je woorden zijn dwaas en
onredelijk daarenboven, en men
zal u door de lieele herberg hoo-
ren, als je zoo lacht. Drinkt geen
whiskey meer, je vergeet waar je
bent, man, en het gevaar dat ons
bedreigt.
Maar Fhilip Baring lette niet
op die waarschuwing en vraagde
overluid en met geheel veranderde
stem
Heb je een portret van die
meid
Welke meid?
Van de dochter van mpn
broer, zij gelijkt zoo op haar moe
der, of op wat haar moeder was
en in mijn gedachten is geweest
al die jaren lang. Ik dacht, dat
ik haar van avond zagdat was
maar voor een enkel oogenblik en
als je de sombre gedachten ken-
det, die bij mij opkwamen, toen
gij haar bedreigdet met schande
en dood, dan zoudt ge voor mij
gevreesd hebben. Bij mijn ziel
Frank Lexton, want dat oogenblik
ware bijkans uw laatste geweest.
Het was alleen het bewustzijn
van het gevaar voor mij zeiven,
dat nip terughield want ik wist
dat, als ik haar beschermd had,
ik mijne vrijheid en mijn leven
had verbeurd. Arm kind, haar
hulpgeroep scheen mij een kreet
uit het verledene. Het was mij,
alsof de jaren, die tusschen toen
en thans vervlogen, verdwenen
waren en zij voor mij stond als
vroeger, oui mijn lang doorstre
den geschiedenis van angst, ver
driet en miskenning te vernieu
wen. Het was alles, dat er goeds
in mij was en ik dank God, hoe
wel ik geen schuldbekentenis afleg
of om genade vraag, daarvoor ben
ik te diep gezonken, maar ik
dank God, dat ik haar nimmer
kwaad heb gedaan.
Frank Lexton keek hem ver
baasd aan. Het was een zwak
van zijn makker om zoo te praten,
als hij gedronken hadmaar het
was ook meestal de voorbode van
een boosaardig besluit en hij vrees
de hem in zulke oogenblikken meer
dra op andere tijden.
Vergeet dat nu maar, Ba
ring, het verledene is dood.:
Het dient tot niets om er op
terug te zien. Wilt ge uaar het