De Ontwikkeling van de Nederlandse Landbouw
Frankering bij abonnement, AXEL
ZATERDAG 10 NOVEMBER 1962
77e Jaargang no. 6
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN verschijnt
Hoofdredaktie s J. C. VINK.
Redaktie en AdministratieAxel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16
Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK
Gestage stijging van de produktie.
Groente en Fruit.
Pluimvee.
STERKE BAND AXEL - POLEN GEACCENTUEERD
GRAVEN POOLSE SOLDATEN BLIJVEN IN AXEL
G.S. BEZORGD OVER VEER
KRUININGEN - PERKPOLDER
G.S. WILLEN HAAST ACHTER
BIJDRAGENWET DELTAWERKEN
G.S. AFWIJZEND TEGENOVER
SUBSIDIE KINDERBESCHERMING
AXELSE COURANT
IEDERE ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJSLosae nummer» 10 cent
Kwartaal - abonnement
Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 175,
ti Buitenland 2,
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per
Bi) kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per
Kleine Advertentiën 1-5 regel» f le-
iedere regel meer 12 cent extra.
Hoewel er talrijke faktoren zijn, die de gang van
zaken in de Nederlandse landbouw in slechte zin
hebben beïnvloed, is 1961 toch een jaar geweest,
waarin de produktie in de agrarische sector een,
zij het slechts geringe, stijging heeft vertoond.
Cijfers kunnen bedriegelijk zijn. Wanneer men de
stijging vergelijkt met die in 1960 zou men allicht
pessimistisch kunnen worden, maar uit de land
bouwbegroting, die minister Marijnen bij de aan
vang van het nieuwe parlementaaire jaar heeft
ingediend, blijkt, dat daarvoor weinig reden is.
In 1960 steeg namelijk de produktie met maar liefst
twaalf procent, terwijl dit cijfer voor 1961 slechts
1,8 procent was. Men moet er echter rekening mee
houden, dat de produktie-omvang in 1959 wel bij
zonder laag was door de extreem slechte weers
omstandigheden.
Ook vorig jaar hebben trouwens de weersom
standigheden onvoorziene invloeden gehad. Het
voorjaar werd gekenmerkt door een vroege en lang
aanhoudende voorjaarsgroei, terwijl de oogst-
periode zeer veel regen bracht, die pas in septem
ber door een wat gunstiger periode werd opge
volgd. In de akkerbouw veroorzaakten de weers
omstandigheden in het bijzonder moeilijkheden bij
de graanoogst. Pas na de verbetering in september
kon de graanoogst, zij het met grote krachtsinspan
ning, worden voltooid. De oogst van bieten en
aardappelen had daarentegen, ondanks het minder
gunstige weer, toch een goed verloop.
De veehouderij kon profiteren van de langdurige
voorjaarsgroei. Er was een ruime oogst aan hooi
en kuilvoeder. Voor de tuinbouw waren de weers
omstandigheden matig. Weliswaar waren zij voor
de glasteelten gunstig, maar voor de fruit- en volle-
gronds groenteteelt ongunstig tot slecht. In de sier
teelt had in het bijzonder de bloebollenteelt van de
slechte weersomstandigheden te lijden.
Het produktievolume steeg vorig jaar met 1,8
procent, de totale bruto-produktiewaarde van de
akkerbouw en de veeteelt tezamen, nam in 1961
toe met 2,2%. Deze stijging komt vrijwel geheel
voor rekèning van de rundveehouderij. Ook de
varkenshouderij noteerde een stijging van de pro-
duktiewaarde, maar dit was alleen het gevolg van
een gunstige ontwikkeling in het prijsniveau. De
produktiewaarde bij melk en rundvee steeg in 1961
tot 2.333 miljard gulden, bij de varkenshouderij
tot 928 röiljoen. In de akkerbouw was er een da
ling van 959 tot 845 miljoen gulden. De totale
produktiewaarde in de gehele agrarische sector
steeg van 5.146 miljard tot 5,258 miljard gulden
een verbetering dus met 112 miljoen.
De totale uitvoer van land- en tuinbouwproduk-
ten is naar volume gelijk gebleven, maar de waar
de is gedaald. Het exportprijspeil is dus op een
lager niveau gekomen. Deze ontwikkeling mani
festeerde zich vooral bij de akkerbouwprodukten
en in de pluimveesector, waar zelfs van een vrij
scherpe prijsdaling (het indexcijfer daalde van 128
tot 120) sprake was. Voor de tuinbouw was er,
zowel wat betreft de omvang als de prijs, opnieuw
een gunstige ontwikkeling. De totale waarde van
de agrarische uitvoer was bijna een kwart (24%)
van de totale uitvoer. Ten opzichte van de agra
rische uitvoer is de gewone export dus meer ge
stegen, want in 1960 was het aandeel van de ag
rarische export nog 26 percent.
Er is in 1961 een belangrijke daling geweest van
de voergraanimport. De invoer van tuinprodukten
en produkten van de veehouderij vertoonde een vrij
belangrijke stijging. Dit hing vooral samen met een
daling van de invoerprijzen (revaluatie van de
gulden) en de goede binnenlandse vraag bij een
niet te ruim aanbod van slachtvlees.
Deze algemene economische gegevens over de
situatie bij de landbouw en veeteelt zijn van groot
belang voor een globale plaatsbepaling. Veel in
teressanter is echter nog het overzicht, dat minister
Marijnen heeft laten samenstellen over de gang van
zaken in de verschillende agrarische bedrijfstakken.
De verschillende sectoren in 1961.
Het slechte weer heeft de Nederlandse land
bouw de afgelopen twee jaren wel parten ge
speeld. Als gevolg van de langdurige regen
periode in de zomer van 1961 bleven de op
brengsten per hectare van alle graangewassen
beneden het gemiddelde van de laatste tien
jaren. Toch is er weer een keine verbetering
in 1961 van de graan teelt geweest. Door de
ongunstige weersomstandigheden in het najaar
van 1960 was de uitzaai van wintergranen ge
ringer dan „normaal", maar hier stond een
aanzienlijk grotere uitzaai van zomergranen te
genover. Het tarwe-areaal bleef in zijn totaliteit
iets beneden dat van 1960, maar de oppervlak
ten gerst en haver ondergingen een uitbreiding.
De toeneming in de verbouw van gemengd
gewas zette zich ook in 1961 voort. Ondanks
slecht weer en lagere opbrengsten per hectare
kon daardoor toch over het geheel genomen
van een kleine vooruitgang sprake zijn, zo blijkt
uit de cijfers, welke minister Marijnen (Land
bouw) nu in zijn Memorie van Toelichting bij
zijn begroting heeft gegeven.
Arbeidskrachten.
De suikerbietenteelt en de teelt van aardappelen
liepen in 1961 iets terug. Bij de suikerbieten kwam
dat ook door een teruglopen van de verbouwde
oppervlakte. Dit was vooral het geval in Gronin
gen, Noord en Zuid-Holland en in mindere mate
in Gelderland. Belangrijkste oorzaak voor dit te
ruglopen van het bouwareaal is het tekort aan
arbeidskrachten, met name op de specifieke akker
bouwbedrijven, waardoor in vele gevallen op de
teelt van minder-arbeidsintensieve gewassen wordt
overgegaan. Bovendien was er weinig animo de
suikeropbrengst te verhogen, omdat alles wat bo
ven de gagarandeerde produktie uitkwam slechts
een zeer matige prijs kon opleveren.
De kwaliteit van de tarwe van de oogst 1961
was gemiddeld beter dan die van de vorige oogst.
Vooral de tarwe uit Zeeland, West-Brabant,
Noord en Zuid-Holland, was van zeer goede kwa
liteit. De tarwe uit de Noordelijke provincies en
de IJsselmeerpolders hadden meer van de regenval
geleden.
Zuivel en Vee.
De stijging van de melkproduktie heeft zich ook
in 1961 voortgezet, zij het niet in dezelfde mate als
in de voorgaande jaren. De uitvoer van zuivel-
produkten liep terug, met uitzondering van de ex
port van gecondenseerde melk. Gedeeltelijk was
de oorzaak, dat sommige landen, die anders niet
exporteren, hun overtollige zuivelprodukten, met
behulp van omvangrijke exportsubsidies, in het
buitenland verkochten. Het evenwicht tussen pro
duktie en afzet in ons land kon hierdoor slech'ts
ten koste van grote financiële offers worden ge
handhaafd, zo zegt minister Marijnen.
De binnenlandse consumptie van boter nam ge
leidelijk toe. De uitvoer daalde echter, vooral die
naar de E.E.G.-landen. Eind 1961 was nog een
aanzienlijk boteroverschot aanwezig, dat echter in
de eerste maanden van dit jaar door een propagan
da voor koelhuisboter kon worden geruimd. Ook
de kaasuitvoer daalde, zij het slechts in geringe
mate. Begin van dit jaar "heeft dan ook het Pro-
duktschap voor Zuivel maatregelen genomen om
de kaasexport te stimuleren.
Het verbruik van volle en gestandaardiseerde
melk, inklusief karnemelk, nam met twee percent
af. Het verbruik van room en andere consumptie-
melkprodukten steeg echter met zeven en twaalf
percent. Vooral gecondenseerde en koffiemelk kwa
men meer in trek het verbruik steeg zelfs met
19 percent. Het binnenlands verbruik van kaas
steeg met ongeveer zes percent.
De Nederlandse veestapel nam met vijf percent
toe (159.000 stuks). De prijzen voor kwaliteits-
slachtvlees (runderen) waren over het gehele jaar
bevredigend. De uitvoer van rund- en kalfsvlees
werd bemoeilijkt door importbeperkende maatrege
len van Frankrijk en Italië. De export van run
deren liep dan ook terug, die van kalveren steeg
echter nog met honderdduizend stuks.
De produktie van groente steeg in 1961 met acht
percent. De afzet verliep over het algemeen guns
tig de overproduktie kon grotendeels door de
export worden opgevangen. Het prijsniveau was
gemiddeld uitstekend. De grovere groenten maakten
lage tot matige prijzen, maar de fijne soorten
kwamen tot goede en zeer goede bedragen. Door
een late vorstperiode, gevolgd door een uitzonder
lijk lang aanhuodende koudeperiode in het voorjaar
1962 een klimaatbeeld, dat voor geheel
West-Europa gold liep de vraag sterk op en
konden de prijzen mee omhoog gaan.
De totale produktie van fruit was matig zelfs
vijf percent geringer dan het voorafgaande jaar.
De achteruitgang komt vrijwel geheel voor teke
ning van de matige appeloogst, terwijl ook de oogst
van peren opnieuw achteruit ging. Het gemiddeld
prijsniveau lag echter aanzienlijk hoger, vooral
voor de appelen en peren. De prijzen voor bessen
waren wat lager.
Het eerste half jaar van 1961 leverde 200 miljoen
eieren minder op dan de overeenkomstige periode
van 1960. In de tweede helft van het jaar werden
echter 350 miljoen stuks meer geproduceerd, zodat
het totaalbeeld toch een vooruitgang te zien gaf.
De prijzen daalden in het tweede half jaar aan
zienlijk. Aan het eind van het jaar kwam een lichte
verbetering, maar in februari van dit jaar vielen
de prijzen opnieuw sterk terug. De uitvoer naar
Duitsland steeg van 86 tot 88 percent van de
totale Nederlandse export. In mei van dit jaar
werd de export echter ernstig verstoord door prijs-
maategelen van de Westduitse regering.
De export van slachtvee nam met acht percent
toe, hoewel de totale produktie achteruit liep.
West-Duitsland nam 89 percent van de uitvoer
voor zijn rekening, tegen 83% in. 1960. Op de
Duitse markt werden we echter toch nog verdron
gen door de Verenigde Staten. De totale export
waarde van Nederands slachtvee bedroeg 150 mil
joen gulden, tegen 156,9 miljoen in 1960.
De graven van de in Axel rustende Poolse sol
daten, die in september 1944 sneuvelden bij de be
vrijding van Zeeuws-Vlaanderen, zullen er blijven.
Hoewel het gemeentebestuur van Axel reeds ge
ruime tijd van dit besluit op de hoogte was, heeft
de direkteur van de Oorlogsgravenstichting in Ne
derland, dit vorige week nog eens nadrukkelijk ge
steld in een expressebrief. „Redenen om dit te
bevestigen zijn de enigszins alarmerende berichten
over deze kwestie", aldus de direkteur van de
Oorlogsgravenstichting.
„Daarom zijn de publikaties, dat in Axel be
zwaren bestonden tegen opgraving, vervoer en
herbegraving van de gesneuvelde Poolse militairen,
in feite niet juist", zo zei burgemeester Van Dijke.
De Oorlogsgravenstichting had het idee van een
overbrenging namelijk reeds losgelaten na een be
spreking over deze aangelegenheid op 2 augustus
jongstleden. Zoals bekend, lag het in de bedoeling,
de stoffelijke overschotten van alle in Nederland
gesneuvelde Poolse militairen over te brengen naar
een ereveld in Breda. Twintig van deze graven
bevinden zich in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, waar
van 16 in Axel.
STERKE BAND.
Aangezien juist hier na de oorlog een bijzonder
sterke~band met Polen in het algemeen is gegroeid,
rezen verschillende bezwaren tegen dit voornemen.
Deze bezwaren van het gemeentebestuur en de
Axelse bevolking werden uitvoerig uiteengezet tij
dens een bezoek van vertegenwoordigers van de
Oorlogsgravenstichting.
De graven van de Poolse gevallenen op de
begraafplaats in Axel worden namelijk utstekend
onderhouden. Elk graf is 'van een stenen kruis
voorzien.Op zich daartoe lenende dagen legt de
bevolk ing bloemen bij de graven van hen die Axel
hielpen bevrijden. Verder is op dit deel van de
begraafplaats een eenvoudig monument opgericht.
De herdenking van de doden en van de bevrij
ding van Axel concentreer zich geheel rondom de
herdenking van de gevallen Polen. De binding met
Polen, ontstaan in de septemberdagen van 1944,
gaat nog veel verder. Axel heeft een bloeiende
vereniging „Axel—Polen", die regelmatig kontakt
heeft met Poolse oud-strijders uit binnen- en buiten
land. Bij elke herdenking komen Polen naar Axel.
Verder staat in onze plaats een Pools monument,
er is een Polenstraat en een Szydlowskiplein, ge
noemd naar de bevelhebber van de Poolse troepen.
BEGRIP
De Oorlogsgravenstichting toonde volledig begrip
voor al deze argumenten en liet daardoor het idee
van overbrenging van de in Axel begraven Poolse
militairen volledig los. Wel zou deze stichting
gaarne zien dat vier in Sint Jansteen, Koewacht en
Zuiddorpe begraven Poolse soldaten naar Axel
werden overgebracht.
„Uiteraard zal het gemeentebestuur van Axel
geen enkele aandrang in die richting uitoefenen
aldus burgemeester Van Dijke. „Maar mochten de
betrokken gemeentegesturen op een eventueel ver
zoek daartoe van de Oorlogsgravenstichting in
gaan, dan is Axel volledig bereid ook de ver
zorging van deze graven voor zijn rekening te
nemen."
De laatste tijd treden er bij het veer Kruiningen
Perkpolder wachttijden op, die het dagelijks bestuur
van de provinice met zorg vervullen Wachttijden
betekenen in het algemeen een beperking van de
omloopsnelheid van het automaterieel. Naast het
tijdverlies aan personeel en materieel ontstaat bo
vendien nog een extra verhoging van de vervoers-
prijs. Voor enkele industrieën, wier produkten aan
het behoud van bepaalde temperaturen gebonden
zijn,kunnen wachttijden funest zijn.
Een en ander staat in de toelchting op de be
groting van inkomsten en uitgaven van de pro
vincie Zeeland voor 1963.
De pogingen om de minister van verkeer en
waterstaat te overtuigen van de urgentie om de
haven van Perkpolder en de aanleginrichtingen van
beide veerhavens geschikt te maken voor het ge
bruik van veerboten als die welke dienst doen op
de route Vlissingen—Brekens, zijn „met klem van
redenen" voortgezet, aldus de toelichting.
De voortgaande industrialisatie in oostelijk
Zeeuwsch-Vl. in 't bijzonder in de kanaalzone, zal
het vervoersaanbod op het veer Kruiningen Perk
polder zozeer doen toenemen, dat ingebruikneming
van een 100 m-schip als de ms.s. „Prinses Beatrix"
en „Prinses Irene" van de veerdienst Vlissingen—
Breskens hoogst noodzakelijk is.
Verbouwing
De teleurstelling dat tot nu toe nog niet is be
gonnen met de meest gewenste oplossing voor het
veer Kruiningen.Perkpolder, zal G.S. er niet van
weerhouden te doen wat voorshands mogelijk is.
In dit verband delen G.S. mede, dat de plannen
om het m.s. „Prins Bernhard" te verbouwen, in
ontwerp gereed zijn.
De keus is gevallen op het plan dat een ver
lenging met 13 meter omvat. De doorrijhoogte zal
op 4,20 meter worden gebracht. G.S. hopen dat de
verbouwing in mei 1963 voltooid zal zijn. De ver-
voerskapaciteit van de „Prins Bernhard zal on
geveer 45 procent groter worden.
Het dagelijks bestuurskollege van de provincie
herhaalt nog eens zijn mening, dat een afdoende
oplossing van het vraagstuk van de vervoerstoe-
name over de Westerschelde op te vangen zal zijn
de totstandkoming van een vaste oververbiding
over de Westerschelde. De provincie heeft intussen
„die onderdelen van dit veelomvattende vraagstuk
in studie genomen, die in haar bereik liggen".
Wat de andere veerdiensten betreft, delen G.S.
nog mede dat het vervoersaanbod op het veer
Zierikzee—Kats sterk toeneemt. Het exploitatie
tekort voor het lopende jaar zal voor dit veer zeer
waarschijnlijk ongeveer 68.000 gulden hoger komen
te liggen dan geraamd is.
Blijkens de toelichting op de begroting der pro
vinciale inkomsten en uitgaven hebben G.S. met
teleurstelling kennis genomen van de mededeling
in de memorie van toelichting op de rijksbegroting
voor 1963 dat het vooruitzicht bestaat dat het
ontwerp voor de Bijdragenwet Deltawerken in het
pas aangevangen zittingsjaar door de Staten-Gene-
raal behandeld zal kunnen worden.
G.S. van Zeeland vinden dat dit minder positief
klinkt dan hetgeen de regering een jaar geleden op
dit punt heeft gezegd. Het totstandkomen van deze
wet, die voor de waterschappen van het aller
grootste belang is, heeft naar de mening van G.S.
reeds lang, te lang, op zich laten wachten.
Het dagelijks bestuurskollege van de provincie
vraagt zich af, of er niet wat meer voortvarendheid
achter de voorbereiding van de Bijdragenwet Delta
werken had moeten zitten.
„Wij zijn voornemens te gelegener tijd de be
trokken bewindsman nogmaals kenbaar te maken
dat een spoedige totstandkoming van de Bijdragen
wet Deltawerken ten zeerste gewenst, zoal niet
geboden is", zo delen G.S. de staten mede.
De besturen van de kinderbeschermingsvereni
ging Pro Juventute en de vereniging voor R.K.
gezinsvoogdij en patronage in Zeeland, beide te
Middelburg gevestigd, hebben de provincie om
subsidie verzocht ten bedrage van respectievelijk
10.000,- en 5000,-. Beide verenigingen gaat het
om de financiering van aanstelling van personeel.
Ofschoon G.S., volgens hun voorstel aan Prov.
Staten, overtuigd zijn van de betekenis voor Zee
land van het werk van genoemde instellingen,
stellen zij toch voor, afwijzend op de subsidie
verzoeken te beschikken.
G.S. menen dat het werk van de instellingen in
belangrijke mate justitiële en politiële aspekten heeft
en dus een aangelegenheid is van lands- en in
mindere mate ook van gemeentelijk belang. Het
dagelijks bestuur van de provincie oordeelt daarom
dat subsidiëring in de eerste plaats de taak van
het rijk en op de tweede plaats een zaak van de
gemeenten is.
Ook de zwakke financiële positie van de pro
vincie heeft overigens tot de afwijzing van de
subsidieverzoeken geleid.