Iets over de Geschiedenis van Axel
DAM PO
POLEN
rKOU GRIEP,
Frankering bij abonnement, AXEL
ZATERDAG 19 MAART 1966
80e Jaargang no. 25
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
XLVIII
We leefden in april 1940 met een gevoel
van oorlogsdreiging. Onze land- en zee
macht was sinds 8 maanden gemobiliseerd
en tot dan toe had ons land zich buiten
de oorlog kunnen houden en wij hoop
ten toen nog, dat de dreiging van voor
bijgaande aard zou zijn. Edoch, wij zou
den wreed wakker geschud worden. Vrij
dag 10 mei 1940 om 4 uur in de morgen
'hoorden wij het geronk van tientallen
vliegmachines boven onze hoofden en uit
de richting van de Belgische grens hoor
den we het gedreun van het afweerge
schut en we zagen daar vuurstralen van
uiteenspringende luchtafweergranaten.
We beseften nu, dat de vredestoestand
van ons was geweken en dat het bittere
ernst was geworden, vooral toen we door
de radio hoorden dat Duitse parachutis
ten bij Leiden geland waren en vliegvel
den gebombardeerd.
Zou ons leger de parachutisten kunnen
verjagen en zouden wij ons land kunnen
verdedigen? En de gedachten van fami
lieleden van gemobiliseerden gingen uit
naar hun man en kind, die wel zeker in
de vuurlinie zaten.
..Kort na 1 uur", schrijft wijlen J. D.
Freekenhorst in zijn boekje „Bange da
gen", „kwamen talrijke escadrilles Duitse
bommenwerpers boven ons rustige Axel
en we hoorden dat er bommen waren ge
worpen nabij Kijkuit en op de Stikstof-
fabriek te Sluiskil, waarbij 2 doden te be
treuren waren. Franse troepen die ons nu
als bondgenoten te hulp waren gesneld,
trokken lan^gs de Liniedijk. Maar ook
werd bekend gemaakt, dat burgers uit
Krabbendijke en Rilland-Bath naar Axel
moesten evacueren en elk maakte zich op
om de uit huis en haard verdrevenen gast
vrij te ontvangen. Men meende toen nog
Zeeland te kunnen verdedigen. Na 10 uur
des avonds kwamen er 2 autobussen en
men hielp de vluchtelingen eruit en bracht
ze naar kerk of school, waar alles geor
dend was en hun koffie, thee en eten wer
den verstrekt.. Toen later de tram bin
nenreed, kwamen honderden oude en jon
ge mensen, beladen met het allernodigste
en werden bij de burgers in hun kwartie
ren liefderijk ondergebracht. We zagen
nu in onze eigen plaats de weedom van
de oorlog.
Zo brak zondag 12 mei, de eerste Pink
sterdag aan. Er werden korte kerkdien
sten gehouden. Weer kwamen vliegtui
gen bommen werpen op de Stikstoffabriek
's Maandags kwamen enige eigen HoL
landse soldaten hier aan, die uit de verde
digingslinie van de Peel kwamen. Ze wa
ren moeten wijken voor de Duitse over
macht en waren via Breda en Antwerpen
hier gekomen, 's Woensdags kwamen
Franse troepen op een weide bivakeren,
en andere afdelingen Fransen trokken ver
der naar het westen. Zelfs uit Breda kwa
men hier vluchtelingen binnen. Ook hoor
den we, dat de koningin, die eerst het
plan had gemaakt naar Zeeland te ko
men en dit gedeelte van het land, dat nog
vrij was van Duitse bezetting, te verde
digen, gedwongen was geworden naar En
geland uit te wijken. De Franse troepen
trokken zich terug achter 'het kanaal Gent-
Terneuzen en we vertoefden in niemands
land. We hoorden van het bombardement
van Rotterdam eh van de capitulatie op
vrijdag 14 mei. De radio viel stil en er
was geen contact meer met overig Neder
land, 4 dagen was er gestreden, maar
voor overmacht en tegen verraad had men
zich gedwongen gezien zich over te ge
ven.
Toen dinsdag 21 mei Duitse motorrijders
hier kwamen, werd er door de Fransen
van over het kanaal granaten op Axel af
gevuurd en kwamen we in de vuurlinie
te zitten. We hoorden de kanonnen in
Sluiskil afschieten en waditten dan maar
op het fluitend geluid, niet wetend of we
door die granaat zouden getroffen wor
den. Elk zocht dekking in kelder, schuil
kelders of achter muren. Een der grana
ten kwam in de school in de Nieuwstraat
terecht en bij de explosie werden alle rui
ten van huizen in de Nieuwstraat en om-'
geving door de luchtdruk verbrijzeld. Plui
zen in de Buitenweg en op de hoek van
Prins Hendrik-Jan Scharpstraat waren be
schadigd, terwijl er 3 doden te betreuren
warren. Die nacht bleven de granaten in
Axel vallen. En de volgende dag, toen
het granaatvuur wat ophield,, maakten de
vluchtelingen uit Breda zich op om naar
huis te komen, de Axelaars om buiten de
stad een schuilplaats te zoeken, terwijl
de geëvacueerden uit Rilland-Bath en
Krabbendijke zochten naar de overkant
van de Schelde te komen, waar het veili
ger was dan in Axel.
Maandag 27 mei nam het leven weer zijn
gewone gang, als men niet rekende met
de Duitse bezetting. De stadsklok werd
op Duitse tijd gezet. Men leefde nu on
der de druk van de bezetter en kon zich
niet vrij uiten. De scholen konden na een
gedwongen vakantie van 3 weken weer
geopend worden. Daar de school in de
Nieuwstraat nog niet geheel hersteld was
moesten enige leerlingen ondergebracht
worden in de Openbare, de Katholieke of
de bewaarschool.
Woensdag 29 mei zagen we van nabij de
ellende van de oorlog, toen lange trams
met open wagens de krijgsgevangen Bel
gen en Fransen door ons stadje vervoer
den, waarvan velen aan eten en drinken
gebrek hadden. Geen wonder, dat velen
zich opmaakten om de ongelukkigen van
het nodige te voorzien en als het kon er
nog een versnapering als sigaretten, ta
bak of chocolade bij te voegen. De tram
mocht langzaam rijden en de vooraf klaar
gemaakte aardappelen, soep of klaarge
maakte boterhammen' hun gegeven wor
den. „Het was", zegt Freekenhorst te
recht, „een liefdadigheidswerk in massa".
Want steeds stonden groepen burgers te
wachten op de komst van de trams om
het klaargemaakte voedsel aan de krijgs
gevangenen uit te reiken. Maar voor zich
zelf moest men ook zorgen. Men zamelde
het achtergebleven graan op het veld op
en leerde brandstoffen maken door oud pa
pier nat te maken, samen te knijpen tot
ballen en te bewaren voor de komende
winter.
Ook moesten achtergebleven projectielen
of mijnen onschadelijk gemaakt en op
geruimd worden. En dat kon niet altijd
geschieden op de manier zoals te Scha
penbout door ze namelijk in de leiding te
werpen.
Op 14 juni was er een verbinding met
Holland tot stand gekomen. Een autobus
kon van hieruit over Antwerpen naar Ber
gen op Zoom rijden.
Al kwam er gebrek aan veel onontbeerlij
ke dingen, dit werd in de steden het meest
gevoeld. Op het platteland, 'in casu in
Axel, moet gezegd worden, dat de land
bouwers, enkelen uitgezonderd, hun me
deburgers voorzagen van brood, aardap
pelen en andere voedingsmiddelen en er
nooit tevergeefs een beroep op hen werd
gedaan als er nood was. En dit, terwijl
het ook voor hen gevaarlijk kon whifn
daar het strafbaar was, want we leefden
onder streng toezicht van de bezetter.
Hoeveel jonge lieden moesten een schuil
plaats zoeken bij hun vrienden en zich
daar verbergen. Maar er kwam een ver
zetsbeweging en de ondergrondse \»erborg
ook velen en voorzag hen van het nodi
ge, soms ten koste van hun eigen leven.
Zo ging de winter van 1940-41 voorbij.
Alle berichten in de kranten werden door
de Duitsers gecontroleerd en die, welke
geplaatst mochten worden, waren altijd in
hun voordeel gekeurd. Maar de ware gang
der krijgsverrichtingen werd toch bekend,
doordat men luisterde naar de Engelse
zender, wat verboden was, maar waaruit
toch de stem van Hollpnd klonk vanuit
Londen. Alle burgers waren verplicht een
persoonsbewijs te bezitten, voorzien van
een pasfoto met zichtbaar één zijde van
het hoofd met het oor. Maar dit bracht
voor de Axelse boerinnen een groot be
zwaar mee, daar de muts altijd het oor
bedekt. Aan hen werd toegestaan een
pasfoto te laten maken met de muts op
het hoofd. Het rijwielplaatje een kenmerk
dat men zijn rijwielbelasting had betaald,
verdween. Het werd verboden de ver
jaardagen van het Oranjehuis te vieren,
het dragen van speldjes, het in het open
baar tonen van foto's van de koninklijke
familie. Hoe stelde men er toen prijs op
deze te bezitten.
Voor leden van de overheid was het een
moeilijke tijd. Aan de ene zijde wilden zij
hun medeburgers helpen en beschermen.
Velen namen dan ook ontslag uit hun
ambt. !Ook voor burgemeester Blok bleek
de verantwoordelijkheid te zwaar om te
dragen. Op 13 mei 1941 werd hij op het
stadhuis plotseling onwel en overleed
kort daarna.
Alle voorwerpen van tin, lood, koper of
nikkel moesten ingeleverd worden maar
veel voorwerpen van deze metalen doken
onder.
Het getij keerde wat. We hoorden dat
Rusland met Engeland een verbond tot
wederzijdse hulp had gesloten en dat gaf
weer moed. Duitsland kreeg gebrek aan
metaal en het bevel kwam tot inleverino
van de klokken. De klok Maria uit het
stadhuis die uit de Ned. Herv. Kerk en
uit de toren der R.K. Kerk werden uit de
torens gehaald en op transport gesteld
naar Duitsland, al zijn ze niet verdwenen
en gesmolten, maar werden ze later terug
gevonden en weer in de torens gehangen.
Maar langzamerhand konden we merken,
dat de geallieerden wonnen, vooral toen
ook Amerika aan Duitsland de oorlog
verklaarde. Al werden de politieke par
tijen en de vakbonden ontbonden op ho
ger bevel, de bevolking sloot zich des te
nauwer aaneen en een vreugde brak zich
baan toen men hoorde, dat de Engelsen
in Normandië geland waren en snel voort
trokken, terwijl de Duitsers moesten te
rugtrekken. Ten zuiden van Axel had
den de Duitsers de Grote en de Kleine
Plaat onder water gezet door een verbin
ding te maken met het kanaal Gent-Ter-
neuzen, waardoor de kreken hetzelfde wa
terpeil kregen als het wafer in het kanaal
Bewoners van het Plaatje en de Kanaal
kade moesten hun onder water gezette
huizen ontruimen.
Dwangarbeid was de burgers opgelegd,
daar zij moesten graven, prikkeldraad
spannen of bomen rooien, om ze 15 of
20 meter van elkaar te planten ter ver
hindering van vliegtuiglandingen.
Op dinsdag 5 september was men over
tuigd, dat de vrijheid spoedig ons zou ge
worden en zich niet storende aan de Duit
sers, tooide men zich met oranje en stak
vlag en wimpel uit en de Nazi-burgemees
ter P. Smallegange was weldra met enke
le vrienden verdwenen. Ook zagen we
veel Duitse soldaten hier doortrekken, die
wilden proberen over de Schelde te ko
men. Toch bleef nog een afdeling hier
stand houden. Waren de geallieerden
vlugger vooruit kunnen komen, Axel zou
zonder tegenstand en strijd bevrijd zijn
geworden, want aan de overzijde van het
geinnundeerde land naderde een afdeling
van het Poolse leger om ons te bevrijden.
Maar zonder bloed en tranen zou dit niet
geschieden.
de Jonge
LAND - VOLK - CULTUUR
De dag nadert waarop de Polen in het
land, als de ca. 10 miljoen Polen in het
buitenland het duizendjarig jubileum van
de kerstening van hun vaderland zullen
vieren en herdenken in een reeks van fees
telijkheden en manifestaties. Mede naar
aanleiding van dit heuglijk feit, maar ook
om vele andere redenen (o.m. van politie
ke en culturle aard) staat Polen vandaag
in het brandpunt der belangstelling. Dat
Polen in de wereld van vandaag een bij
zondere plaats inneemt, constateerde trou
wens reeds enkele jaren geleden Anton
Zischka in zijn boek „Vlolken in balling
schap", waarin hij o.a. schreef „dat niet
Parijs of Berlijn, maar Warschau het
geografische centrum van Europa is".
Maar met dit al, is Polen voor de ge
middelde Nederlandse lezer toch nog een
vrijwel weinig békend en onbegrijpelijk
land gebleven. Dit is niet zo verwonderlijk
want over Polen en de geschiedenis van
dit land is in het algemeen weinig be
kend. en dan nog (helaas) het meeste ge
zien door de Duitse bril of gehaald uit
bronnen die het geteisterde Poolse volk
niet vriendelijk gezind waren.
Het is dan ook een bijzonder verheugen
de omstandigheid thans het verschijnen
van een boeiend en interessant boek over
Polen te mogen signaleren, dat in deze
lacune voorziet en dat als zodanig een
grote verrijking betekent van de land-volk
cultuur serie van Het Wereldvenster te
Baarn.
De auteur van dit aan Polen gewijde
boek is de in Polen geboren Nederlander
van Joodse afkomst, de bekende t.v.-re-
gisseur en publicist, Milo Anstadt. De
verschijning van zijn boek, verdient des
te meer belangstelling omdat dit boek t
eerste in de Nederlandse literatuur is, dat
zich niet alleen maar bezighoudt met Po
len in het algemeen, maar ook en vooral
een serieuze poging doet om door te drin
gen tot de politieke, godsdienstige, socia
le en culturele kernproblemen van dit
land, dat door de eeuwen heen een voor
post is geweest van de Westerse cultuur
in Oost-Europa.
In het eerste inleidende hoofdstuk „Lem-
berg, anno 1930" roept Anstadt het bon
te beeld op van zijn jeugd in de Poolse
stad Lwów, die met haar Poolse, Oekra-
inse en Joodse inwoners een woelige stad
is geweest. Hij verhaalt niet zonder wee
moed van de anti-semitische gevoelens
die er waren, van de „apartheid" tussen
de „vrome" en de „geassimileerde" Joden
onderling, van de gevechten met een na
burige Poolse school, van de lieve Oekra-
inse dienstmeisjes die hem grootbrachten,
van rooms-katholiéke en grieks-orthodoxe
processies, van de Chassidische rabbi's
met hun lange kaftan, witte slobkousen,
bontmutsen en lange baarden, van studen
tenrelletjes - kortom van het rijke kleur
rijke leven van deze Poolse stad, die geen
Poolse stad meer is.
Polen heeft een bewogen geschiedenis en
een boek over Polen, dat wil doordringen
tot politieke, sociale en culturele kernpro
blemen, moet dan ook noodzakelijkerwijs,
de ondergang van Polen tot centraal mo
tief hebben. Het zou immers onmogelijk
zijn de Polen te begrijpen, zonder inzicht
te hebben in de beproevingen die hun
lidtekens hebben nagelaten in de geschie
denis van dit volk. De Polen zijn door ve
le eeuwen heen een, door nu eens deze
en dan weer andere natie, maar ;vooral
een door de Duitsers en door de Russen
onderdrukt volk geweest. Vaak genoeg
meenden de toeschouwers dan, dat het
met Polen nu wel voorgoed gedaan zou
zijn. Maar juist wanneer de ondergang
AXELSE COURANT
VERSCHIJN! IEDERE ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 15 cent.
Haltjaar-abonnement
Vxel binnen de kom f 3,/5. Andere plaatsen 4,25
Buitenland 6,50
Hootdredaktie: J. C. VINk
Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 01155-646, postbus 16
Drukker-uitgeefster: FIRMA J. C. VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per mm.
Bij kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden mededelingen 30 cent per mm.
Kleine advertenties 1-10 woorden f 1,
elk woord meer 15 cent.
zware hoofd- en borstverkoudheid, diep
vastzittend slijm,snuift en wrijft U weg met
Het eerste boek in de Nederlandse literatuur
dat zich serieus en diepgaand bezighoudt met
het land, de cultuur en de geschiedenis van
Polen.