BETROUWBAAR ALS GEEN ANDER GcuwJtöino' Beschrijving van ZEiUHD en STAATSVMANDERIN Boekhandel VINK ERVAREN RIJDERS KIEZEN Hofstede in de vuurlinie (l) RADIAAL (dealeradressen verkrijgbaar: Industrieweg 44, Mijdrecht, telefoon 02979-3555) w Pi" mm WW Thans verschenen Facsimile-uitgave in twee banden geput uit de tegenwoordige staat DER VEREENIGDE NEDERLANDEN Nu nog tegen intekenprijs 100,- (totaal voor de 2 delen) (na 15 december 125,—) Markt 12 - AXEL - tel. 01155-2020* (3 lijnen) Na het publiceren van de dagboeknotitie van Mevr. T, C. Vink-van Vessem slaagden wij er in de herinneringen van dhr. J. Verplanke te verkrijgen voor publikatie. Deze geven een beeld van de toestand rondom het kanaal Axel - Hulst in de septemberdagen 1944. Verslag van de oorlogshandelingen op 16, 17 en 18 september 1944 op en rond de hofstede van J. Verplanke, K 33 te Axel. Na de inval in Frankrijk en de doortocht door België, bemerkten we dat de bevrijders be gonnen te naderen. Op donderdagavond 14 september maakten de Duitsers een aanvang met het opblazen van de bruggen over het kanaal. De oorlog naderde onze omgeving. Op vrijdag 15 september kwamen er twee Duitsers op mijn erf en vorderden onderdak voor een keukenwagen en 10 a 15 paarden. Ze namen hiervoor mijn wagenhuis en paar- destallen in beslag. Ik had nog één auto wagen binnen staan. De andere had ik de vorige week al verborgen. Deze wagen met een mijt stro ging de volgende dag het eerst in vlammen op. De paarden met keuken wagen zijn evenwel nooit bij mij verschenen. Ze zijn de volgende dag gearriveerd bij mijn buurman S. van Hoeve, die er ook niet veel plezier van heeft gehad. Dezelfde avond werden we gesommeerd vóór 10.00 uur de volgende dag melk en eieren te brengen op de hofstede van S. van Hoeve ten gerieve van de manschappen, die daar zouden kotnen. De meeste landbouwers uit de omgeving voldeden daaraan, een enkele uit gezonderd. Vol spanning en verwachting zagen we de volgende dag, t.w. zaterdag 16 september, tegemoet. Des morgens ontwaarden we sol daten in de wei. Er bleek een militaire post te zijn uitgezet in de achterwei tegen de spoorlijn. Ik ging er heen om te kijken of er wat nieuws zou zijn. Het bleek, dat de man nen doodop waren. Hun voeten waren geheel kapot gelopen en hun kleren verscheurd. Ze hadden zich in geen tien dagen geschoren. Dagenlang waren ze teruggetrokken. Hun heldhaftigheid was geheel verdwenen. De buren uit de omgeving kwamen ook eens kijken en de vrouwen waren zo met mede lijden vervuld, dat ze voor hun vijanden brood en koffie gingen halen. Langs de ka naaldijk bleken overal posten te liggen. We begrepen, dat we steeds dichter bij de bevrijding kwamen, maar we beseften nog niet wat dit allemaal zou kunnen meebrengen. Om ongeveer 10.00 uur zagen we in de rich ting Kijkuit ineens brand. We liepen naar de Kanaaldijk en ontdekten dat de schuur van J. Kerckhaert aan de brug in vlammen stond. We liepen wat heen en weer en praatten met elkander. Zo vergaten we onze eigen materialen weg te bergen, den kende dat bij ons wel niets zou gebeuren. Maar na de middag werd dit anders. Zonder dat we er erg in hadden, zaten we midden in de gevechten. Om ongeveer 13.00 uur hoorden we in onze omgeving ontploffingen. We keken eens goed rond, maar beseften nog niet wat dit was, totdat we in onze onmid dellijke omgeving grond naar boven zagen vliegen, gepaardgaande met een grote knal. Nu begrepen we, dat dit granaten waren. We gingen daarom snel naar huis, even later in de kelder. We hoorden duidelijk dat de gra naten rond ons huis vielen. Even later be gon de hond te huilen. Ik keek naar buiten en het bleek dat de hond door scherven was getroffen. Ook zag ik een kalf dood in de wei liggen. Kort daarop schoten ze over ons huis en vielen de granaten neer in de omgeving van de hofstede van S. van Hoeve. Deze hoe ve werd van alle kanten beschoten. Ik denk omdat daar meer soldaten waren. Zodra het geschut bij ons verminderde, ging ik op zolder kijken. Ik zag aan de overkant van het kanaal heel wat beweging. Dit bleken de aanvallende soldaten te zijn, die zich verborgen achter heggen en schelven graan. Ze probeerden zo in de schuur van A. de Feijter te komen. Even later zag ik een vrachtwagen uit de Tweede Verkorting ko men tot aan de opgeblazen burg. De wagen keerde om en er werd wat gelost, waarna deze weer snel wegreed. Het bleken rubber boten te zijn, waarmee de soldaten over het kanaal moesten komen. Dit ging echter niet zo vlug daar de Duitsers vanaf de hofstede van S. van Hoeve hard terugschoten. Om ongeveer 16.00 uur werd het schuurtje aan de spoorbaan in brand geschoten en even later zagen we de landbouwschuur van S. van Hoeve in vlammen staan. Ik bleef steeds maar op zolder op de uitkijk zitten, terwijl mijn gezin in de kelder bleef. Tijdens de brand gingen ongeveer 20 Duitsers naar de Armendijk. terwijl er enige naar mijn hoeve kwamen. Ze liepen over mijn erf in de rich ting van de Armendijk. Ik dacht, dat dit wel de laatste zouden zijn die we te zien zouden krijgen, niet wetende hoe een aanval echter kan verlopen. Plotseling zag ik uit de schuur van A. de Feijter een hele rij soldaten komen. Ik kon ze niet tellen. Het waren er misschien wel meer dan honderd. Ze liepen naar het kanaal en waren spoedig aan de overkant. Even later zag ik ze over het erf van S. van Hoeve naar de Armendijk lopen. De soldaten kwamen onder langs de dijk in de richting Langedreef. Vier soldaten gingen naar mijn hoeve. Ik wenkte ze naar binnen. Twee kwamen in huis en twee gingen naar de schuur. Ze vroegen of er nog Duitsers waren. Ik antwoordde, dat de Duitsers weggelopen waren. Toch gingen ze in de kelder en de kamers kijken. Ze lie pen door de voordeur en weg waren ze weer. We namen het erf op, maar er bleek verder niets gebeurd te zijn, alleen mijn hond en een kalf waren dood. Zo waren we allen zeer ver blijd en dachten dat we nu gelukkig bevrijd waren. Het was inmiddels duister geworden. Even later kwamen weer enkele soldaten van de Armendijk naar ons toe. Dit waren er van een post, die op de Armen dijk achtergebleven was. Ze hadden honger en dorst. Dit konden we uit hun gebaren op maken, want we verstonden ze niet. Na ge geten en gedronken te hebben, vroegen ze om water voor hun kameraden. Ik gaf hun een bakje bier mee, waarmee ze zeer blij waren. Nadat ze vertrokken waren, deden we alles dicht om ons ter ruste te begeven. We bleven beneden slapen, uit voorzorg voor be schieting. Na middernacht hoorde ik rond ons huis lopen. Even daarna werd op de deur geklopt. Ik sprong uit bed, maar was toch bang om open te doen. Het kloppen en stampen werd echter zo hevig, dat ik dacht dat de deur bezwijken zou. Ik nam een zak- licht mee en deed met een kloppend hart de deur open. Er drongen direkt enige soldaten binnen en namen mijn licht af. Zo stond ik daar te midden van soldaten. Was dit vriend of vijand Ik kreeg bevel om direkt het licht op te steken. Daaraan voldeed ik. Toen zag ik in welk gezelschap ik mij bevond. Het wa ren ongeveer 25 Poolse soldaten, waaronder een partisaan uit Lokeren, die voor tolk dien de. Ik hoorde van hem dat een afdeling was doorgedrongen tot Steenovens. Er was ook nog een Belg bij van Waternacht, die de andere dag zou sneuvelen. Er werd druk ge praat en overlegd. Ten slotte werd ik ge sommeerd om nachtverblijf te maken. Daartoe werd een pak stro uit de schuur ge haald en in huis uitgespreid, waarna we ons weer ter ruste begaven, maar van slapen kwam echter niet veel meer. Zo brak zondag 17 september aan. Ik was 's morgens al vroeg opgestaan om de koeien te gaan melken. Er was in heel de omtrek niets bijzonders te zien, alleen stond er een post onder de houtmijt. Het leek zo rustig en vredig in de vroege morgen, net of alles al achter de rug was. Na gemolken te hebben en de beesten gevoederd te hebben, ging ik in huis om te zien hoe het daar was. Daar waren ondertussen de Poolse soldaten ook wakker geworden. Ze hadden behoefte aan eten. Na in gedeelten gegeten te hebben, be gaven ze zich naar buiten om de omgeving TEAM van de zeer zeldzaam geworden boeken: met nieuwe Landkaarten, Plans der Steden en konstige Printverbeeldingen versierd. Verschenen te Amsterdam bij Isaak Tirion in 1751 en 1753 DEEL I behandelt de geschiedenis der Zeeuwse eilanden in 446 pagina's met 14 tus sen de tekst geplaatste gevouwen kaarten op ware grootte. Bovendien bevat dit deel de GESCHIEDENIS VAN STAATSVLAANDEREN in 180 pagina's met 3 tussen de tekst geplaatste gevouwen kaarten ep platen. De totale omvang van deel I is dus 626 pagina's tekst en 17 kaarten, plattegronden en platen. DEEL II bevat het vervolg van de geschiedenis der Zeeuwse eilanden, omvattend 604 pagina's met 18 tussen de tekst geplaatste gevouwen platen, kaarten en plattegron den op ware grootte. Beide delen zijn voorzien van een plaatsnamen- en zakenregister.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1969 | | pagina 4