[en familiegeschiedenis. No. 614. Algemeen Nieuws- en Advertentieblad voor het voormalig vierde District. Icne beschuldiging. Woensdag 7 Augustus 1901. 10e Jaarg. FËPILLETON. BRESKENSCHE COURANT, ABONNKMENT. Per 3 maanden ƒ0.50, franco per pust door het gelieele Bijk ƒ0.55, voor België ƒ0.02®, voor Amerika ƒ0.82®, hij vooruitbetaling. Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen. ADVERTENTIËN. Van 1 tot en met 4 regels 20 cents; elke gewone regel meer 4 cents. Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief. Advcrtentiëu worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur. Bit blad verschijnt clkeu Dinsdag- en Vrijdagavond by den uitgever C. Dl KI,Kil A te BreskeilS. Door een onbekend belangheb bende in onderwijszaken zich noe mende «Aequitas" wordt in een aan dat punt gewijd artikel in het Wet kit ad eene beschouwing gele verd, waariu hij aanvankeljjk be handelt de onderwijzers-jaarwed- den, en, in verband daarmede, een fuulicf cuuranlenbei icAt van mijne hand, eene voorname rol doet spe- leu. Daar de schrijver eene for.i.eele beschuldiging aan een bepaald adres casu de verslaggever van het toenmalig Nieuwsblad v. Z. VI. richt, zou ik er het zwijgen aun toe kunnen doen, eerstens, wijl .Aequitas" zich bij die per soonlijke beschuldiging van het masker derjjanonymiteit bedient en ten anderen omdatjjhij, niet goed van het geïncrimineerde bericht op de hoogte zijnde, inlichtingen niet daar gevraagd jheeft, waur hij stel lig en volledig op dejhoogte kon komen. Indien ik hem alsnog, alhoewel ongevraagd, van dienst kan zijn, wil ik de zaak in haar geheel hier telateeren, in de overtuiging .Aequi tas" voldoende licht te verschaf fen, dat hij zijn dwaling zal in zien en althans de waarheid zoo veel recht zal doen wedervaren, dat bij zijne te krasse bewoordin gen ten mijnen opzichte zal in trekken. Tevens moet mij de opmerking uit de pen, dat het mij hoogst bevreemdend voorkomt zulk eene beschuldiging te moeten lezen zon der onderteekening in een blad, dat nog kort geleden tegi.n bet stelsel der anonymiteit op de meest scherpe wijze is te velde getrok ken. In de zitting van den Gemeen teraad van Aardenburg van 11 Oct. '99 kwam o. m. in behande ling een adres van het hulponder wijzend personeel aan de 0. L. School aldaar tot het treffen eener regeling hunner jaarwedden, waar door hun eeu meer voldoend in komen werd gewaarborgd. Deze zaak werd en detail in comité-generaal ondeizocht eu be sproken, en, nadat de zitting was heropend, deelde de voorzitter me de, dat de meerderheid van den raad zich had verklaard voor het voorstel van de meerderheid van het Dag. Bestuur om de regeling, met een aanvaugsalaris van 500 tot een maximum van /'8u0 na eene tweejaarlijksche opklim ming van ƒ50, met het oog er op dat binnen een niet te lang tijdsverloop, dat ook die van het hoofd der school nader zal moe ten geregeld worden, uuk lui dien tijd vit te stellen. Het tweede deel van het voor stel o. m. tot toekenning van eene verhooging met ƒ50 der jaarwed den, van het mannelijk hulpper soneel werd daarop aangenomen. Ten vervolge op deze besluiten waren bij den raad in eene vol gende zitting o. m. een tweetal brieven ingekomen, nl. een van den onderwijzer P. de Bruijne, te kennen gevende dat hij dankbaar was voor de verhooging, doch te vens meende te moeten opmerken, dat zijne jaarwedde nog beneden het maximum is, terwijl hij hoop te, dat deze stap in de goede rich ting door meerdere zoude worden gevolgden een van den onder wijzer F. Beun, o. m. bevattende dat het besluit]ter verhooging hem met gemengde gevoelens heeft ver vuld eerstens met blijdschap voor het idee der betere regeling, maar anderzijds met droefheid over de lage verhooging vooral, waar de voorzitter hem vroeger een hooger salaris bad in uitzicht gesteld, doch welke toezegging den voor zitter blijkbaar over bet hoofd was gegaan. Aan het voorstel van den voor zitter tot aanneming voor kennis geving van deze stukken, weusch- te hij de opmerking toe te voegen, dat het schrijven der heeren De Bruijne en Beun uitging van een toon, die niet de meest welgeko zene kon genoemd worden. Boven dien kwam in het schrijven van den heer Beun eene grove on waarheid voor, waar deze beweer de, dat spr. hem bedoelde toezeg ging zoude hebben gedaan. Om zekerheid te hebben, dat zijn ge heugen hem niet bedroog, had hij zich gewend tot de leden die vroe- gerjdeel uitmaakten van het col lege van B. en W. en bevestig den volkomen zijne bewering, dat die toezegging door hem niet was gedaan. Deze zaak is daarna blijven rus ten totdat in Augustus des vori- gen. jaars, door het Bestuur der Afd. Oostburg e. o. van den Bond van Ned. Onderw. aan de verschil lende gemeentebesturen in het Kanton Oostburg een adres werd gezonden met verzoek tot betere regeling van de jaarwedden. Alleen aan den Baad van Aar denburg werd kennis gegeven, dat hem dit adres niet was toegezon den, omdat de jaarwedden daiir meer overeenkomstig de eischen geregeld waren. Aldus luidt bet door mij samengesteld verslag van de zitting vau dien raad van 15 October 1900. Nu heb ik de tekst van die* brief niet tot afschrift vóór ntij gehad, moest mij dus bepalen tot de conclusie van het schrijven en kan dus niet instaan voor de woordelijke weergeving van den inhou I. Maar de conclusie strookte vol komen met de omstandigheden waaronder de beslissing op de in 1899 individueel gedane aanvrage tot betere regeling ier jaarvy ld< was genomen, het/.,] g dot al werd op de verhoogiugeo, die de toen malige voorzitter en secretaris van het Afd.-Bestuur ontvangen had den, hetzij men het oog had op de in uitzicht gestelde en reeds under cijfers gebrachte regeling te gen het niet onbepaald tijdstip, dat de jaarwedde van een nieuw op te roepen hootd der school na der zou geregeld worden. Nu zegt Aequitas, dat het schrij ven van de Afd. niet aan ilien 59. Eenige dagen later werd mijn regiment naar de Krirn gezonden, boor eene vergissing werd ik ou der dè gevallenen gerapporteerd en oordeelde het niet der moeite waard om mjjn eenigeu broeder te doen weten, dat ik nog leefde. Misschien betreurde hjj my, misschien zij ook. Maar ik ver hardde mij en daar heb je nu, dóór hem, de oorzaak van al mij ne latere zonden. Hjj bedroog mij toen, met mijne liefde, door onze gelykenis, ik zal hem nu be driegen ten koste van zijn leven, ook door onze gelijkenis. Daar sloeg het op de hangklok acht nur. Zij zal zoo dadelijk hier ko men, zeiile Lexton, overluid, zon der te denken. Vv ie zal hier komen Zijne dochter Clara. Dut was haar naam maar stierf stierf zeer jong. Je schijnt nog al niet bang voor gevaar? Bang neen Men raakt door het bange heen. Maar waar om komt Clara Baring hier Zij schreef mij om acht uur te zullen komen. Die klok, die daar sloeg, gaat nahet is al bjjna tien minuten over achten. Zij zul zoo hier zijn wat denk je dan te doen Doch voordat de vraag kon be antwoord worden, werd er zacht aan de deur geklopt. Gauw Achter die gordjjnen riep Frank Lexton, en, terwijl zyn makker gehoorzaamde, ging hij naar de deur, ontsloot die en ging toen kalm in een leunstoel zitten. Het kloppen werd herhaald. Binnen De dochter van den waard trad binnen en zeide Daar is eene dame, die u een oogenblik zou willen spreken, als u zoo vriendelijk zou willen zyn, om Geleid ze naar boven, zeide Lexton, terwijl hij een zenuwach- tigen blik naar de gordijnen wierp. -- Het is miss Baring van den Olmenhof, meneer, zeide het meis je fluisterend. Ja, ik verwachtte haar j maar jij moet er maar niet van praten hoor. Het meisje ging heen. Lexton wachtte en een oogen blik later kwam zjj terug met Clara Baring, die zeer bleek er uitzag, maar tevens zeer schoon, zooals hij bij zich zeiven dacht. Frank Lexton naderde haar om haar te groeten, lette schijnbaar niet op haar koudeu wedergroet, bood haar een armstoel aan, en keek tevens met een vluggen jblik naar 't venster. Mag ik vragen, aan welk gelukkig toeval ik de eer van uw bezoek te danken heb vraagde hij. Clara richtte zich langzaam op en wierp het hoofd eenigszins achterover, als wilde zjj zich har den voor 't geen zjj te zeggen had. Er zijn oogenblikken, in welke het verdriet stappen doet over 't hoofd zien, die anders on- kiesch zouden schijnen, zeide zij op zachten toon. Wat ik nu doe, is een van die stappen. Laat het verdriet eene verontschuldiging zijn voor mijne komst hier, op dezen avond. Lexton draaide de lamp wat op en verzocht haar met de meeste hoffelijkheid weder te gaan zitten. Maar zij scheen niet te begrij pen, wat hij zeide en met haast, hoewel zacht sprekend, ging zij voort, terwijl zy rond zag, alsof zij vreesde beluisterd te zullen worden. Uwe woorden van heden morgen hebben mij zeer, zeer on gelukkig gemaakt. Ik weet niet meer, wat ik denken moet. Ik zou de hemel danken, als ik u de vreeseljjke waarheid had kunnen besparen, miss Clara, of dat zjj u bekend ware geworden door een ander. Zonder nog te letten op zijne

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 1