Iets over de Geschiedenis van Axel
lekker en gezond
LANGS DE SCHELDESTROMEN
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 30 MAART 1963.
77c Jaargang, no 26
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJSLone nummers 10 cent
Kwartaal - abonnement
Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 1.75,
Buitenland 2,
Hoofdredaktie J. C. VINK.
Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per
Bi) kontrakten belangrijke redufctte.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per
Kleine Advertenöën 1-5 regels L»
tedere regel meer 12 cent
XXX
ONENIGHEID IN DE KERK.
AAN DE KAAK STELLEN.
KOMST DER FRANSEN.
Was cr tussem de burgers van Axel ver_
schil van inzicht, blijkende uit de patriot
tische gevoelens van enkelen en de
Oranjeliefde van het volk, ook in de kerk
was het niet altijd pais en vree. Zo was er
onenigheid geweest tussen Ds. Te Water
en Ds. Middelhoven. Er werd namelijk
verteld dat de jongere Ds. Te Water een
preek van Ds. Middelhoven over het ne
gende gebod een paskwil had genoemd.
Het ging daardoor niet goed tussen de
twee predikanten en Ds. Te Water had
eindelijk 14 maal de kerkeraadsvergadering
of het consistorie niet bijgewoond. Ds. van
Middelhoven moest daardoor telkens de
twee funkties van voorzitter en scriba, die
anders beurtelings door de twee predikan
ten werden waargenomen, beide waarne
men. Na een hele tijd werd het geschil bij
gelegd en Ds. Van Middelhoven ver
kreeg daarna zijn emeritaat. (Notulen ker-
keraadsvergaderingen)
Er werden toen nog de psalmen ge
zongen volgens de berijming van Datheen
en velen, o.a. de stadhouder, verlangden
dat er een nieuwe berijming zou komen.
Aan een kerkelijke kommissie uit alle pro
vincies (vooraan in de psalmboekjes te
vinden) werd de taak opgedragen, een
nieuwe psalmberijming samen te stellen.
Weldra werd de nieuwe berijming in de
kerken ingevoerd, maar velen waren aan
de berijming van Datheen gehecht en be
schouwden deze als de enig ware. Dus
zongen ze op langzame, slepende manier
de oude berijming.
Jozias Paulus, de burgemeester, achtte
ook voor Axel de tijd gekomen om de
psalmen volgens de nieuwe berijming te
doen zingen in de kerk van Axel. We
moeten niet vergeten, dat de burgerlijke
overheid ook in de kerk wat te zeggen
had. Geen wonder dat ook de toenmalige
predikant, Ds. Ruijsch, en ook de kerke-
raad voor het plan van Paulus gewonnen
werden. Ds. Ruysch kondigde het voor
nemen om de psalmen volgens de nieuwe
berijming te zingen, enige weken vóór de
invoering van de preekstoel af, dan kon
den de gemeenteleden zich thuis wat oe
fenen. Maar men had niet gerekend met
de koppige tegenstand tegen het nieuwe
zingen. De eerste maal dat men de nieuwe
berijming volgde, kwam er wanorde bij het
zingen. De voorzanger had de eerste regel
al uitgezongen toen er een groepje was,
dat maar halverwege de regel was en het
zingen uit stijfhoofdigheid zo remde, dat
de voorzanger het voorzingen moest op
geven, en de predikant kon maar aan zijn
predikatie beginnen toen de laatste galm
was wgegestorven.
Toen namen de burgemeester, Jozias
Paulus, met de baljuw en.schepenen het
besluit, de gemeente te bevelen, met de
voorzanger mede te zingen. Wie zich daar
niet aan hield, zou een boete krijgen van
twintig gulden. Tussen de banken werden
gerechtsdienaars opgesteld om op te letten
wie het bevel zou durven overtreden, en
de dienstbode van Ds. Ruysch zou ook
een oogje in het zeil houden. Toen er toch
één was die bleef galmen, vroeg Ds.
Ruysch aan de dienstbode Kaatje, wie
is het die daar nazingt En Kaatje noem
de de naam van de overtreder die prompt
een boete kreeg van 20 gulden. Het lang
zame zingen en galmen bleef nu achter
wege.
Dat de stedelijke regering streng op
trad tegen de overtreders van haar wetten
zien we daaruit dat de Kaak nog werd ge
bruikt als straf- en afschrikmiddel. De
Kaak was een stenen pilaar, die tegen de
muur van het stadhuis was geplaatst en
waarop de veroordeelde met kettingen om
hals en lichaam werd geplaatst en vast
gemaakt. In de notulen van de Vergade
ring van Wette van 12 maart 1785 werd
een zekere Maria M., bijgenaamd ,,De
gele Kluit", beschuldigd van diefstal van
een schoorsteenketting, dekens en lakens.
Ze werd gevangen gezet op de Gijselka-
mer op het stadhuis en later volgens de
veroordeling van de luitenant-baljuw ver
bannen na te voren van 11 tot 12 uur op
de kaak gesteld te worden, terwijl zij met
roeden (Rode Roe) omhangen was. Bov-en
haar hoofd was een „borretje" vastge
maakt waarop geschreven was „voor dief-
te". Iemand die op de kaar stond, mocht
uitgescholden worden en met allerlei vuil
gegooid worden. De straf van de kaak
vonden sommigen zo zwaar dat zij liever
gedood werden.
Dat de doodstraf en het radbraken in
het laatst van de 18e eeuw in Axel nog als
straf werd toegepast, lezen we in no. 711
Oud Archief Notulen van de Vergade
ring van Wette. In de Vergadering van
9 februari 1781 staat: „Er werd bericht
dat I. P. Volkrijk, hospes (herbergier),
wonende in de Keete aan de sluis van de
Moerspuipolder, door zijn aangehuwde
zoon Pieter L. op een moorddadige wijze
met een tinnen bierkan was doodgeslagen
en dat de dader op het „Fait" was betrapt
en in bewaring gebracht." In de Criminele
Vierschaar van zaterdag 10 maart 1781
werd hij veroordeeld om op een houten
kruis te worden geradbraakt en voorts
met de tinnen bierkan de genadeslag toe
gebracht te worden. Het dode lichaam zou
op het schavot worden tentoongesteld met
de bewuste bierkan op een tafeltje erbij.
Voorts zou het dode lichaam op een horde
naar het Galgenveld (aan de Grote kreek
nu) worden gesleept en aldaar worden
vastgeketend om door de lucht te worden
verteerd. Zulk een vonnis zou men in de
Middeleeuwen zoeken en dat gebeurde in
Axel in 178(1
Het vonnis werd uitgevoerd 17 maart.
Ds. Scharp moest de veroordeelde bijstaan
in zijn laatste uren, terwijl hij in de „Don
kere Muute" zat. Scherprechter was
Philippus Hamel uit Gen:t.
In no. 719 Oud Archief staat „dat het
eilandje in de creek van de Buthpolder
in chijns wordt genomen van die polder
voor 1 pond vlaams om als gerechtsplaats
te dienen.
Uit Frankrijk kwamen berichten over
een gewelddadige ommekeer. Het konings-
Lodewijk XVI en Antoinette waren op
het schavot onthoofd. In 1792 was de re
publiek afgekondigd. Een Frans legertje
rukte België binnen. Dit had gemakkelijk
tegengehouden kunnen worden als de
bondgenoten tegen Frankrijk maar eens
gezind waren geweest maar nu rukten de
Fransen in juli ook naar onze streken op
en in no. 719 Oud Archief lezen we:
„23 October 1794. Heden is deze stad eni
ambachte bij capitulatie overgegaan aan
de Franse Republiek en de Franse troupes
zijn de landpoort binnengemarcheert, dog
het inliggende Detachement van de heer
Generaal Maneel is krijgsgevangen ge
maakt." feen luitenant van het leger van
Maneel had de Magistraat geholpen om
de capitulatie-voorwaarden op te stellen.
Sommige burgers hadden de Franse le
gers niét afgewacht maar waren de Schelde
overgevlucht, zo o.a. ook burgemeester
De Jonge, „die in Middelburg de belangen
der stad zou behartigen". Verder Ds.
Steenbakker, Ds. Hoog, Ontvanger Hoe-
lands, de schippers Jelijt en Eekeman,
procureur De Lozanne (de vurige Oranje
man) benevens griffier Schovel en Daniël
Buyze. Deze waren bang voor de roof-
en moordzucht van de Fransen. Van een
dansen om de vrijheidsboom lezen we
niet. De hier gekomen Fransen belegden
een vergadering en „in dese vergadering
zijn verzogt de heren Johan Paulus en
Hendrik Ribbers, alsoo die beide heeren
de Franse tal machtig zijn, om de biljet-
tering der Franse troupes bij de burgers
te helpen reguleren". Jozias Paulus werd
Maire of burgemeester.
Dat het rijmpje „Ratteplan, Ratteplan,
daar komen ze an, ze hebban geen kousen
of schoenen meer an" ook voor de Franse
soldaten die hier kwamen, waarheid be
vatte, blijkt uit de vordering van 908 paar
schoenen voor de binnengekomen Franse
broeders, te vorderen in en ten laste van
de gemeenten Axel, Neuzen, Biervliet, Sas
van Gent en Philippine.
Ook andere zaken! werden gevorderd.
De 13 Frimaire, 3 e jaar, dus in december
1795 moesten wapens ingeleverd worden
en werden opgezonden naar citoyen (bur
ger) Col, agent principal des armes et
poudres in de Abdij van Waarschoot te
Gent350 geweren, 9 pistolen, 2720 sa
bels en andere steekwapens. Een over
weldiger is altijd bang om wapens in han
den van de overwonnene te laten. Als ge
dwongen leveringen worden nog genoemd
180 zakken tarwe, vervolgens 264 zakken
en later nog 142 en 107 zakken. In West-
dorpe hadden de boeren in het 3e jaar der
Republiek reeds 593 zakken gerst geleverd
en vroegen de inwoners van deze plaats
om verschoond te mogen blijven van ver
dere leveringen, omdat er anders niets
voor de inwoners zou overblijven. (No.
574 Oud Archief). Overal kwam er ar
moede en ellende. Bovendien kwamen er
nog vorderingen voor het leger. De laatste
Brumaire (november 1795) moesten er
ook geleverd worden 163 wagens bespan
nen met 2 paarden, de nodige knechten
moesten mee voor het vervoer van de be
nodigdheden voor het leger, opererende
tussen Antwerpen en Nijmegen. Van de
paarden en wagens kwam een groot ge
deelte niet terug en ook van de knechten
kwamen er enkelen om het leven. Zo on
dervond men de zegeningen welke de
Franse verlossers hier gebracht hadden.
Als men dit in de archiefstukken leest,
is het alsof men met enige variatie be
richten uit de laatste oorlog leest.
De Jonge.
G.S. in Goes
Bezorgd over uitb'ijven van
vooruitgang.
Het gemeentebestuur van Goes heeft
gisteren bezoek gehad van de Commissa
ris van de Koningin in Zeeland, Jhr. Mr.
A. F. C. de Casemibroot, de gedeputeerden
J. van den Bos, A. Kaland en M. van
Poelje en verschillende ambtenaren der
provinciale griffie.
De aanleiding voor dit bezoek was de
verontrusting die bij het kollege van G.S.
heerst over het uitblijven van een merk
bare vooruitgang in de kerngemeente
Goes. G.S. zijn vooral bezorgd over de
stilstand m.b.t. de industrialisatie van
Goes.
In dit kader zijn gisteren o.m. de moge
lijkheden en de techniek van het aantrek
ken van industrieën, de verhouding tot in
dustriëlen in Goes en de zo noodzakelijke
verbetering van de infrastruktuur aan de
orde gekomen. Voorts zijn mogelijke om
buigingen in het beleid, die de stagnatie
zouden kunnen opheffen, besproken.
Informatiereis in kanaalzone
Gent-T erneuzen.
Op 1 april a.s. organiseert de raadge
vende interparlementaire Beneluxraad een
informatiereis naar de kanaalzone Gent-
Terneuzen. Aan deze reis nemen deel het
gouvernement van Oost-Vlaanderen, het
provinciaal bestuur van Zeeland, alsmede
vertegenwoordigers uit de ekonomische
en sociale sektor van de streek. De dag
begint om kwart over negen met een ont
vangst in het provinciaal gouvernement
van Oost-Vlaanderen te Gent en zal om
streeks 5 uur eindigen in het casino van
de Nederlandse Stikstof Maatschappij te
Axel.
Na de ontvangst in het gouvernements
paleis zal gouverneur Mariën een wel
komstwoord spreken. Vervolgens geven
drs. M. C. Verburg, direkteur van het
E.T.I. voor Zeeland en de heer R. Bul-
tynck, sekretaris van de Ekonomische raad
voor Oost-Vlaanderen, een uiteenzetting
van de grensproblemen op ekonomisch
terrein.
Hierna (omstreeks 10 uur) wordt een
bustocht gemaakt over de linker kanaal-
oever, waarbij een toelichting wordt ge
geven over de bestaande bedrijven aan de
rechteroever, over de in oprichting zijnde
elektriciteitscentrale en over de Sidmar.
Daarna volgt een bezoek aan de bouw
putten van de sluizen in Terneuzen.
Na de lunch vertrekt het gezelschap
naar Axel, waar in het casino van de
Stikstof Maatschappij eeni bespreking
wordt gewijd aan de problemen ten aan
zien van het regionaal beleid in de grens
gebieden van Zeeland en Oost-Vlaande
ren. De heer R. Drèze, voorzitter van de
raadgevende interpalrementaire Benelux
raad, zal de bespreking inleiden, waarna
Is. F. van Rossum, hoofdingenieur van de
Rijkswaterstaat te Terneuzen en de heer
J. v. d. Meulen, lid van de Haven van
Gent, een uiteenzetting geven over de
kanaalwerken.
Daarna volgt een bespreking over de
infrastruktuur, de openbare nutsvoorzie
ningen), de arbeidsmarkt, de huisvesting,
de onderwijs- en kulturele problemen, het
toerisme, de vormgeving van de grens-
kontakten en het regionaal beleid.
De Commissaris van de Koningin in
Zeeland, Jhr. mr. A. F. C. de Casembroot
zal de informatiereis sluiten.
Expositie Pieter de Bodt
te Terneuzen.
Vorige week vrijdagavond en zaterdag
hebben de leerlingen van Pieter de Bodt,
de Zaamslagse kunstschilder, geëxposeerd
in hun „akademie" te Terneuzen, Steen-
kamplaan 51. Het was een experiment om
daar 56 tekeningen en schilderijen, van de
28 leerlingen van Pieter de Bodt, die in
Terneuzen, Sas van Gent en Zaamslag
wonen, voor de eerste keer aan de open
baarheid prijs te geven.
Met endge wrevel bekijkt de bezoeker
het gebouw waar de Terneuzense leer
lingen les krijgen een onbewoonbaar ver
klaarde winkel. De grot eetalageruit is af
geschermd met grove, donkere planken,
waarop een smalle, witte strook papier de
tentoonstelling aankondigt. De Bodt en
zijn leerlingen zouden ook wel graag een
beter onderkomen, hebben en het gemeente
bestuur zou hen liever een behoorlijk ge
bouw aanbieden. Momenteel is dit nog niet
mogelijk.
Het interieur is navenant. Des te ver
rassender is het dat Pieter de Bodt en
zijn leerlingen zich er best thuis voelen.
„Het is hier beslist gezellig als we vrij
dagsavonds gezamenlijk aan het werk zijn"
Zij voelen zich verbonden door een goede
kameraadschap.
Pieter de Bodt is een man die op de
eerste plaats naar de kwaliteiten in rijn
leerlingen zoekt en deze stimuleert. Hun
fouten verbetert hij in een eerlijke, op
bouwende kritiek. Uit je fouten kun je het
meeste leren, is zijn stelregel. De leer
lingen zijn er van overtuigd dat de heer
De Bodt kunstenjaar en vakman is.
(Vervolg op pag. 3)
AXELSE COURANT
20 cent per rol