Dames
GEMEENTERAAD VAN AXEL
Frankering bij abonnement, AXEL
ZATERDAG 10 MAART 1962
76e Jaargang no. 23
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG
Hoofdredaktie J. C. VINK.
Redaktie en Administratie Axel, Markt 12, tel. 0 1155 - 646, postbus 16
Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK
ZEELAND IN BEWEGING;
ZEEUWS ONTWIKKELINGSPLAN.
De laatste weken is in een tweetal provinciale vergaderingen speciale
aandacht besteed aan bovenstaande onderwerpen. Het lijkt ons
gewenst onze lezers kennis te doen nemen van hetgeen in deze
vergaderingen zoal naar voren is gebracht.
Openbare Gemeenteraadsvergadering
van 27 februari 1962
(VERVOLG)
handen
AXELSE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSLosae nummers 10 cent
Kwartaal - abonnement
Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 175,
v Buitenland 2,
ADVERTENTIEPRIJS: 10 cent per tn.m.
Bi] kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per m.m.
Kleine Advertentiën 1-5 regels ƒ1,—
iedere regel meer 12 cent extra.
ONT WIKKELINGSPLAN.
Om met het laatste te beginnen, dient te worden
vermeld, dat de burgemeester van Sint Annaland,
mr. J. van den Bos, lid van de provinciale staten
van Zeeland en voorzitter van de Zeeuwse
C.B.T.B. op een vergadering van de Zeeuwse
Arjos te Goes gepleit heeft voor het opstellen van
een ontwikkelingsplan voor geheel Zeeland. Zijn
rede was getiteld „Provincie en gemeente in een
veranderende samenleving
In zijn uitvoerige rede begon de spreker met erop
te wijzen, dat in Zeeland de agrarisch-ambachtelijke
gemeenschappen meer en meer verdrongen worden
door een technisch-indusriële samenleving. De ver
anderingen, die zich als gevolg hiervan voltrekken,
zijn niet gering. Hij wees op de steeds verder
gaande motorisering en automatisering. Voorts
schetste hij de veranderingen in het wetenschappe
lijk economisch denken en de economische politiek.
Het is 'n ernstig manco voor de slagvaardigheid in
't bestuur, zo stelde hij, wanneer de bestuurder zelf
niet terzake op de hoogte is. Hij achtte het op zijn
minst noodzakelijk, dat de bestuurder in zijn dy
namische tijd de financiële constructie met de eco
nomische achtergronden naar moderne visie volko
men dóór heeft en redelijk kan interpreteren en
analyseren
Voor de provinciale politiek achtte spreker onder
meer de volgende punten van belang
Opbouw van de industrie in harmonie met land
bouw en visserij.
Tegengaan van de pendel en daarom gelijkheid
van lonen en afschaffing van de gemeenteclassifi
catie.
Creëren van 3000 arbeidsplaatsen om het ver-
trekoverschot tegen te gaan.
Bevorderen van werkgelegenheid in eigen gebied.
Scheppen van goede verkeersverbindingen, waar
bij spreker HOOGSTE PRIORITEIT WILDE
TOEKENNEN AAN DE VASTE OEVERVER
BINDING NAAR ZEEUWSCH-VLAANDE
REN. REEDS NU MOETEN DEZE PLAN
NEN WORDEN GEMAAKT, zo zei hij.
Opstellen van een urgentieschema voor uit te
voeren kapitaalswerken met becijfering van de fi
nanciële gevolgen.
Verbetering van het woon- en leefklimaat op het
platteland.
Bestudering van de vraagstukken „middenstand",
„woningbouw" en „public relations".
Dit alles vatte de spreker samen onder zijn sug
gestie tot het opstellen van een ontwikkelingsplan,
hetgeen zou dienen te geschieden in nauwe samen
werking met het ministerie van economische zaken.
ZEELAND IN BEWEGING.
Dit was het onderwerp, dat tijdens de te Goes
gehouden toogdag van de C.H.U.-Kamerkieskring
Middelburg door verschillende prominente sprekers
in zijn verschillende facetten werd belicht.
Als sprekers traden namelijk op zijn excellentie
drs. J. W. de Pous, minister van economische za
ken, mr. H. Rijpstra, burgemeester van Temeuzen,
ir. M. A. Geuze, voorzitter van de Z.L.M., en ds.
C. Bezemer, nederlands hervormd predikant te Zie-
rikzee.
Het algemene thema was „Zeeland in zijn over
gangsproces" waarbij minister de Pous sprak over
de industrialisatie, burgemeester Rijpstra over de
infrastructuur, ir. Geuze over de landbouw en ds.
Bezemer over de kerkelijke situatie bij dit proces.
Minister de Pous begon zijn rede met het geven
van een schets van de industrialisatie, zoals deze
zich na de oorlog heeft ontwikkeld en de rol, die
de overheid da'arbij heeft gespeeld. Aldus kwam
hij op de bemoeiingen van de regering met de
regionale industrialisatie en wees erop, dat de pro
vincie in deze een coördinerende functie heeft, ter
wijl er ook voor de gemeenten belangrijke taken
zijn weggelegd.
Er bestaat goede hoop, zo zei de minister, dat de
zichtbare resultaten van het regionale industriali
satiebeleid niet zo lang meer op zich zullen laten
wachten. Het is een proces van lange adem, maar
de uittocht van werkkrachten uit Zeeland wordt
langzaam maar zeker afgeremd en omgebogen naar
de nieuwe bedrijven. Er zijn thans duidelijke teke
nen, dat de industrie Zeeland steeds meer als een
geschikt gebied voor vestiging van haar bedrijven
ontdekt. Hij legde er echter de nadruk op, dat
men moet beseffen, dat om industrie aan te trekken
een eerste vereiste is, dat de bevolking en de plaat
selijke bestuurders daarvoor positief zijn ingesteld.
Burgemeester Rijpstra, die, zoals gezegd, over de
infrastructuur sprak, ging in de eerste instantie de
ontwikkeling van de vier aangewezen industrieker
nen Goes, Sint Maartensdijk, Temeuzen en Zie-
rikzee na en belichtte uitvoerig de taak van de
betrokken gemeentebesturen, zoals de aanleg van
industrieterreinen, het verstrekken van betrouwbare
gegevens omtrent het arbeidspotentieel, de woning
bouw, de sportaccomodatie, de onderwijsmogelijk
heden en de culturele voorzieningen. Hij pleitte er
voor om de bestaande voorzieningen voor de ge
noemde kernen ook na beëindiging van de zittings
periode van 't huidige kabinet te laten continueren,
omdat het vrijwel onmogelijk is in een zo korte
periode het uitgestippelde beleid ten volle tot zijn
recht te doen komen.
Wanneer wij als redactie hier een enkel woord
over zouden mogen zeggen, dan willen wij als
onze mening stellen, dat wij over de aanwijzing
van industriekernen allerminst enthousiast zijn. Wij
blijven van mening, dat door dergelijke aanwijzin
gen met alle daaruit voortvloeiende faciliteiten voor
de zich vestigende industrieën de mogelijkheid niet
is uitgesloten, dat een ongezonde en soms min of
meer gedwongen industriële groei wordt gestimu
leerd, terwijl andere gemeenten huns ondanks in
een onvoordelige positie worden gedrongen. Dit
laatste geldt wel met name voor de kanaalzone-
gemeenten. Had men in Zeeuwsch-Vlaanderen een
industrie-kern willen aanwijzen, dan had dit naar
ons gevoelen de geheel kanaalzone dienen te zijn.
Ir. Geuze behandelde de vragen „Wat wordt er
van de Zeeuwse boerenstand gevraagd en „Wat
zullen de structurele veranderingen voor hem gaan
betekenen?" Hij stelde, dat het platteland reeds
een groot aanpassingsvermogen heeft getoond ten
aanzien van de ingrijpende wijzigingen, die zich
in een straf tempo voltrekken. Hij zag geen reden
tot pessimisme. Niettemin noemde hij de volgende
vraagstukken, die naar zijn mening een hoog no
dige en diepgaande bestudering vereisen de pen
del, de mechanisatie, de te geringen woningtoewij
zing en het onderwijs. Hij vroeg de aandacht van
de minister ook voor de landbouw.
Ds. Bezemer constateerde, dat door toenemende
industrialisatie in Zeeland de kansen voor de kerk
worden vergroot. Als belangrijke punten en wensen
noemde hij, dat de overheid bereid moet zijn om
naar de kerk te luisteren, dat de overheid moet
zorgen voor goede ontspanningsmogelijkheden, zo
wel voor de bewoners van de eigen streek als voor
de recreatie zoekenden, terwijl de overheid subsidies
zou moeten geven voor kerkelijke initiatieven, zoals
kerkbouw en godsdienstonderwijs op de openbare
scholen.
Een forum, onder leiding van de voorzitter, de
heer C. Philipse, waarin naast de genoemde spre
kers ook zitting hadden de heren C. F. van der
Peijl, hoofdplanoloog bij de Provinciale Planolo
gische dienst, beantwoordde tenslotte een groot
aantal vragen, die naar aanleiding van de uitge
sproken redevoeringen werden gesteld.
Voorstel tot vaststelling van een premie'
regeling voor de bouw van douchecellen.
Gevolg gevend aan een toezegging onzerzijds, dat
de mogelijkheid zal worden onderzocht een gemeen
telijke premieregeling in het leven te roepen voor
het aanbrengen van douchecellen in woningen als
gevolg van het niet meer conlinueren van het ge
meentelijk subsidie ten behoeve van het badhuis
van de heer T. L. Brugge, delen wij u het volgen
de mede.
Uit de op 15 en 16 september 1961 gehouden
enquête is gebleken, dat 128 gezinnen uit Axel van
het badhuis gebruik hebben gemaakt in wier wo
ningen geen duochecel aanwezig was.
In de overige 68 gevallen was wel een douchecel
aanwezig, doch deze was niet aangesloten.
Het is bekend dat verschillende firma's geyser's
of boilers in huur of huurkoop verstrekken. De
huur van een gasgeyser bedraagt 0,75 per
week; de huur van een boiler beloopt al naar ge
lang van de grootte 2,65 tot 3,75 per maand.
De kosten van aanleg, welke direkt moeten wor
den betaald, belopen circa 50,
Ingeval van huurkoop van een gasgeyser moet
25% van het totale bedrag of ca. 65,ineens
worden betaald en het restant (ongeveer 200,
in 21, 15 of 18 maanden.
Aangezien het partikulier initiatief in dezen vol
doende kan worden geacht en de eerste kosten niet
onoverkomelijk zijn, zijn wij van oordeel, dat de
gemeentelijke overheid momenteel hier geen taak
heeft.
Op een ander vlak ligt naar onze mening het
stimuleren van de bouw van douchecellen.
De kosten van de bouw van een douchecel va
riëren uiteraard naar gelang van de plaats, waar
deze worden gebouwd. Blijkens een bij de stukken
overgelegde beoroting lopen deze kosten uiteen
van 223,tot ca. 400,
In deze kosten zouden wij een premie willen ver
lenen van 150,per geval, overeenkomstig de
hierbij gevoegde ontwerp-regeling.
Ieder jaar zouden wij 20 gevallen voor deze
premie in aanmerking willen doen komen. Zou de
behoefte in enig jaar groter zijn, dan kan nader
aan de hand van de begrotingspositie worden na-
gegaan in hoeverre aan die behoefte kan worden
tegemoet gekomen.
De heer A. H. v. d. LeeAllereerst wil ik mijn
waardering uitspreken voor de snelle wijze waarop
deze verordening is tot stand gekomen. Ik ben het
volkomen eens met de verordening, maar ik zou
één voorwaarde willen stellen de duur van de
verordening beperken tot 5 jaar. Het kan de ge
meente dan maximaal 15.000,kosten. Een grote
toeloop in de eerste jaren is overkomelijk.
De heer den Doeldèr sloot zich volledig bij ge
noemde spreker aan.
De heer D. OggelMet het gezegde van
meneer van der Lee kan ik me verenigen. Maar U
spreekt in het voorstel van 20 gevallen per jaar
en te voteren een bedrag van minstens 3.000,
Moet dit niet zijn precies 3.000,
De heer J. Vink i Ik spreek eveneens mijn waar
dering uit voor de snelle werkwijze, maar ik ben
toch niet zo verheugd als meneer van der Lee.
Mijn inziens kunnen slechts een bepaalde groep
mensen hier profiteren.
Er zijn wel woningen met een douchecel (plan
Oost) maar die niet als zodanig te benutten zijn.
Is men bereid de lavetten te slopen
Jammer vind ik het dat er weinig initiatief uit
gaat van het Gasbedrijf. Het is prachtig wanneer
men met auto's door Axel rijdt waarop de leus
„KOOKT OP GAS!"
Maar deze leus heeft weinig zin wanneer het
gasverbruik niet wordt gestimuleerd.
De heer W. de Feijter Het is mijn inziens maar
een gebrekkige regeling. Wat doen we met de
mensen die zeggen dat ze geen plaats hebben voor
een douchecel. Enthousiast ben ik niet, maar ik zal
niet tegen stemmen. Kunnen we niet beter nog
eens overleggen met Brugge
De heer C. van Bendcgem Ik ben het eens met
de heren van der Lee en Oggel voor wat betreft
dit voorstel, maar ik zou niet strikt willen vast
houden aan 20 gevallen per jaar. Moge'ijk het
eerste jaar misschien wel veertig, 15.000,zijn
we in vijf jaar toch kwijt. Niet ieder kan echter
van deze regeling profiteren. Het sluiten van het
badhuis is voor vele mensen een gemis.
Ik zou wel gaarne zien dat van de zijde van het
Gasbedrijf het aanleggen van gasgeysers wordt ge
stimuleerd.
We staan voor feiten Geen badinrichting meer
Woningen in plan Oost. Het woningbedrijf moet
nog eens een lening aangaan om die waterbakken
er uit te nooien.
De voorzitterWat betreft de vraag van de
heer Oggel moet ik zeggen dat dit berust op een
foutieve lezing. Wat betreft het initiatief van het
Gasbedrijf zijn wij van mening, dat wanneer'par
ticulieren gasgeysers gaan verhuren er van de
overheid geen concurrerende akties moeten worden
uitgevoerd. We moeten hier in het oog houden
dat we met een Axels bedrijf te doen hebben dat
ook in Temeuzen levert. Dan moeten we deze ge
legenheid ook openstellen voor Temeuzen. Of het
Gasbedrijf iets kan doen, bijv. bij het aanleggen
van de leidingen, dat zullen we in de Gascommissie
bezien. Wat betreft het leedwezen van de heer de
Feijter over het raadsbesluit, daarop wil ik niet
verder ingaan. Het College is er van overtuigd dat
een groot aantal Axelaars gedupeerd is, daarom
ook deze regeling. De termijn van vijf jaar willen
wij overnemen.
De heer D. J. Oggel: Allereerst mijn excuus voor
de foutieve lezing. Maar in artikel vijf van de ver
ordening zou ik gaarne bij invullen In dat op-
zicht.
De voorzitter De regeling zal op spaa-zamelijke
en voorzichtige manier door ons gebruikt worden.
Het voorstel van de heer Oggel zie ik als een
verbetering en wil dat gaarne overnemen.
Op grond van het vorenstaande werd besloten
a. vast te stellen de „Gemeentelijke premierege
ling voor het bouwen van douchecellen;
b. hiervoor jaarlijks een krediet beschikbaar te
stellen van tenminste 3.000,
Voorstel tot het stichten van een Au'a op de
Algemene Begraafplaats met bijkomende wer
ken.
Reeds in 1956 heeft uw Raad een bedrag van
23.000,— gereserveerd als beginkapitaal voor
een op de algemene begraafplaats te stichten aula.
In uw vergadering van 10 november 1960 werd in
principe besloten tot de bouw van deze aula.
Het plan is thans besteksklaar.
De heer J. van Luijk i Voorzitter wanneer we
in principe tot iets besluiten, dan volgt daar toch
niet uit dat we alles maar goed moeten vinden.
We hadden indertijd de bouwkosten van een aula
gesteld op maximaal 50 000,Nu komt e>- een
nieuw plan en de bouwkosten bedragen 73.000,
Hiertegen maak ik ernstig bezwaar. Dit bedrag is
voor het gestelde doel veel te hoog. Kan het niet
op een wat minder luxueuse basis Vogens mij
moet men voor 50.000,een aula kunnen bou
wen. Thans spijt het me dat ik in 1960 het voorstel
heb gesteund.
Als de aula gesticht wordt, hoe lang kunnen we
daarvan dan nog gebruik maken Hoogstens 20
jaar Dan moet misschien de begraafplaats wor
den gesloten wegens ruimtegebrek en dan moet
men weer dezelfde weg gaan.
De heer D. J OggelIk deel de bezwaren van
de heer van Luijk. We gaan hier een stichting
creeëren die met een groot nadelig saldo moet gaan
werken. Is het niet mogelijk dat er een gedeelte van
de kosten van aanleg van wegenplantsoen komt
ten laste van één der exploitatieplannen
De heer W. de Feijter Thans worden begra
fenissen geregeld vanuit de gebouwen van de ver
schillende kerken gehouden en dat gaat goed. Ik
vind de stichtingskosten van 73.000,te hoog
en ben dus niet zo erg voor het voorstel.
De heer C. van Bendegem Als we indertijd
tot de bouw hadden besloten dan had de aula er
al lang gestaan, maar als we nu nog eens vijf
jaar wachten dan kost de bouw misschien weer
30.000,duurder. Maar ik ben toch ook wel
geschrokken van het bedrag van 73.000,'De
naakte bouwkosten bedragen 46.000,en de
rest is dus gelegen in de toegangswegen en plant
soenen. Kan niet een gedeelte op een ander object
drukken
Wat denkt men van de opmerking van de heer
van Luijk over de 20 jaar Misschien is de aula
pas over 4 jaar klaar. Denkt het College nog lang
gebruik van de begraafplaats te kunnen maken
Ik ben een voorstander van de bouw van een aula,
maar moet dat nu persé 73.000,— kosten
De heer A. H. van der LeeIk ben een voor
stander van de bouw van een aula. Hoofdzaak voor
onze gemeente is, dat we een begraafplaats heb
ben met een aan de eisen des tijds beantwoordende
entourage.
De teer J. Vink'. Tegen de stichting van de
aula ben ik niet, maar wel tegen de hoge bouw
kosten. Worden deze zo laag mogelijk gehouden
De Voorzitter De heer van Luijk noemde een
bedrag van 50.000,—. Maar in het betrokken
raadsbesluit stond ongeveer 50.000,We heb
ben vroeger een opdracht gegeven, maar dat plan
kostte 100.000,—. Een nieuwe opdracht werd
verstrekt, met de bepaling een zo goedkoop moge
lijk plan te ontwerpen. Hieraan heeft de architekt
thans voldaan.
We moeten goed voor ogen houden wat er hier
aan de hand is
1. De bouw van de aula
2. De situering van de aula op de begraaf
plaats.
De situering dus aan de andere zijde van de
begraafplaats. We zouden dan een meer waardige
toegang kunnen krijgen, dus via de Nieuwe-Diep-
straat. De bestaande toegang is beneden alle peil.
Het is logisch dat de bijkomende kosten hoger
worden, maar het is niet reeël om deze kosten te
brengen ten laste van het plan Zuidsingel. Het
bedrag moet toch komen uit de gemeentekas, dus
zoiets zou vestzak- broekzak betekenen. Maar mijne
heren U moet hier niet al te zeer een halszaak
van maken.
Met de bouw van deze aula kan het stichten
van een lijkenhuisje achterwege blijven. Tevens
bestaat de mogelijkheid tot het bijzetten van urnen.
Het is niet mogelijk nog goedkoper te werk te
gaan. Het te stichten gebouw is gespeend van
iedere vorm van luxe.
Tevens kan ik mededelen dat we de architekt
een zodanige opdracht hebben gegeven, dat de
aula verplaatsbaar is. De aula zal dus eventueel
overgebracht kunnen worden naar een nieuwe be
graafplaats. Maar ons inziens kunnen wij ter plaat
se nog ongelimiteerd doorgaan, b.v. 25 a 30 jaar.
Er is nog ruimte en plaats voor uitbreiding.
Ik moet de heer C. van Bendegem toegeven dat
over enkele jaren weer duurder gebouwd zal wor
den.
mm kl&MCA.f
ruw of schraal
HAMFA-GFI
De heer W. de Feijter We spreken hier steeds
over 20 a 30 jaar, maar is er ook rekening gehou
den met de bestaande uitbreidingsplannen en het
feit dat Axel misschien over 20 jaar 25.000 inwo
ners zal hebben Is het niet verstandiger uit te
zien naar een nieuwe Algemene Begraafplaats en
daarop een aula stichten
De heer D. J. OggelMeneer de Voorzitter
ik heb met bewondering Uw verdediging aange
hoord. Mijns inziens past de aula niet in het sa
neringsplan Oudewijk. We maken hier toch echt
wel iets met een groot nadelig saldo. De begraaf
plaats is steeds een centraal punt in onze gemeente
geweest. De begraafplaats zou in verval geraken,
wanneer we een nieuwe begraafplaats gaan stich
ten. Het sentiment kan hier natuurlijk ook een
woordje meespreken. Ik heb in dit opzicht bezwaar
•tegen de bouw van de aula, dat we iets stichten
met een groot nadelig saldo.
De heer A. H. van der Lee Het nadelig saldo
vind ik persoonlijk niet zo erg. We hebben wel
meer zaken met een nadelig saldo (het zwembad).
Mijns inziens is een begraafplaats mt een behoor
lijke entourage in het belang van het algemeen.
De heer C. van Bendegem De psychologische
bezwaren moeten we hier niet al te zwaar laten
wegen. Had het college nu gevraagd zoveel dui
zend gulden voor plantsoenen, dan was het voorstel
gemakkelijker aanvaardbaar. Ik zou persoonlijk
ook liever een aula zien die 20.000,minder
kost. Ik geloof ook wel dat we ter plaatse nog wel
30 jaar verder kunnen.
De heer van Luijk Voorzitter Uw antwoord
brengt geen opheldering. We hebben pas woens
dag de raadsstukken ontvangen en dan is het geen
kleinigheid om een 37 punten tellende agenda nauw
gezet te bekijken.
(Vervolg zie pagina 3).