Als men tegenwoordig in vele, zo niet alle, huis houdingen de klacht hoort uiten over toenemende duurte van het leven, ontkomt zeker de gemeente huishouding niet aan dit euvel. Voegt men hierbij de versnelde ontwikkeling in de reeds aangevangen strukturele veranderingen in het maatschappelijk leven van onze woonstreek, dan hoeft men niet te gaan profeteren dat de nabije toekomst ons geen financiële zorgen zal baren. Nu is het m.i. onmogelijk, deze ontwikkeling vóór te blijven, zoals de geachte afgevaardigde van het G.P.V. ons onlangs voorhield. Dit kan m.i. hierom al niet omdat voor vele plannen die B. en W. ons als voorstellen in de raad zullen voorleggen zij wèl de besluitvaardigheid van ons als raad te genover zich zullen vinden, maar de realisering ervan afhangt aan bepaalde goedkeuringen en ver gunningen van diverse instanties waarop wij weinig invloed kunnen uitoefenen. Ik denk hierbij aan de ontwikkeling van de woningproduktie in onze ge meente. We hebben vanavond het besluit genomen tot het bouwrijp maken van plan-Oost. Wanneer dit projekt geheel bouwrijp is kost ons dit aan investering een bedrag van pl.m. 3Yi miljoen gulden. Welnu, wanneer de bebouwing van dit plan zich niet binnen 5 a 6 jaar voltrekt, kan dit voor ons een zeer gevoelig verlies betekenen in financieel opzicht. Is het daarom verstandig, Mijnheer de Voor zitter, om deze begroting sluitend te maken door een flinke hap uit de algemene reserve te nemen, iets wat vorig jaar ook gedaan werd, en daarmee deze reserve bijna tot het nulpunt te reduceren U zegt in Uw begeleidingsbrief, Mijnheer de Voorzitter, dat er anders geen mogelijkheid is, iets waarvan de overtuiging nog niet mijn deel is. Op velerlei manier hoort men de bewering dat er in deze welvaartstijd wel iets te luxueus geleefd wordt. En deze begroting wekt nu toch ook niet bepaald de gedachte op dat wij hier maar in armoe voortstrompelen. Mijnheer de Voorzitter, ik ga niet verder uit weiden over grotere of kleinere bezwaren die we hebben tegen enkele posten deze begroting, waar over we nog wel nader van gedachten zullen kun nen wisselen. Globaal gezien bestaan er bij ons geen bezwaren tegen aanvaarding van deze primitieve begroting. Wij verbinden ons gaarne aan de laatste strophe van de begeleidingsbrief, dat we in vertrouwen de blik kunnen richten op de wenkende gunstige perspektieven voor onze gemeente en waarin de wens wordt uitgesproken voor een harmonieuze samenwerking tussen B. en W. en de raad, die mag leiden naar een betere, liever zou ik zeggen grotere, toekomst voor de stad Axel. Of die toekomst beter zal wezen, hangt van allerlei faktoren af die we nu nog niet kunnen onderkennen. Dit alles wordt gesteld onder het beding van de zegen Gods. Welnu, Mijnheer de Voorzitter, zij deze zegen ook in volle mate het deel van B. en W., en ons ons als raadsleden, in de uitoefening van ons ambt want„Zo de Here het huis niet bouwt, tevergeefs arbeiden de bouwlieden. Zo de Here de stad niet bouwt, tevergeefs waakt de wachter." De heer E. A. MAAS, namens de Katholieke Volkspartij (De heer Maas beklemtoonde eerst de christelijke overtuiging van zijn partij, naar aanleiding van enkele uitlatingen van de heer Oggel en stelde zeer duidelijk „Christus is en blijft onze Koning") Mijnheer de Voorzitter, Wij, als leden van de K.V.P. kunnen in zeer grote lijnen onze instemming betuigen met wat be treft de opstelling van de primitieve begroting 1963. Dat het aanspreken van de algemene reserve voorkeur verdient boven het afkappen van nood zakelijke uitgaven, heeft onze instemming. Hier mede komt wel duidelijk tot uitdrukking het spreek woord „de cost gaet voor de baet uvt", ofschoon dit niet altijd gerealiseerd kan worden. Mijnheer de Voorzitter, het heeft geen zin om alle grote werken die voorkomen in het uitbrei dingsplan, of reeds gerealiseerd worden, op te sommen. Niemand meer dan juist wij dringen er bij het College op aan om spoed te zetten achter de plannen die staan op de urgentie: ééen werk willen wij vermelden, n.l. de Oudeweg. We zijn blij dat dit werk is aanbesteed, zodat zeer binnenkort met de aanvang kan worden begonnen. Wat wel onze aandacht vraagt, dat is de Sport- stichting.We zijn er van overtuigd dat deze stich ting de gemeente veel geld gaat kosten. Doch als dit binnen de perken blijft, en als wij er behoorlijk in worden gekend, zullen wij er onze medewerking niet aan onthouden. Het stemt ons tot vreugde dat het laatste stuk grond is verkocht aan de Zuidsingel, zodat de prijs van 7,per vierk. meter niet meer zal voor komen, het GOEDKOOPSTE bouwen op het MOOISTE gedeelte van Axel is hiermede voor goed van de baan. WONINGBOUW Wat ons met zorg omringt, is de woningpolitiek. Het woningbedrijf, Mijnheer de Voorzitter, is een bedrijf geworden, één van de grootste uit onze gemeente. Het is toch zo, Mijnheer de Voorzitter, dat het aanzien van Axel staat of valt met het onderhoud, omdat het bedrijf zich uitstrekt over de gehele gemeente. Het gaat niet op om te zeg gen er is geen geld. Huizenblokken die reeds op geleverd hadden moeten zijn wat betreft het schil derwerk, staan al meer dan vier jaar in de eerste grondlaag, en waarom Omdat men de aannemer zijn gang laat gaan. Wat het onderhoud van bin nen betreft, er zijn nog wel een paar posten in de begroting te vinden die hiervoor gebruikt te wor den. Wij denken aan teveel geraamd watergeld, of het huurverlies, dat tot een minimum beperkt kan worden. Het moet toch niet zo zijn, Mijnheer de Voor zitter, dat bij controle geconstateerd wordt dat de keuken meer lijkt op een beestenstal dan op een keuken. Enkele jaren terug is er eens een. op merking gemaakt door een College „Wij moeten een straat in reserve houden voor min vermogen den" Goed, Mijnheer de Voorzitter, maar men moet er toch van uitgaan dat deze mensen ook recht hebben op een behoorlijke woning voor hun huur geld. Wanneer hier naar wordt gestreefd, dan pas kan men zeggen het is goed wonen in Axel, het woon- en leefklimaat is goed. Namens de fraktie van de Christelijk-Historische Unie sprak de heer P. J. VAN BENDEGEM AANMERKINGEN Voorzitter, Zoals U bekend, heb ik namens de C.-H.-fractie van de raad medegedeeld, dat wij verschillende aanmerkingen hebben over de begeleidende brief bij de begroting. Allereerst dan vragen wij ons af is het verstandig om in deze tijd de gekweekte reserve bij de gemeente op te souperen om de primi tieve begroting daarmede sluitend te maken Vol gens ons is dit de moeilijkheden verschuiven en ze zijn daarmede nog niet opgelost. Het ware beter geweest geen gelden uit te geven voor objekten ter verbetering en versiering van b.v. de markt voor het gemeentehuis, zoals Uw College het uit drukt. En dan denken wij hierbij ook aan de z.g. invalsweg en het overnemen van de failliete boedel van de tennisclub, enz. In Uw bewuste brief meent U het aantasten van de reserve te moeten toeschrijven aan het stijgen der prijzen en lonen van het personeel en de toe name van het personeel bij gemeentewerken. Des tijds hebben wij het college hierop geattendeerd en dan meende U dat dit niet zo was. En nu spreekt U zichzelf hierover wederom tegen, in Uw begeleidende brief. Dit is niet zulk een mooie stijl van doen. En haast zou ons het woord ontglippen dat U niet voldoende aandacht en ernst besteedt aan de op te lossen vraagstukken dezer gemeente. Eveneens haalt U in Uw brief er verschillende zaken bij om te willen rechtvaardigen dat het niel anders kan. Maar niets is minder waar dan dat. En wij zijn het als C.-H.-fractie daar helemaal niel mee eens. GEHEIMZINNIGHEID Ook is er volgens ons te grote geheimzinnigheid bij het College, zoals eveneens nu weer uitkomt in Uw begeleidende brief, bladzijde 2, geheel boven aan. Ook zagen wij in den vervolge gaarne dat, wanneer er over diverse punten wordt gesproken en gevraagd, U meer op de kernpunten der zaken ingaat en er niet teveel omheen zit te tollen, zoals in één der laatste raadsvergaderingen gebeurd is. Want het gaat er toch in de eerste plaats niet om, zoveel mogelijk gelijk te krijgen, maar om zoveel mogelijk tezamen de vraagstukken te helpen op lossen. Want het gemeentebelang wordt niet ge diend met het woord alleen, doch door de daad bij het woord te voegen. Evenmin gaat het er om of iedereen gelijk heeft, laat de opinies maar gerust met elkaar in botsing komen, want dan wordt de waarheid er wel uit geperst, als maar steeds bij dit alles het gemeente belang prevaleert en niet het persoonlijke- of partij belang. Volkomen zijn wij het eens met het ontwerpen van plannen zowel op het gebied der sanering als op het gebied der uitbreiding der gemeente. Wel moet het College steeds diligent zijn om alles op de kortst mogelijke tijd te realiseren om rente derving en meerdere bezwaren op te lossen en te verminderen. Het spijt ons dan ook te moeten zeggen dat door de voorzitter in het begin van 1962 werd gezegd bij deze besprekingen „Wij zullen in de maand juni van dit jaar de eerste spade in de grond steken" terwijl er nog totaal niets van te merken is. Dit moet dus ook wederom verwezen worden naar het rijk der fabelen en daar moeten wij als C.-H.- fractie niets van hebben. Wij hopen dan dat er liever niets wordt gezegd dan dat iemand blij wordt gemaakt met een dooie mus. Zoals U wel bekend is, hebben wij als C.-H. er steeds op gewezen dat wij een veel te dure Centrale Dienst hebben, want dit kost de gemeente per jaar ongeveer 40.000,en wij hebben al jaren geleden gezegd: Zodra Terneuzen uittreedt, maakt dan dat U er bij bent, want dan kunnen wij er ook uit Daarom verheugt het ons dat wij in deze raad meer van dergelijke klanken horen en zijn wij blij dat nu eindelijk ook eens meerdere van onze gezegdes overtuigd worden. Daarom willen wij er nu op wijzen dat met zulk een groot bedrag veel meer kan gebeuren en ver wachten wij van het College dat zij in de kortst mogelijke tijd met voorstellen komen voor een eigen dienst in onze gemeente en dan een dienst van eigen gemeentewerken waar alles onder ressorteert, dus ook het gas, en dan willen wij het woord GAS nog eens extra onderstrepen. Ook staan wij als C.-H.-fractie een billijker verdeling voor van de subsidie aan militaire te huizen. TOEJUICHING Wij juichen ook de verbetering van straten toe en wij vertrouwen dat het bestaan der voortuintjes bij de stratenverbetering op zijn minst voor de helft behouden blijft. Dan geeft dit ook nog enige fleur aan de omgeving. Dat de verbetering van de Oudeweg nu eindelijk eens aan de beurt komt, verheugt ons ten zeerste, omdat de randbewoners van de gemeente daarop al veel te lang hebben moeten wachten. Met het College hopen wij dat het bouwrijp maken van plan-Oost spoedig zal zijn voltooid, niettegenstaande wij er voorshands nog niet zo zeker van zijn. Wel zal het onze aandacht moeten hebben, om dat wij beseffen dat er zo spoedig mogelijk een vermindering moet komen van het respectabele be drag aan rentederving hetwelk nu een bedrag is van 297000,— per jaar en dat mag zeker geen jaren duren want dan zou het wel eens een de bacle voor de gemeente kunnen worden. De begrotingspost van 10.000,voor festivi teiten vinden wij veel te hoog en willen wij ver minderd zien tot de helft van dit bedrag. Volgens ons zijn er belangrijker zaken die recht hebben op een hoger subsidiebedrag. BLIJ MET SUBSIDIEVERHOGING Met enkele subsidie-verhogingen zou onze fractie zich kunnen verenigen, vooral als het gaat om het subsidie aan de kruisverenigingen, omdat deze steeds werkzaam zijn in de geest van het particulier initiatief, die uniek is te noemen in ons land. Blij zijn wij dat het subsidie al is verhoogd voor deze verenigingen, want als er één vereniging is die er recht op heeft, dan zijn het vooral deze kruis verenigingen. Tenslotte beamen wij met het College dat onze gemeente de financiële zorgen niet bespaard blijven en vertrouwen wij met het College dat er in het komende jaar een zoveel mogelijk harmonische sa menwerking zal zijn, in het belang van onze ge meente voor het jaar 1963, al zullen wij nog wel eens van inzicht en mening verschillen als het gaat om de te zoeken oplossingen. Wat de wethoudersbenoemingen betreft ,daar heeft de fractie Van der Lee wel een zeer eigen aardige rol in gespeeld, maar dit willen wij wel voor zijn rekening laten. Voorzitter, ik wil het hierbij in eerste instantie laten, maar behoud mij het recht voor, wanneer dit nodig blijkt, om in tweede instantie het woord te vragen. De heer K HAMELINK, namens de Partij van de Arbeid: Mijnheer de Voorzitter, Algemeen beschouwend zijn wij niet ontevreden over het gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Door verschillende oorzaken is er een onverant woorde achterstand ontstaan, wat een versnelde aanpak vergt, waardoor een financiële spanning ontstaat die goed moet worden gepland, zodat geen overspanning zal ontstaan. Wij noemen hier de invalsweg, Oudeweg en het bouwrijp maken van bouwgronden. Grote grond aankopen zijn gedaan, saneringen aan de lopende band. Kortom, er komt veel tot stand. Maar wan neer wij zien wat er nog allemaal op het pro gramma staat, moeten wij toch een waarschuwend woord laten horen, want dit moet ook allemaal redelijk mogelijk zijn, en niet TE veel op de schou ders drukken van de inwoners. En wij weten wel, Mijnheer de Voorzitter, veel vraagt om een oplossing en wij leven in een razend tempo. De Kanaalzone-ontwikkeling vraagt dit van ons, maar er moet ergens een rem zijn, niet om stil te staan, maar om vaart te kunnen minderen als dit financieel nodig zou zijn. Kleinere dingen kunnen op deze manier over het hoofd worden gezien of terzijde geschoven. Wij denken hierbij aan het zwemwater in de Kleine Kreek; de langlopende toezegging aan de V.V. „Axel". De Sportstichting wordt hiermee nu wel geconfronteerd, maar dit is geen direkte oplossing. De Oudeweg, een punt van discussie. Wij zijn van mening dat er een vroegere oplossing mogelijk was geweest. Het motief: de bar slechte toestand van de weg. MEEBESTUREN U moet evenwel begrijpen, Mijnheer de Voor zitter, dat dit bedoeld is als meebesturen, wat steeds ons uitgangspunt is geweest. De verkiezingsuitslag heeft ons aangetoond dat er waarderend over ons optreden is geoordeeld. Onze fractie kon hierdoor met een lid worden uit- gebeid en als dan hierop de erkenning van onze partijgroepering tot uiting komt, in het kiezen van een wethouder uit ons midden, zijn wij bereid even eens te erkennen dat de groeperingen die hieraan hebben meegewerkt, een bereidheid hebben getoond tot samenwerking ondanks voorgekomen menings verschillen. Wij zijn van mening dat de juiste basis is gelegd voor een constructief beleid, waarop vruchtbaar kan worden voortgebouwd. Wie zaait, zal oogsten. BELASTING NIET IN OVEREEN STEMMING MET DRAAGKRACHT. Terugkomende op eerder genoemde punten welke in onze gemeente uitgevoerd en nog uitgevoerd zullen dienen te worden, willen wij toch nog even dieper ingaan op de consequenties hiervan ,want het is toch namelijk zo dat hiervoor de belastingen zijn opgetrokken tot een zeer hoog niveau, en dat dienen wij te aanvaarden om dat wij niet willen meedoen met hen die hogere uitgaven willen doen en de belastingen verlagen. Niettemin, Mijnheer de Voorzitter, is dit be lasting peil voor vele inwoners niet in overeen- stemmng met de draagkracht en wij baseren hierop onze motivering. WAARDERING VOOR BELEID De Sportstichting Mijnheer de Voorzitter, heeft onze bijzondere aandacht en wel in deze zin, dat wij ons realiseren, dat niet alles op één jaar rond zal zijn en dat de raad bereid zal moeten zijn hier jaarlijks enkele tienduizenden guldens voor te vo teren. Wij zijn verder het College dank verschul digd voor het opheffen van de baatbelasting voor de bewoners van de Singelweg. Deze onredelijke kwestie behoort nu gelukkig tpt het verleden. Mijnheer de Voorzitter, wij zijn ons bewust, dat wij met het leveren van een man in het College een zwaardere taak op onze schouders hebben ge nomen die wij evenwel vertrouwen aan te kunnen. Wij zien onze gemeente geleidelijk aan ten goede veranderen en aan een verdere verbetering zullen wij zeker gaarne medewerken. De verkiezings uitslag heb ik in aanhef reeds even aangestipt. Dat het totstandkomen van dit College ons verheugt, spreekt natuurlijk vanzelf, maar dat het samen stellen van diverse raadscommissies is kunnen ge beuren zoals dit gebeurd is, zal toch ieder moeten zien als democratisch en in overeenstemming met de verkiezingscijfers. Natuurlijk zijn er nog wensen, welke niet ge noemd zijn, maar het zou te ver voeren overal op in te gaan. Wat onze aandacht steeds heeft gehad, nl. de omschakeling van B.S. in een feitelijke Dienst voor Maatschappelijke Zorg, regelt zich zelf als de betreffende wet hierop de Kamers is gepasseerd en aangenomen. De bejaardenzorg, Mijnheer de Voorzitter, is het nodig hiervoor te pleiten Ik geloof aan te kunnen nemen dat dit Uw bijzondere aandacht heeft. Over het algemeen zijn wij bereid, zoals ook in het ver leden, tot samenwerking met ieder, die gemeente en algemeen belang wil dienen, en wij hopen niet genoodzaakt te worden door scherpe, onverant woordelijke en ongemotiveerde aanvallen, inge geven door katterigheid en vergane glorie, om tot scherper optreden aanleiding te geven Ik bemerk bij de heer Oggel een zekere bezorgd heid om onze partij Maar ik zie deze uitlatingen meer als katterigheid om vergane glorie. Maar als hij het beleid wil helpen uitstippelen of bepalen, dan staat het hem vrij om lid te worden van onze partij. Tenslotte sprak de heer A. H. VAN DER LEE namens Gemeentebelangen. TELEURSTELLEND VERLOOP Mijnheer de Voorzitter, De uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen dit jaar was voor Gemeentebelangen teleurstellend, hoewel de achteruitgang in stemmenaantal niet tot gevolg had, dat ons zetelaantal in de raad ver minderde. Ondanks deze teleurstelling zetten wij onze werkzaamheden in het belang der gemeente met nieuwe energie voort. De uitslag van de ver kiezingen gaf ook als resultaat dat 2 van de 6 lijsten met drie zetels uit de bus kwamen. Wij hebben gemeend deze uitspraak van de kiezers niet te moeten negeren en hebben dan ook de verkie zing van de farctievoorzitters van deze beide par tijen tot wethouder gesteund. De werkzaamheden van dit College zien wij met vertrouwen tegemoet. OP DE GOEDE WEG De begroting 1963 die thans voor ons ligt, sterkt ons in dit vertrouwen. Wij zijn met het College van mening, dat het inderdaad te betreuren is, dat voor het sluitend maken van de begroting' een beroep moest worden gedaan op een gedeelte van de algemene reserve, hoewel dit geen onover- komenlijke ramp is. Wij zijn van mening dat het College op de goede weg is met de vele plannen, die in de achter ons liggende tijd werden opgesteld en waarvan de verwezenlijking thans gaande is. Hopenlijk zal ook de rijksgoedkeuring op de voorgenomene bouw werken niet lang meer op zich laten wachten. Zorgelijk blijft voor onze gemeente het tekort aan woonruimte. Desondanks vragen wij de aan dacht van het College om bij het tot stand komen van nieuwe woningen ook aandacht te wijden aan het vrij maken van panden in de Oude Wijk, die voor sloop in aanmerking komen. Zo langzamer hand dient deze sanering gereed te komen, al heb ben wij begrip voor het feit dat het gebrek aan woonruimte zeer vertragend werkt. Wat betreft de plannen voor openbare werken willen wij nog even de aandacht vestigen op het tekort aan parkeerruimte dat nu, ondanks het grote parkeerterrein, reeds ontstaat. Wil het College ook hieraan aandacht schenken Wij denken speciaal aan het terrein tussen Kerkdreef en Julianastraat. HET VERZORGINGSPEIL Al met al kan men uit het geheel wel een beeld distilleren van een gemeente, die aan het begin staat misschien niet van een zeer spectaculaire uit breiding in de eerste jaren, maar toch wel van een gemeente waarvan het verzorgingspeil of zoals dit tegenwoordig genoemd wordt, het woon- en leef klimaat behoorlijk verbeteren zal. Dit zal o.i. van zelfsprekend ook tot uiting komen in hogere posten voor culturele verzorging en in de kosten voor de volksgezondheid. Met betrekking tot de volksgezondheid zijn wij van mening dat hiertoe ook de sportbeoefening behoort. Mede in verband met de meerdere vrije tijd waarover wij de beschikking krijgen zal ook de sportaccomodatie een veel grotere zorg vragen van de overheid. De tijden zijn voorbij, dat de overheid hiervan afziidig kon blijven. Men kan dit betreuren of afkeuren, of zelfs zich hiertegen verzetten, de% realiteit is, dat voor de aktieve, maar ook voor de passieve sportbeoefening de overheid een taak heeft te vervullen zoals zij dit op tal van andere terreinen van opvoeding en volksgezondheid reeds heeft. Wat dit betreft bestaat er in onze gemeente een grote "achterstand, waarbij als enige, zij het schrale troost mag gelden, dat deze zelfde achterstand in een groot gedeelte van Zeeland bestaat, getuige het rapport van de Zeeuwsche Sportraad. Het zal in de toekomst zo moeten zijn, dat in deze ge meente een behoorliike accomodatie bestaat niet alleen voor voetbal, zwemmen en tennis, maar ook voor athletiek, ruitersport hockey enz. De basis voor dit alles zal moeten zijn spoedige uitbreiding van het aantal gymnastieklokalen en het aantrek ken van leidende krachten voor gymnastiekonder wijs en de sportbeoefening. Dit alles zal veel geld kosten, dat moeten wij ons wel realiseren. Voor het welzijn van onze opgroeiende jeugd is dit alles echter zeer belangrijk. De heer OGGEL richtte felle kritiek aan het adres van de Sportstichting. Deze kritiek wil ik ten sterkste afwijzen. Het is toch immers onmoge lijk om in de enkele maanden dat wij nu wyken helemaal met alles rond te zijn. Mogelijk kunnen wij in februari reeds met een opzet van deze be langrijke materie komen. De opmerking dat bepaalde verenigingen afzijdig staan, zal ik op de eerst volgende vergadering van de Stichting ter sprake brengen. Allen moeten zich dan duidelijk uitspreken. Persoonlijk kan ik dan mijn houding bepalen. Mijnheer de Voorzitter ik zal het verder kort maken. Het gehele beeld van de begroting 1963 heeft hoewel wij misschien op een enkel detailpunt van mening verschillen met het College onze in stemming en voor wat het door U voorgestelde beleid betreft, heeft U onze volledige steun. De heer J. VINK Ik wil hier even recht zetten, wat de heren Oggel en van Luijk krom trokken. Beweringen alsZONDER OVERLEG TE WERK GEGAAN en DE CHRISTELIJKE WAARDE VAN DE GEMEENTE AXEL IS AAN HET VALLEN, meen ik te moeten bestrij den. Integendeel. Bij de interkerkelijke dienst van vo rige week bleek duidelijk aller instelling. Wanneer men beweert, dat deze gang van zaken een slag betekent voor het protestants-christelijk volksdeel van Axel, dan ware het beter „EERST DE HAND EENS IN EIGEN BOEZEM TE STEKEN". DE BURGEMEESTER Uiteraard kan ik niet ingaan op de politieke as pecten van deze beschouwingen. Deze vormen een narommeling van de jongste verkiezingen. Aller eerst wil ik de frakties, die hun steun toezegden, danken voor het gestelde vertrouwen. Het streven is, het beleid zodanig te voeren dat dit vertrouwen gerechtvaardigd is. Wanneer de heer Oggel beweert, dat een rechte lijn ontbreekt, dan is hij in gebreke gebleven om dit aan te tonen. Opmerkingen werden gemaakt betreffende een nieuwe koers die wij zouden varen en bovendien werd het College een geringere voorlichting ver weten. Dit moet ik ten sterkste ontkennen, integen deel de voorlichting is sterk toegenomen, getuige het in het leven roepen van de Commissie voor Openbare Werken en de Commissie voor Onder wijs en Culturele Zaken. Bovendien wil ik wijzen op de ettelijke informatieve bijeenkomsten met Uw raad en waar mededelingen werden gedaan over de stand van zaken van bepaalde onderwerpen, die zich nog niet leenden voor openbaarheid. Men moet in dit alles de juiste middenweg weten te bewandelen. Het is helemaal niet zo dat we be paalde zaken onder ons afhandelen of onvoldoende voorlichting geven. Wat me frappeert is, dat men niet exact uit el kaar houdt de bevoegdheden van de Raad èn het College van B. en W. We hebben ieder onze eigen bevoegdheden, die stringent in de Gemeentewet zijn geregeld. Ik sta er op deze grenzen niet uit te wissen, maar ieder onze eigen taak te doen. Waar wordt gewerkt, worden fouten gemaakt en ik meen te moeten stellen dat B. en W. plan matig wenst te werken en niet incidenteel. De opmerking van de heer Oggel, dat we te veel ingaan op onderdelen, moet ik terugwijzen. Ik ge loof dat spreker zich tot deze uitlating heeft laten verleiden, omdat de werkwijze van de Sportstich ting hem nog niet geheel duidelijk is. Ik meen de konklusie te mogen trekken, dat we er met elkaar van overtuigd moeten zijn, dat de sport ons in de komende tijd veel geld gaat kosten. Ook laat de heer Oggel het voorkomen als zou den de financiën niet juist besteed worden. Dit zijn naar mijn gevoelens algemene opmerkin gen, die echter niet veel hout snijden. Men kan natuurlijk van gedachten verschillen over diverse aankopen, maar toch geloof ik dat we in zijn al gemeenheid kunnen stellen dat steeds de gemeente- financiën in het oog worden gehouden. We trach ten steeds zo REDELIJK MOGELIJK AAN TE KOPEN en DE INWONERS VAN ONZE GEMEENTE NIET TE KORT TE DOEN! (Vervolg pagina 3).

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1962 | | pagina 2