ONTWIKKELING ZEELAND Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1967 81e Jaargang no. 48 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Door de gewestelijke raad voor Zeeland van het Landbouwschap is dezer dagen aan het college van Gedeputeerde Staten van Zeeland een rapport aangeboden over de toekomstige ontwikkeling van Zeeland zoals die door een speciaal hiertoe ingestelde commissie wordt gezien. Deze commissie was samengesteld uit de heren Ir. J. Prins, Goes P. J. J. Dekker, Wemeldinge G. J. de Jager, Anna Jacobapolder J. P. van Duyse, Nieuw Namen J. L. Lukaart, Goes P. M. Kenter, Goes P. Minaard, Goes ir J. D. Dorst, Haamstede Dr. ir. C. W. C. van Beekom, Goes W. Goeman, Goes, secretaris. De inhoud van het rapport laten wij hieronder in zijn geheel volgen De door de Gewestelijke Raad voor Zeeland van het Landbouwschap ingestelde Kommissie Ontwikkeling Zeeland heeft zich, op grond van de ontvangen opdracht, beraden over de toekomstige ontwikkelingen in onze provincie met het oog op de positie die de land- en tuinbouw daarbij dient in te nemen, en geeft haar zienswijze in deze nota weer. Prognoses Het is bekend, uat bij het ontwikkelen van bepaalde plannen, mede aan de hand van statistische gegevens, prognoses worden ge maakt die dikwijls als basis dienen voor dat gene wat men zich voor ogen stelt. Hoewel de kommissie de noodzaak van een dergelijke opzet niet wil aantasten, wil zij toch ernstig waarschuwen tegen een te licht vaardige hantering van het verkregen cijfer materiaal, temeer daar in de praktijk is ge bleken, dat bij het verzamelen van de gegevens wordt uitgegaan van een bepaalde groepering van cijfers die naar de mening van de kom missie voor de landbouw eenzijdig moet wor den geacht. Als voorbeeld moge dienen het hierna volgen de overzicht van de door mannen bezette ar beidsplaatsen in Zeeland over 1960 en 1965, aan de hand van de door het Distriktsbureau voor de Arbeidsvoorziening gegroepeerde cij fers. Deze cijfers moeten worden gezien als schattingen van de gemiddelde jaarbezetting. 1960 1965 Industrie en ambachten 20.050 22.500 Bouwnijverheid 7.620 10.200 Landbouw 21.900 16.500 Visserij 970 850 Diensten 28.600 31.700 Totaal 79.140 81.750 Een dergelijke opstelling is wat de landbouw betreft kennelijk gebaseerd op het enge agra rische bedrijf. Wil men de waarde van de landbouw voor de gehele ekonomie in Zeeland bepalen, dan zal naar de mening van de kommissie een geheel andere opzet moeten worden gevolgd. Daarbij zal rekening moeten worden gehouden met het aandeel dat de landbouw heeft in agrarische industrieën en ambachten, terwijl ook in de sektor diensten een belangrijk per centage aan de landbouw kan worden toege kend. De kommissie is dan ook van mening, dat bij het maken van prognoses meer rekening moet worden gehouden met de waarde die aan de landbouw in zijn totaliteit kan worden toe gekend, daar enkel op deze wijze een goede afweging van belangen kan worden verkregen. De kommissie vraagt zich in dit verband af of door deskundigen een inzicht kan worden ge geven in de werkelijke betekenis van de ver schillende takken van stuwende bedrijvigheid op de totale ekonomie van ons gewest. Ontwikkeling land- en tuinbouw De land- en tuinbouw in Zeeland heeft zich na 1945 op moderne wijze ontwikkeld en kan tot één van de beste landbouwgebieden van Nederland worden gerekend. Een snelle me chanisatie met een voor grote delen van de provincie aangepaste verkaveling heeft er toe geleid dat de grond, die in het algemeen van uitstekende kwaliteit is, optimaal wordt benut. De gebieden die nog ruilverkaveling behoeven zijn in uitvoering of in voorbereiding hetgeen voor een modern landbouwgebied volledig verantwoord is. 38% van de Zeeuwse oppervlakte kuituur- grond is gereed wat de her- en ruilverkave lingen betreft. 22% is in uitvoering of ak- tieve voorbereiding. Tot op heden werd in deze verkavelingen een bedrag van rond 400 miljoen geïnvesteerd. Mogelijkheden voor een gezonde uitbreiding van de tuinbouw, mede in verband met de sterke industriële uitbreidingen in de direkte omgeving van onze provincie, zijn naar de mening van de kommissie zeer zeker aanwe zig, hetgeen de agrarische betekenis van Zee land ten goede kan komen. De natuurlijke ontwikkelingen in de tuin bouw geven reeds een niet onbelangrijke uit breiding van het areaal fruit, groente en bloembollen te zien, hetgeen uit de volgende cijfers moge blijken fruit: groente: bloembollen: (inkl. kl. fruit) 1955 4558 ha 781 ha 199 ha 1960 5755 ha 1077 ha 480 ha 1965 6496 ha 1136 ha 647 ha 1966 6684 ha 1471 ha 637 ha De kommissie is dan ook van mening, dat een uitstekende agrarische provincie als de onze, alle kansen die er liggen in een vrije ont plooiing volledig moet kunnen benutten. Hoewel het aantal arbeidsplaatsen, tengevolge van de steeds verder gaande mechanisatie, ook in Zeeland sterk is teruggelopen, werken er in onze provincie procentueel belangrijk meer mensen in de landbouw dan landelijk het ge val is. In 1966 was dit percentage voor Zee land 18,2 terwijl zulks landelijk rond 9% bedroeg. Hieruit blijkt, dat ondanks een ster ke afvloeiing bijna 1/5 deel van de beroeps bevolking nog in de agrarische sektor werk zaam is, op moderne intensieve bedrijven. De jaarlijkse bruto-produktiewaarde van de land- en tuinbiuw in Zeeland bedraagt plm. 350 miljoen. De investeringen in gebouwen en machines kunnen veilig op 25 miljoen per jaar wor den gesteld, terwijl bijvoorbeeld een schatting van de jaarlijkse investeringen in de land- en tuinbouwkoöperaties van 15 a 20 miljoen gul den een aanduiding geeft van de betekenis van andere schakels van het agrarisch bedrijfs leven. Industrialisatie De kommissie is van mening, dat de land bouw, evenals zulks in het verleden reeds het geval is geweest, ook in de toekomst op kin- struktieve wijze moet medewerken aan de in dustrialisatie in ons gewest. Daarbij dient echter met nadruk te worden gepleit voor koncentratie waarbij met name wordt gedacht aan de Kanaalzone in Z. Vlaanderen, en het industriegebied in het Zuid-Sloe. Een uitbreiding van deze genoemde industrie gebieden langs de Westerschelde lijkt voorals nog een logische voortzetting. Hierbij wil de kommissie evenwel enkele op merkingen maken. De kommissie acht het ge wenst dat wordt gepleit voor een afgrenzing van de industriegebieden, zodat in de eerste plaats een tever landinwaarts gaande ontwik keling kan worden voorkomen, mede gezien het belang van een goed woonklimaat. Een afgrenzing is in de tweede plaats van groot belang omdat omvangrijke planolo gische reserveringen ten behoeve van industri alisatie zelfs langs de Westerschelde, het grote bezwaar heeft dat belemmeringen worden op gelegd aan de bestaande agrarische bedrijven, zodat ook hier gepleit moet worden voor een (voorlopige) afgrenzing. Het komt de kom missie n.l. voor dat moeilijk te voorzien is welke wensen met name de mammoetbedrijven die zich als vestigingskandidaat aanmelden zullen stellen. Bij vestiging zijn immers toch vaak nadere planologische maatregelen nood zakelijk. Nog belangrijker moet in dit verband de vraag worden geacht welke andere vestigings- mogelijkheden zich ook in ons gewest in de toekomst zullen voordoen. De kommissie heeft zich in dit verband afge vraagd of, nu België plannen heeft voor ge deeltelijke kanalisatie van de Westerschelde (Antwerpen-Baalhoek), niet een studie moet worden aangevat waarbij de mogelijkheden van het stichten van industrieterreinen in het oostelijk deel van onze provincie in het totale verband worden bezien. Indien de Belgische plannen voor uitvoering vatbaar zijn, liggen er voor Nederland ver moedelijk goede kansen om bepaalde verlan gens gehonoreerd te krijgen. Het graven van een kanaal door het oude land van Oost Zeeuwsch-VIaanderen acht de kom missie evenwel in strijd met de belangen van de landbouw. De kommissie is van mening, dat de land bouw bereid moet zijn het Land van Saeftinge, om welks inpoldering bij herhaling is ver zocht, aan deze plannen op te offeren, ten einde daardoor mede een harmonische ont wikkeling te bevorderen. Hoewel een nadere studie dat zou moeten uitwijzen, komt het de kommissie voor dat een scheiding van Ooster en Westerscheldebekken van grote betekenis is, mede gelet op het belang van zoetwater en de rekreatie. Een kritisch en selektief industrialisatiebeleid is van groot gewicht, daar er voor de toe komst zeer grote belangen op het spel staan, waarbij de gehele provincie is betrokken. Daarom dient volgens de kommissie naast de situering van de industrie aandacht te worden besteed aan de aard der zich vestigende in dustrieën. Zo nodig moet daarbij in beperking van de bezwaren van luchtverontreiniging en in een regeling voor schadevergoeding worden voor zien. Aanleg kanalen. Het is bekend dat er plannen worden bespro ken voor het leggen van meerdere kanalen in Midden-Zeeland, die zouden moeten resul teren in niet minder dan vijf kanalen in dit gebied. De kommissie acht het leggen van nieuwe kanalen bij Waarde en door de Quarlespolder dermate ingrijpend voor de landbouw dat zij als onaanvaardbaar moeten worden afgewe zen. Verwezenlijking van dergelijke plannen zou een verkaveling in ongunstige zin teweeg brengen in bij uitstek goede landbouwgebie den, hetgeen niet kan worden geaksepteerd. Een aanvaardbaar alternatief acht de kommis sie aanwezig, indien het kanaal door Zuid- Beveland belangrijk wordt verbreed waardoor aan de scheepvaart de nodige mogelijkheden worden geboden, zonder dat de landbouw daaraan teveel wordt opgeofferd. De na het totstandkomen van de Schelde- Rijnverbinding aanwezige drie kanalen in Midden-Zeeland acht de kommissie ruim schoots voldoende om aan de wensen van de scheepvaart en industrie tegemoet te kunnen komen. Rekreatie Van diverse zijden is reeds eerder gewezen op de z.g. open ruimte waarover Zeeland be schikt, waardoor onze provincie bijzonder aantrekkelijk is als rekreatieverblijf. Het feit dat men op vele plaatsen nog kan genieten van rust en een fraai landschap kan in deze tijd niet hoog genoeg worden gewaar deerd. Een verdere ontsluiting van deze gebieden middels goede wegen acht de kommissie een belangrijke voorwaarde om de rekreatie te be vorderen. Met name wijst de kommissie op de noodzaak een goed quartair wegennet tot stand te bren gen. Teneinde zulks te kunnen bereiken zal een juiste toedeling van de financiële midde len moeten plaats hebben, zowel op grond van de Wet Uitkeringen Wegen als uit andere subsidiebronnen. Gezien de verhoudingen in andere provincies dient voor deze wegen een zo hoog mogelijk subsidiepercentage te worden vastgesteld. Ook in dit opzicht pleit de kommissie voor koncentratie van de industrie in eerder ge noemde gebieden, daar rekreatie en industrie elkaar niet verdragen. De kommissie is van mening, dat niet alle kansen voor rekreatie worden benut, daar in Zeeland grote gebieden worden aangetroffen die een bestemming dra gen welke stijdig is met een volledige ont- plioiïng van de mogelijkheden. De zich voor rekreatie lenende landbouwbe drijven dienen geen moeilijkheden in de weg te worden gelegd om tot een snelle omscha keling te kunnen komen. Dat daarbij redelijke eisen worden gesteld met betrekking tot de inrichting acht de kommissie juist. Reeds eerder is bepleit om aan de bedrijven die zulks wensen en daarvoor geschikt zijn toestemming te verlenen tot het plaatsen van enkele zomerhuisjes of caravans. De kom missie heeft in dit opzicht met instemming kennis genomen van het door het gemeente bestuur van Westerschouwen genomen initia tie finzake het plaatsen van caravans op erven en in boomgaarden. Planologie De planologie speelt bij alle hiervoor genoem de punten een zeer belangrijke rol, in het bij zonder wat betreft de streekplannen, die voor enkele gebieden reeds zijn vastgesteld en voor grote delen van de provincie thans in voor bereiding zijn. Het moge waar zijn dat het streekplan de burger niet bindt, de praktijk wijst uit dat de gemeenebesturen zich bij het maken van be stemmingsplannen naar de streekplannen moeten richten, zodat de burger indirekt wel degelijk belang heeft bij een voor hem zo goed mogelijke opzet. De kommissie vraagt zich af of te gedetail leerde plannen wel gewenst zijn en of niet met meer globale bestemmingen moet worden gewerkt, waarbij o.a. aan de gemeentebesturen meer bevoegdheden kunnen worden gegeven. Hierdoor zou vermoedelijk een meer flexibele opzet kunnen worden verkregen waardoor de plannen niet achter de feiten aan lopen. De kommissie acht, na hetgeen hierover in het verleden van agrarische zijde reeds is op gemerkt, een verdere uiteenzetting van haar standpunt ten aanzien van een kassenbouw- verbod overbodig. Wel vraagt de kommissie zich af waarom een diskussie over de posi tieve gedachte omtrent een proefneming met gekoncentreerde glastuinbouwvestigingen (no ta Z.L.M. 1965) tot nog toe achterwege blijft. De kommissie spreekt zich met nadruk uit tegen het leggen van belemmeringen op het algemeen agrarisch gebruik van de grond. Overleg met landbouw in planologische zaken De kommissie heeft met genoegen gekonsta- teerd, dat het vooroverleg met betrekking tot de bestemmingsplannen, de tracé's voor rijks- en provinciale wegen en leidingen steeds vastere vormen aanneemt, en in het algemeen bevredigend verloopt. De kommissie spreekt gaarne de verwachting uit dat de goede kontakten geïntensiveerd zul len worden. Belgische Turk zwom in 4 uur van Vlissingen naar Knokke Weddenschap FRANCS en CHAMPAGNE In vier uur en zes minuten heeft de in België wonende Turk Fefo Capponi (37), hotel- en nachtclubeigenaar in Knokke, zaterdagmiddag de 23 km gezwommen over Westerschelde en Noordzee van Vlissingen naar Knokke. Daarmee won hij een weddenschap met een klant, die hem had uitgedaagd: „je zwemt dat niet meer". De atletische Turk liet het zich geen tweemaal zeggen. Hij oefende ge ducht een paar uur per dag in de zee voor Knokke en stapte zaterdagmiddag om tien voor half vier honderd meter uit de wal bij de Vlissingse veerhaven het woelige Wester- scheldewater in. Na een uur en een kwartier was hij al precies voor de nieuwe sluis bij Breskens en een paar uur daarna kon hij op het strand van Knokke 50.000 Belgische francs en 25 flessen cham pagne in ontvangst nemen. Kort daarna stond Capponi fris en monter weer achter de tap kast in zijn hotel. Capponi kende de (water)weg enigszins, om dat hij tien jaar geleden de afstand Vlissingen- Le Zoute zwom. Toen deed hij over de 23 km drie uur en 52 minuten. Hij had zaterdag middag een officieel tijdwaarnemer secre taris P. v. d. Heuvel van zwemvereniging ,De Scheldestroom' in Breskens, die official van de Kon. Ned. Zwembond is. Als loods ging mee oud-visser H. de Lobel, eveneens een Bressiaander, die het water daar kent als zijn broekzak. Deze twee mannen voeren mee in een strand- reddingboot. De volgboot bestond verder uit een paar pleziervisserbootjes en een speed boot. Visserman Lobel duidde de Turkse Belg met armzwaaien de richting die hij uit moest om zijn flessen champagne te verdienen. Het strand in Knokke zag zwart van de bewon deraars van de Belg. Tijdwaarnemer v. d. Heuvel zei later „het was bijzonder ruw weer, ik vind het een heel bijzondere presta tie". AXELSE COURANT VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent Halfjaar-abonnement: Axel binnen de kom 3,75. Andere plaatsen 4,25 Buitenland 6,50 Hoofdredaktie: J. C. VINK Redaktie en Administratie: Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16 Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm Bij kontrakten belangrijke reduktie. Ingezonden mededelingen 30 cent per mm Kleine advertenties 1-10 woorden 1, elk woord meer 15 cent.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1967 | | pagina 1