Zeeland is verrassend van schoonheid
Stad en Ambacht - Waterschap en Gemeente
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Even de Middeleeuwen proeven in M'burg, Veere en Zierikzee
Grasduinen in Zierikzee
Frankering bij abonnement, AXEL
ZATERDAG 16 JULI 1966
80e Jaargang no. 42
AXELSE COURANT
VERSCHIJN! IEDERE ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent.
Halfjaar-abonnement:
Vxel binnen de kom f 3,75. Andere plaatsen 4,25
Buitenland f 6,50
Hoofdredaktie: J. C. VINK
Redaktie en Administratie: Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16
Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm.
Bij kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden mededelingen 30 cent per mm
Kleine advertenties 1-10 woorden f 1.
elk woord meer 15 cent.
Onder deze titel ontvingen wij naar aanleiding van de dagtochten die de Nederlandse
Spoorwegen door Zuid-Beveland, Walcheren en Schouwen organiseren van de pers
dienst van de N.S. een artikel dat tal van wetenswaardigheden bevat, die stellig
ook vele van onze lezers niet alle kennen.
Wilt U als Zeeuw op ontdekking in uw eigen provincie dan hieronder een aantal
bijzonderheden
Er is een nieuw schip in de vaart, de „Stad Zierik
zee" van de Rotterdamse Tramweg Maatschappij.
Het is een schip fraai in lijn en kleuren dat per
1 juni de dienst onderhoudt tussen Zierikzee en
Veere.
„Ontwoekerd aan de baren" deels geldend voor
ons vaderland, is wel inzonderheid van toepassing
op de provincie Zeeland. Deze provincie heeft
vaak tol aan de zee moeten betalen. Voorzover
men kan nagaan werd dit gewest sedert de zesde
eeuw meer dan honderdvijftig maal geteisterd door
overstromingen.
Weleer zag de kaart van Zeeland er dan ook heel
anders uit. Door stormrampen, samen- en indijking
ontstonden grote veranderingen.
Het oude Zeeland is overal omgeven of door
sneden door water, zoals op het oude wapenschild
zinnebeeldig werd voorgesteld door een zwemmen
de leeuw, met de woorden „Luctor et Emergo"
(Ik worstel en kom boven).
Een dag Zeeland, een dag genieten van de zon en
van het water met als coulissen de onvolprezen
Hollandse luchten. Genieten van drie belangrijke
Zeeuwse steden die nog echt iets vertellen over
het rijke verleden.
Bij uw omzwervingen door de eerste stad, het
prachtige Middelburg (donderdags is er marktdag)
dient u wel goed op de tijd te letten. Ook al wordt
u geïmponeerd door de schone vormen van het
Stadhuis of door de romantiek van de Abdij, u
moet wel zorgen om tegen 12.20 uur bij de bus
halte voor vertrek naar Veere te staan. U houdt
dan voordat de boot afvaart naar Zierikzee nog
meer dan een uur over voor een wandeling door
het oude Veere. En deze stad is uw aandacht dub
bel en dwars waard.
De boot vertrekt om precies 14 uur van de steiger
bij de Campveerse toren. Wij maakten een der
eerste dagen de boot is 1 juni gaan varen
mee dat de kapitein terugkeerde na vertrek om
heftig zwaaiende laatkomers op te pikken, maar
hij verzekerde ons dat het beslist de laatste keer
was.
De Scheepskeuken is er voor U
Daar zitten we dan op de boot. Rustig de tijd
om eens te letten op de royale en gerieflijke pas
sagiersruimten, goed geventileerd, onbelemmerd
uitzicht gevend naar alle kanten. Rustig de tijd ook
om uw meegebrachte lunchpakket aan te spreken
of... en dat kan ook... II te laten bedienen door
een charmante hostess, die u de lekkerste hapjes
voorzet uit de modern geoutilleerde keuken.
De „Stad Zierikzee" heeft een lengte van 36 meter,
een breedte van 6.50 meter en een diepgang van
1.60 meter. Het schip biedt plaats aan 300 pas
sagiers. Twee motoren met een gezamenlijke
sterkte van 410 P.K. (trillingvrij) zorgen dat u
precies om 16.00 uur te Zierikzee aan wal stapt.
Door het Veerse Meer, hét watersportgebied van
de laatste jaren, vaart de boot naar de sluizen in
de Zandkreekdam, met de dam in het Veerse Gat
behorende tot het zogenaamde Drieeilandenplan
Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland.
Na het schutten de Oosterschelde op. Vaag doemt
aan de horizon aan de linkerkant als een lang lint
de Oosterscheldebrug op. Even vóór Zierikzee
ziet u tijdens het onderdoorvaren het gigantische
bouwwerk van dichtbij.
Twee uur na vertrek uit Veere komt de boot in
Zierikzee aan. Dit stadje, de „Parel der Delta"
moet u proeven. Het middeleeuws karakter is er
beter bewaard gebleven dan in welke Hollandse
stad ook. Hier kunt u naar hartelust grasduinen.
In Zierikzee kunt u uren dwalen, maar u kimt er
ook verdwaald raken in de geschiedenis van wel
eer. Denkt u er wel aan dat u Goes ook nog moet
zien. De bussen vertrekken om 26 minuten over
't hele uur vanaf het RTM-station naar Goes.
Kanten mutsen
De bustocht naar Goes gaat over de Oosterschelde
brug. Bent U dinsdags vroeg dan kunt u de markt
nog op. En let dan eens op het kantwerk van de
Zuidbevelandse klederdracht der vrouwen.
Eén dag Zeeland zal, niet genoeg zijn. Zeeland
is een vakantie van meerdere dagen waard. Niet
temin, u heeft een welbestede dag achter de rug.
Voornaamste bezienswaardigheden in de drie
steden
MIDDELBURG (VW, Lange Delft 23)
ROUTE VANAF HET STATION:
Stationsstraat Herenstraat Lange Delft
Markt.
STADHUIS, gebouwd naar het ontwerp van
Anthonis Keldermans, is rijk geornamenteerd
met lijsten, rosetten, consoles en stenen loof
werk. Op consoles ziet men vijfentwintig beelden
der graven van Holland en Zeeland, van Dirk V
tot Karei V. De toren is evenals het overige ge
bouw van de gotische bouworde. Het geheel is
een pronkstuk van Zuidnederlandse laatgotiek.
Het gebouw is, behalve 's zondags, in groeps
verband te bezoeken. Elk half uur wordt een
groep geformeerd.
ROUTE (vervolg) Markt Noordstraat
Wagenaarstraat Balans Koorkerkhof.
ABDIJ, gesticht 11201130 door Reguliere Ka
nunnikken uit Vormezeele, later zetel der Nor
bertijnen, sinds 1960 zetel van het Provinciaal
Bestuur van Zeeland. Grotendeels verwoest in
1940, doch bijzonder fraai herbouwd. Iedere
woensdag-, donderdag- en vrijdagavond tot en
met 2 september vindt er het Klank- en Lichtspel
plaats. De 85 meter hoge toren van de bijbe
horende Koorkerk wordt in de wandeling Lange
Jan' genoemd. Daarnaast de Nieuwe Kerk.
ROUTE (vervolg Koorkerk Korte Delft
Dam Molstraat Koepoortstraat Molen
water.
MINIATUUR WALCHEREN. In het park aan
het Molenwater ligt „Miniatuur Walcheren", in
1954 tot stand gekomen op initiatief van de
Stichting Nieuw Walcheren. Op ééntwintigste
van de ware grootte zijn dorpen, steden, wegen,
dijken en duinen op Walcheren nagemaakt. Ook
de NS ontbreekt er niet. Zelfs de jongste ont
wikkelingen op waterbouwkundig gebied zijn er
in miniatuur te zien Sloeplan en Ooster
scheldebrug.
Geopend van 9 tot 18 uur (in het hoogseizoen
tot 22 uur). Entrée 1,20. Kind. 0,50
ROUTE (vervolg) Molenwater Koepoort
door Veerste singel rechts tot bushalte Veerse-
weg.
VEERE (VW, Kapellestraat 39)
O.L. VROUWEKERK, voor het kleine Veere
van thans een kolosaal kerkgebouw met een on
mogelijk zware toren.
ROUTE VANAF DE KERK: Oudestraat -
Markt.
STADHUIS, met in voorgevelnissen zeven
beelden van de heren en vrouwen van Veere
Bourbon, Bourgondië en Borssele. De speelse
en ranke toren van het stadhuis steekt toch wel
sterk af tegen de toren van de O.L. Vrouwekerk.
U moet straks op de boot naar Zierikzee hier
eens op letten.
Het carillon van de ranke toren heeft 35 klok
ken. Het stadhuis is te bezoeken. De vroegere
vierschaar is thans oudheidskamer. Bekend is er
de „Beker van Maximiliaan van Bourgondië,
door deze in 1551 aan de stad geschonken.
Qorsponkelijk behoorde deze uit 23 stukken sa
mengestelde beker aan Maximiliaan van Eg-
mond, graaf van Buren, wiens wapen in emaille
op de binnenkant van het deksel is aangebracht.
Het snijwerk op de buitenzijde stelt twee episo
den voor uit diens leven, t.w. de overtocht over
de Rijn op 15 september 1546 om zich bij de
vendels van Karei V te voegen en de daarop
gevolgde gevangenneming van de keurvost van
Saksen.
ROUTE (vervolg) Markt Kade.
SCHOTSE HUIZEN, vroeger stapelhuizen en
kantoren van Schotse wolhandelaren. In één
ervan is het museum van de Stichting Schotse
huizen gevestigd. Opengesteld op werkdagen
10—12, 14—17 uur. Entrée 0,50. Kind 0,25.
ROUTEKade vervolgen
CAMPVEERSE TOREN, een ronde op de
walmuur uitgebouwde toren van baksteen. Bij
de toren, van de steiger, vertrekt de boot naar
Zierikzee. Denkt u erom, om precies 14 uur I
ZIERIKZEE (VW, Havenplein)
ROUTE VANAF DE AANLEGSTEIGER:
Westhavendijk Nieuwe Boogerstraat Do-
musstraat St. Jacobsstraat Oude Haven
Zuidzijde twee poorten Oude Haven
Noordzijde Havenplein Mol (Gravensteen)
Dam Meelstraat (Stadhuis) Dam De
Hem Korte Nobelstraat (Nobelpoort) RTM-
station.
DE STAD ZIERIKZEE, met een sterk histo
risch karakter, moet men rustig doorwandelen.
Overal ontmoet men kunststukjes uit de oud
heid. Meesterstukken zijn wel de drie poorten
die de stad nog rijk is, het stadhuis met toren en
de St. Lievens Monstertoren. Informeert u bij de
VW eens of er die dag een excursie door de
stad georganiseerd wordt.
GOES (VW, Westersingel 1)
ROUTE Westwal in noordelijke richting Wijn
gaardstraat Beestenmarkt Magdalenastraat
Turfkade.
STREEKMUSEUM VOOR NOORD- EN
ZUIDBEVELAND in het Gotische Huis aan
de Turfkade. Bezichtiging werkdagen 1012 en
1417 uur. Entrée 0,25. Kind 0,10.
ROUTE (vervolg) Turfkade Oprit Grote
Markt.
KORENBEURS, het voormalige burgemeester
huis.
STADHUIS met bezienswaardig interieur. Te
bezichtigen op werkdagen 912 en 1417 uur.
ROUTE (vervolg) Grote Markt Korte
Kerkstraat Singelstraat.
GROTE OF MAGDALENAKERK uit 1423
met een forse dakruiter. Het is een laatgotische
kruisbasiliek. Te bezichtigen op werkdagen
1012 en 1416 uur.
Verder is de stad rijk aan fraaie gevels. Vooral
vindt men deze aan de Kleine en Grote Kade.
ROUTE NAAR HET STATION: Singelstraat
Kreukelmarkt Dam Frans Den Hollan
derlaan Station.
ILLUSTRATIEMATERIAAL (op aanvraag ver
krijgbaar)
1. Abdij" Middelburg
2. Kloostergang Abdij
3. Stadhuis Veere
4. Huizen Hendrik de Keyzer op de Kade te
Veere
5. Campveerse toren te Veere (tekening en
foto)
6. Boot „Stad Zierikzee" bij aanlegsteiger te
Veere
7. Oosterscheldebrug
8. Binnenkomst in haven te Zierikzee
9. Zuiderhavenpoort te Zierikzee
10. Gevel te Zierikzee
11. Molen aan de Nobelstraat te Zierikzee
12. Gezicht op Veere bij afvaart boot; pas
sagiers op voorgrond.
Causerie gehouden door Dr. P. Gallé ter gelegenheid van de opening
van het nieuwe kantoorgebouw van het Axeler Ambacht
Gaarne heb ik als telg uit een Zeeuws-Vlaams
(Axels) geslacht gevolg gegeven aan de uitno
diging van het bestuur van het waterschap „Het
Axeler Ambacht" om in deze feestelijke bijeen
komst het woord te voeren. Als onderwerp van
mijn voordracht heb ik gekozen „Stad en Ambacht
Waterschap en Gemeente". Deze titel houdt in,
dat ik niet alleen Uw aandacht zou willen vragen
voor het waterstaatsrecht uit een ver verleden,
maar dat ik ook met U enige aspecten van de
huidige ontwikkeling van het waterschapswezen
zou willen nagaan.
Het ligt wel voor de hand, dat ik voor het uit
gangspunt van het historisch gedeelte van mijn
betoog moet teruggaan naar de keur van de Vier
Ambachten, die Philips van den Elzas in 1242
heeft gegeven. Deze keur is immers de oudste bron
voor de kennis van het waterstaatsrecht van het
Asseneder-Bouchauter-Axeler- en.Hulster Ambacht
Ook voor de oudste waterstaatsgeschiedenis van
Z.W. Nederland en Vlaanderen is deze keur van
grote betekenis, omdat daarin het dijkrecht zo
als men oudtijds het waterstaatsrecht noemde
reeds vrij uitvoerig is omschreven.
Aan Prof. Mr. Th. de Smidt die van Zeeuws-
Vlaamse afstamming is komt het verdienste toe
alle nog bestaande afschriften van deze keur nauw
keurig te hebben geanalyseerd en de beste teksten
daarvan te hebben gepubliceerd.
Waar elders in Zeeland en ook ver daarbuiten
het dijkrecht in die tijd nog vrijwel geheel tot het
gewoonte- of cosumier recht behoorde, bestond
in de Vier Ambachten reeds een gecodificeerd
(d.w.z. in de keur vastgelegd) waterstaatsrecht,
dat was opgenomen onder de titels (hoofdstukken)
„de costumen van de waterganghen" („van slants
behoufte"; „de necessitatibus terre") en „Van den
zeedicken die ghebroken worde" („Van den hou-
veren der zee te makene"; „de reparatione litoris
maris").
In de Vier Ambachten had de graaf de beharti
ging van de waterstaatsbelangen en de berechting
van de overtredingen van het dijkrecht -dijk
recht in de ruime zin van het recht betreffende
de dijken, wateringen en wegen reeds volledig
aan de ambachtsgerechten toevertrouwd. De grafe
lijke schout („praeco") en de ambachtsschepenen
(„scabini") hadden hier krachtens delegatie be
voegdheden van de graaf verkregen, die elders nog
geheel aan de grafelijke vierschaar waren voor
behouden, zoals o.a. in Zeeland, dat toen alleen
het gebied Bewesten- en Beoosten (Ooster) Schel
de omvatte.
In Axeler Ambacht bestond het ambachtsrecht uit
een schout en ten hoogste 7 schepenen. Dit college
is zeer lange tijd als dijkgerecht blijven functione
ren. In tegenstelling met het oude Zeeland, alwaar
reeds op het einde der 13e eeuw een ontwikkeling
in de richting van afzonderlijke waterstaatsfunc
tionarissen (dijkschepenen) en gescheiden dijkge-
rechten valt waar te nemen, zijn in de Vier Am
bachten de ambachtsschepenen bijna de gehele
landsheerlijke tijd in hun nevenfuncties van wa
terstaatsambtenaren (bestuurders) werkzaam ge
bleven. Blijkbaar bleken de ambachtsschepenen in
de Vier Ambachten toch eeuwenlang wel voldoen
de op hun neventaak berekend. Hun hoofdfunctie
vervulden zij immers als bestuurders van het Am
bacht. Afzonderlijke poldergerechten hebben zich
hier eerst op het einde van de 16e eeuw gevormd.
Wanneer de dijkplichtige geërdfen hun dijkplicht
(d.w.z. het gewone onderhoud van de dijken, wa
tergangen en wegen niet of niet behoorlijk waren
nagekomen (door zelf dit onderhoud te verrichten)
en dit feit tijdens de schouw van de waterstaats
werken in het Ambacht geconstateerd werd door
tenminste drie ambachtsschepenen, kon de grafe
lijke schout met drie schepenen verhaal aan pand
(verhaal op roerend goed van de nalatige geërf
den) uitoefenen, (art. 64). Daarnaast kon de
schout in bijzijn van drie schepenen de nalatige
dijkplichtigen ook aanspreken voor het dubbele
bedrag van de kosten, die moesten worden ge-
maakt om de gelaakte (d.w.z. afgekeurde) water
staatswerken (dijkvakken, wegvakken) weer in
goede staat van onderhoud te brengen. Op kosten
van het ambachtsbestuur werd dit onderhoud dan
verricht, wellicht al reeds door aanbesteding. De
schout schoot het benodigde geld ter uitvoering
van dit onderhoud voor, doch hij kon dan het
dubbele bedrag van zijn kosten terug vorderen van
de nalatige dijkplichtigen. Wanneer hij zijn geld
niet op de nalatigen kon verhalen, gaf de graaf
hem het voorgeschoten bedrag terug. De graaf
kon dan het schuldplichtig land hiervoor aanspre
ken. Voordat hij echter het land van de nalatige
geërfden opeiste, gaf hij hen nog gedurende drie
weken de gelegenheid om aan hun financiële ver
plichtingen te voldoen en daarenobven nog een
boete te betalen. In de kerk van het Ambacht werd
hiervan afkondiging gedaan (art. 64).
Schout en Schepenen in de Vier Ambachten waren
ook zonder bewilliging van de graaf bevoegd
voordijken en inlaagdijken (uitsetten en insetten)
te doen aanleggen, indien zij dit ter beveiliging
van het Ambacht tegen het buitenwater noodzake
lijk achtten (art. 63).
Ook uit deze bepaling van de keur bleek weer
de grote zelfstandigheid van schout en schepenen
om beslissingen .te nemen.
Een goede afwatering van de drassige (moer)-
gronden in de Vier Ambachten werd eveneens een
waterstaatsbelang van de eerste orde geacht. Ter
bescherming van dit belang was in de keur een
verbodsbepaling opgenomen om op enigerlei wijze
de waterafvoer te belemmeren (art. 68). Op over
treding van dit voorschrift was een hoge (keur)
boete gesteld, die aan de graaf en de schout toe
kwam. Bleek tijdens de schouw, dat de onder
houdsplichtigen de watergangen of sluizen niet
goed hadden onderhouden, doch dat zij dit feit
ontkenden, dan werden zij ook met een keurboete
gestraft (art. 65).
Voor het maken van nieuwe af- of uitwaterings-
werken werd aan de geërfden die daarbij belang
hadden, een gedogensplicht opgelegd, waarbij hen
echter als tegemoetkoming visrechten in de nieuwe
watergangen werden toegekend (art. 66).
Uit het bepaalde in artikel 64 van de keur valt af
te leiden dat het onderhoud van dijken, watergan
gen, sluizen, wegen en inlaagdijken nog geheel
berustte op het persoonlijk presteren van de dijk
plicht (in de ruime betekenis). De geërfden moes
ten ook hun bijdragen leveren bij het aanleggen
van nieuwe watergangen en bij het maken of her
stellen van dijken en sluizen, indien zij door die
werken werden gebaat (art. 67). Naar de mate
van een ieders belang bij die nieuwe werken
moesten de geërfden in evenredigheid met hun
grondbezit derhalve gemets gewijze bijdra
gen in de kosten van die waterstaatsvoorzieningen.
De eigenaren van pas bedijkte gronden behoefden
echter verhoudingsgewijze daaraan minder bij te
dragen, omdat de waarde van nieuwland waarde
in de zin van opbrengend vermogen als regel
belangrijk minder werd gedacht dan die van het
oudeland. Daarbij dient nog te worden bedacht
dat nieuw gewonnen gronden door hun hoogte-
ligging doorgaans minder belang hadden (en nóg
hebben) bij nieuwe afwateringswerken dan de
reeds ingeklonken gronden van het oudeland, dat
veel eerdee aan de last van waterbezwaar is bloot
gesteld. Voorwaar waren reeds in 1242 in het
Axeler Ambacht moderne tendenzen inzake het
waterstaatsrecht te onderkennen. Immers werd
reeds het belanghebbend gebied bij bepaalde wa
terstaatsvoorzieningen tevens beschouwd als het
omslagplechtig gebied. Ook bij het bepalen van de
omvang van de dijkplicht (in ruime zin) werd
toen al rekening gehouden met de hoedanigheid
van de dijkplichtige gronden.
(zie vervolg pagina 3)