WIE VERMOORDE PRESIDENT KENNEDY?
Bronchi letten
Voorlichtingsmogelijkheden voor ondernemers
in het Midden- en Kleinbedrijf
Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 15 APRIL 1967 81e Jaargang no 29
LÜ NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN verschijnt IEDERE ZATERDAG
Getuigen verdwenenWaarom
De moord op John Fitzgerald Kennedy, de
35ste President van de Verenigde Staten van
Amerika, is nog steeds omgeven met een
waas van mysteries. Een uitgebreid rapport,
na een uitvoerig onderzoek uitgebracht door
een speciale regeringscommissie onder aan
voering van opperrechter Warren, heeft daar
aan weinig kunnen veranderen. Integendeel.
Sinds het Warren-rapport zijn de vragen nog
toegenomen. Enkele essentiële onderdelen van
de officiële uitspraak (hoofdinhoud Lee
Harvey Oswald was de enige moordenaar. Er
was geen sprake van een complot) zijn in en
buiten Amerika duidelijk als „onmogelijk" en
„hoogst verwonderlijk" aan de kaak gesteld.
Wat gebeurde er precies op die zonnige
maar een van de meest tragische van de
jongste geschiedenis - novemberdag in en
rond Elmstreet, een brede weg in het broei
erige Dallas, Texas Volgens het Warren
rapport vuurde Oswald vanuit een school
boekenmagazijn drie schoten af op de wagen,
waarin president Kennedy reed. De eerste
kogel doorboorde, volgens de commissie,
Kennedy's strottenhoofd en raakte vervolgens
gouverneur Connally van Texas. De tweede
kogel trof de president in het achterhoofd en
bracht de fatale verwonding toe. De derde
kogel miste en werd nooit teruggevinden. Dat
drie schoten werden afgevuurd vanuit het
boekenmagazijn heeft de commissie willen be
wijzen met getuigenverklaringen en met de
vondst van drie lege hulzen op de plaats,
waar Oswald zich had opgesteld. Het boeken
magazijn staat op een hoek van Elmstreet.
Vanuit dit gebouw kon de president alleen
van achteren worden geraakt. Er heerst echter
enige verwarring rond de medische rapporten,
die zijn uitgebracht na de sectie op de over
leden president. In de eerste rapporten werd
de mogelijkheid, dat de president van voren
was getroffen helemaal niet uitgesloten. Dit
correspondeert met enkele getuigenverklarin
gen van omstanders, die meenden, dat ook
schoten werden afgevuurd vanaf een parkeer
plaats, waar de presidentiële wagen nog voor
bij moest komen. Een van de voornaamste ge
tuigen hiervan was de spoorwegopzichter
Lee Bowers. Even voor en even na de moord
aanslag had hij twee mannen op het (voor het
publiek afgezette) parkeerterrein gezien, die
zich nogal verdacht gedroegen. Hij was er
zelfs van overtuigd witte rookpluimpjes te
hebben zien opstijgen toen de fatale schoten
weerklonken. Direct na de moord renden po
litieagenten en toeschouwers langs de weg
naar het parkeerterrein om daar naar daders
te zoeken. Zij meenden, dat de schoten vanaf
die plaats waren gelost.
Lee Bowers, een belangrijk getuige, kwam op
een vreemde manier om het leven, vóór hij
zijn verklaringen kon laten vastleggen. Op een
autoweg in de buurt van Dallas zwenkte zijn
auto plotseling naar links en botste tegen een
muur. De politie kon geen verklaring vinden
voor de plotselinge manoeuvre. Een arts con
stateerde na het ongeluk, dat Bowers in een
merkwaardige shocktoestand verkeerde, die
niet het gevolg kon zijn geweest van het ver-
keersongèval. Spoorwegwachter Bowers was
een van de eerste, belangrijke getuigen, die
op een mysterieuze manier verdween. Er zijn
er, meer. Veel meer. Tot nu toe is een twintig
tal mensen, die op de een of andere manier
bij de aanslag op president Kennedy als
(mogelijke) getuigen betrokken waren, om
het leven gekomen. Drie anderen waren de
journalisten Jim Koethe en Bill Hunter en de
advocaat Tom Howard. Zij hadden alle drie
goede relaties met de nachtclubeigenaar Jack
Ruby, die op een opzienbarende manier
Oswald neerschoot. Na de aanslag op Oswald
hadden zij een langdurig gesprek met Ruby.
Koethe werd in zijn flat gedood door een
karateslag op zijn keel. De dader werd nooit
gevonden. Hunter werd neergeschoten bij een
bezoek aan een politiebureau. De agent zei
aanvankelijk, dat hij was gestruikeld en dat
daarbij zijn revolver was afgegaan. Nadat was
gebleken, dat de kogel van boven af in Hun
ters hart was afgevuurd, herriep de agent zijn
verklaring. Hij vertelde, dat hij een wedstrijd
had gehouden met een andere agent, over wie
het snelst zijn revolver kon trekken. Daarbij
was zijn wapen per ongeluk afgegaan. De
andere agent wilde het verhaal niet beves
tigen. Ontkennen deed hij echter ook niet.
„Ik stond er met mijn rug naar toe", verklaar
de hij. Tenslotte de advocaat Howard. Hij
stierf in mei 1965 aan een hartaanval. Hij
werd door een kennis naar het ziekenhuis ge
bracht. Later bleek, dat Howard enkele dagen
voor zijn dood al „erg vreemd" had gedaan.
De officier van justitie van New Orleans,
Jim Garrison, heeft kort geleden opzien
barende „onthullingen" gedaan. Hij vertelde,
dat hij bewijzen in handen had, dat Kennedy
werd vermoord door een groep Cubaanse
ballingen. Een van zijn belangrijkste getuigen
kwam ook al om het leven. Zelfmoord, zei
de politie. Een andere getuige van Garrison
verdween enkele dagen. „Ik wilde mijn gezin
Inleiding
De ondernemer in het midden- en kleinbedrijf,
die zich wil handhaven moet „bijblijven". De
snelle ontwikkelingen moet hij op de voet
volgen. Hij moet voorts een groot aantal func
ties en eigenschappen in zich verenigen. Een
en ander maakt, dat een goede voorlichting
voor de minddenstandsondernemer onont
beerlijk is. Gelukkig staat hem voorlichting
in velerlei vorm ten dienste. Allereerst mag
worden genoemd de voorlichting, die wordt
gegeven door particuliere instellingen en com
merciële organisaties, alsmede door privaat
rechtelijke en publiekrechtelijke organisaties.
Daarnaast zijn er nog enkele instituten werk
zaam, die de ondernemer op hun „eigen"
terrein voorlichting en informaties kunnen
verstrekken.
Op het terrein van de overheidsvoorlichting
aan het midden- en kleinbedrijf is, naast de
Economische Voorlichtingsdienst (exportmo
gelijkheden) en de Rijksnijverheidsdienst
(technische voorlichting), in het bijzonder de
dienst van de Rijksconsulenten voor het Mid
den- en Kleinbedrijf en Toerisme werkzaam.
In het hierna volgende zullen wij de verschil
lende voorlichtingsinstellingen en diensten
met een korte omschrijving van hun taak, de
revue laten passeren. Zaak is, dat de onder
nemers een nuttig gebruik maken van de hun
ten dienste staande voorlichtingsmogelijk
heden.
Wat de instellingen en diensten betreft moge
nog worden opgemerkt, dat deze door de
Centrale Organisaties van het midden- en
kleinbedrijf samen met de Overheid of door
de Overheid alleen in het leven zijn geroepen.
De instellingen.
Economisch Instituut
voor het Midden- en Kleinbedrijf (E.I.M.)
Dit instituut, dat in 1930 werd opgericht,
verricht wetenschappelijk onderzoek. De re
sultaten van deze onderzoekingen geven meer
inzicht in de ontwikkeling van het midden-
en kleinbedrijf. Deze kunnen dienen als uit
gangspunt voor een betere bedrijfsvoering.
Zowel de organisaties van het midden- en
kleinbedrijf als de Overheid maken er ter be
paling van hun beleid, gebruik van.
Grote bekendheid genieten de omzet- en be
drijfskostenstatistieken waaraan de onderne
mers kunnen meedoen. Deze kunnen voor hen
een middel tot schriftelijke bedrijfsvergelijking
zijn. Het verkregen cijfermateriaal wordt ook
veelvuldig gebruikt bij de „mondelinge" be
drijfsvergelijking in de zg. bedrijfsvergelij
kingsclubs, die in vele branches bestaan.
Het E.I.M. verzorgt eveneens publikaties over
de structuur van verscheidene branches, over
de situatie van de Middenstand in bepaalde
streken van ons land, over conjuncturele ont
wikkelingen van het midden- en kleinbedrijf
alsmede over onderwerpen, die betrekking
hebben op de produktiviteitsbevordering (stu
dies inzake bedrijfsbeheer, uniforme admini
stratie-systemen etc.).
Onderzoekingen in de vervoerssector wordt
verricht door het Economisch Bureau Weg
vervoer, dat in de organisatie van het E.I.M.
een aparte plaats inneemt.
in veiligheid brengen", verklaarde hij. Hij
heeft echter niets meer over de zaak los
gelaten.
De verklaringen van Garrison en van schrij
vers zoals Thomas Buchanan en Mark Lane
(die in boeken met behulp van getuigenver
klaringen de juistheid van het rapport Warren
hebben bestreden) zijn in tegenspraak met de
officiële uitspraak. De Amerikaanse regering
wenst echter geen nieuw onderzoek. Nog niet.
Merkwaardig in dit verband is de uitspraak
van opperrechter Warren, die zei „Bepaal
de feiten ten aanzien van de moord op pre
sident Kennedy zullen pas over 75 jaren be
kend worden gemaakt. Dit in verband met
de veiligheid van de staat". Een uitspraak,
die het vermoeden, dat Oswald niet de enige
moordenaar was, alleen maar kon toenemen.
Centraal Instituut
voor het Midden- en Kleinbedrijf (C.I.M.K.).
Dit nieuwe instituut is opgericht door de pri
vaatrechtelijke werkgevers- en werknemers
organisaties in samenwerking met de publiek
rechtelijke organisaties en de overheid. 1 Ja
nuari 1967 is het C.I.M.K. onder centrale
leiding, met zijn werkzaamheden begonnen.
Het adres is Burg. Hogguerstraat 1183-
1187 te Amsterdam-West, Telefoon: 020 -
139955.
In het C.I.M.K. zijn opgenomen
het Centraal Orgaan ter bevordering van
de bouw van Middenstandsbedrijfspanden
(C.O.M.); het Algemeen Waarborgfonds voor
de Middenstand (A.W.M.) en het Voorlich
tingscentrum voor de Detailhandel (V.C.D.).
Deze instellingen zijn met ingang van 1
januari j.l. opgeheven.
Aan het C.I.M.K. zijn ook werkzaamheden
in het kader van de ontwikkelings- en sa
neringsmaatregelen voor het midden en
kleinbedrijf toevertrouwd.
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf
kunnen bij het C.I.M.K. terecht voor adviezen
terzake van de bedrijfsvoering (het door
lichten van hun bedrijf) voor voorlichting
over kredietverlening, winkelplanning en col
lectieve voorlichting (cursussen e.d.), zoals
hierna gedetailleerd wordt toegelicht.
De afdeling kredietverlening (v/h A.W.M.)
kan alle mogelijke informaties geven over
inrichtings- en hypothecaire kredieten ter fi
nanciering van nieuwe bedrijven in nieuwe
panden.
Deze afdeling is bovendien ten nauwste be
trokken bij de uitvoering van het zg. over
namekrediet een bijzondere kredietvorm,
waarmede de overneming van bestaande be
drijven wordt vergemakkelijkt. Per project
wordt een diepgaand onderzoek ingesteld.
De afdeling Planologie (voorheen C.O.M.),
heeft tot taak te bevorderen, dat het midden-
en kleinbedrijf bij de bezetting van bedrijfs
panden in nieuwe wijken „aan zijn trekken"
komt. Zij houdt zich daarom bezig met de
planning van winkelcentra in nieuwe wijken,
evenals met de bestudering van sanerings
plannen, waarbij de belangen van het mid
den- en kleinbedrijf in sterke mate zijn be
trokken: Over deze zaken wordt voornamelijk
advies gegeven aan gemeentebesturen, maar
ook aan middenstandsorganisaties, die willen
worden geïnformeerd over de omvang, de
ligging en de branchesamenstelling van een
winkelcentrum.
Ondernemers in het midden- en kleinbedrijf,
kunnen bij deze afdeling eveneens voorlich
ting krijgen over de vestigingsmogelijkheden
in de verschillende gemeenten. Meestal wordt
deze voorlichting collectief gegeven, doch ook
de individuele middenstander kan zich tot de
afd. Planologie van het C.I.M.K. wenden.
De afdeling „voorlichting" zet de taak voort
van het voormalige Voorlichtingscentrum voor
de Detailhandel (V.C.D.).
De voorlichting van deze afdeling van het
C.I.M.K. is er op gericht, de ondernemers in
het midden- en kleinbedrijf behulpzaam te
zijn bij het verbeteren van hun bedrijfsvoe
ring. Daartoe zorgt zij in samenwerking met
de centrale middenstandsorganisaties, alge
mene cursussen'. Op verzoek van organisaties
kunnen ook cursussen worden samengesteld,
die toegespitst zijn op de situatie in een be
paalde branche.
Bedrijfsadviseurs geven tegen betaling ad
viezen over de bedrijfsvoering en allerlei
moeilijkheden die zich in de onderneming
kunnen voordoen.
Nederlandsche Middenstandsbank N.V.
(N.M.B.)
De doelstelling van de Nederlandsche Mid
denstandsbank N.V. luidt volgens de statuten
o.m. „het verlenen van kredieten en het ver
richten van alle andere bank- en kassiers
zaken; in het bijzonder ten behoeve van de
middenstand". De bank richt zich dus in
eerste instantie, getrouw aan haar doel en
haar naam, tot het midden- en kleinbedrijf.
De kredietverlening van de bank biedt vele
mogelijkheden; bedrijfskredieten op korte,
middellange en lange termijn, speciale mid
denstandskredieten onder staatsgarantie (uit
sluitend aan haar toevertrouwd), leasing,
huurkoop-financiering enz.
In het betalingsverkeer met binnen- en bui
tenland kan de N.M.B. haar cliënten vele
diensten aanbieden, zo ook op het terrein van
effecten, verzekering, financiële voorlichting
enz. Spaarders hebben keuze uit diverse mo
gelijkheden.
De bank heeft, verspreid over het gehele land,
meer dan 200 kantoren. Dochterondernemin
gen van de Nederlandsche Middenstandsbank
zijn de Nederlandsche Middenstands- en fi-
nancieringsmaatschappij voor bedrijfsobjec-
ten N.V. (die door financiële interventie de
kansen van het midden- en kleinbedrijf ten
aanzien van vestiging in nieuwe wijken tracht
te waarborgen) en het Ontwikkelingsbureau
Winkelcentra (O.B.W.).
Directoraat-Generaal voor het Midden- en
Kleinbedrijf en Toerisme.
De Hoofdafdeling Gewestelijke Aangelegen
heden en Voorlichting van dit Directoraat-
Generaal heeft in iedere provincie en in de
gemeente Amsterdam een rijksconsulent voor
het midden- en kleinbedrijf en toerisme. Deze
consulenten geven de ondernemers in hun
werkgebied voorlichting over het overheids
beleid met betrekking tot de middenstand en
de mogelijkheden, die dit beleid voor mid
denstanders inhoudt. Daarnaast geven zij zo
wel groepsgewijs, bijv. aan organisaties van
middenstanders e.d. als aan de ondernemers
afzonderlijk voorlichting op bedrijfsecono
misch gebied.
In individuele gevallen fungeren zij ook als
wegwijzer, door de ondernemers, die voor
lichting of advies nodig hebben te verwijzen
naar de voor hen daarvoor geëigende orga
nisaties of instituten.
Zij hebben voorts een werkzaam aandeel in
provinciale of regionale voorlkhtings-activi-
teiten.
CONCLUSIE
Er zijn dus vele voorlichtingsmogelijkheden
voor de ondernemers in het midden- en klein
bedrijf.
De ondernemer, die niet weet welke mogelijk
heid voor hem het meest geschikt is, kan zich
laten informeren door zijn organisatie of door
de rijksconsulent voor het midden- en klein
bedrijf en toerisme in zijn provincie.
MEER VERKEER
OVER DE ZEELANDBRUG
In het eerste kwartaal van 1967 hebben aan
merkelijk meer personenauto's en vrachtwa
gens (lichte zowel als zware) van de Zeeland-
brug gebruik gemaakt dan in de overeen
komstige periode van 1966. De cijfers zijn
le kw. '66 le kw. '67 stijging
Personenauto's 131.585 142.934 8Vè%
Lichte vrachtw. 10.651 12.525 18
Zware vrachtw. 3.568 5.338 50
Zoals bekend zijn per 1 januari 1967 voor
enkele verkeerscategorieën tienrittenboekjes
ingevoerd. In het eerste kwartaal van 1967
werden daarvan de volgende aantallen ver
kocht
Lichte vrachtwagens 750 stuks 7.500 ritten)
Personenauto's 7.224 stuks (72.240 ritten)
Zware vrachtw. 254 stuks 2.540 ritten)
Éi AXELSE COURANT
Hoofdredaktie: J. C. VINK
Redaktie en Administratie: Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16
Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent.
Halfjaar-abonnement:
Axel binnen de kom 3,75. Andere plaatsen 4,25
Buitenland f 6,50
(Nadruk verboden)
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm
Bij konlrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden mededelingen 30 cent per mm
Kleine advertenties 1-10 woorden 1,
elk woord meer 15 cent.
Hoftdronk in tablatvorm. 95ct