Geen stad breidt meer uit op goed geluk.
SPORT
Alom in den lande zien wij de steden en dor
pen zich uitbreiden. De steden voeren grote
bouwprogramma's uit, die jaren aaneen een
levendige aktiviteit te zien geven. Omvang
rijke stratenplannen worden uitgevoerd en
daarna verrijzen de vele woningen in mas
sale blokken, de scholen en kerken en al die
andere gebouwen, die wij voor het leven in
de moderne tijd nodig hebben.
Zulke grote projecten kunnen vanzelfsprekend
alleen maar tot stand komen, nadat de samen
stelling van te voren terdege is bestudeerd
en berekend, omdat al het nodige er moet zijn
in de juiste hoeveelheid en zo mogelijk op het
gunstige moment. De toekomstige bewoners
moeten er niet alleen kunnen wonen, maar
er ook kunnen leven. Daarvoor zijn allerlei
verzorgende instellingen nodig, onder andere
winkels. De totstandkoming daarvan kan niet
meer worden overgelaten aan het persoonlijk
initiatief, zoals vroeger. Er is geen tijd meer
om rustig af te wachten waar een winkel
apparaat zal ontstaan en hoe het zich verder
zal ontwikkelen. Dit zou de bewoners van een
hele wijk - althans voor enige tijd - van
een behoorlijk verzorgingsapparaat verstoken
houden. Bovendien is het technisch niet mo
gelijk omdat het niet denkbaar is, dat in een
afgebouwde wijk nog een gunstige plaats voor
de bouw van een winkelcentrum beschikbaar
zou zijn gebleven.
Als onderdeel van een uitbreidingsplan moet
derhalve een winkelcentrum worden geprojec
teerd. Dit stelt de ontwerpers voor een pro
bleem, dat in de vóóroorlogse tijd nauwelijks
aan de orde is gekomen. Men moet zich na
melijk een inzicht verschaffen in de gewenste
omvang van zulk een centrum deze moet
niet alleen van vitaliteit, maar onderverdeeld
naar de verschillende branches worden bere
kend, terwijl voorts ook de plaats van het
winkelcentrum in de plannen dient te worden
aangegeven.
Zoals bij elke planning komt men voor de op
gave te staan zoveel mogelijk tegemoet te ko
men aan de wensen van de belanghebbenden.
In dit geval zijn dit de huisvrouwen, die graag
zoveel mogelijk winkels dichtbij huis willen
hebben en de middenstanders, die zoveel mo
gelijk klanten willen hebben.
Hoe wordt nu getracht een redelijke oplos
sing voor dit vraagstuk te vinden Hierbij
uitgegaan van het gegeven, dat er verband be
staat tussen de regelmaat, waarmede bepaalde
goederen worden gekocht en het aantal bedrij
ven, dat deze goederen ten verkoop kan aan
bieden. De bedrijven, die in de meest voor
komende behoeften voorzien kunnen daardoor
geografisch meer gespreid worden en kunnen
derhalve worden gevestigd in betrekkelijk klei
ne buurten. Dit betreft de levensmiddelen
winkels, de manufacturenzaken, de tabaks
zaken en in iets mindere mate de bloemisten,
de handelaren in huishoudelijke artikelen, de
schoenwinkeliers, de drogisten e.d.
Doordat in de grote steden de afstand tussen
de buurtcentra en het stadscentrum te groot
is geworden, is daar nog een tussenvorm ont
staan, die in ons land met wijkcentrum wordt
aangeduid. Dit wijkcentrum bedient derhalve
een aanzienlijk groter aantal huishoudingen
dan de buurtcentra en is daardoor in staat
duurzame gebruiksartikelen aan te bieden en
daarnaast het assortiment van de buurtcentra,
maar dan een grotere verscheidenheid naar
kwaliteit en prijs en aangevuld met speciali
teiten. De functie van het stadscentrum kan
uit het voorgaande worden afgeleid het kan
een assortiment aanbieden, dat is opgebouwd
uit kostbare goederen, duurzame gebruiks
artikelen en bovendien het assortiment van
het wijkcentrum in grotere verscheidenheid.
Bovendien kunnen zich in het stadscentrum
allerlei bedrijven vestigen, die in een enkel
artikel gespecialiseerd zijn.
Uit het voorgaande valt iets af te leiden om
trent de soorten van winkels, die in een buurt-
of wijkcentrum kunnen worden gevestigd. De
stedebouwkundige moet echter nauwkeurig
weten hoeveel winkels hij moet bouwen en
waar hij ze 't beste kan situeren. Het aantal
winkels is o.a. afhankelijk van het aantal in
woners. In de laatste jaren is deze verhouding
aan het wijzigen het aantal winkels neemt
minder sterk toe dan het aantal bewoners en
wordt dus in deze verhouding gezien kleiner.
Voor buurt- en wijkcentra wordt daarom mo
menteel een gemiddelde van niet meer dan
ongeveer 3 a 4 winkels per 1000 inwoners
verantwoord geacht. De werkelijkheid zal wel
eens van dit gemiddelde afwijken, omdat ook
andere factoren hun invloed doen gelden, zo
als bijv. de koopkracht en de koopgewoonten
van de toekomstige bewoners, de verbindingen
met naburige buurt- en wijkcentra, e.d.
De ligging van een centrum is belangrijk, om
dat moeder-de-vrouw er zo dikwijls moet zijn
en omdat de plaatselijke winkeliers uit de aard
der zaak graag veel willen verkopen. Het cen
trum als geheel wordt daarom over het alge
meen centraal in de buurt of de wijk geplaatst,
evenwel op een zodanige wijze, dat het buurt
centrum in de richting van het wijkcentrum
loopt en het wijkcentrum aan de weg ligt, die
naar het stadscentrum leidt. Ten aanzien van
de plaats van de verschillende winkels in de
centra heeft men in de loop des tijds enige
belangrijke voorwaarden gevonden, die eigen
lijk voor de hand liggen, maar vroeger toch
niet of beperkt werden vervuld. Zo moeten
winkels bijv. aan één gesloten rij worden ge
bouwd, waarbij de meest bezochte aan de uit
einden behoren te liggen. Dit geeft de klant
in de kortste tijd een volledig overzicht, het
geen tegelijk voor de winkeliers het voordeel
oplevert, dat zij allen in gelijke mate in de
aandacht van de klant kunnen komen. Verder
moet een winkelstraat bij voorkeur smal zijn
en niet druk, zodat het winkelende publiek
gemakkelijk kan oversteken. Winkelen is voor
een deel het bekijken van de étalages er
moet daarom een breed trottoir zijn en liefst
een luifel om enige bescherming te bieden te
gen ons wisselvallige klimaat. De grote centra
kunnen voorts aantrekkelijker worden, indien
daarin enige andere voorzieningen worden op
genomen, zoals een postkantoor, een (spaar
bank, een bioscoop, e.d. Voorts verdient aan
dacht het belang van goede verbindingen met
het openbaar vervoer, van voldoende parkeer
gelegenheid voor auto's en fietsen, van ge
makkelijke toegankelijkheid voor kinderwa
gens en tenslotte van de stoffering van een
centrum in de vorm van bijv. wat bloemen en
planten, enige speelgelegenheid, behoorlijke
verlichting e.d.
Een theoretische uiteenzetting van een nogal
gecompliceerde zaak draagt welhaast onver
mijdelijk een enigszins schematisch karakter.
In de werkelijkheid is een detailhandels- en
ambachtsapparaat een organisch geheel, waar
van uitbreiding alleen op verantwoorde wijze
kan geschieden indien met alle facetten daar
van, zoals bijv. onderlinge afstand tussen de
verschillende centra en de beïnvloeding over
en weer, rekening wordt gehouden.
Het opstellen van uitbreidingsplannen behoort
tot de taak van de gemeentebesturen. Voor het
onderdeel dat betrekking heeft op de winkel
planning kunnen deze zich laten adviseren
door een gespecialiseerd instituut, namelijk
het Centraal orgaan ter bevordering van de
bouw van Middenstandsbedrijfspanden te Den
Haag.
Het spreekt wel vanzelf, dat in het bijzonder
de plaatselijke middenstand in de planning
en de uitvoering van de winkelcentra is geïn
teresseerd. Voor het onderhouden van contact
met het gemeentebestuur en de gemeentelijke
instellingen wordt in vele gevallen een beroep
gedaan op de medewerking van de Rijksmid-
denstandsconsulenten, die - ook op dit ge
bied - ervaring hebben verkregen.
Onrustige Zenuwen?
Mijnhardfs Zenuwtgbietten
DIM NIET TE VROEG
TECHNISCHE EISEN
AAN DE FIETS
Een fiets moet precies als ieder ander ver
voermiddel voldoen aan bepaalde technische
eisen. Het zijn weliswaar slechts een paar
eisen, maar het is wel goed daar nü extra op
te Ietten. Juist in deze weken van het jaar zijn
er verschillende controles van de zijde van de
politie en het blijkt steeds weer, dat er dan
altijd fietsen op de weg zijn, die niet voldoen
aan die paar eenvoudige regels, regels trou
wens die in wettelijke voorschriften zijn vast
gelegd.
De fiets moet in de eerste plaats een deugde
lijke stuurinrichting hebben. Laat daar des
noods door een vakman eens naar kijken.
Bekendmakingen
DRANKWET
DIENSTPLICHT
Uitspraken inzake vrijstelling
Dan moet een fiets steeds voorzien zijn van
één goed werkende rem. Dat betekent dat rij
wielen zonder zogenaamde vrijwielinrichting,
dus de doortrappers, ook een rem moeten
hebben. Let wel, of de rem goed werkt is ook
een punt waarop uw fietsenleverancier best
even controle wil uitoefenen.
De bel mag nóóit op een fiets ontbreken het
geluid moet op een afstand van 25 meter dui
delijk hoorbaar zijn. Die bel mag niet zo
maar in het wilde weg worden gebruikt. Fiet
sers zijn verplicht, wanneer door hun na
dering voor een weggebruiker gevaar dreigt,
een belsignaal te geven, als dat ter afwending
van het gevaar nodig is. Buiten bebouwde
kommen mag men bovendien een belsignaal
geven om aan andere weggebruikers kenbaar
te maken, dat men hen wenst in te halen.
Verder is het verboden geluidssignalen te ge
ven let wel men mag niet langer bellen
dan noodzakelijk is.
Fietsen en gezondheid
De Amerikaanse arts Dr. I. H. Page, voor
zitter van de Amerikaanse vereniging tot be
strijding van hartziekten verklaarde onlangs
in een intervieuw „Bij mensen boven de
vijftig blijft door het fietsen de elasticiteit van
de bloedvaten behouden fietsen voorkomt
vroegtijdig oud worden." Hij sluit hiermee
volkomen aan bij de mening van de hart
specialist Dr Paul Dudly White die voor de
Amerikaanse televisie vertelde „Ik zou het
liefst iedereen op de fiets zetten, niet alleen
af en toe, maar vooral regelmatig. Dit is de
goede weg om hartziekten te voorkomen."
Ook veel Nederlandse artsen propageren de
laatste tijd deze mening van hun Amerikaanse
collega's.
Fietsdichtheid
in Nederland het grootst.
Dat Nederland het land van de fietsers is, is
geen fabeltje bepaald niet als men de cijfers
uit een recent onderzoek over de fietsdicht
heid ter wereld bestudeert. In Nederland is
er op iedere twee personen 1 fiets beschik
baar, in Duitsland 1 fiets op iedere 2,8 per
sonen, in België op iedere 3,7 personen, in
Engeland op iedere 4,3 personen, in Frankrijk
op iedere 5 personen, in de Verenigde Staten
van Amerika op iedere 5,5 personen en in
Italië op iedere 6,5 personen.
Fiets met harde banden
Fiets steeds met harde banden, want met een
zachte band gaat het fietsen veel zwaarder en
wordt meer energie van de fietser gevraagd.
Vooral als de voorband te zacht is, is het
moeilijk goed recht te rijden en de volledige
macht over het stuur te houden, terwijl ten
slotte de slijtage bij een zachte band aanzien
lijk groter is dan bij een hard opgepompte.
VOETBAL
A.Z.V.V.-ARNEMUIDEN 3-2
Op een slecht te bespelen terrein kwamen zaterdag
beide elftallen niet tot goed voetbal. A.Z.V.V. had
voor rust de touwtjes in handen, maar na de her
vatting zagen we een gelijk opgaande strijd, waarin
veel te hard werd gespeeld, waardoor de scheids
rechter vele malen moest ingrijpen.
De wedstrijd was slechts een viertal minuten op
gang toen J. Dieleman voor A.Z.V.V. het eerste
doelpunt kon scoren. Een voorzet van Borgt kon
de Arnemuidense keeper niet geheel onder con
trole krijgen, waardoor de bal voor Dielemans
voeten terecht kwam, met het genoemde resultaat.
Verschillende malen kreeg A.Z.V.V. de kans hun
voorsprong nog te vergroten, doch door noncha
lante bleven doelpunten uit.
Een kwartiertje na het eerste doelpunt kwam de
stand gelijk doordat de Arnemuidense mid voor M.
van Belzen profiteerde van een goed geplaatste
dieptepass. (1 1
J. Dieleman gaf A.Z.V.V. weer nieuwe moed en
een doelpunt in de 38ste minuut, toen hij een pre-
cisie-schot van Ruijtenburg in een treffer omzette.
In de volgende minuut bracht de lat van het Arne
muidense doel redding, door een schot van Ruijten
burg tegen te houden.
Arnemuiden kwam echter terug. 18 Minuten na de
rust liet doelman van de Broecke een bal terug
springen, waarvan R. van Belzen profijt trok
(2-2).
Zoals gezegd een harde wedstrijd na de rust,
doordat beide partijen aan elkaar gewaagd waren
en een overwinning wilden forceren.
Negen minuten voor het laatste fluitsignaal kon
Ruijtenburg hard en zuiver inschieten maar de
Arnemuidense doelman wist nog juist de bal te
keren. De toestormende Dekker schiet A.Z.V.V.
hier naar de zege, en daarmee twee punten hoger
op de ranglijst.
KALKOENSCHIE TING
Zaterdag hield de Handboogmaatschappij „Tot ons
Vermaak" een Kalkoenschieting op haar staande
wippen, waarvoor een grote belangstelling bestond.
Uitslag Wip I
Hoogvogel Ph. Engels, Koewacht; le Zij vogel
A. Belair, Westdorpe 2e Zijvogel A. Salaert,
Watervliet (B.le Kal C. van Britsom, Kem-
seke (B.) 2e Kal A. Salaert, Watervliet (B.)
Wip II
Hoogvogel Ph. Obrie, Zandstraatle Zijvogel
A. Suij, Koewacht 2e Zijvogel A. de Jonge,
Ovezande le Kal P. Schoof, Sluiskil 2e Kal
A. Roose, Axel.
KAART WEDS TRIJD
Zaterdagavond organiseerde de voetbalvereniging
Axel een kaartwedstrijd voor haar leden. 33 spelers
namen hieraan deel.
Uitslag
1. K. Verbunt2. Jos Schelleman 3. Joh. Sohel-
leman4. A. Dey5. R. Lindhout6. Em.
Pieters 7. C. van de Berg 8. J. Dieleman 9. A.
Seys 10. A Bareman11. R. Verstraeten 12.
W. Audenaerde 13. L. Ortelee 14. A. Scheele
15. C. Scheele 16. J. Schepper.
Het steeds dichter wordende verkeer is er de oor
zaak van, dat wij automobilisten in steeds hogere
mate van elkaar afhankelijk worden. Afhankelijk
met het oog op de veiligheid van onszelf en an
deren. In het duistere jaargetijde is die veiligheid
nog minder zeker dan in de andere seizoenen van
het jaar en dientengevolge eist het najaar en de
winter nog meer onderlinge samenwerking van de
weggebruikers dan normaal al noodzakelijk is.
Het gaat evenwel niet alleen om respect en vrien
delijkheid, niet alleen om het beheersen van de
eigen zucht naar prestige. Ook de rijtechniek is
van groot belang Ieder goeduitgerust motorvoer
tuig heeft tegenwoordig redelijke verlichtingsmid
delen, maar geen enkele auto is zo goed uitgerust,
dat zijn verlichting dezelfde veiligheid garandeert
als het daglicht. Daarom is het noodzakelijk voor
iedere automobilist om te weten hoe hij ook het
licht van zijn medeweggebruikers kan benutten
om zich een speciale rijtechniek voor rijden in
duisternis eigen te maken.
De lichtschakelaar is ejgenlijk even belangrijk als
de gaspedaal als men ritmisch en veilig wil rijden.
Helaas hebben wij allen een te gebrekkige oplei
ding gekregen in het rijden in duisternis. Degenen,
die zomers hun rijbewijs halen hebben praktisch
helemaal geen training op dit gebied, en de meeste
automobilisten zijn ten opzichte van de rijtechniek
in duisternis dan ook grotendeels afhankelijk van
de ervaring, die zij zelf en anderen hebben opge
daan. Deze ervaringen kunnen duur geweest zijn.
Bij duisternis is het zicht altijd beperkt hoe vaar
dig we ook onze eigen lampen en die van anderen
benutten. Krijgen we een tegenligger, dan is het
zicht nog korter. Een voetganger in donkere kle
ding is bij groot, ongedimd licht pas zichtbaar op
ca. 100 m. afstand. Bij een ontmoeting tussen twee
auto's op een rechte weg wordt het zicht op de
voetganger reeds beperkt tot ea. 71 meter wanneer
de voertuigen zich op ongeveer 600 m. afstand van
elkaar bevinden. Wanneer de bestuurders van de
wagens dan voor elkaar gaan dimmen wordt vol
gens proeven het zicht verder verminderd tot
32 meter. Men verliest dus ca. 40 meter aan zicht
wanneer men in zo een vroeg stadium gaat dim
men. Dit kan de veiligheid uiteraard niet bevor
deren. Met een goede rijtechniek kan men echter
het zicht vergroten. Ontmoetingen met tegenliggers
zijn altijd riskant. Ontmoetingen in duisternis zijn
levensgevaarlijk als niet beide bestuurders de
grondregels goed beheersen.
Dim op tijd maar nooit te vroeg. Wel kan het
verstandig zijn om vlak voor de bocht of voor een
heuvel in de weg even op en neer te dimmen om
met behulp van het licht van de tegenligger het
silhouet van een mogelijke hindernis, b.v. een voet
ganger, te ontdekken.
Bij een ontmoeting met een tegenligger dient men
groot licht, ongedimd, te blijven voeren, totdat de
lichtbanen elkaar ontmoeten, d.w.z. totdat de wa
gens elkaar tot op ca. 200 m. zijn genaderd. Wan
neer men reeds afdimt op een afstand van ca.
600 m. neemt men te grote risico's, want dan wordt
het zicht in een veel te vroeg stadium beperkt met
alle mogelijke gevolgen van dien.
Er zijn automobilisten, die worden geïrriteerd door
de verblinding van tegemoetkomende medewegge
bruikers.
In de meeste gevallen hebben ze die verblinding
echter aan zichzelf te danken doordat ze recht
in het licht blijven kijken inplaats van de rechter
kant van de weg in het oog te houden niet al
leen voorzover hun eigen licht dat toelaat, maar
zo ver mogelijk daarbuiten ook.
De lengte van het zicht bij een ontmoeting met een
andere auto bij normaal gedimd groot licht ver
eist, dat de snelheid althans op smalle, bochtige we
gen, dient te worden gematigd. Hoe dan ook,
men mag nooit sneller rijden dan dat men kan
stoppen binnen de afstand, die men kan overzien.
Bij ontmoetingen met tegenliggers is het verleidelijk
om zover mogelijk aan de kant te gaan rijden. Dat
is niet helemaal veilig. Laat altijd zoveel ruimte
aan de wegkant over, dat onverwachts opduikende
objecten b.v. voetgangers op wegen zonder trot
toir of rijwielpad, wielrijders, enz. niet door U
worden geschept
Wanneer iedere automobilist deze regels ter harte
neemt, is er gerede kans, dat het huidige donkere
seizoen niet zoveel slachtoffers van het verkeer in
duisternis oplevert dan we de laatste jaren helaas
gewend zijn.
Burgemeester en Wethouders van Axel maken be
kend dat op 26 oktober 1964 is ingekomen een
verzoekschrift van A. R. P. Heijens, van Middel-
hovenstraat 31, Axel, om een verlof A te verlenen
voor de grote zaal van het perceel Walstraat 39
(R.K. Gezellenhuis).
Bezwaren tegen verlening van het verlof kan
ieder binnen twee weken na dagtekening van deze
bekendmaking schriftelijk inbrengen bij Burge
meester en Wethouders.
Axel, 27 oktober 1964.
De burgemeester der gemeente Axel,
M. K. VAN DIJKE.
TERINZAGELEGGING. Ter gemeentesecretarie
ligt voor een ieder ter inzage een uitspraak van
de Minister van Defensie gedagtekend 23 oktober
1964 inzake aangevraagde vrijstelling van dienst
als gewoon dienstplichtige.
BEROEP. Tegen elke uitspraak kan iedere belang
hebbende uiterlijk de tiende dag na de dag van deze
bekendmaking in beroep komen.
Het beroepschrift moet met redenen omkleed zijn
en bij mij worden ingediend. Mijnerzijds wordt voor
de doorzending van het beroepschrift aan de Kroon
zorggedragen. De Koningin beslist op het beroep
bij een met redenen omkleed besluit, nadat de Raad
van State, afdeling voor de geschillen van bestuur,
is gehoord.
Indien de ingeschrevene, wie de uitspraak geldt,
buiten Nederland verblijft, kan, voor zover het
door deze in te stellen beroep betreft, met over
schrijding van de termijn van 10 dagen genoegen
worden genomen. Zolang omtrent zodanige over
schrijding geen beslissing is genomen, wordt de
uitspraak na het verloop van de termijn van 10
dagen als onherroepelijk beschouwd.
Axel, 28 oktober 1964.
De burgemeester der gemeente Axel,
M. K. VAN DIJKE.
HUUR nieuwe televisie met
ALLE programma's voor een
gering bedrag per maand.
Geen vooruitbetaling. Altijd
recht van koop. Vandaag
besteld, morgen bij U thuis.
Bel óók 's avonds nr. 01184-
4410 of 01180-3973 of 01100
5397.