Het Paardengebruik
en de Dierenbescherming.
GEMEENTERAAD VAN AXEL
Frankering bij abonnement, Axel.
ZATERDAG 25 MEI 1963.
77e Jaargang, no. 34
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
HoofdredaktieJ. C VINK.
Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C VINK a
In Nederland bestaan verscheidene organi
saties die zich ten doel stellen het dier te be
schermen tegenover mensen die zich onttrek
ken aan de zedelijke plichten die ze ten aan
zien van het dier hebben te vervullen. Die
zedelijke plichten bestaan vooral hierin, dat
het dier een behoorlijke behandeling, ver
pleging, voeding en huisvesting moet worden
gegeven.
In de wet zijn talrijke overtredingen van dit
begincel strafbaar gesteld, o.a. benadeling van
de gezondheid, slechte verzorging, ook tijdens
vervoer, het nodeloos een dier pijn of letsel
veroorzaken, of het nodeloos te kwellen, het
dier arbeid te laten verrichten welke kennelijk
zijn krachten te boven gaat of waartoe het uit
hoofde van zijn toestand ongeschikt is. In de
loop der eeuwen is de houding van de mens
tegenover het dier wel zeer sterk gewijzigd,
hetgeen o.a. mag blijken uit het feit dat
vroeger een dier, dat de mens lichamelijke of
stoffe'ijke schade had toegebracht, als een
redelijk wezen werd gestraft. Een dier dat een
mens had gedood, werd aan de justitie over
geleverd en bij vonnis werd het dan gelijk een
misdadiger ter dood veroordeeld.
Het is wel verklaarbaar dat de houding van
de mens zich heeft gewijzigd in verband met
voortgaande beschaving en kennis van het
dier doch ook in verband met veranderingen
in gebruiksdoeleinden, die men heeft na
gestreefd en daarmede verband houdende ver
anderingen in de voeding en verpleging van
het dier. Aanvankelijk was het paard een
slachtdier en offerdier. Na het temmen als
huisdier werd het gebruikt als trekdier voor
sleep en ploeg, later ook voor de strijdwagens
en daarna als rijdier in het leger. Volgens het
Oude Testament werden ze ook voor praai
en erediensten gehouden. In het Romeinse
Rijk werden aan het paard zeer hoge eisen
gesteld. De ruiters waren gepantserd en ook
het. paard kreeg een bescherming. Het had
daardoor een zware last te dragen, meestal
over grote afstanden. Aan de oefening van
het paard werd zeer veel aandacht besteed.
Ruiter en paard moesten zich geheel op elkaar
instellen. Zowel in het Griekse als Romeinse
Rijk bezaten de leden van de bevoorrechte
standen een rijpaard, vandaar dat ze .ridders'
werden genoemd. Na de Middeleeuwen ver
dwenen de zware rijpaarden uit het leger en
werden ingeschakeld in de landbouw of voor
sleperswerk gebruikt. Lichtere paarden uit
het Oosten en Zuid-Europa werden meer als
rijpaard gebruikt. Ze werden ook wel gekruist
met de Ridderpaarden.
Voor het personenvervoer kwamen 'de koets
paarden hun intrede doen. In de 17e eeuw
begon de manegedressuur sterk op de voor
grond te treden. Vooral in de 18e en 19e
eeuw werden ossen en koeien in onze streken
als trekdier in de landbouw geleidelijk door
het landbouwwerkpaard vervangen. In de
laatste wereldoorlog heeft het paard er in
belangrijke mate toe bijgedragen, dat de
Nederlandse bevolking van de hongerdood is
gered. Zonder paarden zou de hongersnood
algemeen zijn geweest. Na deze oorlog ge
schiedt het zware werk in de landbouw meer
en meer door machines, vandaar dat men zich
in verschillende delen van het land toelegt
op het houden van een landbouwpaard dat
ook voor de landelijke ruitersport kan worden
gebruikt of zelfs gaat men over op pony's.
Het is zonder meer duidelijk dat ten aanzien
van de behandeling van een paard in de tijden
dat het dier alleen in het wild leefde, als
ridderpaard in het leger dienst deed of onder
worpen werd aan manegedressuur heel andere
maatstaven werden aangelegd voor hetgeen
toe'aatbaar was dan thans het geval is. Ook
wat de voeding betreft is steeds rekening
gehouden met de omstandigheden. Aan-
vanke'ijk leefde het paard als huisdier uit
sluitend van ruwvoeder. In tijden van mis
oogsten en ernstige hongersnood kreeg het
paard dikwij's zo weinig te %ten dat van
ernstige ondervoeding sprake was en vele
paarden daaraan stierven. De overwegende
graanvoeding deed pas haar intrede in het
leger der Romeinen, omdat granen gemakke
lijker waren mee te voeren dan ruwvoeder.
Aanvankelijk was het vooral gerst dat ge
voederd werd - nu ook nog veel in het
Midden-Oosten - later ging men in Europa
meer over op haver omdat dit graan zich
minder goed leende als volksvoedsel. Aan
voerders en soldaten van zegevierende troepen
werden na afloop van de strijd vaak beloond
met land en het viel dan ook niet te ver
wonderen dat graanvoedering van het paard
vooral van haver, naast ruwvoedering ook op
vele boerderijen haar intrede deed. Toch bleef
de voeding van het paard met uitsluitend
ruwvoeder in diverse gebieden of op vele
bedrijven de enige voederwijze, zelfs nog in
de 18e en 19e eeuw.'
Het toenemende zware werk, o.a. bij de ver
bouw van bieten en aardappelen eiste steeds
meer geconcentreerd voeder voor het paard.
Vooral haver werd een geliefkoosd voeder,
later wel aangevuld met bijprodukten van de
industrie. Aan de legende, dat haver het beste
voer is voor een paard en niet te vervangen,
is pas een einde gekomen in de laatste 30
jaren door het beschikbaar komen van de
mengvoeders.
De mengvoeders hebben haver reeds voor
een belangrijk deel als paardenvoeder ver
drongen. De voeding van het paard is daar
door op een rationeler en fysio'ogisch meer
verantwoorde basis gekomen. Ondervoeding
behoeft niet meer voor te komen. In de wet
is strafbaar gesteld hij die, zonder redelijk
doel of met overschrijding van hetgeen ter
bereiking van zodanig doel toelaatbaar is,
opzettelijk een dier pijn veroorzaakt of de
gezondheid van een dier benadeelt.
Het couperen van paardestaarten dat tot voor
enkele jaren geleden in ons land was toe
gestaan, werd in 1961 bij de invoering van de
„Wet op de dierenbe.cherming' verboden.
Dat dit verbod niet leeft in het rechtsbewust
zijn van de fokkers van het trekpaard - bij
we'k ras het couperen uitsluitend toepassing
vindt - moge blijken uit het feit, dat zeer
veel veulens toch worden gecoupeerd, waarvan
grote aantallen in het buiten'and. Een en
ander heeft tot gevhlg gehad, dat bij de
behandeling van de Rijksbegroting voor de
Landbouw op 16 januari j.l. in de Tweede
Kamer een motie is ingediend, waarin de
regering werd voorgesteld een wetsontwerp
in te dienen om het coupeerverbod op te
heffen. Deze motie werd aanvaard, zodat mag
worden verwacht dat t.z.t. het couperen weer
wordt toegestaan.
Bij dierenbescherming is men geneigd, in
eerste instantie te handelen naar maatstaven
die door het hart worden ingegeven. Pas
daarna houdt men rekening met de ekonomie
van de paardenhouderij en de mogelijkheid,
de soort in stand te houden. Men zal er
genoegen mee moeten nemen dat het paard in
gevangenschap leeft en tot werken wordt
aangezet. Afkeurenswaardig is het, het dier
in een stal te huisvesten, waaruit de mest niet
op tijd wordt verwijderd, en waarin de lucht
bezwangerd is met ammoniak en het dag
licht niet kan doordringen. In een derge'ijk
geval worden de norma'e levensprocessen ge
schaad en zou van dierenmishandeling ge
sproken kunnen worden. Eveneens is af te
keuren, een paard te zware arbeid te laten
verrrichten en in het bijzonder als het dier
helemaal niet getraind is.
Een slachtverbod voor paarden, door sommi
gen voorgestaan, zou een$ averechtse uit
werking hebben op de gehele paardenfokkerij
en dus een negatief effekt tot gevolg hebben.
Een positief ingestelde dierenbescherming
zal zich niet alleen instellen op het behouden
en bewaren van de soorten, doch tevens op
het scheppende element. In de loop der
eeuwen zal de mens de gelegenheid moeten
behouden in de fokrichting het dier aan te
passen aan de nuttige taak die in een bepaald
tijdsbestek voor hem is weggelegd.
In het verleden heeft de mens ten aanzien van
het paard wel onherstelbare fouten gemaakt.
Daarbij is te wijzen op het volledig uitroeien
van het Ehropese wilde paard. Het laatste
exemp'aar is in de tweede helft van de vorige
eeuw gedood. Thans zien wij de paardestapel
achteruit gaan. Het paard wordt op menig
bedrijf het slachtoffer van een overdreven
motorisatie en mechanisatie. Het jonge boeren
geslacht dreigt waarden over boord te gooien
waar het op gevorderde leeftijd spijt van kan
hebben. Bovendien leren de berekeningen van
de boekhoudbureaus dat vooral op kleine en
middelgrote bedrijven tot 20 ha en soms
hoger, paarden ekenomischer zijn te houden
dan trekkers.
In vele gevallen is een tekort aan arbeids-
krachten in de landbouw mede oorzaak van
het afschaffen der paarden. In deze tijd kan
een organisatie voor dierenbescherming een
positieve bijdrage leveren voor dierenbe
scherming door te helpen het nut van het
paard voor de mens nog te vergroten en de
jonge boer te wijzen op de grote plaats die
het edelste dier der schepping bij de mens kan
innemen.
OPENBARE VERGADERING op MAANDAG 27 MEI 1963
's avonds 7 uur op het stadhuis.
AGENDA:
1. Opening.
2. Notulen.
3. Ingekomen stukken en mededelingen.
4. Voorstel tot aankoop van de woning
Oudewijk 33 te Axel van de heer J. P.
Jamen van Roosendaal te Axel en con
sorten.
5. Voorstel tot overname van de sport-
akkomodatie van de Handboog Maat
schappij „Ons Vermaak", tot uitbreiding
daarvan, tot het aangaan van een huur
overeenkomst en tot het voteren van een
krediet van 2.000, -
6. Voorstel tot het uitbreiden van het per
soneel van de dienst gemeentewerken.
7. Voorstel tot het benoemen van een di-'
rekteur van het Gemeentelijk Gasbedrijf.
8. Voorstel tot het in het leven roepen van
een tak van dienst voor de sport en a's
gevolg daarvan tot het aanvullen van de
„Beheersverordening bedrijven", tot het
wijzigen van de statuten van de „Sport
stichting Axel" en tot het intrekken van
de „Algemene regeling voor het beheer
en de exploitatie van sportinrichtingen",
alsmede het raadsbesluit van 30 oktober
1962, inzake inbreng van enige gemeen-
te'ijke sportakkomodaties bij de „Sport
stichting Axel".
9. Voorstel tot intrekking van het raads
besluit van 19 maart 1963 tot verkoop
van bouwgrond Zuidsingel-Buthdijk aan
de Nederlandse Stikstof Maatschappij nv
te Brussel en vaststelling van een nieuw
besluit terzake.
10. Voorstel tot wijziging van de verordening
op de heffing en invordering van keur
loon in de Vleeskeuringskring Axel.
11. Voorstel tot het verkopen van een per
ceel bouwgrond aan de Van Middel-
hovenstraat aan de heer J. A. D. Vonck
te Axel.
12. Voorstel tot het benoemen van een ver
tegenwoordiger in het bestuur van de
Landbouwhuishoudschool en de Christel.
Lagere Technische School.
13. Voorstel tot het voteren van gelden voor
de aankoop van een filmprojektof ten
behoeve van de Openbare Lagere School
te Axel.
14. Voorstel tot het aangaan van een vaste
geld'ening, groot 700.000, - met de
N.V. Bank voor Nederlandse Gemeenten
15. Voorstel tot vaststelling van de slotwijzi-
gingen van de begrotingen van de ge
meentebedrijven en -dien;ten voor 1962.
16. Voorstel tot het verlenen van medewer
king aan het stichten van een diensten
centrum bij de 48 bejaardenwoningen,
geëxp'oiteerd door de Stichting Prot.-
Chr. Bejaardenzorg te Axel en omgeving
17. Voorstel tot het vaststellen van de 11e
wijziging der gemeentebegroting 1962.
18. Voorstel om in principe te besluiten de
Christelijke Openbare Leeszaal en Bi
bliotheek te Axel met ingang van het
jaar 1963 te subsidiëren als O.L.B.
19. Rondvraag.
20. Sluiting.
MEDEDELINGEN.
B. en W. de'en in antwoord op de in de
raadsvergadering van 23 april 1963 gestelde
vragen mede
a. Vraag van de heer Hamelink naar de mo
gelijkheid van een (desnoods voorlopige)
verdere bestrating van de brandgangen in
plan-Zuid tussen de Olivier- en de Ro-
bertstraat Onder verwijzing naar hun
antwoord in de raadsvergadering van
26 juni 1962 inzake verharding van deze
paden, vestigen B. en W. er de aandacht
op, dat de verdere bestrating mede af
hankelijk is van het vrijkomen van oude
materialen.
Het lag in de bedoeling, stenen te ge
bruiken, afkomstig van de traverse. Nu
de verbetering van dit objekt ten gevolge
van de vroeg invallende en langdurige
vorst aanzien'ijk is vertraagd, kon tot op
heden geen voortgang worden gemaakt
met de verharding van de brandgangen
tussen Olivier- en Robertstraat.
Zodra materiaal en arbeidskrachten be
schikbaar komen, zal ook dit projekt we
derom op het „werkschema" worden ge
plaatst.
b. Vraag van de heer Den Doelder hoever
de plannen met betrekking tot een kleed
lokaal voor A.Z.V.V. gevorderd zijn
Aanvankelijk is een plan gemaakt voor
de bouw van een noodkleedlokaal. De
ko:ten hiervan bedragen naar raming
10.000, De Sportstichting advi
seerde indertijd, spoedshalve voorshands
een gedeelte van dit plan uit te voeren.
Ingevo'ge onze opdracht werd door de
Konink'ijke Nederlandsche Heidemaat
schappij een schetsplan voor het bouwen
van een definitief kJeed'okaal ontworpen.
De kosten hiervan zijn geraamd op
20.000,- a 25.000, inclusief de
kosten van riolering, gas,- water- en elek
triciteitsaansluitingen. In deze kosten heb
ben wij een sociaal-kultureel infrastruk-
tureel subsidie aangevraagd.
De Sportstichting blijft op het standpunt
staan, dat een gedeeltelijke uitvoering van
de bouw van een noodlokaal aan te be
velen is, teneinde een spoedige oplossing
te verkrijgen. Naar het oordeel van B. en
W. verdient het de voorkeur, eerst alle
mogelijkheden van de bouw van een de
finitief gebouw te onderzoeken en te be
vorderen en in afwachting hiervan voors
hands de schaftwagen als noodoplossing
te b'ijven gebruiken.
De plaats waar het gebouw definitief ge
plaatst zal worden, kan pas later, aan de
hand van het definitieve sportveldenplan
in het rekreatiegebied, worden vastgesteld
c. Vraag van de heer De Waard of er reeds
nadere plannen bestaan ter voorziening
in een gebouw ter huisvesting van de de
pendance van de Zeeuwse Muziekschool
De Stichting Zeeuwse Muziekschool, af
deling Axel, maakt voor lessen in groeps
verband gebruik van een lokaal van het
Zondagsschoo'gebouw Julianastraat 1,
hetwe'k van de gemeente wordt gehuurd,
terwijl de individuele lessen piano, har
monium en viool bij de docenten aan huis
worden gegeven.
B. en W. hebben er oog voor dat deze
gespreide huisvesting verre van ideaal te
noemen is. Zij zien dan ook om naar een
beter onderdak voor de school.
Pogingen om in een betere huisvesting te
voorzien hebben, mede gelet op de daar
aan verbonden financiële konsekwenties,
tot op heden nog geen resultaat gehad.
Het Bestuur van de Zeeuwse Muziek
school is voornemens de gemeenschappe
lijke rege'ing te wijzigen. In de nieuwe
regeling zal de bepaling worden opgeno
men dat de dee'nemende gemeentebestu
ren ze'f de voor het muziekonderwijs be
nodigde gebouwen beschikbaar moeten
stellen.
B. en W. blijven in deze diligent en zodra
de nieuwe regeling bekend is, zal ge
tracht worden, een definitieve oplossing
te bewerkstelligen.
d. Vraag van de heer Maas om maatregelen
te nemen tegen het ontstaan van vuilnis-
ve:zameTingen op diverse plaatsen, zoals:
speelweide Polenstraat, Robertstraat, Te
Waterstraat en Nassaustraat Telkens
b'ijkt weer dat het euvel van vuilnisver-
vervolg op pag. 2)
AXELSE COURANT
VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS t Looat 10 r—*
Kwartaal - abonnement
Axel htmien de kom 1,25. Andere plaatsen L75,
Buitenland 2,
ADVERTENTIEPRIJS10 cent per
Bt] kontrakten belangrijke reduktle.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per i
Kleine Advertenöên 1 5 regali L
teder? regel'meer Ï2 cent ex tea.