GEMEENTERAAD VAN AXEL
Loss e Gedachten
Frankering bij abonnement, AXEL
ZATERDAG 20 JANUARI 1962
76e Jaargang no. 16
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG
Hoofdredaktie J. C. VINK,
Redaktle en AdministratieAxel, Markt 12, tel. 0 1155- 646, postbus 16
Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK
Nieuwjaarsrede burgemeester Van Dijke
Axel ten volle bereid tot samenwerking in streekverband.
Kanaalzone levensbelang voor Axel.
De heer D. J. Oggel (G.P.V.) diende motie in.
Subsidie aan badhuis wordt stopgezet.
Instelling Kultureel Fonds.
AXELSE COURANT
ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 10 cent
Kwartaal - abonnement
Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 1,75,
t Buitenland 2,
ADVERTENTIEPRIJS10 cent per m.m,
Bi] kontrakten belangrijke reduktie.
Ingezonden Mededelingen 30 cent per m.m.
Kleine Advertentiën 1-5 regels ƒ1,—
iedere regel meer 12 cent extra.
Dinsdagavond 16 januari 1962 kwam de Ge
meenteraad ten stadhuize in openbare zitting bij
een.
Aanwezig waren t Burgemeester M. K. van
Dijke, Wethouder C. de Putter, Gemeentesekre-
taris P. G. v. d. Bosse en de raadsleden P. J. van
Bendegem en W. de Feijter (C.H.U.), C. van
Bendegem en K. Hamelink (P.v.d.A.), A. H. van
der Lee en J. den Doelder (Gem. Bel.), E A.
Maas en J. Vink (K.V.P.), J. C. van Luijk (A.R.),
en D. J. Oggel en L. Hamelink (G.P.V.)
Met kennisgeving was afwezig wethouder M. L.
M. IJsebaert.
Bij de aanvang der vergadering sprak Burge
meester van Dijke de volgende nieuwjaarsrede uit
Mijns heren leden van de Raad,
Gaarne wil ik deze eerste raadsvergadering in
het nieuwe jaar U mijn beste wensen doen toe
komen voor het jaar 1962. Ik spreek de hoop uit,
dat het pas aangevangen jaar door Gods goedheid
voor U allen in Uw persoonlijk en gezinsleven een
rijk gezegend jaar moge worden. Tevens wil ik
aan deze wens mijn dank verbinden voor de veelal
aangename en vruchtdragende samenwerking welke
met Uw Raad mogelijk bleek in het afgelopen
jaar. In deze dank betrek ik mede het ambtenaren
korps in al zijn geledingen en de raadsverslag-
gevers, die elk op hun wijze er toe bijdroegen onze
gemeente en haar inwoners te dienen.
In mijn vorige nieuwjaarsrede heb ik reeds aan
gekondigd, dat het in mijn voornemen lag U in
den vervolge bij die gelegenheid een droge opsom
ming van feiten en cijfers over het afgelopen jaar
te besparen. Hieraan gevolg gevend heb ik het
verslag over 1961 aan U gedrukt doen uitreiken
als bijlage van deze rede.
Ik acht het nuttiger op een moment als dit de
blik vóóruit te richten en niet al te zeer te letten
op hetgeen achter ons ligt, temeer daar hiertoe
ruimschoots gelegenheid bestond bij de behandeling
van de begroting nu een maand geleden.
Indien wij ons thans bezinnen op het vóór ons
liggende jaar wil ik Uw gedachten allereerst be
palen bij het feit dat dit jaar verkiezingen zullen
worden gehouden voor de gemeenteraad. Dit geeft
mij aanleiding een ogenblik stil te staan bij de
plaats welke Uw Raad in ons gemeentelijk bestel
inneemt.
Hoewel de Raad ingevolge de wil van grondwet
en gemeentewet aan het hoofd der gemeente staat
kan men hier en daar de gedachte beluisteren, dat
B. en W. of de Burgemeester de dienst in de ge
meente uitmaakt en zelfs behoort uit te maken.
Deze misvatting is uitermate gevaarlijk en behoort
met alle kracht te worden bestreden. Immers in
dien deze gedachtengang bewust of onbewust bij
velen ingang zou vinden, zou zulks onze demo-
kratische staatsinrichting aantasten en de geesten
geleidelijk aan rijp maken voor een verfoeielijke
diktatuur. Het is overigens niet verwonderlijk dat
deze in wezen fatalistische gedachten nog worden
gevonden en zelfs door de huidige ontwikkeling
der maatschappij worden gevoed. Eén van de
ernstigste uitwassen dezer ontwikkeling is het cen
tralisme met onvermijdelijk in haar voetspoor de
aantasting van de gemeentelijke autonomie. Waar
zulks noodzakelijk en passend lijkt zullen wij niet
moeten aarzelen dit kwaad te bestrijden. Het feit,
dat de Raad aan het hoofd der gemeente staat
behoort naar mijn mening zo veel mogelijk te wor
den geaccentueerd en tot uitdrukking gebracht. Een
nader beraad deswege, niet in het minst door de
wetgever, lijkt mij gewenst.
Het is zonder meer duidelijk, dat de komende
verkiezing van een nieuwe Raad voor onze paatse-
lijke gemeenschap van uitermate grote betekenis is.
Gaarne wil ik de hoop en de verwachting uitspre
ken dat de aanstaande verkiezingsstrijd zodanig
wordt gevoerd, dat het daarna weer mogelijk zal
zijn in goede harmonie met elkaar de belangen te
behartigen van onze in volle ontwikkeling zijnde
levenskrachtige gemeente.
Op de te verwachten ontwikkeling van onze ge
meente in het komende jaar wil ik thans niet in
den brede ingaan, aangezien het College van B. en
W. daaraan in zijn aanbiedingsbrief van de begro
ting 1962 en daarna bij de algemene beschouwingen
in Uw Raad uitvoerig aandacht heeft geschonken.
Mede met het oog op recentelijk gedane uitspra
ken wil ik echter niet voorbij gaan aan een tweetal
zaken welke ook voor onze gemeente van eminent
belang zijn. Ik doel hier op de samenwerking van
gemeenten in onze streek en op de geruchten in
zake op handen zijnde grenswijzigingen.
Het is naar mijn gevoelen van het grootste ge
wicht, dat in een geisoleerd gebied als Zeeuwsch-
Vlaanderen een goede intergemeentelijke samen
werking bestaat. Indien wij bedenken, dat in Qost-
Zeeuwsch-Vaanderen in totaal slechts 65.000 per
sonen wonen een inwonertal van een „kleine
middelgrote stad" is het duidelijk, dat het een
gebiedende eis is op velerlei terrein samen te wer
ken. Hierbij moeten wij niet bang zijn over onze
eigen gemeentegrenzen heen te zien. Het is nu een
maal niet denkbaar, dat in een zo beperkt gebied
alle gemeenten op dezelfde wijze bewerktuigd wor
den. Iedere gemeente een eigen zwembad of con
certzaal is een onmogelijkheid. Als er bij wijze van
spreken in de gemeente Hulst een goede moderne
schouwburg komt, moeten wij zulks toejuichen en
niet trachten eenzelfde accomodatie te verwerven.
Anderzijds moet men niet trachten voorzieningen
welke in onze gemeente gedijen en een streekfunktie
vervullen te copiëren. Het zou om een voorbeeld
te noemen ridicuul aandoen indien de gemeente Ter-
neuzen ging streven naar het tot stand brengen van
een jeugdherberg met kampeeraccomodatie, terwijl
op luttele kilometers afstand deze voorzieningen
reeds aangetroffen worden.
Plaatselijk chauvinisme is op zichzelf niet te
veroordelen, mits dit niet ontaardt in ongezonde
rivaliteiten tussen gemeenten onderling. Zodra dit
het geval is geeft men blijk van een bekrompen
geesteshouding die funest is voor een harmonische
ontwikkeling van de streek.
Ik meen te mogen konstateren, dat een zekere
bereidheid tot samenwerking in onze streek stellig
gevonden wordt. Veelvuldig wordt hiervan in
woord en geschrift getuigd. Dit moet echter geen
belijden zijn met de mond alleen maar ook met het
hart.
Indien men zich op het standpunt stelt „Samen
werken goed, maar mijn eigen gemeentelijk belang
dient voorop te gaan", dan aarzel ik niet dit een
verkeerde geest van samenwerking te noemen. Zon
der tekort te willen doen aan de geheel eigen plaats
en funktie van elke gemeente afzonderlijk moet
worden gesteld, dat samenwerking er nimmer toe
mag leiden, dat de een heerst over de ander. Een
goede gemeentelijke samenwerking in Zeeuwsch-
Vlaanderen veronderstelt dat men in het algemeen
bereid is het streekbelang te laten prevaleren bo
ven het eigen belang in engere zin. Dit kan met
zich brengen dat een grotere gemeente somtijds een
offer moet brengen terwille van kleinere zuster-
gemeenten. Indien men hiertoe niet bereid is, om
dat men zichzelf daarvoor tè belangrijk acht, dan
is het Paulinisch vermaan op zijn plaats dat de een
zich niet uitnemender zal achten dan de ander.
In zijn vorige week gehouden nieuwjaarsrede
heeft de Burgemeester van Temeuzen gekonsta-
teerd dat het zo noodzakelijke overleg met de
buurgemeenten in de kanaalzone moeilijk op gang
komt. Ik heb van een pogen van Temeuzen in
deze richting, tot dusverre niets gemerkt. Indien
wij door'Temeuzen zouden worden benaderd in de
geest zoals ik die als gewenst heb aangegeven,
zijn wij aanstonds tot overleg bereid. Een voor
beeld hiervan is de samenwerking met betrekking
tot het tot stand brengen van een gezamenlijke
afvalwaterleiding.
Deze bereidheid hebben wij ook ten volle be
toond bij het zoeken naar een andere beheersvorm
voor ons gasbedrijf. Mocht Temeuzen met overleg
echter bedoelen een pogen om ons zoals ten aan
zien van het gasbedrijf nota bene een Axels
bedrijf in feite uit te schakelen, dan kan men
zich beter de moeite besparen. Tot redelijk overleg
zijn wij echter ten allen tijde bereid.
Blijkens een publicatie op 9 januari j.l. in een
van onze ochtendbaden zouden Ged. Staten van
Zeeland thans een plan tot gemeentelijke herin
deling van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen bestude
ren, welk plan eerder aan de orde zou komen dan
het plan tot herindeling van een aantal gemeenten
in Zuid-Beveland.
Volgens dit persbericht maakt Temeuzen aan
spraak op enkele vrij grote stukken van het ge
meentelijk territoir van Hoek, Zaamslag en Axel.
Het zou dit gebied nodig hebben voor zijn verdere
industriële ontwikkeling. Met verwondering heb ik
van dit bericht kennis genomen, daar mij van
aspiraties van onze buurgemeente in deze richting
niets bekend was.
Mijn verwondering ging echter over in verbazing
toen ik in verschillende persorganen moest lezen,
dat de Burgemeester van Temeuzen, vorige week
in de Raad hiernaar gevraagd, verklaarde dat dit
bericht hem in dit stadium prematuur lijkt.
Géén desavouering van het bericht derhalve
Indien deze berichtgeving is gebaseerd op feite
lijke juistheden dan wil ik er, mij uiteraard tot Axel
beperkende, het volgende van zeggen.
Het is ontstellend te moeten ervaren, dat een
buurgemeente waarmee op verschillend gebied
nauw wordt samengewerkt zich enerzijds beklaagt
over het moeilijk op gang komen van een nog nim
mer ondernomen poging tot overleg en anderzijds
een zodanig overleg zelf bij voorbaat frustreert
door het klaarblijkelijk najagen van een totaal over
bodige gebiedsuitbreiding.
Een overbodige gebiedsuitbreiding omdat
le. het kennelijk beoogde gebied zodanig ver ver
wijderd is van het eigenlijke Temeuzense
industrie-gebied dat deze gemeente zich in
industrieel opzicht nog lange jaren kan ontwik
kelen zonder het Axelse gebied werkelijk nodig
te hebben en
2e. de gemeente Axel volkomen in staat is het
bedoelde gebied zelf tot verdere ontplooiing
te brengen, waarvoor overigens al plannen in
voorbereiding zijn.
Het doet dan ook bijzonder lachwekkend aan te
lezen dat men de ook wat inwonertal betreft per
saldo kleine gemeente Temeuzen toedicht de ge
dachte te koesteren ons gebied nodig te hebben
voor zijn industriële expansie 1 Slechts „kemkoorts"
zou een zodanige buiten alle proporties zijnde
zelfoverschatting kunnen verklaren.
Mocht het terwille van de ontwikkeling van onze
streek op enig moment noodzakelijk zijn, dat een
bepaald gebiedsdeel overgaat naar een andere ge
meente dan zouden wij daar hoewel het een
pijnlijke zaak blijft naar mijn persoonlijk ge
voelen vrede mee kunnen hebben. Wij zullen ech
ter nimmer gedogen dat een totaal overbodige ge
biedsoverdracht uit kennelijke annexatiezucht tot
stand komt, temeer waar juist het onderhavige ge
bied moet worden aangemerkt als dè levensader
van Axel. Dat dit geen holle phrase is moge blijken
uit onlangs gepubliceerde gegevens van het Cen
traal Bureau voor de Statistiek, volgens welke de
beroepsbevolking van Axel voor 31% werkzaam is
in industrie en ambacht, 17% in landbouw, 16]/2%
in dienstverlening, 16% in handel- bank- en ver
zekeringswezen, 10% in bouwnijverheid en aanver
wante bedrijven, 7% in vervoers- opslag- en com
municatiebedrijven en 2^% in overige bedrijven.
Uit deze cijfers blijkt zonneklaar, dat de bevol
king van Axel in overgrote meerderheid is aange
wezen op industrie en nijverheid, welke bedrijfs
takken juist inzonderheid op ons gebied in de ka
naalzone zijn geconcentreerd.
De bewerking, dat Axel een overwegend agra
rische gemeente zou zijn moet in het licht van het
vorenstaande naar het rijk der fabelen worden
verwezen.
Het moge U duidelijk zijn, dat het voor Axel een
levensbelang is haar begrenzing aan het kanaal zo
breed mogelijk te doen zijn.
Ieder die hieraan raakt het zij zonder pathos
gekonkludeerd staat Axel naar het leven.
Behalve dat de gewraakte annexatiegedachte
alleen al om economische redenen verwerpelijk is,
is zij niet te rijmen met de moderne opvattingen te
dezer zake. In de tegenwoordige tijd immers is
grenswijziging slechts dan aanvaardbaar indien
hiervoor hetzij dringende ekonomische overwegin
gen gelden, hetzij de bestuurskracht van een mo
gelijk slachtoffer te gering zou zijn. Beide motieven
zijn hier echter niet in het geding. In deze tijd van
coöperatie zoekt men de oplossing veeleer in het
vormen van schappen.
Te trachten desondanks gestalte te geven aan de
gepubliceerde gedachte zou derhalve blijk geven
van een konservatieve benadering van het pro
bleem.
Een meer progressieve oplossing is mogelijk ge
tuige de goede samenwerking van gemeenten in
verschillende streken van ons land middels in het
leven geroepen haven- en/of industrieschappen. Een
beleid overigens dat ook vanwege het Ministerie
van Binnenlandse Zaken wordt voorgestaan.
Ik zou bij deze een ernstig beroep willen doen
op het gemeentebestuur van Temeuzen zich te dis-
tanciëren van de onzalige gelanceerde annexatie
gedachte en gezamenlijk met het gemeentebestuur
van Axel te streven naar een aan de eisen des
tijds beantwoordende haven- en industrie akkomo-
datie aan het kanaal. Tot een zodanige werkelijke
samenwerking verklaar ik mij gaarne bereid. Over
leg wat er toe moet leiden onze begrafenis te
regelen wijs ik echter bij voorbaat vierkant van de
hand. Hiervoor gevoelen wij ons bepaald nog veel
te fit 1
Het is geenszins mijn bedoeling geweest met
deze beschouwingen bepaalde sentimenten wakker
te roepen en daardoor een ook door mij voorge
staan noodzakelijk overleg te bemoeilijken. Veeleer
heb ik gepoogd een basis tot eerlijk overleg te
vinden. Een zodanig overleg immers is eerst dan
reëel mogelijk indien in alle openheid van tevoren
de standpunten duidelijk worden kenbaar gemaakt.
Ik ben mij er van bewust U bij de aanvang van
het nieuwe jaar te hebben gekonfronteerd met en
kele minder prettige zaken. Zulks leek mij echter
in dit stadium gewenst, daar thans nog inkeer mo
gelijk is. Slechts het belang van onze mooie en
veelzijdige gemeente met haar interessante streek
stond mij daarbij voor ogen. Moge het ons ge
geven zijn dit jaar door gezamenlijke krachtsin
spanning ons goede Axel tot groter bloei te bren
gen.
De heer P. van Bendegem, als oudste raads
lid, dankte de burgemeester voor zijn goede woor
den en bracht namens de overige raadsleden de
beste wensen over aan het College voor 1962. Het
verheugt ons dat de „kwestie Terneuzen" de volle
aandacht heeft. Ik ben het met U eens burgemees
ter, dat wij het streekbelang moeten stellen boven
het gemeentebelang. Ik wens B. en W. kracht en
gezondheid om op de ingeslagen weg voort te
gaan.
De volgende ingekomen stukken werden voor
kennisgeving aangenomen
INGEKOMEN STUKKEN
a. het door Ged. Staten dd. 5 december 1961,
no. 4289/80, le afd„ goedgekeurde raadsbesluit
van 17 november 1961, inzake onderhandse
aanbesteding van 8 woningwetwoningen aan
fa. L. P. i 'tVeld en Zn. te Middelburg;
b. een schrijven van het Zeeuws Consultatiebureau
voor Alcoholisme te Middelburg van 12 de
cember 1961, houdende dankbetuiging voor het
toegekende subsidie voor 1962;
c. een schrijven van de Nederlandse Astma Stich
ting te Utrecht van 28 december 1961, houden
de verzoek om subsidie, alsmede ons antwoord-
schrijven van 2 januari 1962, no. 1434;
d. een schrijven van de Stichting Zeeland voor
Maatschappelijk en Kultureel Werk te Middel
burg van 20 december 1961, houdende dank
betuiging voor het toegekende subsidie voor
1962;
e. een schrijven van de Stichting Beschuttende
Werkplaatsen „Midden Zeeuwsch-Vlaanderen"
te Temeuzen van 20 dcember 1961, houdende
toezending van diverse jaarstukken en beslui
ten;
f. het door Ged. Staten dd. 12 december 1961,
no. 705/1/83, le afd„ goedgekeurde raadsbe-
suit van 1 december 1961, inzake verlenging
rekening-courant-overeenkomst met de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gra-
venhage voor het jaar 1962;
NU OOK HIER?
Het is nog maar enkele weken geleden, dat wij
in onze rubriek „Langs de Scheldestromen
schreven over de herindeling van de gemeenten
op Walcheren. Daarbij merkten wij op, dat het
interessant was de raadsdebatten te volgen en op
te merken, dat de gemeenteraden van de „uit
breidende gemeenten" over het algemeen ingeno
men bleken met de plannen, terwijl de vroede va
deren van gemeenten, die voor opheffing of in
elk geval voor het afstaan van grondgebied op de
nominatie stonden, in het algemeen „tegen" waren.
Deze uitspraken werden gedaan naar aanleiding
va een konkreet wetsontwerp.
Zonder dat er nog van een wetsontwerp sprake
is, is de kwestie van de herindeling van gemeenten
i Oost Zeeuwsch-Vlaanderen aktueel geworden.
De aanleiding hiertoe was een vraag van de
heer Henry in de Temeuzense raadsvergadering
over een bericht in een landelijk dagblad, dat Ter-
neuzen grondgebied van de gemeenten Axel, Hoek
en Zaamslag zou opeisen. De burgemeester van
Terneuzen achtte, aldus het raadsverslag, dit pre
matuur gesteld.
Het is begrijpelijk, dat deze uitdrukking de bur
gemeester van Axel „in het geweer" gebracht
heeft.
Waarom, 'zo dachten wij, heeft burgemeester
Rijpstra deze uitdrukking gebruikt Waarom
heeft hij geen perminente ontkenning uitgesproken
De heer Rijpstra is geen man, die zich ongelukkig
pleegt uit te drukken. Een „verspreking" kan het
dan ook moeilijk genoemd worden.
Het is prematuur gesteld; met andere woorden
U bent te vroeg met Uw vraag, mijnheer Henry.
Maar als dat inderdaad zo is, dan heeft Ter
neuzen dus plannen, zo zouden wij kunnen kon-
kluderen.
Wij dachten in onze eenvoudigheid, dat de her
indeling van de gemeenten niet van een gemeente,
maar van Gedeputeerde Staten of van de minister
van binnenlandse zaken moest uitgaan.
Er zullen misschien wel grote gemeenten zijn,
zoals Rotterdam en Amsterdam, die een herindeling
kunnen beïnvloeden, maar zou Terneuzen nu al
met deze steden kunnen wedijveren en het ook
reeds zover geschopt hebben
Als dat zo is, dan moeten wij veel respekt heb
ben voor de invloed van Terneuzen, maar niet
voor de wijze van handelen.
Zolang de burgemeester van Terneuzen geen
pertinente ontkenning uitspreekt, moeten wij dus
aannemen, dat de door de heer Henry bedoelde
plannen inderdaad bestaan.
Als dit zo is, dan is er geen sprake meer van
strijden met open vizier.
Vooralsnog hopen wij, dat het gemeentebestuur
van Terneuzen zich daarvoor te hoog acht
g. een schrijven van de Centrale Dienst voor
Bouw- en Woningtoezicht en Gemeentewerken
in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen te Temeuzen
van 4 december 1961, houdende toezending van
het verifikatierapport over het 3e en 4e kwar
taal 1961;
h. een schrijven van J. Burger te Axel van 8 de
cember 1961, houdende mededeling dat hij zijn
benoeming tot lid van de Commissie tot wering
van Schoolverzuim aanneemt;
i. het door Ged. Stateudd. 5 december 1961,
no. 105/8/41, le afd., goedgekeurde raadsbesluit
van 26 september 1961, inzake aankoop wo
ning Oudewijk 85 te Axel;
j. een besluit van de gemeenteraad van Peize van
31 oktober 1961, inzake woningwetbouw;
k. het door Ged. Staten dd. 18 december 1961,
no. 1105/9/94, leafd., goedgekeurde raadsbe-
suit van 31 oktober 1961, inzake aankoop per
ceel grond van M. van Doorn te Axel;
1. het door Ged. Staten dd. 18 december 1961,
no. 105/11/26, leafd., goedgekeurde raadsbe
sluit van 26 september 1961, inzake aankoop
woning Sassing P 33 te Axel;
m. een schrijven van de N.V. Waterleiding Maat
schappij „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Temeuzen
van 21 november 1961, houdende toezending
van de notulen van de spoedeisende algemene
vergadering van aandeelhouders op 20 oktober
1961;
n. enige financiële stukken van de A-Kring Zee
land c van de Bescherming Bevolking;
o. ons besluit van 12 december 1961, houdende
vaststelling van de 10e wijziging van de We-
genverkeersverordening;
p. ons besluit van 12 december 1961, houdende
intrekking van het besluit van 21 maart 1961
tot tijdelijke gesloten verklaring voor zwaar
verkeer van het viaduct in de Graaf Jansdijk;
laatstgenoemd besluit is vervangen door een
besluit van Ged. Staten van 5 december 1961,
no. 1612/260, 2e afdeling, met dezelfde strek
king.
De heer P. van Bendegem informeerde naar
punt d. van de overige mededelingen. Wat is nu
precies de bedoeling van het aanstellen van een
opzichter
De burgemeester antwoordde Het werk voor
de hoofdopzichter is te omvangrijk geworden,
waarover met de Centrale Dienst kontakt is opge
nomen, wat er toe heeft geleid dat de heer L. de
Blaey per 1 februari 1962 in dienst zal treden. Ik
kan U wel mededelen, dat dit de Gemeente Axel
geen extra geld gaat kosten. De heer de Blaey zal
speciaal worden belast met de werkzaamheden be
treffende gemeentewerken. De gemeente neemt geen
enkele verplichting op zich, wanneer eens de
Centrale Dienst zou worden opgegeven.
P. van BendegemMaar ik meen toch te
weten dat de heer Wieles nog enkele nevenfunkties
heeft. Zou het niet goed zijn om thans ook bij het