JAARVERSLAG PROT.-CHR. BEJAARDENZORG AXEL NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN OPEN BEJAARDENWERK WAS DE OPLOSSING A.N.W.B. WEGENWACHT BESTAAT 20 JAAR Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 16 APRIL 1966 80e Jaargang no. 29 AXELSE COURANT VERSCHIJN! IEDERE ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent. Halfjaar-abonnement Vxel binnen de kom f 3,75. Andere plaatsen f 4,25 Buitenland f 6,50 Hoofdredaktie: J. C. VINK Redaktie en Administratie: Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16 Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm. i Bij kontrakten belangrijke reduktie. Ingezonden mededelingen 30 cent per mm. Kleine advertenties 1-10 woorden ƒ1, elk woord meer 15 cent. Het verslag van de stichting „Protestants- Christelijke bejaardenzorg te Axel en om geving over het jaar 1965 van de hand van secretaris C. Smies is meer geworden dan een eenvoudig en een eentonig verslag. He is in 29 bladzijden uitgegroeid tot een ge schiedkundig overzicht, dat de buitenstaander een* idee geeft van het omvangrijk werk en de uitvoerige besprekingen welke aan de ver wezenlijking van het grote doel zijn vooraf gegaan. In dit eerste verslag brengt het bestuur zijn vreugde en dankbaarheid tot uiting omdat in 1965 de bouw van het dienstencentrum voor de bejaardenzorg voortgang kon hebben en tegen het einde van het jaar kon worden op geleverd. Erkentelijkheid wordt uitgesproken voor de medewerking die van velerlei instan ties werd ondervonden. Naast het departe ment van cultuur, recreatie en maatschappe lijk werk geldt dit voornamelijk het gemeen tebestuur van Axel. De niet aflatende be langstelling van de burgemeester heeft in ho ge mate stimulerend gewerkt, zo schrijft het bestuur. DE GESCHIEDENIS Het historisch overzicht is helaas te uitvoerig om hier in extenso over te nemen. De stich ting kwam tot stand op 23 januari 1961. Uiteraard was hieraan reeds een omvangrijke en tijdrovende studie voorafgegaan. In 1957 werden de eerste besprekingen gevoerd met de heer mr. J. F. Hornstra, directeur van de stichting Zeeland. Waardevolle adviezen kreeg de studiecom missie in 1958 van de heren M. L. Almekin- ders, J. van Tuinen en ds. H. Strating. In 1959 (februari) werd deze commissie, be staande uit de heren K. Boor, C. Smies, J. P. Wieles, H. van Driel, de Feijter, Quist, J. J. Wieles omgezet in een voorlopig comité, dat zich in maart 1959 na overleg met de diaconieën tot B. en W. van Axel wendde, ter verkrijging van het beheer over de du plexwoningen in het carré Bernhardstraat -| Beatrixstraat - Singelweg - Bylocquestraat In het bijgevoegde memorandum werd reeds gesproken over de stichting van een centraal, gebouw met recreatiezaal, centrale keuken, k jaarden stand komen via het open bejaardenwerk en het dienstencentrum naar het verzorgings huis en zo nodig naar het verpleeghuis. Medio 1962 werd het architectenbureau A. Verschoor en Teun Bier aangezocht een plan voor het dienstencentrum te ontwerpen. In de raadsvergadering van 24 november '64 viel het besluit tot verkoop van de benodig de grond. De bouwcommissie bestaande uit de heren Boor, Provoost en J. J. Wieles vergaderde maandelijks met de architect en met de aan nemer (Korteweg N.V.). Op 13 december 1965 was het zo ver dat het gebouw voor de eerste maal kon worden opgeleverd. De eerste fase was voorbij. HET PERSONEEL Inmiddels waren reeds stappen ondernomen om te komen tot een goede personeelsbezet ting van het dienstencentrum. Het bestuur heeft als leidster kunnen aantrekken mej. W. E. Joziasse uit Middelburg en als inwo nend echtpaar de heer en mevrouw J. de Feijter-de Zoete. Het bestuur van de prot.-chr. stichting voor maatschappelijk werk en gezinszorg in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen was zo bereidwillig een der maatschappelijke werksters mej. A. G. Diddens aan te wijzen om de leidster te coachen. Daarnaast wordt de leidster terzijde gestaan door een damescomité dat bestaat uit de da mes W. 't Gilde-Wagenaar, K. P. Geleijnse en D. P. de Buck. SAMENWERKING In het bestuur van het algemeen bejaarden centrum wordt de stichting vertegenwoordigd door mej. K. P. Geleijnse en de heren C. Bakker, L. Dieleman, M. den Doelder en J. J. Wieles. Het algemeen bejaardencentrum beoogt in de eerste plaats de bouw van een pension- of verzorgingstehuis voor bejaarden waardoor en gezonde doorstroming ontstaa.t Op deze manier zou men in Axel tot een bijna opti male bejaardenzorg komen ware het niet dat nog grote behoefte bestaat aan bejaarden- (iwoningen voor valide zelfstandig wonende be- I i.d. Op 9 mei 1960 kwam na een brede briefwis seling en een enquete onder de bejaarden het verblijdende bericht dat het gemeentebestuur bereid was medewerking te verlenen. Toen kon het definitieve werk beginnen. Op 18 oktober 1960 vond een bespreking plaats met de vertegenwoordigers der ver schillende kerken. De stichting werd in het leven geroepen op 25 januari 1961 bij akte, verleden voor no taris de Graaf. HET BESTUUR Het eerste bestuur der stichting bestond uit de heren K. Boor, voorzitter; C. Smies, sec retaris; J. P. Wieles, penningmeester; I. C. Provoost, vice-voorzitter; L. Dieleman, G. van Doeselaar, P. J. van Driel, J. J. Wieles en mej. K. P. Geleijnse. De penningmeester werd later opgevolgd door de heer J. Dieleman-Noens, terwijl het bestuur werd uitgebreid met mevr. W. 't Gil de-Wagenaar en de heer Iz. de Feijter. De stichting was tot stand gekomen en thans moesten de centrale voorzieningen worden getroffen en diende gestreefd naar een doel treffend toezicht op en een goede verzorging van de bejaarden. DOORSTROMING Aangezien hier in feite pionierswerk moest worden verricht, was het voor het bestuur opnieuw een zoeken in welke richting vrucht baar werk kon worden geleverd. Als gevolg van de bestudering van diverse rapporten en vele besprekingen werd het hoe langer hoe duidelijker dat voor de zelfstan dige huisvesting van de valide bejaarde an nex hulpverlening het open bejaardenwerk dé oplossing was. Hierdoor zou tevens een doorstroming tot DE OPENING Het dienstencentrum ,,'t Trefpunt" kon in 1965 niet meer officieel worden geopend. Dit geschiedde op 20 januari 1966 door de heer C. Egas, staatssecretaris van cultuur, recrea tie en maatschappelijk werk. Het ligt voor de hand dat het bestuur in het verslag over 1966 aan dit heugelijke feit uit voerig aandacht zal schenken. MEER DAN 2.600.00 MAAL HULP BIJ PECH EN ONGEVALLEN THANS 600.000 WEGENWACHTLEDEN De ANWB Wegenwacht bestaat vandaag, 15 april, 20 jaar. Door in deze periode meer dan 2,6 miljoen maal hulp te bieden zijn de gele pech-bestrijders geworden tot een mar kante verschijning op de Nederlandse auto wegen. Begonnen in 1946 met zes man en motorzijspan-combinaties is het Wegenwacht korps thans in 1966 uitgegroeid tot 360 Wegenwachten die allen dienst doen in kleine gele bestelwagens. Vanuit elf Wegenwachtstations wordt conti nu de hulpverlening langs de weg bij pech en ongevalen uiterst snel en efficient gere geld. De ANWB Wegenwacht heeft zich een unieke plaats in het Nederlandse wegver keer verworven en meer dan 600.000 We genwachtleden weten zich van hulp bij pech onderweg, in welke vorm dan ook, verzekerd. Oprichting Wegenwacht: 15 april 1946 De Wegenwacht werd op 15 april 1946 als een bijdrage van de ANWB aan de wederop bouw van ons in de oorlog geteisterde land opgericht. Doelstelling was het personen- en vrachtverkeer - in die dagen zo belangrijk voor de wederopbouw - op gang te houden. Hoe slecht in 1946 de toestand van de auto's was, blijkt hieruit dat de eerste zes wegen wachten en een inspecteur nadat zij op het Binnenhof te 's-Gravenhage door de Minis ter van Verkeer en Waterstaat geinspec- teerd waren, 's morgens op patrouile gingen en eerst diep in de nacht huiswaarts keerden. Op de wegen Amsterdam-Den Haag-Rotter dam en Den Haag-Utrecht vielen zij van het ene pechgeval in het andere. Merkwaardige was, dat toen in augustus '46 de Afsluitdijk in het WW-traject werd op: genomen dit het vrachtverkeer aantrok, dat de dijk tot dan schuwde wegens gebrek aan hulpmogelijkheden. De ANWB liet er na derhand bovendien vier telefoonkasten plaat sen om het gebrek aan meldingsmogelijkhe den op deze weg op te heffen. Met ingang van 1 januari 1947 werd een vrijwillig Wegenwacht-lidmaatschap inge steld. In de daaraan voorafgaande december maand lieten zich reeds ruim 6.900 personen inschrijven, een aantal dat in 1947 met 199 inschrijvingen per werkdag toenam, waar door het aantal leden aan het eind van dat jaar 38.000 bedroeg. Thans zijn van de meer dan 800.000 ANWB-leden er meer dan 600.000 tevens lid van de Wegenwacht. De eerste 25 motoren kon de Bond, met een extra wiel voor de zijspanwagen, overnemen van de in ons land gelegerde Canadese leger groep. In 1948 kreeg de Bond vergunning 50 motoren in Amerika te bestellen. Van lieverlede werd het aantal manschappen en voertuigen uitgebreid. In augustus 1952 werd het WW-lidmaat- schap om voor hulpverlening in aanmerking te komen verplicht gesteld. De toestand van de auto's was toen aanzienlijk verbeterd. Het werd daarom tegenover de 110.000 vrijwil lige WW-leden, die tot dan de Wegenwacht gezamenlijk in stand hadden gehouden, niet juist gevonden nog langer ook niet-leden van deze hulpdienst te laten gebruik maken. Hulp in cijfers: 2.632.244 hulpverleningen in 20 jaar Thans telt het wegenwachtkorps circa 360 man. De gele auto's rijden nu over vrijwel alle voor het verkeer belangrijke routes. Tal van landen op het continent hebben het voor beeld van de ANWB gevolgd en zijn even eens overgegaan tot instelling van een we genwachtdienst volgens ANWB-systeem. De Bond nam het idee over van de zuster organisatie in Engeland, de AA die reeds ver voor de 2e wereldoorlog een patrouille rende hulpdienst oprichtte. Het door de ANWB-Wegenwacht gepa trouilleerde wegennet heeft een lengte van circa 3250 km, d.w.z. een afstand van Am sterdam tot voorbij Istanbul. Sedert de oprichting tot en met 31 maart 1966 verleende de Wegenwacht meer dan 2,6 miljoen maal hulp aan bestuurders van motorvoertuigen, die met pech te kampen hadden. Onder degenen, die door de We genwacht geholpen werden, bevonden zich meer dan 100.000 buitenlanders. In de thans verlopen jaren losten de „rid ders van de weg" 2.349.031 technisch# sto ringen op, verleenden 53.556 maal hulp bij ongevallen, waardoor in vele gevallen het le ven yan verkeersslachtoffers werd gespaard, blusten 1.949 auto- en motorbranden en verleenden 226.688 maal persoonlijke dien sten, zoals het doorgeven van telefonische of telegrafische boodschappen. In totaal werd door de Wegenwacht in twintig jaar dus 2.632.224 maal hulp verleend. Van de ruim 2,3 miljoen technische hulpver leningen betrof het voor circa 28% repara ties aan de elektrische installatie, circa 17% reparaties aan de carburateur, circa 4% hulp zij bandenpech, inclusief oppompen van banden, circa 8% het verstrekken van ben zine of olie, terwijl circa 32% technische hulpverlening van andere aard werden ver leend. In circa 1% der gevallen moesten de wegenwachten garagehulp inroepen omdat het euvel ter plaatse niet was te verhelpen, dan wel te veel tijd zou vergen. Legio waren de gelegenheden, waarbij de we genwachten spontaan hulp boden bij de meest uiteenlopende voorvallen. Zij regelden het verkeer bij opstoppingen, blusten boerderij en bosbranden, brachten losgebroken vee te rug in de weide, spoorden vermiste kinderen op, brachten ontvreemde auto's bij de eige naars terug, zorgden dat verloren voorwer pen variërend van wieldoppen tot comple te aanhangwagens - weer bij de „verliezers" terugkwamen en vervoerden in spoedeisende gevallen medicamenten. Zij beperkten hun werkzaamheden niet tot de weg: de ANWB-wegenwachten hebben zelfs een helicopter, een vliegtuig, motorboten en ook een spoortrein en een brug langs hun route gerepareerd. Voertuigen: van motorzijspancombinatie tot kleine bestelwagen Aanvankelijk werd de voorkeur gegeven aan motorzijspan-combinaties omdat het silhouet daarvan op verre aftsand herkenbaar is, de ze combinaties makkelijk te manoeuvreren zijn en de wegenwachten op een motorrijwiel beter vanuit een auto, horen en zien wat er op en nabij de weg gebeurt. Koude deerde de wegenwacht niet. De handgrepen van de motorsturen konden elektrisch verwarmd worden, waar veel wegenwachten echter geen gebruik van wilden maken. Daar echter gevreesd werd dat de wegen wachten na vele jaren motorrijden rugklach ten zouden kunnen krijgen, werd sinds 1959 aan wegenwachten met vele dienstjaren een kleine bestelwagen ter beschikking gesteld. Omdat de voor Wegenwacht doeleinden ge schikte motoren niet meer gefabriceerd wor den, doet thans het gehele korps (346 we genwachten, 3 hoofdinspecteurs en 12 in specteurs inbegrepen) in auto's dienst. Technische uitrusting: gereedschap en ver- bandkist De technische uitrusting van de Wegenwacht is zeer omvangrijk en omvat uiteraard alle gereedschappen, noodzakelijk voor het ver helpen van technische storingen van allerlei aard. In hun auto voeren de „pechbestrijders" ook benzine, olie, dieselbrandstof en water mee en voorts bezem en schop voor het op ruimen van obstakels, vlaggen ter bebake- ning van gevaarlijke plaatsen, een EHBO- kist, een brandblusapparaat en veel waar schuwingsmateriaal dat bij avond tijdens een reparatie of bij een ongeval op de weg wordt geplaatst om het achteropkomend verkeer te waarschuwen. Bovendien beschikt de Wegen wacht over een reddingslijn, die reeds vele malen bij te water raken van weggebruikers goede diensten heeft bewezen. Ook beschikt iedere wegenwacht over „mond-op-mond" beademingsapparatuur. Wegenwachtstations: nu elf, straks 14 Een zeer belangrijke uitbreiding was de op richting van de Wegenwacht-Radiodienst, die op 28 april 1960 door de Minister van Ver keer en Waterstaat vanuit het eerste Wegen wacht-station Pauwmolen bij Delft langs Rijksweg 13, Den Haag-Rotterdam, officieel in werking werd gesteld. Het gebrek aan alarmeermogelijkheden langs wegen zonder bebouwing, zoals autosnelwegen, is een pro bleem, dat reeds in 1955 aanhangig was ge maakt. De Bond plaatste in dat jaar voor eigen rekening op de Afsluitdijk vier tele foonkasten, om daar het tekort aan meldings- mogelijkheden op te heffen. Het Wegenwachtstation Pauwmolen beschikt over „praatpalen" die langs Rijksweg 13 zijn geplaatst. Gestrande automobilisten kunnen via de „praatpaal" rechtstreeks contact op nemen met het Wegenwachtstation en de gewenste hulp inroepen. Alle wegenwachten op de weg die onder het Wegenwachtsta tion ressorteren staan in direct radiocontact met het Wegenwachtstation. Thans beschikt de ANWB-Wegenwacht over elf Wegenwachtstations over het gehele land verspreid, van waaruit de hulp bij pech en ongevallen via mobilofoon en telefoon op de meest efficiente wijze wordt geregeld. Aan het systeem van praatpalen kon echter nog geen uitbreiding op grote schaal worden gegeven. Wel beschikt het Wegenwachtsta tion in Zeeland over praatpalen op de 5 ki lometer lange brug over de Oosterschelde. Het nieuwste Wegenwachtstation ligt bij Hoogeveen. Het ligt in de bedoeling van de ANWB ook dit jaar weer drie nieuwe Wef genwachtstations te openen n.l. in Twente, in Noord-Holland en in het westen van Brabant. Samen met de andere Wegenwacht stations zal de ANWB dan beschikken over een geheel Nederland bestrijkend net van radio-verbindingen en hulpposten.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1966 | | pagina 1