Leer wonen
Portable
schrijfmachines
Bronchi letten
BOEKHANDEL J. C. VI N K AXEL
Wonen is gelukkig zijn, maar wonen is
bovenal léven, bezig zijn, vitaal aktief zijn
met lichaam en geest. Zo staat het in een
boekje „Maak uw woning nog gezelli
ger" van Rein Kjuin, dat pas is versche
nen.
Als wonen leven is - en dat is het, al mo
gen wij de stelling niet omkeren, want le
ven is nog iets meer dan wonen! - dan is
het geen wonder, dat wij daar dagelijks
allemaal mee bezig zijn. Zeker, wij kun
nen „geleefd worden", wij kunnen het le
ven over ons heen laten komen, het ge
laten aanvaardend, zoals het tot ons
komt. Zo kunnen wij ook „gewoond wor
den" in een huis, dat wij niet hebben uit
gezocht, te midden van stoffering en meu
belen, die wij gehuurd of hoogstens ge
kocht, maar niet gekozen hebben.
Maar gelukkig leven de meesten van ons
bewust en willen aan hun leven eigen
vorm en inhoud geven. En daarom willen
zij ook bewust wonen.
Met enige overdrijving zouden wij kun
nen zeggen, dat ons huis moet zijn „de
aller-individueelste expressie van de alle-
individueelste emotie", om de dichter Wil
lem Kloos voor de zoveelste maal te mis
bruiken.
Er zullen mensen zijn, die vinden, dat zij
bij het zoeken van die aller-individueelste
expressie alleen bij zichzelf te rade mo
gen gaan. Maar de meesten van ons we
ten, dat zelfs Jehudi Menuhin en Jascha
Haifetz noten, techniek en handgrepen
hebben moeten leren voor zij viool kon
den spelen. Dat wij dit weten, bewijzen
de vele boeken over woninginrichting.
Voorlichting over woninginrichting - an
ders dan van de ene mens aan de andere
- is eigenlijk veel minder oud dan wij den
ken. In ons land is de grote pionier ge
weest Otto van Tussenbroek, die na de
eerste wereldoorlog is begonnen met het
schrijven van boeken en artikelen en het
geven van cursussen voor volksuniversi
teiten enz. over woninginrichting. Hij
werd - om een toen nog onbekende term
te gebruiken - de PRO - public relations
officer - van de kruisvaarders, die te vel
de trokken tegen de ontaarding van de
woninginrichting in die dagen. Zoals el
ke kruisvaarder was van Tussenbroek fel:
hij predikte het nieutwe wonen, dat bo
venal „eerlijk" moest zijn, elke „leugen"
in de vormgeving of de inrichting was
een „doodzonde"! Maar juist door die
felheid heeft hij ons wakker geschud en
het is voor een zeer groot deel aan hem
te danken, dat wij nu in ons wonen ons
zelf durven te zijn. Niemand zou eigen
lijk enig boek over woninginrichting ter
hand mogen nemen, als hij (zij) niet eerst
de „etudes" van van Tussenbroek had be
studeerd.
De „opvolger" van van Tussenbroek was
Paul Bromberg, die veel te jong is gestor
ven. Als man van de tweede generatie is
hij milder dan de kruisvaarders, maar
niet minder principieel. Tijdens de twee
de wereldoorlog leefde hij in Amerika en
die ballingschap heeft zijn blik zowel op
de mens, die moet wonen, als op de mo
gelijkheden van het wonen verruimd, In
zijn boekje „Meubels en mensen" staan
dingen, die achterhaald zijn, maar dat
doet niets af aan het feit, dat wie dit boek
je doorgewerkt heeft, geen ernstige fou
ten meer kan maken bij het inrichten van
zijn eigen woning. Axioma's blijven niet
alleen in de wiskunde, maar ook op het
gebied van de woninginrichting onaantast
baar.
Voor zover mij bekend, is het eerste syste
matische „Handboek voor woninginrich
ting (en tuinaanleg) verschenen in de
BBB-reeks „Practische bibliotheek voor
de vrouw". Ook van dit boek geldt, dat
er verouderde feiten in voorkomen, maar
dat degeen, die het bestudeert, nauwkeu
rig weet, waarop hij moet letten bij het
aankleden van zijn huis. Alle funkties van
het wonen worden er stuk voor stuk in
nagegaan en voor het eerst komt hierin
ter sprake de betekenis van de verlich
ting - bij dag en avond - en van de kleu
ren.
In beknopter vorm is dit ook het geval
in het boek van Ep Simons „Practische en
aesthetische woninginrichting". Vooral
voor het practische geeft Simons veel goe
de aanwijzingen. Hij is een modern man,
maar houdt er rekening mee, dat iedereen
zo principieel wil wezen, als de kruisvaar
ders nodig achtten.
Wenken voor nieuwe woninginrichting
noemde Jaap Penraat zijn boekje „Hoe
wilt u wonen?". Penraat is een origineel
man, die „bezeten" is door de mogelijk
heden, welke nieuwe materialen en nieu
we verwerkingsmethodes ons bieden en
die vindt, dat wij bij de woninginrichting
nog lang niet genoeg van die mogelijkhe
den profiteren. Hij gooit dan ook menige
knuppel in het hoenderhok - alias de wo
ning van hen, die bang zijn voor iets
nieuws en zich dus maar aan het tradi
tionele houden. Dit wil niet zeggen, dat
men extreem-modern moet zijn om pro
fijt te trekken van zijn boek. Juist niet:
Penraat staat zo vrij tegenover zijn onder
werp, dat hij duidelijk maakt, dat het
voornaamste is: zichzelf te zijn in zijn
woning. Hij vertelt wél, hoe men dat kan
wezen.
Een klein handboekje met veel - zeer
nieuw - feitenmateriaal is de pocket „Het
binnenhuis" door het echtpaar Pruys van
der Geest.
Als men de eerste bladzijden leest, krijgt
men zeer hoge verwachtingen van hun
„adviezen voor woninginrichting", maar
die verwachtingen worden niet helemaal
beantwoord. Zij blijven nog wel eens
vaag. Wie echter iets wil weten over ma
terialen kan veel van hen leren.
Een klein handboekje is ook „Woon pret
tig en practisch" door Cora Nicolai-Chail-
trim chocolade-mints: van binnen
hard/zachte mint, van buiten fijne
chocolade. Verras uzelf - met trim!
CHOCOLADE-MINTS
let. Maar er is een groot verschil met het
vorige. Mevrouw Nicolai - een binnen-
huisarchitekte, die haar vak verstaat en
bovendien kan schrijven - bekijkt de zaak
veel principiëler. Zij bespreekt de vraag,
wat wonen eigenlijk is, zij schrijft over de
achtergronden van het hedendaagse inte
rieur, die een afspiegeling zijn van onze
gehele geestesinstelling. Zij zet ons aan
het denken en gaat dan pas over tot prak
tische aanwijzingen, waarbij ze uitvoerig
aandacht wijdt aan het ouderwetse huis -
iets, waarvoor allen, die tin een „oud" huis
wonen haar dankbaar zullen zijn.
Een speciale:. facet - maar een zeer be
langrijke - van het wonen belicht het boek
„Kleur bekennen" waarin Martie Verde-
nius de doorsnee-vrouw vertegenwoor
digt, die haar woning inricht en de heer
A. P. Lamoth de man is, die alles van
kleur weet. Het is een echt studieboek,
maar zoals elk goed studieboek geeft het
de bestudeerder meer dan een leesboek.
Het belangrijkste is, dat men de principes
van de moderne kleurenleer onder de knie
krijgt en zo al geen Jehudi Menuhin op
'het gebied van woninginrichting kan wor
den dan toch wel een tweede violist in
een orkest.
Een in letterlijke zin groot boek, dat men
cadeau moet geven aan iemand, die echt
belangstelt in alles wat het wonen be
treft, is geschreven door Joop Hardy, Ber
nard Majorick en D. van Sliedregt: „Wo
nen, gisteren en vandaag". Het behandelt
boeiend de geschiedenis van het wonen,
het wonen gisteren, zowel als de woning
van vandaag en het hedendaagse meubel.
Vooral de illustraties maken dit boek tot
een kostelijk bezit.
Hét moderne en volledige handboek voor
de woninginrichting is verschenen in de
Ik-kan-serie en het heet „Ik kan wonen".
Onder redaktie van de binnenhuisarchi-
tekt J. Niegeman behandelt een hele groep
van deskundigen alle problemen van het
moderne wonen, de psychologische en so-
ciolgische even goed als de praktische en
alle daagse.
Wij vrezen dat ze het niet doen, maar
het zou goed zijn, als alle ambtenaren, die
de ondertrouw van een jong paar inschrij
ven, vroegen: „Hebt u „Ik kan wonen"
gelezen?"
Desnoods mogen zij ook vragen: „Hebt u
„Maak uw woning nog gezelliger" gele
zen?" (Dat mag dan niet zo volledig zijn
maar het zet de mensen zo gezellig aan
het denken, dat het effekt even doelma
tig is). Bij ontkennende beantwoording,
zou de ambtenaar gerechtigd moeten mo
gen zijn om te zeggen: „Doet u dat eerst
en komt u dan nog maar eens terug".
Want dit is eigenlijk wel een vereiste, als
men goed wil leren wonen en wij weten
van Rein Kuin: wonen is leven. En leven
is toch een eerste vereiste voor het huwe
lijk.
Dode metselaar
bouwde huizen
Kan een dode metselaar huizen bouwen
In Frankrijk is zulks mogelijk. Roger Poitier,
die sedert 29 november 1959 begraven lag op
het kerkhof van Caen, bouwde vanaf novem
ber tot maart 1960 zijn eigen huisje vier
kamertjes en een keukentje met warm en koud
water, stortbad en garage. De goede man
wist overigens niet eens dat hij dood was.
Hij ontdekte het pas toen hij zich op het ge
meentehuis van Orsay vervoegde, zijn ge
boorteplaats, om een bewijs van in leven zijn
te verkrijgen, noodzakelijk om tot oud-strijder
te worden bevorderd.
„Naam, juiste voornamen en geboortedatum"
vroeg de gebrilde ambtenaar streng.
„Poitier, Roger, 28 december 1911".
De ambtenaar schoot in zijn kaartsysteem,
las, herlas, stapte naar het loket toe en...
viel flauw. Na een stevige cognac kon hij
verder
„Het spijt me erg, Monsieur Poitier, maar ik
kan u dat bewijs niet geven. U zijt dood en
u ligt begraven in Caen..."
Toen zag Roger plotseling de grote beeltenis
van de Gaulle schommelen. De president ging
op zijn hoofd staan en zijn brave burger
strekte zich langzaam op de plavuizen.
Vijf minuten later kwam hij bij.
Helaas waren hierdoor zijn zenuwen opnieuw
geschokt geworden. De levende dode moest
worden overgebracht naar een kliniek van
zenuwzieken te Eaubonne (Seine et Oise)
Verpleegster vergiste zich
De halfzuster van Roger Poitier kwam be
vestigen dat hij niet dood was „Hij woonde
bij mij. Hij bouwde een huis en ik kan u
verzekeren dat de man die aan uw loket
kwam, dat de man die nu weer in de kliniek
is, werkelijk Roger Poitier is."
Voor de plaatselijke grootheden was dit te
veel van het goede, temeer omdat Caen vol
hield geen levenden te begraven maar uitslui
tend personen die „goed en uitstekend dood
waren volgens doktersattest" en derhalve
moest het parket van Versailles de zaak in
het reine brengen. Het onderzoek wees uit,
dat er op 25 september 1959 een lijk was ge
vonden in het kanaal van Caen. De onge
lukkige werd door twee personen, waaronder
een verpleegster van het hospitaal, waarin
Roger Poitier kort tevoren was verpleegd,
herkend als... Roger Poitier. De verdronkene
werd daarom onder deze naam begraven op
het kerkhof van Caen en de burgerlijke stand
van Orsay kreeg het desbetreffende bericht.
Dit alles staat nu keurig en knap vast.
Maar officieel is Roger nog altijd dood. Er
moeten nog handtekeningen worden geplaatst
en stempels worden gedrukt voor hij ook voor
de burgerlijke stand weer tot leven is ge
komen.
Pas dan kan hij een bewijs van in leven zijn
verkrijgen. Pas daarmee kan hij zijn kaart van
oud-strijder bekomen en pas daarna krijgt hij
krediet om zijn keurig huisje af te metselen.
Want de zenuwschok is hij inmiddels weer te
boven gekomen.
SPORT
H.V.V. 124 - A.Z.V.V. 6-1
Dinsdagavond speelde A.Z.V.V. in Hulst op het
verlichte terrein een vriendschappelijke wedstrijd
tegen H.V.V. '24 Beide elftallen speelden met enige
invallers, hetgeen vooral bij A.Z.V.V. erg gevoelig
bleek te zijn.
Bij de rust hadden de H.V.V.-ers, die over alle
linies beter kombineerden dan de Axelaars, reeds
een 4-0 voorsprong. Na de rust had A.Z.V.V.
enige wijziging in het elftal aangebracht. Dit be
tekende toch wel een verbetering want men speelde
nu aanzienlijk beter voetbal dan in de eerste helft.
H.V.V. '24 wist nog tweemaal te scoren terwijl
A.Z.V.V. de eer redde met één doelpunt Voor
beide elftallen niettemin een goede oefenwedstrijd.
Bekendmaking
WIJZIGING
ALGEMENE POLITIEVERORDENING
Burgemeester en Wethouders van Axel brengen
overeenkomstig artikel 203 der Gemeentewet ter
openbare kennis dat ter lezing voor een ieder ge
durende 3 maanden op de secretarie der gemeente
is neergelegd de door de gemeenteraad dd. 25
januari 1966 vastgestelde 8e wijziging van de Al
gemene Politieverordening
Axel, 19 februari 1966.
Burgemeester en Wethouders van Axel,
De Secretaris, De Burgemeester,
P. G. v. d. Bosse M. K. van Dijke
REINIGINGSRECHTEN 1965
De gemeente-ontvanger van Axel maakt bekend
dat de REINIGINGSRECHTEN 1965
uiterlijk op 28 februari aanstaande moeten zijn
voldaan.
Na deze datum zullen de aanmaningen worden
verzonden.
Axel, 18 februari 1966
De Gemeente-ontranger voornoemd,
C. Smies.
model 500 178,-
model 750 193,—
model 1000 215,-
(koffer 15,—)
IliÉMW
T/
ri m
Ho««tdronk in tabletvorm. 95ct