COURANT,
Algemeen
Nieuws- en Advertentieblad
voor het
voormalig vierde District.
ledenis,
No. 595.
Zaterdag* 1 Juni 1901.
10" Jaarg.
Transvaal.
FEUILLETON.
ABONNEMENT.
Per 3 maanden ƒ0.50, franco per post door het geheele Rijk ƒ0.05,
voor België ƒ0.625, voor Amerika ƒ0.825, bij vooruitbetaling.
Bij alle boekhandelaren en brievengaarders worden abonnementen aangenomen.
ADVERT ENTIËN.
Van 1 tot en met 4 regels 20 centselke gewone regel meer 4 cents.
Gioote letters naar plaatsruimte. Bij abonnement lager tarief.
Advertentiën worden ingewacht tot Dinsdag- en Vrijdagnamiddag twee uur.
Dit blad verschijnt eiken Dinsdag:- en Vrijdagavond bij den uitgever C. DIKIXHA.N te Breskens.
hiii n—
Veel oorlogsnieuws is er niet
wat de telegrammen aangaat, be
halve, dat er bij Pietersburg 50
loeren gevangen genomen zijn.
Dat zullen er wellicht weer
Boeren naar geweest zijn. Op
lulte Engelsche berichten let men
nier meer.
Dat de toestaud in de Kaapko-
bnie inderdaad voor de Engel-
■chen heel ongunstig is, wordt
berestigd door een telegram van
een correspondent van de Times,
die op bet gerucht vau Pretoria
naar Cradock ging, om zich op
hoogte te stellen. Hjj seint,
dat liet optreden van Kruitzinger,
Scheepers en Malan in de laatste
veertien dagen een zeer ernstig
rarakter heeft aangenomen.
Kruitzinger is naar den Vrij
staat geweest, lieeft daar met De
IVet gesproken en is toen naar de
Kaapkolonie teruggekeerd. Na meer
of minder vruchtelooze pogingen
het kleine commando van
Scheepers te verdrijven uit het
distriet Graaff Reinet, moeten de
Britsche colonnes, die daar ope-
reerei:, rekening houden met den
terugkeer van Kruitzinger met- een
strijdmacht van 600 tot 800 man,
die ten Zuiden van een lijn van
Aliwal Noord naar Maraisburg
trekt. Na eenig strijden met ko
lonel Gorringe in de heuvels van
Stormberg hebben de invallers
een uitweg naar het zuiden ge
vonden en een succes behaald bij
Maraisburg, waar zij een post van
41 man na heftigen tegenstand
gevangen namen en Zondag wa
ren zij gezien 55 mijlen ten noord
oosten van Cradock met kolonel
Scobell's colonne tegenover hen.
De correspondent verwacht, dat
Kruitzinger een aanval zal doen
op een der steden in de nabijheid
en wijst er op, dat het succes van
dezen .bandiet" hoofdzakelijk te
wijten is aan het feit, dat het
land vol van vrienden der Boeren
is, die hun gaarne inlichtingen
verschaffen.
Zoo deze correspondent, die zul
ke mooie scheldwoorden opduikt
voor een man, die zijn land ver
dedigt. Als we vau de Engel-
schen zeggen, dat zij als roovers
in het land zijn gevallen en Ro
berts en Kitchener de opvolgers
zijn van Jamesou, achter wien
Chamberlain staat, die van alles
wist, dan wordt het kwalijk
genomen, omdat de Engelschen
altijd met glacéhandschoenen moe
ten worden aangevat.
De correspondent van de liaily
lela/raph seint, dat verleden Vrij
dag niet minder dan zeven mijnen
ontploft zijn op den spoorweg
tusschen Kroonstad en Vereeni-
ging. In zes gevallen werd en
kei het spoor vernield. In het
zevende, bij Krommelenboog wer
den de voorste wagens van den
gepantserden trein no. 6 uit het
spooi geworpen.
Dr. Bierens de Haan, de leider
der ambulancen op het oorlogs
veld heeft zich na zijn terugkomst
te Leiden tot een correspondent
van de N. K. Grt. over een en
ander uitgelaten.
Hij bevestigde, dat de voedsel
voorraad bij wijze van spreken
onuitputtelijk ishij bestaat uit
mielies en vleeseh, maar daar
kunnen de Boeren lang op teren.
Zelfs met een leger van een
millioen man zou het onmogelijk
zijn alle oogsten te vernielen.
De colonnes vegen de streek
langs hun weg schoon, maar het
is onmogelijk het groote tusschen-
liggende gebied door verschillende
colonnes te doen verwoesten.
De kleeren raken echter gedaan
de Boeren nemen nu en dan van
Engelschen schoenen af, die se
dert lang voor hen een groot luxe
zijn.
Veel Boeren loopen gewoonlijk
barrevoets en trekken schoenen
aan, als zij gaan vechten.
Van zadels zijn zij ruimer voor
zien dan vroeger. Veel kleine
commando's zijn geheel voorzien
van gloednieuwe Engelsche za
dels. De stemming der Boeren is
beter dan ooit. De uitstooting
van. ongewenscbte elementen is
voltooid en het moreele peil daar
door veel hooger gewerden. Er
kan geen twijfel zijn of de Boe
ren zullen volharden totdat phy-
sieke toestanden of onoverwinne
lijke bezwaren den oorlog onmo
gelijk maken. Dr. Bierens de
Haan bevestigde de absolute leu
genachtigheid der Engelsche kran
ten-berichten, maar zeide tevens
dat Kiicbener zelf wel rondborstig
en waarheidlievend is, maar na
tuurlijk ook steunt op de rappor
ten zijner onderbevelhebbers.
Zoo bijvoorbeeld wat Frenchs
verovering van kanonnen betreft,
deze werden slechts door verraad
ontdekt, maar waren niets waard
wegens gebrek aan munitie.
Sedert December zijn er geen
kanonnen meer bij de Boeren.
Alles is vernield, zelfs bet En-
gelsch scheepskanon Lady Ro
berts, bij Helvetia buitgemaakt.
De regeering is langen tijd te
Ermelo geweest. Staatssecretaris
Reitz, Schalk Burger, Botha en
staatsprocureur Smuts genieten al
len de beste gezondheid. De laat
ste is vechtgeneraal en ondanks
zijn jeugd heeft hij grooten in
vloed bij de commando's.
Hij munt uit door schitterende
dapperheid. Geld is er weinig
meer bij de Boeren, maar het is
ook overbodig, de krijgstucht heeft
het algemeene peil der comman
do's veel verbeterd. Het aantal
vreemdelingen dat meevecht is
niet zeer groot meer, er zijn ech
ter nog verscheiden Hollanders.
De vreemdelingen zijn voor
sommige commando's een groote
moreele kracht.
Nu, ging het verhaal voort,
komt de moeiljjke tijd voor de
Boeren, en ellende, moeilijkheden
en ontberingen zullen gedurende
den winter verdriedubbeld worden,
maar geen twijfel is bijna moge
lijk of de Boeren zullen dez.e te
boven komen. Het doel van
French is geweest tijdens de be
kende zevencoloune-beweging de
Boeren steeds oostwaarts te drjj-
10.
Zoo lang als je maar heb
ben wilt, lieveling Ik heb uwe
slem in zóó langen tijd niet meer
gekooid, en we |mogen toch niet
keelemaal vreemd aan elkander
uppelde zij de
'4»h van hoed
jontdoen en ver-
kare ■jHKvan Pevensey Cast
en hare kee'enbenoodigdheden,
nu door Matthew Baring ^be
taken werden, terwijl hij sc'hHf
0fer in zjju stoel leunde.
Hjj was ,dfen man van 55 jaren
ongeveer, goed en spierkrachtig
gebouwd. Zijn haar was gitzwart,
zijn gelaat gevuld en open.
Knevel of baard had bij niet,
wat wel jammer was, daar een
bloedroode geboortemerk, een zoo
genaamde wijnvlek, zijn rechter
wang bedekte van 't oog tot aan
den hals, en zijn, overigens zeer
welgevormd gelaat, ontsierde.
Zijne donker bruine oogen wa
ren overschaduwd door zware
wenkbrauwen en het gebeele ge
laat teekende diepen ernst en vast
beradenheid.
Hij zat wel tien minuten naar
de teekening zijner dochter te
kijken, stil, in gedachten verzon
ken doch, of die gedachten bij
zijne dochter, bij de teekening,
of bij andere zaken verwijlden,
was moeieljjk te beslissen want,,
behalve dat een vermoeide trek
aanduidde, dat bij een groote reis
achter den rug had, scheen hij
zich geheel op zjju gemak te ge
voelen en tevreden te zijn.
Er vloog zelfs een lachje over
zijn gelaat, doch het werd oogen-
blikkelijk opgevolgd door eene
pijnlijke uitdrukking, en hij streek
zijne linkerhand over den bezeer
den arm terwijl de schets van
zijne knie op den vloer viel.
Juist bukte hij om ze op te
rapen toen een bediende klopte en
binnentrad.
Daar is een heer, om u te
spreken, meneer
Om mij te spreken Een
heer Heeft hij zijn naam niet
gezegd
Hij vraagde alleen naar me
neer, en ik heb hem gezegd dat
u juist terug waart gekomen uit
Ierland, meneer, en toen zei hij,
dat 't hein speet dat hjj u moest
lastig vallen, maar dat hij u niet
lang zou ophouden.
Goed, vraag zijn naam
En toen de knecht weg was,
stond Matthew Baring op, en ging
op de mat voor den haard staan
met zijn gelaat naar de deur ge
wend.
De knecht kwam weer binnen,
en bracht het kaartje van den be
zoeker op een zilveren presenteer
blaadje.
Matthew Baring bekeek het.
Kapitein Frank Lexton, las
hij, »ik ken niemand die zoo heet,"
zeide hij toen koeltjes. Ik zal
hem toch maar ontvangen. Waar
is miss Clara
Op hare kamer, meneer.
Goed, verzoek dan kapitein
Frank Lexton binnen te ko
men.
De knecht deed, zooals hem be
volen was, liet toen den bezoeker
binnen en ging heen.
Frank Lexton was de eerste,
die sprak.
Meneer Baring, ik heb het
gewaagd maar eensklaps zweeg
hij en zag den man, tot wien hij
sprak aan, zooals men een uit deu
dood verrezene zoude aanzien.
Gij riep hij half luid.
Neem mij niet kwalijk viel
Baring in de rede. Gjj
Neen, neen ik moet om
verschooning vragen.
Ik heb verzocht om den heer
Baring te spreken, om was
het koud daar beneden voegde
hij er met een vreemden lach bij.
Daar beneden Waar
beneden, meneer
Wat blief? Nu ook goed,
dacht de kerel en dacht aan zjju
aandeel in de gebeurtenissen van
dien nacht. Als hjj geneigd is,