Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 25 MAART 1967 81e Jaargang No. 26 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN DRINKT U OOK EEN KANDEELTJE OP DE GEBOORTE VAN HET PRINSEKIND? Dat is een vraag, die, naar ik hoop, door dui zenden in den lande bevestigend zal worden beantwoord. Immers, er is voor Nederland geen zinrijker heildronk denkbaar bij de geboorte van een prins of prinses dan het vaderlandse kan deeltje, waarvan een oud bakerrijm zegt Toen het kindjen op de wereld kwam. Al uit zijn donker hoekjen. Toen dronken de vrienden wijnkandeel En zij wonden 't in een doekjen. Maar wat is nu zo'n wijnkandeel Tja, een gemakkelijk te stellen vraag, die ech- ter niet zo maar een, twee, drie in een even kort antwoord is te verklaren. Oorspronkelijk werd aan de kandeel grote medicinale kracht toegekend en zo werden dan ook aan het mixtum compositum van „rinse" wijn en Franse claret eieren met helder vleesnat en room of melk toegevoegd. „Nauwelijks was het kind geboren, gebakerd en geborgen", schrijft Dr. A. Melchior, vrouwenarts, in zijn kostelijk boek „Voor aan staande vaders", dat kort voor zijn overlijden verscheen onder de titel „Van bruidegom tot kraamheer", „of de baker kwam aandragen met de kandeel". Niet alleen de kraamvrouw kreeg deze tot traditionele tractatie verheven medicinale heil dronk, maar ook de baker zelf en niet zo zuinig - placht met de min, de helpsters en de ijlings gewaarschuwde buurvrouwen daarvan duchtig te proeven, hetgeen „het kindje verdrinken" werd genoemd. Dat het daarbij wel eens rumoerig toeging, vernemen we uit een 18de eeuwse preek, waarin dominee tegen dat kandeeltje drinken de fiolen van zijn toorn uitstort in „Het is moorddadig hoe aanstonds na de geboorte het kraamhuis gevuld wordt met een ijsselijk ge tier, geroep, gepaard met zondige danserij..." Maak uw bier- of wijnkandeeltje zelf gezellig thuis. Daar de weinige likeurstokerijen, die de kan deel nog fabriceren - voor zover mij bekend zijn dat er in ons land maar twee - deze geboortedrank wel in een beperkte hoeveel heid zullen produceren en de aanvraag het aanbod waarschijnlijk in de komende weken zal overtreffen, geef ik hier allereerst een paar recepten om deze huiselijke feestdrank thuis te bereiden. Men kende oudtijds het eenvoudige bierkan deeltje en de meer verfijnde wijnkandeel. Van de eerste is donker lager bier het hoofd ingrediënt, waarvoor in de plaats ook wel bokbier wordt genomen. Het dient te wor den verwarmd tot het bijna aan de kook is gekomen, hetgeen in de techniek „wellen" heet, want gekookte kandeel is volgens de kenners ondrinkbaar. In het schuimende, wellende bier kan men dan een pijp kaneel naar smaak toevoegen om daarna het brouw sel langzaam te laten afkoelen, waarna men er zeer voorzichtig een aantal geklopte eidooiers inmengt, al maar roerende tot de substantie libbig dik is en er als een bruine advocaat gaat uit zien. De verfijning bracht vroeger met zich, dat men half bier half wijn nam, maar tenslotte won toch de wijn het en werd het een verhou ding van half om half witte Duitse Rijnwijn en rode Franse Bordeaux. In oude kookboeken worden tal van ingewikkelde recepten gege ven, maar ook ik zou alle huisvrouwen willen aanraden het recept te volgen, dat de bekende specialiste op culinair gebied, mevrouw R. Lotgering-Hillebrand, eens heeft geformu leerd in 1 Fles Rijnwijn (of half Rijnwijn en half witte wijn), 2 dl water, kruidnagelen, vijf gram pijpkaneel, zes eidooiers, 75 a 100 gr. suiker of meer naar smaak. Laat in het water de kruidnagelen en de stok kaneel een uurtje trekken. Voeg er de wijn bij en laat de vloeistof goed heet worden. Los hierin de suiker op en giet dit vocht door een zeef. Klop in het gebruikte pannetje de ei dooiers goed luchtig, giet er met een dun straaltje de gezeefde vloeistof bij en verwarm alles ip een zacht vuurtje tot de drank lobbig wordt. Naamsverklaring van de kandeel en het roeren van de kandeelstok door de kraamheer. Voor de verklaring van het woord kandeel heeft men in verschillende richtingen naar aanvaardbare verklaringen gezocht. Sommigen hebben daarin een verbastering willen zien van het Latijnse „candelle", afge leid van „calidus" (warm) en wezen erop, dat ook de kandeelliefhebbers de voorkeur geven aan een goed warm kandeeltje, gedronken uit een porseleinen kandeelkom met een deksel. Het Franse „chandeau" zou er eveneens op wijzen, dat deze kraamvisitedrank warm werd geschonken. Weer anderen hebben de aandacht er op ge vestigd, dat de naam kandeel zou zijn afge leid van het Latijnse „caldum", dat juist koud betekent, terwijl speculatieve etymologen het woord kandeel ook met kandij (gekristalliseer de suiker) in verband hebben gebracht en zelfs, hetgeen niet houdbaar bleek, met ka neel. De kaneel speelde echter vroeger een grote rol in de kandeelceremoniëel. Wanneer op een kandeelvisite alle vrouwen bijeen waren - de heren kwamen deze eerst later afhalen verscheen de vader met zijn kraamherenmuts op, die gemaakt was van satijn en fluweel, afgezet met kant. De baker zette de kandeel voor hem neer en daarna was het zijn taak de kaneelstok - men leest vaak verbasterd „kandeelstok" te roeren. Daarbij zong men dan gezamenlijk het lied Die kaneelstok was een lange, met linten om strikte kaneelpijp, bij het gebruik waarvan ook nog onderscheid werd gemaakt tussen de geboorte van een jongetje en die van een meisje. Bij de eerste was deze stok groter en versierd met een grote strik en een stevige kaneelpijp en bij een meisje was de stok wat korter en samengesteld van fijn-gerolde ka neel. De kraamheer moest erop letten, dat hij aan tal van verplichtingen voldeed, want het was geen sinecure kraamheer te spelen. Evenmin was het een goedkope aangelegenheid, zoals Jan de Visser ons in zijn „Brabbelingh" ver telt. Hierin maken we op de avond voor het kandeelmaal kennis met een gelukkige kraam- vader, die alle hens aan dek zette en het geld zo liet rollen, dat hij de volgende ochtend moest ervaren hoe ...„hem de sertveer was geloocken en in zijn buidel scherp was munt nochkruis". Deze kraamheerverplichtingen, die in de 18de eeuw sterk werden opgeschroefd in het kan- deelceremonieel, droegen nog vage herinne ringen aan de couvade of het mannenkraam- bed, dat bij primitieve volksstammen nog in zwang is en dat terug te voeren is tot magi- religieuze handelingen om boze invloeden bij de geboorte af te weren. Men concentreerde zich hoofdzakelijk in het uitbrengen van heildronken, die zulk een groot aantal werden uitgebracht, dat in meer dan één stad van overheidswege daaraan paal en perk werd gesteld. Zo vertelt een Zwolse keur uit de 15de eeuw, dat men in een taveerne niet meer dan 5 pint Rijnwijn op de jonggeborene mocht drinken. Zeer nauwgezet hield men zich aan deze keur, met dien verstande, dat men na vijf pinten de ene deur uit ging en de andere weer bin nenkwam en opnieuw een dronk van vijf pin ten uit te brengen op de jonggeborene. De tweede helft van de 18de eeuw was de glorieperiode van de kandeel en wanneer er in patriciërskringen een kind ter wereld kwam, gold het als een onontkoombare plicht de vrienden driemaal op kandeel te nodigen, zoals voorgeschreven werd in Mooie Franse wijn met suiker voor de gasten En toen zij kraamde, kwam men driemaal op kandeel. In de dagen der 19de-eeuwse schrijvers (Pot gieter in zijn „Jan, Jannetje en zijn jongste kind", Jacob van Lennep in zijn „Ferdinand Huick" en Nicolaas Beets in zijn „Camera obscura") wordt het kandeel drinken nog vermeld, maar sindsdien verflauwde de va- derlandse traditie |tot bij de geboorte van H.K.H. prinses Beatrix op paleis Soestdijk weer het kandeeltje werd gedronken. Toen was het minister-president Colijn, die als eerste op kraamvisite kwam en een kandeeltje geserveerd kreeg in de traditionele, afgedekte, porseleinen kop. Ook bij de geboorte van prinses Irene is op paleis Soestdijk kandeel geschonken, maar bij die van prinses Margriet in Canada moest dat oud-vaderlandse geboorteceremoniëel na tuurlijk achterwege blijven. Hoezeer het koninklijk gezin gehecht blijkt te zijn aan deze genoegelijke traditie bewees de 19de februari 1947. Toen heeft Z.K.H. prins Bernhard zijn jongste spruit aan de autoritei ten en de pers voorgesteld als Maria Chris tina, waaraan hij toevoegde „deze naam hebben wij zelf bedacht, omdat hij goed klinkt en wij de betekenis ervan mooi vinden. Maar we noemen haar Marijke." Vervolgens nodig de de gelukkige kraamheer het drietal heren, dat bij de geboorte-aangifte aanwezig was, uit gezellig een kandeeltje te savoureren. Dat waren Jhr. Mr. Beelaerts van Blokland, voor zitter van de Raad van State, Minister-pre sident Dr. Beel en de burgemeester van Baarn, Mr. F. J. van Beek Calkoen. Waar paleis Soestdijk steeds voorgegaan is in het handhaven van het kandeel drinken, mogen we wel aannemen, dat thans in menig Nederlands huisgezin de voorbereidingen zul len worden getroffen om bij de blijde gebeur tenis op slot Drakesteijn het kandeelglas hoog te heffen met een „lang leve de jonge prins (of prinses) van Oranje". Wereldvenster Engeland op brood en margarine De kerkboeken vlogen Engelands minister president om de oren, scheldwoorden en ver wensingen klonken in de kerk te Brighton toen Harold Wilson, volgens oud gebruik, de kerkdienst bijwoonde en de bijbellezing op zich nam. Nog luidruchtiger, en niet minder vijandig, waren de arbeiders van de autofabrieken, die zijn lunch onderbraken met hun geroep van „Harold kom d'r uit" en hun gezang, geïn spireerd door de „Yellow Submarines" van de Beatles „Wij leven slechts op brood en margarine". Een argeloos toeschouwer zou verbijsterd zijn geweest wanneer iemand hem verteld had, dat de man, die zo werd bejegend, hier vertoefde temidden van zijn volgelingen. Dat het hol van de leeuw, waarin hij zich waagde, het congres was van zijn eigen partij Maar Wilson kan ook in eigen partij geen gejuich verwachten over de harde maatrege len, die hij moet nemen om de Britse econo mie weer een klein beetje in het gareel te krijgen. Niemand is daar enthousiast over, maar een deel der Labourites, in het bijzon der vakbondsleden, is openlijk vijandig. De aanvoerder van deze groep is de strijd bare Frank Cousins, een echte vechtjas (lief hebber van de „revolutie-gymnastiek", die zich vooral uit in stakingen), die evenals Soe- karno, alleen maar kan gedijen in de revo lutionaire sfeer... waarom hij die sfeer dan ook graag zo lang mogelijk in stand houdt. NIET OP HET KERKHOF. Het is met dat Britse socialisme een beetje wonderlijk. In Engeland, om precies te zijn op het kerkhof van Highgate, ligt Karl Marx begraven... en Wilson durfde het aan te zeg gen, dat men op dit kerkhof de oplossing voor Engelands problemen bepaald niet moest zoe ken Men zou kunnen zeggen, dat Labour van Marx alleen het idee van de klassenstrijd heeft over genomen, alleen omdat die in Engeland al zo duidelijk aan de gang was en feitelijk nóg aan de gang is. Strijd in ieder geval meer dan overleg. Wilson wilde de kant van het overleg wel op, Cousins natuurlijk niet want dan kan hij niet schitteren. En toen zei Wilson niet goedschiks, dan maar kwaadschiks, dan zul len wij, de regering, de zaken maar in de hand nemen en van boven af gaan decreteren. Ondanks de kerkboeken, ondanks het ge schreeuw van Cousins en de zijnen heeft het congres van Labour in de badplaats Brighton Wilson hierop zijn fiat gegeven, al was het niet van harte. Want openlijk deze regering desavoueren, dat kon men toch niet opbren gen. De tact en diplomatie van Wilson hebben het in Brighton gewonnen van de revolutie-gym nastiek van Cousins. GEEN HECHT FRONT. Wilson is, met zijn eeuwige pijp, de schreeu wende arbeiders onvervaard tegemoet getre den. Ze schreeuwden zo hard, dat hij zich zelfs per luidspreker niet verstaanbaar kon maken, maar tenslotte liet de premier weten, dat hij met een delegatie wel wilde praten en dat heeft hij langer dan een uur gedaan. En in zijn grote openingsrede is hij zorgvuldig om alle tere punten heen gedraaid, maar heeft de ontevredenen in eigen partij geweldig van katoen gegeven en duidelijk gemaakt, dat er voor Labour maar één weg was aansluiten achter de regering-Wilson en „try to make the best of it". Het enige, dat het congres een beetje deed opleven, was de rede van Brown, de minister van buitenlandse zaken, die een plan had om de kwestie Viëtnam op te lossen. Wellicht zal men ook hiernaar aanvankelijk kritisch heb ben geluisterd, want Brown is bepaald geen geheelonthouder en tijdens zijn redevoeringen komt dat soms maar al te duidelijk aan het licht, zodat men hem wel eens letterlijk aan zijn jas heeft moeten trekken om er nu maar mee te stoppen... Er is niets gebleken van een gesloten front achter de regering Wilson, noch van ver trouwen in de politiek van de premier, maar niemand wist een betere oplossing en wan neer men Wilson de poten onder de stoel vandaan zaagde, wat dan CERBERUSSEN. Wel zeer tekenend voor de situatie was de sfeer, waarin het congres werd gehouden, nog afgezien van het incident in de kerk en de demonstratie der arbeiders. Een ordedienst controleerde nauwlettend alle toegangsbewijzen en zelfs ministers kwamen niet binnen op hun eerlijke gezicht. Wilson was omgeven door een lijfwacht van potige kerels. Zo begaf zich de leider van de Labour Party te midden van zijn „vetrouwen". Buiten het congres heeft Wilson meer lof ge oogst voor zijn rede dan binnen het kolossale en lelijke congresgebouw. Zijn vastberaden heid om kost wat kost de Britse economie weer op poten te zetten, is goed aangeslagen. Maar die vastberadenheid droeg dan ook eigenlijk meer conservatieve dan socialistische trekken. De eerste minister van Engeland is pas in de tweede plaats partijman. Wie nog graag de rode vlag ziet wapperen, die moet naar Frank Cousins luisteren. Maar Frank Cousins legde het loodje... Vlaggen in verband met a.s. blijde gebeurtenis Naar wij vernemen heeft de Minister van Binnenlandse Zaken de gemeentebesturen het volgende bericht In verband met de a.s. blijde gebeurtenis op Drakensteijn zal, terstond na de officiële be kendmaking van de geboorte, van alle rijks gebouwen de Nederlandse vlag met oranje wimpel worden uitgestoken. Mocht de ge boorte na 4 uur n.m. bekend worden gemaakt, dan zal ook de volgende dag worden gevlagd. Voor het geval een dezer data valt op zon dag, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Hemel vaartsdag, 4 mei of Tweede Pinksterdag, wordt op de dag daarna gevlagd. De Gemeentebesturen worden verzocht op overeenkomstige wijze te handelen. Gedeputeerde Staten gaan op dinsdag vergaderen Na 1 april a.s. zullen gedeputeerde staten van Zeeland hun wekelijkse niet-openbare vergaderingen op dinsdag houden. Zij stap pen daarmee af van de maandag, die sinds 1962 als vaste vergaderdag gold. Zoals men weet voeren gedeputeerde staten een collegiaal beleid, hetgeen betekent, dat zij gezamenlijk beraadslagen en beslissen, ook al is er een onderlinge taakverdeling ten aanzien van de onderwerpen, met de behandeling waarvan elk der leden meer in het bijzonder is belast. Voor de oorlog heeft de vrijdag vele jaren als wekelijkse vergaderdag van gedeputeerde sta ten gegolden. De dinsdag kwam daarvoor in de plaats en later in de jaren vóór 1962 de vrijdag. AXELSE COURANT VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent Halfjaar-abonnement: Axel binnen de kom 3,75. Andere plaatsen f 4,25 Buitenland f 6,50 Hoofdredaktie: J. C. VINK Redaktie en Administratie: Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16 Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Kraamheer, kom, de stock gegrepen, Snij de koeck in flinke reepen, Koeck en soop sijn beide eel Leeve, leeve de kandeel(bis) ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm Bij kontrakten belangrijke reduktie. Ingezonden mededelingen 30 cent per mm Kleine advertenties 1-10 woorden f 1, elk woord meer 15 cent. Nadruk verboden (Nadruk verboden

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1967 | | pagina 1