De Landbouw achter het IJzeren Gordijn. Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 18 AUGUSTUS 1962 76e Jaargang no. 45 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN Hoofdredaktie J. C VINK. Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16 Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK Het Paard achter de wagen. Schaarste. Maatregelen. ZELFS POLEN IN MOEILIJKHEDEN. Meer Poolse tarwe en aardappelen. Doordachte politiek. Losse Gedachten HET IS MAAR EEN IDEE OP ALLE FRONTEN ACHTERUIT. Te weinig land. AXELSE COURANT VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG ABONNEMENTSPRIJS: Loste nummers 10 cent Kwartaal - abonnement Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 1,75, Buitenland 2, ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per Bij kontrakten belangrijke reduktle. Ingezonden Mededelingen 30 cent per nun, Kleine Advertentiën 1-5 regels 1 iedere regel meer 12 cent extra. Het gaat helemaal niet goed met de landbouw achter het IJzeren Gordijn. Uit alle hoofdsteden, van Moskou tot Budapest en van Tirana tot Pe king, komen pessimistische geluiden over de jongste resultaten op agrarisch terrein. Dit is voor de communistische leiders bijzonder pijnlijk omdat zij allen van de landbouw hun stokpaardje hebben ge maakt in navolging van Chroestsjovs voorbeeld. In Rusland is de situatie zo benard, dat de voedsel voorziening in sommige streken in gevaar is. In het „paradijs van het socialisme" moesten de prijzen van belangrijke voedingsmiddelen, zoals vlees en melk zelfs per 1 juni met drastische percentages worden verhoogd vlees met dertig en melk met vijfentwintig procent. In mei betaalde de Rus al voor een kilo vlees acht tot twaalf gulden en voor een pond boter zelfs zes gulden bij een salaris van gemiddeld zo'n 400800 gulden per maand (als man en vrouw samen verdienen). De nieuwe prijs verhogingen zullen er voor zorgen, dat de zuivel- produkten en vlees op de Russische tafels nog zeld zamere delicatessen worden dan voorheen. Russische regeringsfunctionarissen hebben de verantwoording voor de prijsverhogingen afgescho ven op de zwijgende schouders van de „zich op een oorlog voorbereidende imperialisten". Een gedach- tenknoop, die zonder het slikken van de nodige propagandistische poeders moeilijk is te verteren. Want al eerder bleek duidelijk, hoe slecht de agra rische situatie achter het IJzeren Gorijdn is en tot hoe ver de communistische machthebbers het heb ben laten komen -in Oost-Berlijn brak onlangs massaal dysenterie uit. Een slechte voeding had de bevolking van de Oostduitse hoofdstad niet kun nen voorzien van de nodige vitaminen en de ver zwakte bewoers werden weerloos het slachtoffer van de snel om zich heen grijpende epidemie. De huidige situatie is des te merkwaardiger om dat het juist vijf jaren geleden is, dat Chroestsjov, eerste secretaris van het centrale comité van de communistische partij in Rusland, met veel ophef een van zijn redevoeringen over de economische toestand van de Sovjet-Unie hield. Hij kondigde daarbij aan, dat Rusland „binnen enkele jaren Amerika bij de produktie van de verschillende agra rische produkten zou inhalen en zelfs voorbij stre ven". Hij voegde er aan toe dat de zege „van meer belang zou zijn dan de waterstofbom". Die rede hield partijleider Nikita Chroestsjov op 22 mei 1957 op het „Congres van Werknemers in de Landbouw", dat was georganiseerd in Leningrad, de stad, die is genoemd naar de grondlegger van he communistische Rusland. „In 1958 kunnen wij de Verenigde Staten bij de produktie van melk in halen. In 1960 of 1961 zal het mogelijk zijn Ame rika bij de vleesproduktie te overtreffen", zei Chroestsjov letterlijk bij die gelegenheid. Sommige Russische economen vonden die woor den destijds wat al te voorbarig. Ze lieten waar schuwende geluiden horen over het te grote opti misme. Maar Chroestsjov wimpelde de bezwaren weg met een „Wij zullen het kapitalisme over winnen door de kracht van de collectivering, de vaderlandsliefde en de socialistische vooruitgang". De voorzichige economen hebben gelijk gekregen. Op de vergadering van het centrale comité in maart van dit jaar heeft Chroestsjov zijn holle leuzen van vijf jaren terug moeten intrekken. Volgens een uitzending van Radio Moskou zei hij woordelijk „In 1961 werd minder geproduceerd dan in het Zevenjarenplan werd voorzien 1 miljard pud minder graan (de pud of poed is iets meer dan 16 kilo), drie miljoen ton minder vlees en 16 mil joen ton minder melk. Wij hebben moeilijkheden gehad bij de organisatie van de voedselvoorziening van de bevolking met vlees en andere produkten. Uit verscheidene steden zijn berichten gekomen, dat de bevolking geen vlees of boter kan krijgen. Duidelijk is, dat we gewoon geen vlees genoeg hebben...". Chroestsjov gaf ruiterlijk toe, dat er schaarste heerst in de Sovjet-Unie. De produktiestijgingen in de landbouw hebben geen gelijke tred gehouden met de bevolkingsgroei. De voornaamste oorzaken schijnen te liggen bij de mislukkingen in de ont- ginningsgebieden in Centraal-Azië. Voor de Rus sische partijleider is dit des te pijnlijker omdat hij het Russische volk altijd heeft voorgehouden, dat in de pioniersstreken de toekomst van de Russische landbouw ligt. De toekomst schijnt steeds... toe komst te moeten blijven. Bureaucratie. De oorzaak van het falen van de Russische landbouwplannen kan niet alleen worden gezocht in slechte weersomstandigheden. De Russische boeren zijn bijeengebracht in reusachtige staatscooperaties. Deze gigantische bedrijven moeten per jaar een bepaald kwantum aan produkten afleveren. Dit „plancijfer" is meestal zo hoog, dat de kleine privé- opbrengsten, die eigenlijk voor de kolchosboeren zelf bestemd zijn, bij de produktie moeten worden geteld. En zelfs dan bereikt men het ideaal nog niet. Nu de boeren zelf hun eigen opbrengsten, waarvan ze zelf in leven zouden moeten blijven, moeten afstaan, is het begrijpelijk, dat zij al hun enthousiasme voor de zaak hebben verloren. De leuzen, die hun niuewe moed moeten geven, gaan het ene oor in en het andere uit. Met eigen ogen kunnen zij zien hoe het Sovjet systeem werkt. Begin van dit jaar is in het Westen dikwijls de naam genoemd van een zekere Kyril T. Mazoerof, partijchef in Wit-Rusland, een van de vruchtbaarste streken van de Sovjet-Unie. In dit gebied is de afgelopen jaren een grote opper vlakte moeras in vruchtbaar land veranderd. Op het land werden echter geen granen uitgezaaid, maar... gras. En met gras kan men geen steden voeden. Mazoerof is van zijn functie ontheven. Het stroeve lopen van de Russische machine kan men echter niet bepaalde leiders verwijten. Het is vooral de bureaucratie, die een remmende invloed heeft. Historisch is het voorbeeld van een grote tractoren- fabriek, die opdracht kreeg enkele honderden land bouwwerktuigen naar een coöperatie in een ont- ginningsgebied te sturen. De honderden tractoren van een nieuw type kwamen aan, maar er was geen man in de kolchose, die ermee kon om gaan. Een organisatie had voor de technici moeten zorgen, maar die werden naar een andere coöperatie gestuurd. Daar werden ze vastgehouden omdat men de technici best kon gebruiken bij het herstel van oude landbouwmachines. De nieuwe tractoren ver roestten bij de andere coöperatie. De bureaucratie is er eveneens oorzaak van, dat wel aanzienlijke aantallen landbouwmachines wor den geproduceerd, maar dat er geen reserve-onder delen zijn te krijgen. Chroestsjov is van plan in ieder geval hieraan iets te doen. Volgens een re cente Russische mededeling zijn in Kazahkstan der tig machinefabrieken ingeschakeld bij de produktie van tractoren en reserve-onderdelen. In de gehele Sovjet-JUnie is de produktie van reserve-onderdelen nog steeds volgens de officiële mededeling, 5J4 maal vergroot. De voornaamste fout, de bureaucratie, schijnt de Russische partijleider echter met dezelfde kwaal te willen bestrijden. Er komen berichten over een nieuw staatapparaat, dat alles wat Rusland tot nu toe aan bureaucratie heeft gekend en dat is heel wat verre in de schaduw stelt. De enige indruk, die men er uit kan destilleren is, dat Chroestsjov weer eens het paard achter de wagen gaat spannen. In plaats van de boeren meer vrij heid te geven, gaat hij hen nog strakker binden. Er is een nieuw ministerie voor agrarische aankopen en produktie opgericht. In alle deelstaten (provin cies) van de Sovjet-republiek zijn produktiecomité's gevormd, die verantwoordelijk zijn voor de plaat selijke landbouwopbrengsten. Dat is nog niet alles voor de controle op de dagelijkse gang van zaken zijn inspecteurs benoemd met nauw omschreven op drachten. Instructeurs en komsomol-functionarissen hebben instructies gekregen de jeugd op te warmen en tot werk op het land aan te zetten. Om het nog wat ingewikkelder te maken zijn, los van dit alles, liefst 328 „produktieraden" geïnstalleerd, die con trole moeten uitoefenen op alles wat met de land bouw en de veeteelt te maken heeft. Boeren, ar beiders, technici, partijleiders, allen hebben zitting in deze raden. Om er zeker van te zijn, dat ze hun „werk" goed doen, zijn „landbouwhuishoudkundige- comité's" opgericht, die de raden moeten controle ren. Deze comité's staan rechtstreeks onder de plaatselijke secretaris van de communistische partij, die op zijn beurt verantwoording schuldig is aan de districtsraad van de partij. Iedereen controleert iedereen. Er blijft nauwelijks tijd over om ook nog te werken. De agrarische situatie in de Oost-Europese lan den is zo rampzalig geworden, dat de communis tische partijleiders onlangs bij elkaar zijn gekomen op „verzoek" van Chroestsjov om de stand van zaken te bespreken. Oost-Duitsland, Polen, Tsjechoslowakije, Roemenië, Hongarije en Bulga rije, alle zijn vertegenwoordigd met hun partij leiders, hun ministers van handel, van economische zaken en van landbouw en hun agrarische deskun digen. En allen hebben hetzelfde te zeggen „Het is een ramp Zelfs Gomoelka, de Poolse premier, die begin van dit jaar nog trots kon zijn op wat de boeren in zijn land hadden bereikt, zit met de haden in het haar. In Warchau, de Poolse hoofd stad, staan de huisvrouwen bij duizenden in de rij om het kleine beetje groente te veroveren, dat in de winkels nog te verkrijgen is. Dat de Polen nu ook moeilijkheden bij de voed selvoorziening hebben, is des te merkwaardiger om dat zij vorig jaar toen in alle andere communis tische landen de oogsten belangrijk beneden de ge stelde normen bleven -- juist konden bogen op op merkelijke successen. Het slechte weer van de eerste maanden van 1962 heeft echter de doorslag gegeven. Als het niet snel droog en warm wordt, zullen de Poolse boeren niets meer van hun oogsten kunnen redden. Slaat het weer om, dan kunnen zij alleen nog hopen de graanoogsten binnen te halen. Men is in het Westen geneigd de berichten over de mislukkingen aan de andere kant van de Ber- lijnse muur met een korreltje zout te nemen. Dat komt voornamelijk door het gebrek aan cijfers. Wij zijn er in geslaagd uit de voornaamste satelliet staten betrouwbare gegevens bijeen te brengen over de oogsten van 1961. Aan de hand daarvan kan men voor zichzelf uitmaken of de communistische leiders reden hebben om zich zorgen te maken over hun voedselpositie. Woordvoerders van de communistische regerin gen hebben snel genoeg de zondebokken voor de mislukkingen gevonden. De hoofdschuldige is öf de regen, öf de te grote droogte, waardoor het ge was öf verdronk öf uitdroogde. Nu hebben de weersomstandigheden in 1961 de oogsten zeker sterk beïnvloed, zoals zij dat ook nu weer dreigen te doen. De voornaamste oorzaak van de onbevre digende resultaten in de satellietstaten moet echter toch worden gezocht in wat met veel ophef wordt omschreven als de „succesvolle socialistische om schakeling van de landbouw. In Rusland is het de bureaucratie, in alle Oosteuropese staten met uitzondering van Polen is het deze „collecti vering", die met harde hand wordt doorgedreven. Staatsbedrijven en -coöperaties bezitten 98% van de landbouwgronden in Oost-Duitsland, 97% in Bulgarije, 95,6% in Hongarije en ongeveer 90% in Tsjechoslowakije en Roemenië (opgave van begin 1962). De overrompelde en met sterke druk uitge voerde „collectiverings-campagnes" schijnen bij de boeren hun traditionele werklust te hebben wegge nomen. Het^zegt veel, dat juist Polen, waar slechts 13% van de landbouwgrond werd gecollectiveerd, over 1961 een duidelijke verbetering in de agra rische produktie kon melden. Terwijl het Poolse agrarische plan-1961 oorspron kelijk voorzag in een stijging van de totale pro duktie met slechts 4,3%, kon begin van dit jaar worden berekend, dat de werkelijke toename onge veer acht procent is geweest. Volgens de laatste tellingen was de opbrengst per ha. voor tarwe, rogge, gerst en haver in 1961 17,9 centenaar (1 ctn is 50 kilo), terwijl dit in 1960 slechts 16,1 ctn. was. De maisopbrengst bedroeg zelfs 285 ctn. per ha. tegen 130 ctn. in 1960. Ook bij de suiker bietenteelt waren de resultaten bemoedigend. Bij een teeltoppervlakte van 418 duizend hectaren (20.000 meer dan in 1960), werd 257 ctn. per ha. geoogst (1960 256 ctn.). Dit was een totaalop brengst van rond 5,3 miljoen ton. Tenslotte bleek ook de aardappeloogst een suc ces. Iets waarvan Nederland dit jaar heeft gepro fiteerd, want het was de invoer van oude Poolse aardappelen, die nog iets verlichting kon brengen in de door weersomstandigheden veroorzaakte barre aardappelsituatie in ons land. In Polen werd vorig jaar per ha. 147 ctn. aardappelen geoogst (1960: 132). De totale opbrengst van de aardappeloogst was 41,3 miljoen ton, tegen 37,8 miljoen ton in 1960. Een belangrijke verbetering. Bij vlas en hennep mochten de resultaten er ook zijn, al vormen deze twee produkten niet de voor naamste onderdelen van de agrarische economie. De gemiddelde opbrengsten per ha. aan vlas schom melden in Polen de laatste tien jaren rond de 2.600 kilo, in 1961 werd waarschijnlijk voor het eerst een opbrengst van 3.300 tot 3.500 kilo be reikt. Daar ook de hennepoogst belangrijk veel groter was dan in het verleden, wordt verwacht, dat de vaag bij de Poolse industrie naar deze pro dukten Volledig door de oogstopbrengst kan wor den gedekt. Ook bij de veeteelt is de gang van zaken in 1961 voor Polen lang niet gek geweest. Het aantal run deren breidde zich uit t.o.v. 1960 met 5,3 procent tot 9.16Ó.000 stuks. Het aantal varkens nam toe met 6,6 procent tot 13.449.300 stuks. Het aantal paarden is echter afgenomen met rond 70 duizend tot 2.735.000 stuks. De vleesproduktie is ruim vol doende geweest, hetzelfde geldt voor de zuivelpro- dukten. Op dit terrein is de situatie tot voor kort in Polen aanmerkelijk beter geweest dan in de Sovjet-Unie. De belangrijkste oorzaak van het jongste Poolse resultaat is de doordachte politiek van Gomoelka, de Poolse premier, die achter het IJzeren Gordijn het minst harde regiem schijnt te voeren. Gomoelka ziet vijwel af van propaganda voor de (door Mos kou voorgeschreven) collectivering. In recente offi ciële uitlatingen van de Poolse partijleiding of re gering, noch in nieuwe plannen voor landbouw- investeringen zijn tot nu toe tekenen te ontdekken, dat sinds de jongste Comecon-vergadering in Mos kou enige verandering is gekomen in het Poolse standpunt. Het particuliere karakter van de Poolse landbouw wordt afdoende door de cijfers geïl lustreerd de kolchozen staatscooperaties hebben in Polen slechts één procent van de land bouwgronden in bezit, terwijl 87 procent van de Poolse boeren (hun aantal schommelt rond de 3,6 miljoen) zelfstandig zijn. Hoe wij op de gedachte kwamen, weten wij heus nietzij kwam zonder enige aanwijsbare oorzaak bij ons op. Misschien heeft de installatie van de Sportstichting Axel ons daarbij parten gespeeld, hoewel wij ons daarvan niet bewust zijn. Hoe het ook zij, wij dachten aan de korfbalsport. Wij herinnerden ons, dat vóór de oorlog in Axel een bloeiende korfbalclub, Rapide geheten, menige wedstrijd heeft gespeeld en gewonnen. Hoewel wij persoonlijk nimmer aan het korfbal- spel hebben deelgenomen, weten wij dat dit een mooie sport is een sport, waarbij lenigheid een grote rol speelt. Wij vinden het erg jammer, dat deze vereniging na de oorlog niet opnieuw tot leven kon worden gebracht. Zou er nu geen enkele mogelijkheid zijn om in Axel een korbalclub op te richten Wij hebben in onze plaats bloeiende voetbalclubs, een gymnastiekvereniging, wandelsportvereniging, tennisclub, tafeltennisclub, hengelaarsclub, hand boogmaatschappij, tafeltennisclub, biljartclubs en misschien nog meerdere verenigingen op het ge bied van de sport. Waarom geen korfbalvereniging Wij kunnen ons indenken, dat iemand, die dit leest, bij zichzelf denkt of zegtEn waarom geen atletiekvereniging, waarom geen hockeyclub, waar om geen baseballclub en noem maar op Inderdaad, er zijn meer, ja er zijn veel mogelijk heden op het gebied van de sport. Maar een korbalclub is er nu vroeger eenmaal geweestDit geldt niet voor de andere clubs, waarmee we niet willen zeggen, dat de andere clubs geen reden van bestaan zouden hebben. Wij willen uiteraard niet treden in het beleid van het bestuur van de Sportstichting Axel, maar zou het nite mogelijk zijn, dat vanuit dit bestuur po gingen worden aangewend om tot heroprichting van de korfbalclub te geraken Het is zo maar een idee Een niet te overschatten gevolg van de goede oogsten in Polen is de gunstige invloed op de buitenlandse handel. De landbouwexpert van Polen, die zich soms uitstrekt over zeventig landen, ver spreid over de gehele wereld, is over 1961 en in het begin van 1962 met 33 a 34% gestegen. Hef aandeel van de landbouwprodukten en levensmid delen in de totale Poolse export steeg van 18% in 1960 tot 21% in 1961. Ongeveer 75 procent van de Poolse agrarische export gaat naar Weste lijke landen. Terwijl in Polen in 1961 de boeren nog goede resultaten op het land behaalden, was de situatie in Tsjechoslowakije al aan het ver slechteren. In 1960 vertelde het ministerie van landbouw in Praag nog, dat in 1961 de totale agrarische produktie met ruim zeven procent zou stijgen. In de loop van het vorig jaar werd dit teruggebracht tot vijf procent. Begin van dit jaar echter gaf president Novotny toe, dat de agrarische produktie nauwelijks met één procent was toegenomen. In Slowaijke, waar voor een reorganisatieproject is opgesteld om deze landstreek op dezelfde hoogte te krijgen als de rest van het land, steeg de produktie met slechts 1,6 procent. Nu de vooruitgang zo gering is geweest, dat er in feite van een achteruitgang sprake is de agrarische produktie kan de bevolkingsgroei niet bijhouden vreest men in Tsjechoslawakije, dat men de doelstellingen van het zogenaamde „Derde Vijfjarenplan" niet zal bereiken. Volgens dit plan moet de totale agrarische produktie van het gehele land tot 1965 met ongeveer 23 procent stijgen: voor Slowakije is dit streefgetal 28%. De sectoren, waar nog de beste resultaten werden bereikt, waren juist de minst belangrijke, bijv. bij olieplanten, kla ver en gras (zaad). De fruitoogst vooral van appels en peren viel hard tegen. In de grote steden kan men dan ook vrijwel geen fruit meer kopen. Men trekt het land op om te proberen nog iets bij de verschillende boomgaarden tegen hoge prijzen los te krijgen. Koren heeft het Tsjechoslowaakse land vorig jaar heel wat minder opgeleverd dan werd verwacht. Er is een excuus te vinden in de barslechte weers omstandigheden na een grote droogteperiode kwamen stortregens en overstromingen juist op het moment, dat de oogst werd binnengehaald Daar komt echter bij, dat, hoewel de regering juist zulke progressieve en opportunistische plannen had opge steld, vorig jaar 22.000 hectaren minder grond voo akkerbouw werden gebruikt dan in 1960. Dit betekende, dat men een achterstand kreeg op het prijsschema van 50 duizend hectaren, want daarin werd juist voorzien in een vermeerdering van het gondgebruik van 27 duizend hectaren. (Vervolg zie pagina 2)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1962 | | pagina 1