Als men tegenwoordig in vele, zo niet alle, huis
houdingen de klacht hoort uiten over toenemende
duurte van het leven, ontkomt zeker de gemeente
huishouding niet aan dit euvel. Voegt men hierbij
de versnelde ontwikkeling in de reeds aangevangen
strukturele veranderingen in het maatschappelijk
leven van onze woonstreek, dan hoeft men niet
te gaan profeteren dat de nabije toekomst ons geen
financiële zorgen zal baren.
Nu is het m.i. onmogelijk, deze ontwikkeling
vóór te blijven, zoals de geachte afgevaardigde van
het G.P.V. ons onlangs voorhield. Dit kan m.i.
hierom al niet omdat voor vele plannen die B. en
W. ons als voorstellen in de raad zullen voorleggen
zij wèl de besluitvaardigheid van ons als raad te
genover zich zullen vinden, maar de realisering
ervan afhangt aan bepaalde goedkeuringen en ver
gunningen van diverse instanties waarop wij weinig
invloed kunnen uitoefenen. Ik denk hierbij aan de
ontwikkeling van de woningproduktie in onze ge
meente. We hebben vanavond het besluit genomen
tot het bouwrijp maken van plan-Oost. Wanneer
dit projekt geheel bouwrijp is kost ons dit aan
investering een bedrag van pl.m. 3Yi miljoen
gulden. Welnu, wanneer de bebouwing van dit
plan zich niet binnen 5 a 6 jaar voltrekt, kan dit
voor ons een zeer gevoelig verlies betekenen in
financieel opzicht.
Is het daarom verstandig, Mijnheer de Voor
zitter, om deze begroting sluitend te maken door
een flinke hap uit de algemene reserve te nemen,
iets wat vorig jaar ook gedaan werd, en daarmee
deze reserve bijna tot het nulpunt te reduceren
U zegt in Uw begeleidingsbrief, Mijnheer de
Voorzitter, dat er anders geen mogelijkheid is, iets
waarvan de overtuiging nog niet mijn deel is.
Op velerlei manier hoort men de bewering dat
er in deze welvaartstijd wel iets te luxueus geleefd
wordt. En deze begroting wekt nu toch ook niet
bepaald de gedachte op dat wij hier maar in armoe
voortstrompelen.
Mijnheer de Voorzitter, ik ga niet verder uit
weiden over grotere of kleinere bezwaren die we
hebben tegen enkele posten deze begroting, waar
over we nog wel nader van gedachten zullen kun
nen wisselen.
Globaal gezien bestaan er bij ons geen bezwaren
tegen aanvaarding van deze primitieve begroting.
Wij verbinden ons gaarne aan de laatste strophe
van de begeleidingsbrief, dat we in vertrouwen
de blik kunnen richten op de wenkende gunstige
perspektieven voor onze gemeente en waarin de
wens wordt uitgesproken voor een harmonieuze
samenwerking tussen B. en W. en de raad, die
mag leiden naar een betere, liever zou ik zeggen
grotere, toekomst voor de stad Axel.
Of die toekomst beter zal wezen, hangt van
allerlei faktoren af die we nu nog niet kunnen
onderkennen. Dit alles wordt gesteld onder het
beding van de zegen Gods.
Welnu, Mijnheer de Voorzitter, zij deze zegen
ook in volle mate het deel van B. en W., en ons
ons als raadsleden, in de uitoefening van ons ambt
want„Zo de Here het huis niet bouwt, tevergeefs
arbeiden de bouwlieden. Zo de Here de stad niet
bouwt, tevergeefs waakt de wachter."
De heer E. A. MAAS, namens de Katholieke
Volkspartij
(De heer Maas beklemtoonde eerst de christelijke
overtuiging van zijn partij, naar aanleiding van
enkele uitlatingen van de heer Oggel en stelde
zeer duidelijk „Christus is en blijft onze Koning")
Mijnheer de Voorzitter,
Wij, als leden van de K.V.P. kunnen in zeer
grote lijnen onze instemming betuigen met wat be
treft de opstelling van de primitieve begroting
1963. Dat het aanspreken van de algemene reserve
voorkeur verdient boven het afkappen van nood
zakelijke uitgaven, heeft onze instemming. Hier
mede komt wel duidelijk tot uitdrukking het spreek
woord „de cost gaet voor de baet uvt", ofschoon
dit niet altijd gerealiseerd kan worden.
Mijnheer de Voorzitter, het heeft geen zin om
alle grote werken die voorkomen in het uitbrei
dingsplan, of reeds gerealiseerd worden, op te
sommen. Niemand meer dan juist wij dringen er bij
het College op aan om spoed te zetten achter de
plannen die staan op de urgentie: ééen werk willen
wij vermelden, n.l. de Oudeweg. We zijn blij dat
dit werk is aanbesteed, zodat zeer binnenkort met
de aanvang kan worden begonnen.
Wat wel onze aandacht vraagt, dat is de Sport-
stichting.We zijn er van overtuigd dat deze stich
ting de gemeente veel geld gaat kosten. Doch als
dit binnen de perken blijft, en als wij er behoorlijk
in worden gekend, zullen wij er onze medewerking
niet aan onthouden.
Het stemt ons tot vreugde dat het laatste stuk
grond is verkocht aan de Zuidsingel, zodat de prijs
van 7,per vierk. meter niet meer zal voor
komen, het GOEDKOOPSTE bouwen op het
MOOISTE gedeelte van Axel is hiermede voor
goed van de baan.
WONINGBOUW
Wat ons met zorg omringt, is de woningpolitiek.
Het woningbedrijf, Mijnheer de Voorzitter, is
een bedrijf geworden, één van de grootste uit onze
gemeente. Het is toch zo, Mijnheer de Voorzitter,
dat het aanzien van Axel staat of valt met het
onderhoud, omdat het bedrijf zich uitstrekt over
de gehele gemeente. Het gaat niet op om te zeg
gen er is geen geld. Huizenblokken die reeds op
geleverd hadden moeten zijn wat betreft het schil
derwerk, staan al meer dan vier jaar in de eerste
grondlaag, en waarom Omdat men de aannemer
zijn gang laat gaan. Wat het onderhoud van bin
nen betreft, er zijn nog wel een paar posten in de
begroting te vinden die hiervoor gebruikt te wor
den. Wij denken aan teveel geraamd watergeld, of
het huurverlies, dat tot een minimum beperkt kan
worden.
Het moet toch niet zo zijn, Mijnheer de Voor
zitter, dat bij controle geconstateerd wordt dat de
keuken meer lijkt op een beestenstal dan op een
keuken. Enkele jaren terug is er eens een. op
merking gemaakt door een College „Wij moeten
een straat in reserve houden voor min vermogen
den" Goed, Mijnheer de Voorzitter, maar men moet
er toch van uitgaan dat deze mensen ook recht
hebben op een behoorlijke woning voor hun huur
geld.
Wanneer hier naar wordt gestreefd, dan pas
kan men zeggen het is goed wonen in Axel, het
woon- en leefklimaat is goed.
Namens de fraktie van de Christelijk-Historische
Unie sprak de heer P. J. VAN BENDEGEM
AANMERKINGEN
Voorzitter,
Zoals U bekend, heb ik namens de C.-H.-fractie
van de raad medegedeeld, dat wij verschillende
aanmerkingen hebben over de begeleidende brief
bij de begroting. Allereerst dan vragen wij ons af
is het verstandig om in deze tijd de gekweekte
reserve bij de gemeente op te souperen om de primi
tieve begroting daarmede sluitend te maken Vol
gens ons is dit de moeilijkheden verschuiven en
ze zijn daarmede nog niet opgelost. Het ware beter
geweest geen gelden uit te geven voor objekten
ter verbetering en versiering van b.v. de markt
voor het gemeentehuis, zoals Uw College het uit
drukt. En dan denken wij hierbij ook aan de z.g.
invalsweg en het overnemen van de failliete boedel
van de tennisclub, enz.
In Uw bewuste brief meent U het aantasten van
de reserve te moeten toeschrijven aan het stijgen
der prijzen en lonen van het personeel en de toe
name van het personeel bij gemeentewerken. Des
tijds hebben wij het college hierop geattendeerd
en dan meende U dat dit niet zo was. En nu
spreekt U zichzelf hierover wederom tegen, in Uw
begeleidende brief. Dit is niet zulk een mooie stijl
van doen. En haast zou ons het woord ontglippen
dat U niet voldoende aandacht en ernst besteedt
aan de op te lossen vraagstukken dezer gemeente.
Eveneens haalt U in Uw brief er verschillende
zaken bij om te willen rechtvaardigen dat het niel
anders kan. Maar niets is minder waar dan dat.
En wij zijn het als C.-H.-fractie daar helemaal niel
mee eens.
GEHEIMZINNIGHEID
Ook is er volgens ons te grote geheimzinnigheid
bij het College, zoals eveneens nu weer uitkomt in
Uw begeleidende brief, bladzijde 2, geheel boven
aan. Ook zagen wij in den vervolge gaarne dat,
wanneer er over diverse punten wordt gesproken
en gevraagd, U meer op de kernpunten der zaken
ingaat en er niet teveel omheen zit te tollen, zoals
in één der laatste raadsvergaderingen gebeurd is.
Want het gaat er toch in de eerste plaats niet om,
zoveel mogelijk gelijk te krijgen, maar om zoveel
mogelijk tezamen de vraagstukken te helpen op
lossen. Want het gemeentebelang wordt niet ge
diend met het woord alleen, doch door de daad bij
het woord te voegen.
Evenmin gaat het er om of iedereen gelijk heeft,
laat de opinies maar gerust met elkaar in botsing
komen, want dan wordt de waarheid er wel uit
geperst, als maar steeds bij dit alles het gemeente
belang prevaleert en niet het persoonlijke- of partij
belang.
Volkomen zijn wij het eens met het ontwerpen
van plannen zowel op het gebied der sanering als
op het gebied der uitbreiding der gemeente. Wel
moet het College steeds diligent zijn om alles op
de kortst mogelijke tijd te realiseren om rente
derving en meerdere bezwaren op te lossen en te
verminderen.
Het spijt ons dan ook te moeten zeggen dat door
de voorzitter in het begin van 1962 werd gezegd
bij deze besprekingen „Wij zullen in de maand
juni van dit jaar de eerste spade in de grond
steken" terwijl er nog totaal niets van te merken is.
Dit moet dus ook wederom verwezen worden naar
het rijk der fabelen en daar moeten wij als C.-H.-
fractie niets van hebben. Wij hopen dan dat er
liever niets wordt gezegd dan dat iemand blij wordt
gemaakt met een dooie mus.
Zoals U wel bekend is, hebben wij als C.-H.
er steeds op gewezen dat wij een veel te dure
Centrale Dienst hebben, want dit kost de gemeente
per jaar ongeveer 40.000,en wij hebben al
jaren geleden gezegd: Zodra Terneuzen uittreedt,
maakt dan dat U er bij bent, want dan kunnen wij
er ook uit Daarom verheugt het ons dat wij in
deze raad meer van dergelijke klanken horen en
zijn wij blij dat nu eindelijk ook eens meerdere van
onze gezegdes overtuigd worden.
Daarom willen wij er nu op wijzen dat met zulk
een groot bedrag veel meer kan gebeuren en ver
wachten wij van het College dat zij in de kortst
mogelijke tijd met voorstellen komen voor een eigen
dienst in onze gemeente en dan een dienst van eigen
gemeentewerken waar alles onder ressorteert, dus
ook het gas, en dan willen wij het woord GAS nog
eens extra onderstrepen.
Ook staan wij als C.-H.-fractie een billijker
verdeling voor van de subsidie aan militaire te
huizen.
TOEJUICHING
Wij juichen ook de verbetering van straten toe
en wij vertrouwen dat het bestaan der voortuintjes
bij de stratenverbetering op zijn minst voor de
helft behouden blijft. Dan geeft dit ook nog enige
fleur aan de omgeving.
Dat de verbetering van de Oudeweg nu eindelijk
eens aan de beurt komt, verheugt ons ten zeerste,
omdat de randbewoners van de gemeente daarop
al veel te lang hebben moeten wachten.
Met het College hopen wij dat het bouwrijp
maken van plan-Oost spoedig zal zijn voltooid,
niettegenstaande wij er voorshands nog niet zo
zeker van zijn.
Wel zal het onze aandacht moeten hebben, om
dat wij beseffen dat er zo spoedig mogelijk een
vermindering moet komen van het respectabele be
drag aan rentederving hetwelk nu een bedrag is
van 297000,— per jaar en dat mag zeker geen
jaren duren want dan zou het wel eens een de
bacle voor de gemeente kunnen worden.
De begrotingspost van 10.000,voor festivi
teiten vinden wij veel te hoog en willen wij ver
minderd zien tot de helft van dit bedrag. Volgens
ons zijn er belangrijker zaken die recht hebben op
een hoger subsidiebedrag.
BLIJ MET SUBSIDIEVERHOGING
Met enkele subsidie-verhogingen zou onze fractie
zich kunnen verenigen, vooral als het gaat om het
subsidie aan de kruisverenigingen, omdat deze
steeds werkzaam zijn in de geest van het particulier
initiatief, die uniek is te noemen in ons land. Blij
zijn wij dat het subsidie al is verhoogd voor deze
verenigingen, want als er één vereniging is die
er recht op heeft, dan zijn het vooral deze kruis
verenigingen.
Tenslotte beamen wij met het College dat onze
gemeente de financiële zorgen niet bespaard blijven
en vertrouwen wij met het College dat er in het
komende jaar een zoveel mogelijk harmonische sa
menwerking zal zijn, in het belang van onze ge
meente voor het jaar 1963, al zullen wij nog wel
eens van inzicht en mening verschillen als het gaat
om de te zoeken oplossingen.
Wat de wethoudersbenoemingen betreft ,daar
heeft de fractie Van der Lee wel een zeer eigen
aardige rol in gespeeld, maar dit willen wij wel
voor zijn rekening laten.
Voorzitter, ik wil het hierbij in eerste instantie
laten, maar behoud mij het recht voor, wanneer
dit nodig blijkt, om in tweede instantie het woord
te vragen.
De heer K HAMELINK, namens de Partij van
de Arbeid:
Mijnheer de Voorzitter,
Algemeen beschouwend zijn wij niet ontevreden
over het gevoerde beleid in het afgelopen jaar.
Door verschillende oorzaken is er een onverant
woorde achterstand ontstaan, wat een versnelde
aanpak vergt, waardoor een financiële spanning
ontstaat die goed moet worden gepland, zodat geen
overspanning zal ontstaan.
Wij noemen hier de invalsweg, Oudeweg en het
bouwrijp maken van bouwgronden. Grote grond
aankopen zijn gedaan, saneringen aan de lopende
band. Kortom, er komt veel tot stand. Maar wan
neer wij zien wat er nog allemaal op het pro
gramma staat, moeten wij toch een waarschuwend
woord laten horen, want dit moet ook allemaal
redelijk mogelijk zijn, en niet TE veel op de schou
ders drukken van de inwoners.
En wij weten wel, Mijnheer de Voorzitter, veel
vraagt om een oplossing en wij leven in een razend
tempo. De Kanaalzone-ontwikkeling vraagt dit van
ons, maar er moet ergens een rem zijn, niet om stil
te staan, maar om vaart te kunnen minderen als dit
financieel nodig zou zijn.
Kleinere dingen kunnen op deze manier over het
hoofd worden gezien of terzijde geschoven. Wij
denken hierbij aan het zwemwater in de Kleine
Kreek; de langlopende toezegging aan de V.V.
„Axel". De Sportstichting wordt hiermee nu wel
geconfronteerd, maar dit is geen direkte oplossing.
De Oudeweg, een punt van discussie. Wij zijn
van mening dat er een vroegere oplossing mogelijk
was geweest. Het motief: de bar slechte toestand
van de weg.
MEEBESTUREN
U moet evenwel begrijpen, Mijnheer de Voor
zitter, dat dit bedoeld is als meebesturen, wat
steeds ons uitgangspunt is geweest.
De verkiezingsuitslag heeft ons aangetoond dat
er waarderend over ons optreden is geoordeeld.
Onze fractie kon hierdoor met een lid worden uit-
gebeid en als dan hierop de erkenning van onze
partijgroepering tot uiting komt, in het kiezen van
een wethouder uit ons midden, zijn wij bereid even
eens te erkennen dat de groeperingen die hieraan
hebben meegewerkt, een bereidheid hebben getoond
tot samenwerking ondanks voorgekomen menings
verschillen. Wij zijn van mening dat de juiste
basis is gelegd voor een constructief beleid, waarop
vruchtbaar kan worden voortgebouwd. Wie zaait,
zal oogsten.
BELASTING NIET IN OVEREEN
STEMMING MET DRAAGKRACHT.
Terugkomende op eerder genoemde punten welke
in onze gemeente uitgevoerd en nog uitgevoerd
zullen dienen te worden, willen wij toch nog even
dieper ingaan op de consequenties hiervan ,want
het is toch namelijk zo dat hiervoor de belastingen
zijn opgetrokken tot een zeer hoog niveau, en dat
dienen wij te aanvaarden om dat wij niet willen
meedoen met hen die hogere uitgaven willen doen
en de belastingen verlagen.
Niettemin, Mijnheer de Voorzitter, is dit be
lasting peil voor vele inwoners niet in overeen-
stemmng met de draagkracht en wij baseren hierop
onze motivering.
WAARDERING VOOR BELEID
De Sportstichting Mijnheer de Voorzitter, heeft
onze bijzondere aandacht en wel in deze zin, dat
wij ons realiseren, dat niet alles op één jaar rond
zal zijn en dat de raad bereid zal moeten zijn hier
jaarlijks enkele tienduizenden guldens voor te vo
teren. Wij zijn verder het College dank verschul
digd voor het opheffen van de baatbelasting voor
de bewoners van de Singelweg. Deze onredelijke
kwestie behoort nu gelukkig tpt het verleden.
Mijnheer de Voorzitter, wij zijn ons bewust, dat
wij met het leveren van een man in het College
een zwaardere taak op onze schouders hebben ge
nomen die wij evenwel vertrouwen aan te kunnen.
Wij zien onze gemeente geleidelijk aan ten goede
veranderen en aan een verdere verbetering zullen
wij zeker gaarne medewerken. De verkiezings
uitslag heb ik in aanhef reeds even aangestipt. Dat
het totstandkomen van dit College ons verheugt,
spreekt natuurlijk vanzelf, maar dat het samen
stellen van diverse raadscommissies is kunnen ge
beuren zoals dit gebeurd is, zal toch ieder moeten
zien als democratisch en in overeenstemming met
de verkiezingscijfers.
Natuurlijk zijn er nog wensen, welke niet ge
noemd zijn, maar het zou te ver voeren overal op
in te gaan. Wat onze aandacht steeds heeft gehad,
nl. de omschakeling van B.S. in een feitelijke Dienst
voor Maatschappelijke Zorg, regelt zich zelf als de
betreffende wet hierop de Kamers is gepasseerd en
aangenomen.
De bejaardenzorg, Mijnheer de Voorzitter, is het
nodig hiervoor te pleiten Ik geloof aan te kunnen
nemen dat dit Uw bijzondere aandacht heeft. Over
het algemeen zijn wij bereid, zoals ook in het ver
leden, tot samenwerking met ieder, die gemeente
en algemeen belang wil dienen, en wij hopen niet
genoodzaakt te worden door scherpe, onverant
woordelijke en ongemotiveerde aanvallen, inge
geven door katterigheid en vergane glorie, om tot
scherper optreden aanleiding te geven
Ik bemerk bij de heer Oggel een zekere bezorgd
heid om onze partij Maar ik zie deze uitlatingen
meer als katterigheid om vergane glorie. Maar als
hij het beleid wil helpen uitstippelen of bepalen,
dan staat het hem vrij om lid te worden van onze
partij.
Tenslotte sprak de heer A. H. VAN DER LEE
namens Gemeentebelangen.
TELEURSTELLEND VERLOOP
Mijnheer de Voorzitter,
De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen
dit jaar was voor Gemeentebelangen teleurstellend,
hoewel de achteruitgang in stemmenaantal niet tot
gevolg had, dat ons zetelaantal in de raad ver
minderde. Ondanks deze teleurstelling zetten wij
onze werkzaamheden in het belang der gemeente
met nieuwe energie voort. De uitslag van de ver
kiezingen gaf ook als resultaat dat 2 van de 6
lijsten met drie zetels uit de bus kwamen. Wij
hebben gemeend deze uitspraak van de kiezers niet
te moeten negeren en hebben dan ook de verkie
zing van de farctievoorzitters van deze beide par
tijen tot wethouder gesteund. De werkzaamheden
van dit College zien wij met vertrouwen tegemoet.
OP DE GOEDE WEG
De begroting 1963 die thans voor ons ligt, sterkt
ons in dit vertrouwen. Wij zijn met het College
van mening, dat het inderdaad te betreuren is,
dat voor het sluitend maken van de begroting' een
beroep moest worden gedaan op een gedeelte van
de algemene reserve, hoewel dit geen onover-
komenlijke ramp is.
Wij zijn van mening dat het College op de goede
weg is met de vele plannen, die in de achter ons
liggende tijd werden opgesteld en waarvan de
verwezenlijking thans gaande is. Hopenlijk zal ook
de rijksgoedkeuring op de voorgenomene bouw
werken niet lang meer op zich laten wachten.
Zorgelijk blijft voor onze gemeente het tekort
aan woonruimte. Desondanks vragen wij de aan
dacht van het College om bij het tot stand komen
van nieuwe woningen ook aandacht te wijden aan
het vrij maken van panden in de Oude Wijk, die
voor sloop in aanmerking komen. Zo langzamer
hand dient deze sanering gereed te komen, al heb
ben wij begrip voor het feit dat het gebrek aan
woonruimte zeer vertragend werkt.
Wat betreft de plannen voor openbare werken
willen wij nog even de aandacht vestigen op het
tekort aan parkeerruimte dat nu, ondanks het grote
parkeerterrein, reeds ontstaat. Wil het College ook
hieraan aandacht schenken Wij denken speciaal
aan het terrein tussen Kerkdreef en Julianastraat.
HET VERZORGINGSPEIL
Al met al kan men uit het geheel wel een beeld
distilleren van een gemeente, die aan het begin
staat misschien niet van een zeer spectaculaire uit
breiding in de eerste jaren, maar toch wel van een
gemeente waarvan het verzorgingspeil of zoals dit
tegenwoordig genoemd wordt, het woon- en leef
klimaat behoorlijk verbeteren zal. Dit zal o.i. van
zelfsprekend ook tot uiting komen in hogere posten
voor culturele verzorging en in de kosten voor de
volksgezondheid.
Met betrekking tot de volksgezondheid zijn wij
van mening dat hiertoe ook de sportbeoefening
behoort.
Mede in verband met de meerdere vrije tijd
waarover wij de beschikking krijgen zal ook de
sportaccomodatie een veel grotere zorg vragen van
de overheid. De tijden zijn voorbij, dat de overheid
hiervan afziidig kon blijven. Men kan dit betreuren
of afkeuren, of zelfs zich hiertegen verzetten, de%
realiteit is, dat voor de aktieve, maar ook voor de
passieve sportbeoefening de overheid een taak heeft
te vervullen zoals zij dit op tal van andere terreinen
van opvoeding en volksgezondheid reeds heeft.
Wat dit betreft bestaat er in onze gemeente een
grote "achterstand, waarbij als enige, zij het schrale
troost mag gelden, dat deze zelfde achterstand in
een groot gedeelte van Zeeland bestaat, getuige
het rapport van de Zeeuwsche Sportraad. Het zal
in de toekomst zo moeten zijn, dat in deze ge
meente een behoorliike accomodatie bestaat niet
alleen voor voetbal, zwemmen en tennis, maar ook
voor athletiek, ruitersport hockey enz. De basis
voor dit alles zal moeten zijn spoedige uitbreiding
van het aantal gymnastieklokalen en het aantrek
ken van leidende krachten voor gymnastiekonder
wijs en de sportbeoefening. Dit alles zal veel geld
kosten, dat moeten wij ons wel realiseren. Voor het
welzijn van onze opgroeiende jeugd is dit alles
echter zeer belangrijk.
De heer OGGEL richtte felle kritiek aan het
adres van de Sportstichting. Deze kritiek wil ik
ten sterkste afwijzen. Het is toch immers onmoge
lijk om in de enkele maanden dat wij nu wyken
helemaal met alles rond te zijn. Mogelijk kunnen
wij in februari reeds met een opzet van deze be
langrijke materie komen.
De opmerking dat bepaalde verenigingen afzijdig
staan, zal ik op de eerst volgende vergadering van
de Stichting ter sprake brengen. Allen moeten zich
dan duidelijk uitspreken. Persoonlijk kan ik dan
mijn houding bepalen.
Mijnheer de Voorzitter ik zal het verder kort
maken. Het gehele beeld van de begroting 1963
heeft hoewel wij misschien op een enkel detailpunt
van mening verschillen met het College onze in
stemming en voor wat het door U voorgestelde
beleid betreft, heeft U onze volledige steun.
De heer J. VINK Ik wil hier even recht zetten,
wat de heren Oggel en van Luijk krom trokken.
Beweringen alsZONDER OVERLEG TE
WERK GEGAAN en DE CHRISTELIJKE
WAARDE VAN DE GEMEENTE AXEL IS
AAN HET VALLEN, meen ik te moeten bestrij
den.
Integendeel. Bij de interkerkelijke dienst van vo
rige week bleek duidelijk aller instelling.
Wanneer men beweert, dat deze gang van zaken
een slag betekent voor het protestants-christelijk
volksdeel van Axel, dan ware het beter „EERST
DE HAND EENS IN EIGEN BOEZEM TE
STEKEN".
DE BURGEMEESTER
Uiteraard kan ik niet ingaan op de politieke as
pecten van deze beschouwingen. Deze vormen een
narommeling van de jongste verkiezingen. Aller
eerst wil ik de frakties, die hun steun toezegden,
danken voor het gestelde vertrouwen. Het streven
is, het beleid zodanig te voeren dat dit vertrouwen
gerechtvaardigd is.
Wanneer de heer Oggel beweert, dat een rechte
lijn ontbreekt, dan is hij in gebreke gebleven om
dit aan te tonen.
Opmerkingen werden gemaakt betreffende een
nieuwe koers die wij zouden varen en bovendien
werd het College een geringere voorlichting ver
weten. Dit moet ik ten sterkste ontkennen, integen
deel de voorlichting is sterk toegenomen, getuige
het in het leven roepen van de Commissie voor
Openbare Werken en de Commissie voor Onder
wijs en Culturele Zaken. Bovendien wil ik wijzen
op de ettelijke informatieve bijeenkomsten met Uw
raad en waar mededelingen werden gedaan over
de stand van zaken van bepaalde onderwerpen, die
zich nog niet leenden voor openbaarheid. Men
moet in dit alles de juiste middenweg weten te
bewandelen. Het is helemaal niet zo dat we be
paalde zaken onder ons afhandelen of onvoldoende
voorlichting geven.
Wat me frappeert is, dat men niet exact uit el
kaar houdt de bevoegdheden van de Raad èn het
College van B. en W.
We hebben ieder onze eigen bevoegdheden, die
stringent in de Gemeentewet zijn geregeld.
Ik sta er op deze grenzen niet uit te wissen,
maar ieder onze eigen taak te doen.
Waar wordt gewerkt, worden fouten gemaakt
en ik meen te moeten stellen dat B. en W. plan
matig wenst te werken en niet incidenteel.
De opmerking van de heer Oggel, dat we te veel
ingaan op onderdelen, moet ik terugwijzen. Ik ge
loof dat spreker zich tot deze uitlating heeft laten
verleiden, omdat de werkwijze van de Sportstich
ting hem nog niet geheel duidelijk is. Ik meen de
konklusie te mogen trekken, dat we er met elkaar
van overtuigd moeten zijn, dat de sport ons in de
komende tijd veel geld gaat kosten.
Ook laat de heer Oggel het voorkomen als zou
den de financiën niet juist besteed worden.
Dit zijn naar mijn gevoelens algemene opmerkin
gen, die echter niet veel hout snijden. Men kan
natuurlijk van gedachten verschillen over diverse
aankopen, maar toch geloof ik dat we in zijn al
gemeenheid kunnen stellen dat steeds de gemeente-
financiën in het oog worden gehouden. We trach
ten steeds zo REDELIJK MOGELIJK AAN TE
KOPEN en DE INWONERS VAN ONZE
GEMEENTE NIET TE KORT TE DOEN!
(Vervolg pagina 3).