Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor het
voormalig vierde District.
Een familiegeschiedenis,
No. 602
Woensdag 26 Juni 1901.
10e Jaarg
M i litie.
Transvaal.
FEUILLETON.
BRESkENNCIIE COURANT,
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.55,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
A D VERTENTIËN.
Van 1 tot en met 4 regels 20 cents elke gewone regel meer 4 cents.
Groote letters naar plaatsruimte. Bij abonnomeut lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit- blad verschijnt eiken Dinsdag- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIIXKU W te Breskens.
0
Gelijk men weet, wordt sedert
eenigen tijd in sommige gemeen
ten, waar zich een voldoend aan
tal jongelieden aanmeldden het
voorbereidend militair onderricht
gegeven ter bevordering van de
vrijwillige oefeningen in den wa
penhandel.
Een voldoende geoefendheid
daarin gaf den deelnemers, voor
ïoover zij bij de loting voor de
rationale militie een dienstplich
tig nummer trokken de bevoegd-
leid een garnizoensplaats naar
buiiDe keuze te nemen.
Behoudens dit voorrecht waren
de eerste oefeningen bij de inlij
ving veel spoediger al'geloopen en
varen ze dus ook vlugger door
dit minder aangename gedeelte
Tin den dienst heen.
Blijkens de thans ook door
Eerste Kamer aangenomen
militiewet, zullen jaarlijks worden
ingelijfd ten hoogste 12300 lute
in voor lange oefening, voor
ten eerste oefeningstijd van ten
hoogste 8!/2 maand en ten hoogste
5200 lotelingen voor korte oefe
ning of voor een eerste oefenings
van 4 maanden, onverminderd
de verplichting voor beide catego-
riën ten aanzien van verblijf on
der de wapenen van het zooge
naamd blijvend gedeelte.
De voorrechten, verbonden aan
die voorgeoefendheid, alzoo het
behoorlijk voldoen aan de eischen
der vrijwillige oefeningen in den
wapenhandel blijven niet alleen
bestaan, maar worden nog verder
uitgestrekt.
Zoo komen in de allereerste
plaats voor de korte oefening, dus
voor den diensttijd van 4 maan
den, zij in aanmerking, die in het
bezit zijn van een getuigschrift,
in de nieuwe militiewet uitdruk
kelijk genoemd, ten bewijze dat
de dienstplichtige loteling heeft
voldaan aan de bij een Konink
lijk besluit nog vast te stellen
eischen van lichamelijke gym
nastiek en van militaire ge
oefendheid.
De loteling die in het bezit is
van zoodanig getuigschrift behoudt
bovendien het recht, gelijk hier
boven reeds is opgemerkt, om te
worden ingelijfd bij het korps en
geplaatst in het garnizoen zijner
keuze, voor zoover hij daartoe ge
schikt bevonden is en het met de
belangen van den dienst is over
een te brengen.
De groote beteekenis die de
locale oefeningen voor de volks
weerkracht kunnen erlangen, en
bet persoonlijk voordeel dat er
blijkens het bovenvermelde voor
vele, zoo niet voor alle jongelie
den, thans kan gelegen zijn in de
deelneming aan die oefeningen
springt terstond in het oog.
We willen dan gaarne de aan
dacht van de 17jarige jongelieden
vestigen op het groote belang dat
vooral voor hen in dit onderricht is
gelegen.
Gemakshalve schrijven we hier
enkele bepalingen af betrekking
hebbende op de deelneming aan
het militair onderricht waartoe de
aanmelding jaarlijks geschiedt vóór
1 Juli, en wel in plaatsen waar
geen garnizoen is gevestigd, bij
deu Burgemeester. De toelating
van hen, die zich na 1 Juli zou
de aanmelden, slechts in bijzon
dere gevallen toe te staan.
De deelneming later te doen
aanvangen dan op 17jauigen leef
tijd verdient geen aanbeveling.
Jaarlijks op 1 Augustus zeuden
de burgemeesters aan den hoofd
officier belast met de leiding van
het voorbereidend militair onder
richt, eene opgave van de nameu
der jongelieden, die zich bij hen
hebben aangemeld tot deelneming
aan het militair onderricht, waar
onder die van hen, die zich thans
opnieuw aanmelden en den vori-
gen win! er reeds aan het onder
richt hebben deelgenomen.
We raden belanghebbenden aan
zich tot nadere inlichtingen bij
de Burgemeesters hunner gemeen
te te vervoegen.
Er is vandaag slechts een, maar
een goed nieuwtje uit de Kaap
kolonie. Een afdeeling van de
Midland Mounted Rifles werd
uitgezonden tegen Malan, die met
zijn Boeren den spoorweg was
overgetrokken en naar het Wes
ten toog. Bij Waterkloof kwam
het tot een gevecht, waarbij de
geheele Engelsche afdeeling werd
ingerekend, 10 man sneuvelden,
4 werden gewond, 66 gevangen
genomen. Of er van de afdeeling
nog zijn ontvlucht, wordt niet
gemeld.
Het wordt zoo langzamerhand
gewoonte, dat de Engelsche af-
deelingen in de Kaapkolonie »on-
geluk" hebben. En wanneer van
Engelsche zijde zulke dingen ge
meld worden, zijn zij zeker dub
bel waar, d. w. z. het ergste wordt
nog verzwegen.
Dat is geen grootspraak of
voorliefde voor onze stamverwan
ten, die ons dit doet zeggen,
want waarheid bovenal maar
de ervaring, welke men heeft op
gedaan met de berichten. Het
toeval dient, dat er nu van Boe-
renzijde een en ander is bekend
geworden, waaruit blijkt, dat wij
nog te voorzichtig zijn geweest in
ons oordeel en de positie der
Boeren werkelijk veel gunstiger is
dan men het heeft voorgesteld.
In de Kaapkolonie is het onge
veer regel, dat de Engelschen
klop krijgen.
De N. B. Crt. deelt ook een
rapport mede van generaal Smuts
aan President Steijn, voornamelijk
over de Engelsche wreedaardige
behandeling van de vrouwen en
kinderen. Deze barbaarschheid
heeft echter het goede voor ons
gehad, dat ze voor een groot ge
deelte onzer burgers alle secon
daire en met hun plicht strijden
de doeleinden heeft doen verdwij
nen. Zij hebben nu geen plaat
sen of wereldsch goed meer om
te beschermen velen hebben zelfs
geen vrouwen of kinderen meer
47.
Hij werd vermoord, wreed,
laaghartig vermoord.
Hij wachtte of Clara iets zou
utwoordenmaar behalve een
treet van grooten angst, uitte zij
niets.
Zijn moordenaar sneed het
touw door, toen hjj weer naar
boven klom en zond hem en den
■chat naar zee daar beneden, of,
■ls hjj den schat van hem gesto
len heeft, won hij er niets bij,
'oegde hij er bp, deed alsof hij
naar lucht snakte en maakte zijn
das en boordje wat los, waardoor
Clara zien kon dat zijn hals en 't
ondergedeelte van het gelaat ge
kneusd waren.
Want de grot, waarin hij
toevlucht zocht, was vlak boven
de grot, waarin de schat verbor
gen was en daar ik die liet on
derzoeken, kon er geen spoor van
den schat gevonden worden, daar
waren dus maar twee dingen mo
gelijk, hij was met den armen
Maurits naar omlaag gevallen, of
met den moordenaar wien hetzelf
de lot trof.
Wien hetzelfde lot trof her
haalde Clara. Is dan de moorden
aar van uw neef dood
Ja daaromtrent kan geen
twijfel bestaan. Hjj klauterde
naar den top van de rots en ik
hield hem eerst voor Maurits
want het werd al donker. Ik
ontdekte mijn vergissing niet,
voor dat ik den vreemde herken
de. Toen begreep ik, omdat mijn
neef er niet was, dat er wat ach
ter stak. Toen zag ik, dat het
touw doorgesneden was en be
schuldigde den kerel, dat hij Mau
rits had vermoord. Hij trachtte
het niet te ontkennen, maar begon
met mij te worstelen. Wij wors
telden Clara, die man en ik, op
den rand der eeuwigheid om ons
leven. Maar hij was een sterk
uianik had niet gedacht, dat hij
zoo sterk was
Van wien spreekt ge, Geor
ge vraagde Clara met een geheel
vreemden toon in hare stem.
Van den moordenaar van
mijn neef? Maar mijn bediende
Thomson was in de nabijheid
en toen de schurk, die mij bij
kans bewusteloos had gemaakt
door mij telkens op het het hoofd
te slaan, een mes ophief om zijn
vreeselijk werk te voltooien, sno r"
de er een kogel langs mij heen
en zijn arm viel machteloos langs
zijne zijde neer.
Welke arm vraagde Clara.
Ik bedoel de arm waar
mede hij het mes vasthield, niet
waar?
Ja, zijn rechterarm. Toen,
zijn gevaar inziende, want Thom
son naderde met den geladen re
volver, sprong bij in de kloof en
trachtte af te klimmen in de grot
daar beneden, maar toen hij den
ingang bereikte, liet hij het touw
schieten en viel in de diepte neer.
Zoo achterhaalde hem de ver
gelding in zijne misdaad en voor
kwam de aardsche straf.
Hoe vreeselijk 1 Hoe vreese
lijk riep Clara. En je hebt met
dien man geworsteld en zijn ge
laat gezien
Ja!
Zal dat niet voor altijd in
uw geheugen blijven, George
vraagde zij, wat dichter bij hem
komende.
Ik hoop het niet, lieveling.
Ik zal mijn best doen om het te
vergeten evenals het lot, dat mijn
neef trof in de laatste en edelste
daad van zijn leven. Wij hebben
veel om dankbaar voor te zijn,
want als die man nog leefde, dan
zoude de wet een onderzoek heb
ben bevolen, een rechtsgeding zou
zijn gevolgd, eene uitspraak en
vonnis en en het is be
ter, zooals het nu is, hij sprak
deze laatste woorden bijna onver
staanbaar, greep Clara's hand en
lichtte haar doodsbleek strak ge
laat op om er een kus op te druk
ken. Heeft het verhaal je zoo
aangedaan, liefste. Je zult het
ook vergeten, evenals ik zal trach-