den uitslag der verkiezingen voor de Tweede Kamer, heeft H. M. de Koningin de heeren Mr. van Naa men van Eeranes, president van de Eerste Kamer, mr. J. G. Gleich- man, oud-voorzitter van de Twee de Kamer en mr. Schorer vice- president van den Raad van Sta te in gehoor ontvangen ter raad pleging van den Staatkundigen toestand. Morgen wordt de mededeeling verwacht wie met de samenstel ling van het nieuwe Kabinet zal worden belast. BKESKEVS, 5 Juli 1901. Hlgkens achterstaande adver tentie zal morgen middag eene prijsscliieting plaats hebben van de alhier gevestigde Schietvereeni- ging- We kunnen daaraan toevoegen, dat voor zoover mogeljjk, de mu- ziek-vereeniging »Uit het Volk- Voor het Volk" deze gelegenheid zal opluisteren. Tengevolge der benoeming van den heer De Bats tot burge meester van Biervliet heeft deze ontslag genomen als gemeente ontvanger en is in zijne plaats door den raad benoemd de heer P. W. Maarleveld, gemeente-secre taris. De stemming voor 2 leden van den Gemeenteraad te Sluis heeft eene herstemming noodig gemaakt tusschen al de vier op gegeven candidaten. Oostburg. De stemming voor 2 leden van den Gemeenteraad is bepaald op Maandag 8 Juli a. s. Candidaten zijn de heeren C. I. Kense, J. H. van Peenen (aftr. lid) en J. van der Waele Sr. De heer I. van Houte, burge meester, had verzocht niet meer in aanmerking te komen. (■roede. De heer J. A. F. A. Stellwag, proponent te Deventer, heeft het beroep naar de Ev. Luth. Gem. alhier aangenomen. ik afwachtte. Ik verwachtte te pletter te zullen vallen Het duurde een helsche eeuwigheid. Ik hield al mijne zenuwen en spieren bjjeen om den vreeselijken schok af te wachten. Klets daar ging ik met een vreeselijke kracht in het stroomende water. Ik houd veel van 't water George, en ik kan vrjj goed zwemmenmaar toen kon ik het niet. Mijne lede maten schenen wel verlamd. Ik wist niet of ik mij bezeerd had ook daar dacht ik zelfs niet aan. Een woeste stroom voerde mjj pijlsnel medeIk was sterven de, George, en rees of daalde met het vlietende water over en langs de steenen. Ik voelde dat ik stervende was en de dood scheen voor mij zijne verschrik i hebben. rvolgd.) Aardenburg, 3 Juli. Heden werd de nieuw benoemde pastoor, de eerw. heer Th. Wijtvliet met plechtig ceremonieel alhier ge ïnstalleerd. Na aan de Kruisschans door den heer J. J. Buijsse namens de ker kelijke gemeentenaren verwelkomd en gelukgewenscht te zjjn, werd Z.Ew. aan Je Elderschans opge wacht door een stoet, bestaande uit parochiale autoriteiten opge wacht waarna deze en corps de tocht naar de zich uit den aard der zaak gedeeltelijk in het feestkleed gestoken gemeente aanvaardde. Als blijk van belangstelling voegden de leden van den raad en de regenten van het gast- en weeshuis zich bij den stoet aan. De kerk was smaakvol versierd, met kwistige hand waren groen en bloemen aangebracht waartus- schen toepasselijke opschriften prijktei», terwijl slingerende guir- landers het effect tot zijn volle recht deden komen. Door den ZeerEerw. heer Ver boeven te lJzendijke, deken in het dekenaat Aardenburg werd een plechtige H. Mis gecelebreerd en daarna den nieuw benoemden pas toor in zijn dienstwerk ingeleid, door vooral te laten uitkomen de verplichtingen van het herders ambt tegenover de parochianen en omgekeerd. Na het beëindigen dezer plech tigheid werd den heer Viijtvliet door de «Aardenburgsche Fanfa ren" eene muzikale groet gebracht, en namen velen de aangeboden gelegenheid waar om zich aan den nieuwen pastoor voor te stellen. Met de hem eigene en gulle vriendelijkheid bedankte hij allen voor de belangstelling hem be toond en beval zich aan de toe genegenheid van al zijne mede-in gezetenen, een beroep waarvan de vervulling wel niet zal uitblijven als men weet dat de heer Wijt vliet in zijne vorige parochie Groede in korten tijd geloofsge- nooten en ook de overige burgers geheel door zijne voorkomend- en verdraagzaamheid voor zich had ingenomen. Zondags en een concert op de markt Zondags is beter dan een z. g. Zondagkermis. Hoewel door treurige familie omstandigheden de directeur en twee der beste werkende leden gemist werden, kweet het muziek gezelschap zich goed van zijne taak. Ook des Maandags was het nog druk en het zal den meesten der kermisgasten dan ook wel niet tegengevallen zijn. Vermeldenswaardig is het ze ker, dat heel weinig dronkenschap geconstateerd werd, wat anders op zulke dagen zoo geen wonder zijn zou. Sclioondyke, De kermis is we der voorbij. In tegenstelling met die vau het vorig jaar was ze flink te noemen. Behalve de ge wone kramers, hadden de bootjes molen van Vale, een panopticum, een panorama en de traditioneele schiettent een plaats. Een ruim bezoek viel haar ten deel, waar toe de R. K. feestdag op Zater dag niet weinig bijdroeg. Toch waren Zondags evenveel vreemde lingen aanwezig als andere jaren het geval placht te zijn. In af wijking met vorige jaren gaf het muziekgezelschap een concert op de markt in plaats van in eene of andere herberg. Dit kan niet anders dan toegejuicht worden. Geen kermis-vrmakelijkheden Groede, 4 Juli. Een dichte ne vel, uitgespreid als een zware sluier hing over het aardrijk, als de stille voorbode van een heerlij ken Julidag, die bijzonder te stade zou komen aan het te geven zo merfeest der Chr. J.-Vereenigin- gen in W. Z.-Vlaanderen, waartoe ditmaal de heer J. H de Bliek zijne hofstede bereidwillig had be schikbaar gesteld. Statig en fier rees de zon en wist zich al heel spoedig door het gordijn heen te werken, en liet zich van zijne gunstige zijde zien, toen hij zjjne gouden stralen van den wolkeloozen hemel naar het met vocht gedrenkte aardrijk np- derzond. Alhoewel met het oog op de landbouwfeesten te Middelburg het bezoek minder talrijk was verwacht, waren toch zeer velen opgekomen om van deze gewijde uitspanning getuige te kunnen zijn en te genieten, immers het getal der bezoekers kan op een kleine 700 geschat worden. De rij der verschillende spre kers werd geopend d ior den heer D. J. van Wijck van Groede, die het openingswoord sprak. Achtereenvolgens werd het woord gevoerd op de daarvoor bestemde tribunes door de heeren Chris- peels van Brussel met eene rede over het devies van het Chr. Jong- Verbond, ter vervanging van ds. Hofstede, die verhinderd was terwijl vóór de pauze de heer P. van Striën sprak over de zaligmakende genade Gods. Alsnu werd gedurende ander half uur gepauseerd in welke tijd de gasten werden onthaald op eeni- ge muziek- en zangstukken van de desbetreffende gezelschappen «Excelsior" van Cadzand, «Hosan na" van Breskens en de zangver- eeniging «Excelsior" uit die ge meente. Hierop betrad ds. C. L. Laan van Brussel de opvolger van den welbekenden ds. De Jonge het spreekgestoelte, ter behandeling der vraag »Qus-Vadis" Waar gaat gij heen waarna ds. G. W. van Leussen van Goes als 't ware in aansluiting daarop op «de goede keus" wees. Vervolgens gaf ds. Chr. Hun- nigher van Vlissingen eene keuri ge schets over de groote strijd op geestelijk gebied doch de zekere overwinning op dien strijd volgen de door het vast geloof. Andermaal gaven de reeds ge noemde muziekkorpsen eenige nummers ten beste, en deed het zangkoor van Cadzand enkele lie deren hooren. Eindelijk hield ds. van Lelyveld eene uitvoerige beschouwing over «Geestelijk Anarchisme", waarna het slotwoord werd uitgesproken door ds. van Dis van Zuidzande, nadat ook de zendeling Woltkarap een eukel woord over zijn arbeid had gesproken. Het comité dat de leiding van deze feestelijke bijeenkomst in handen had, kan met voldoening op haar zorgvolle werkzaamheden terugzien naast de blijde en op gewekte toon, heerschte eene zeer goede geest onder de feestgangers, die zich beurtelings in dichte drommen om de sprekers schaar den of met welgevallen de mu ziek en de zangstukken een ge willig oor verleenden, dan wel als ze zich in bonte mengeling door een bewogen druk koutende en groeteu met vrienden en beken den wisselden. Dat ook dergelijke feesten hun ne aangename zijde hebben, heeft de dag van gisteren weer ruim schoots bewezen, en het succes dat de leidende bestuurders thans andermaal met deze samenkomst inoogstte, zal ongetwijfeld voor hen een spoorslag zijn om moedig op den ingeslagen weg voort te gaan. Ing-czomlen. Geachte Lezer, In 't verslag van den Groede 'schen Gemeenteraad, zitting van 2 Juli, voorkomende in 't nr. de zer courant van 3 Juli j.l. leest gij o. a. 't volgende En ten anderen wenschte hij de positie van den Raad hoog te houden door zoodanige maat regelen te nemen als hem geschikt voorkwamen in 't belang der Ge meente, zonder aandrang ran builen, gelijk, er.z Daar ik. zooals onder zal blij ken, in deze questie werd betrok ken en de genomen maatregelen mjj geenszins bevredigen en m. 1. zeer ten nadeele van de adressan ten zijn uitgevallen, vraag ik over deze aangelegenheid een oogenblik uwe aandacht. Ik zal mij hoofd zakelijk bepalen tot het weerge ven der feiten, zonder daarbij per soonlijk te zijn. Nadat de tegenoverwonende burgers zich tevergeefs tot den Gemeenteraad hadden gewend om verplaatsing van 't zoogenaamde tslach/rrltl", beproefden adressan ten hulp te verkrijgen van den Commissaris onzer Koningin in deze Provincie. Van dezen ontving de Inspec teur van den Geneeskundigen Dienst aanzoek verslag over deze zaak uit te brengen. De Inspecteur sprak een der onderteekenaars van het request, die hem mededeelde, dat op 't slachtveld allerlei rommel en vuil ook bloed van gedoode dieren werd gebracht of achtergelaten Ik wijs met nadruk op deze ver- klaring om 't onbegrijpelijke, dat volgt. Eenigen tijd daarna hoorde men spreken over een muur voor de slachtplaats, wat uit een hygi- enisch oogpunt niet is te verde digen. en waarmede ook de sla ger niet is geholpen, tenzjj hij met 't slachten mag voortgaan, zooals vroeger, wat volgens Inspecteur niet mag. Na 't 2e request, dat aan den com missaris werd gezonden, werd mij door de tegenoverliggende bewo ners gevraagd, hoe ik over zulk een muur dacht. Mij bleek toen, dat hunne aanvragen onvoldoende omkleed waren geweest voor hen, die niet in de gemeente woonden. Op hun verzoek hielp ik hun aan een beteren vorm en gaf ife in een vertrouwelijk schrijven aan den Inspecteur te kennen, dat volgens mijne meening wel dege lijk regard op 't request der kla gers mocht geslagen worden. 't Was alzoo geene beweging, die van mij uitging, doch eene waarin ik krachtens mijne betrek king van geneesheer onwillekeurig gemengd werd. Langzamerhand is deze «slachtveldquestie" in 't dorp algemeen besproken gewor den, heeft men mij een meer of min groot aandeel in deze bewe ging gegeven, wat mij noopt deze zaak meer uitvoerig te bespreken. Nadat de Inspecteur van den geneeekundigen dienst met het Da- gelijksch Bestuur had gesproken, verscheen hij bij mij. Onmiddel. lijk bleek het mij, dat de Inspec teur niet tot mij was gekomen om mijn oordeel te vernemen, maar om mij mede te deelen, dat de zaak van 't slachtveld de moeite niet waard was. «Ik zou om 't slachtveld alleen niet gekomen zijn verklaarde de Inspecteur, «maar ik wilde gaarne de sloot in oogenschouw nemen, waarover ook is geklaagd." Voor wij daarheen vertrokken, bracht ik, hoewel de Inspecteur niet gaarne op dit on derwerp scheen terug te komen, het gesprek nog eens op 't slacht- veld en op 't vuil en 't bloed, dat daar dikwijls is te vinden. De Inspecteur antwoordde toen «Maar mijnheer Mellema, hoe kan u dat zeggen, terwijl Burge meester en Wethoudersmij heb ben verklaard, dat op 't slachtveld alleen asch en afval van groente, doch nooit rottende bestanddeelen worden gebracht. Bloed komt er nooit te liggen, verklaarden Heeren mij, dat nemen de bewo ners altijd mee, daar zijn ze veel te veel opgesteld. Die heeren heb ben mij dat voor zeker verklaard en dus moet ik hen gelooven". «Maar mijnheer de Inspecteur, als ik U verzeker, dat 't bloed van de daar geslachte varkens op 't slagveld blijft liggen, als ik u dit zwart op wit wil geven, wat zegt u dan «Hoor eens, mijn heer, Mellema", luidde het ant woord, dat slachtveld is niet zoo erg en 't bloed nemen die men schen mee als de beesten geslacht zijn Ik merkte, dat wij geen stap verder kwumen, daarom liet ik de naaister en de meid binnen ko men, om inlichtingen te geven. Wat deze vei klaarden, begrijpt elk bewoner van Groede en toch was de Inspecteur niet overtuigd, omdat de heeren den Inspecteur hadden verklaard, dat er nooit

Krantenbank Zeeland

Breskensche Courant | 1901 | | pagina 2