GEMEENTERAAD VAN AXEL Loss e Gedachten Frankering bij abonnement, AXEL ZATERDAG 20 JANUARI 1962 76e Jaargang no. 16 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE ZATERDAG Hoofdredaktie J. C. VINK, Redaktle en AdministratieAxel, Markt 12, tel. 0 1155- 646, postbus 16 Drukker - Uitgeefster FIRMA J. C. VINK Nieuwjaarsrede burgemeester Van Dijke Axel ten volle bereid tot samenwerking in streekverband. Kanaalzone levensbelang voor Axel. De heer D. J. Oggel (G.P.V.) diende motie in. Subsidie aan badhuis wordt stopgezet. Instelling Kultureel Fonds. AXELSE COURANT ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 10 cent Kwartaal - abonnement Axel binnen de kom 1,25. Andere plaatsen 1,75, t Buitenland 2, ADVERTENTIEPRIJS10 cent per m.m, Bi] kontrakten belangrijke reduktie. Ingezonden Mededelingen 30 cent per m.m. Kleine Advertentiën 1-5 regels ƒ1,— iedere regel meer 12 cent extra. Dinsdagavond 16 januari 1962 kwam de Ge meenteraad ten stadhuize in openbare zitting bij een. Aanwezig waren t Burgemeester M. K. van Dijke, Wethouder C. de Putter, Gemeentesekre- taris P. G. v. d. Bosse en de raadsleden P. J. van Bendegem en W. de Feijter (C.H.U.), C. van Bendegem en K. Hamelink (P.v.d.A.), A. H. van der Lee en J. den Doelder (Gem. Bel.), E A. Maas en J. Vink (K.V.P.), J. C. van Luijk (A.R.), en D. J. Oggel en L. Hamelink (G.P.V.) Met kennisgeving was afwezig wethouder M. L. M. IJsebaert. Bij de aanvang der vergadering sprak Burge meester van Dijke de volgende nieuwjaarsrede uit Mijns heren leden van de Raad, Gaarne wil ik deze eerste raadsvergadering in het nieuwe jaar U mijn beste wensen doen toe komen voor het jaar 1962. Ik spreek de hoop uit, dat het pas aangevangen jaar door Gods goedheid voor U allen in Uw persoonlijk en gezinsleven een rijk gezegend jaar moge worden. Tevens wil ik aan deze wens mijn dank verbinden voor de veelal aangename en vruchtdragende samenwerking welke met Uw Raad mogelijk bleek in het afgelopen jaar. In deze dank betrek ik mede het ambtenaren korps in al zijn geledingen en de raadsverslag- gevers, die elk op hun wijze er toe bijdroegen onze gemeente en haar inwoners te dienen. In mijn vorige nieuwjaarsrede heb ik reeds aan gekondigd, dat het in mijn voornemen lag U in den vervolge bij die gelegenheid een droge opsom ming van feiten en cijfers over het afgelopen jaar te besparen. Hieraan gevolg gevend heb ik het verslag over 1961 aan U gedrukt doen uitreiken als bijlage van deze rede. Ik acht het nuttiger op een moment als dit de blik vóóruit te richten en niet al te zeer te letten op hetgeen achter ons ligt, temeer daar hiertoe ruimschoots gelegenheid bestond bij de behandeling van de begroting nu een maand geleden. Indien wij ons thans bezinnen op het vóór ons liggende jaar wil ik Uw gedachten allereerst be palen bij het feit dat dit jaar verkiezingen zullen worden gehouden voor de gemeenteraad. Dit geeft mij aanleiding een ogenblik stil te staan bij de plaats welke Uw Raad in ons gemeentelijk bestel inneemt. Hoewel de Raad ingevolge de wil van grondwet en gemeentewet aan het hoofd der gemeente staat kan men hier en daar de gedachte beluisteren, dat B. en W. of de Burgemeester de dienst in de ge meente uitmaakt en zelfs behoort uit te maken. Deze misvatting is uitermate gevaarlijk en behoort met alle kracht te worden bestreden. Immers in dien deze gedachtengang bewust of onbewust bij velen ingang zou vinden, zou zulks onze demo- kratische staatsinrichting aantasten en de geesten geleidelijk aan rijp maken voor een verfoeielijke diktatuur. Het is overigens niet verwonderlijk dat deze in wezen fatalistische gedachten nog worden gevonden en zelfs door de huidige ontwikkeling der maatschappij worden gevoed. Eén van de ernstigste uitwassen dezer ontwikkeling is het cen tralisme met onvermijdelijk in haar voetspoor de aantasting van de gemeentelijke autonomie. Waar zulks noodzakelijk en passend lijkt zullen wij niet moeten aarzelen dit kwaad te bestrijden. Het feit, dat de Raad aan het hoofd der gemeente staat behoort naar mijn mening zo veel mogelijk te wor den geaccentueerd en tot uitdrukking gebracht. Een nader beraad deswege, niet in het minst door de wetgever, lijkt mij gewenst. Het is zonder meer duidelijk, dat de komende verkiezing van een nieuwe Raad voor onze paatse- lijke gemeenschap van uitermate grote betekenis is. Gaarne wil ik de hoop en de verwachting uitspre ken dat de aanstaande verkiezingsstrijd zodanig wordt gevoerd, dat het daarna weer mogelijk zal zijn in goede harmonie met elkaar de belangen te behartigen van onze in volle ontwikkeling zijnde levenskrachtige gemeente. Op de te verwachten ontwikkeling van onze ge meente in het komende jaar wil ik thans niet in den brede ingaan, aangezien het College van B. en W. daaraan in zijn aanbiedingsbrief van de begro ting 1962 en daarna bij de algemene beschouwingen in Uw Raad uitvoerig aandacht heeft geschonken. Mede met het oog op recentelijk gedane uitspra ken wil ik echter niet voorbij gaan aan een tweetal zaken welke ook voor onze gemeente van eminent belang zijn. Ik doel hier op de samenwerking van gemeenten in onze streek en op de geruchten in zake op handen zijnde grenswijzigingen. Het is naar mijn gevoelen van het grootste ge wicht, dat in een geisoleerd gebied als Zeeuwsch- Vlaanderen een goede intergemeentelijke samen werking bestaat. Indien wij bedenken, dat in Qost- Zeeuwsch-Vaanderen in totaal slechts 65.000 per sonen wonen een inwonertal van een „kleine middelgrote stad" is het duidelijk, dat het een gebiedende eis is op velerlei terrein samen te wer ken. Hierbij moeten wij niet bang zijn over onze eigen gemeentegrenzen heen te zien. Het is nu een maal niet denkbaar, dat in een zo beperkt gebied alle gemeenten op dezelfde wijze bewerktuigd wor den. Iedere gemeente een eigen zwembad of con certzaal is een onmogelijkheid. Als er bij wijze van spreken in de gemeente Hulst een goede moderne schouwburg komt, moeten wij zulks toejuichen en niet trachten eenzelfde accomodatie te verwerven. Anderzijds moet men niet trachten voorzieningen welke in onze gemeente gedijen en een streekfunktie vervullen te copiëren. Het zou om een voorbeeld te noemen ridicuul aandoen indien de gemeente Ter- neuzen ging streven naar het tot stand brengen van een jeugdherberg met kampeeraccomodatie, terwijl op luttele kilometers afstand deze voorzieningen reeds aangetroffen worden. Plaatselijk chauvinisme is op zichzelf niet te veroordelen, mits dit niet ontaardt in ongezonde rivaliteiten tussen gemeenten onderling. Zodra dit het geval is geeft men blijk van een bekrompen geesteshouding die funest is voor een harmonische ontwikkeling van de streek. Ik meen te mogen konstateren, dat een zekere bereidheid tot samenwerking in onze streek stellig gevonden wordt. Veelvuldig wordt hiervan in woord en geschrift getuigd. Dit moet echter geen belijden zijn met de mond alleen maar ook met het hart. Indien men zich op het standpunt stelt „Samen werken goed, maar mijn eigen gemeentelijk belang dient voorop te gaan", dan aarzel ik niet dit een verkeerde geest van samenwerking te noemen. Zon der tekort te willen doen aan de geheel eigen plaats en funktie van elke gemeente afzonderlijk moet worden gesteld, dat samenwerking er nimmer toe mag leiden, dat de een heerst over de ander. Een goede gemeentelijke samenwerking in Zeeuwsch- Vlaanderen veronderstelt dat men in het algemeen bereid is het streekbelang te laten prevaleren bo ven het eigen belang in engere zin. Dit kan met zich brengen dat een grotere gemeente somtijds een offer moet brengen terwille van kleinere zuster- gemeenten. Indien men hiertoe niet bereid is, om dat men zichzelf daarvoor tè belangrijk acht, dan is het Paulinisch vermaan op zijn plaats dat de een zich niet uitnemender zal achten dan de ander. In zijn vorige week gehouden nieuwjaarsrede heeft de Burgemeester van Temeuzen gekonsta- teerd dat het zo noodzakelijke overleg met de buurgemeenten in de kanaalzone moeilijk op gang komt. Ik heb van een pogen van Temeuzen in deze richting, tot dusverre niets gemerkt. Indien wij door'Temeuzen zouden worden benaderd in de geest zoals ik die als gewenst heb aangegeven, zijn wij aanstonds tot overleg bereid. Een voor beeld hiervan is de samenwerking met betrekking tot het tot stand brengen van een gezamenlijke afvalwaterleiding. Deze bereidheid hebben wij ook ten volle be toond bij het zoeken naar een andere beheersvorm voor ons gasbedrijf. Mocht Temeuzen met overleg echter bedoelen een pogen om ons zoals ten aan zien van het gasbedrijf nota bene een Axels bedrijf in feite uit te schakelen, dan kan men zich beter de moeite besparen. Tot redelijk overleg zijn wij echter ten allen tijde bereid. Blijkens een publicatie op 9 januari j.l. in een van onze ochtendbaden zouden Ged. Staten van Zeeland thans een plan tot gemeentelijke herin deling van geheel Zeeuwsch-Vlaanderen bestude ren, welk plan eerder aan de orde zou komen dan het plan tot herindeling van een aantal gemeenten in Zuid-Beveland. Volgens dit persbericht maakt Temeuzen aan spraak op enkele vrij grote stukken van het ge meentelijk territoir van Hoek, Zaamslag en Axel. Het zou dit gebied nodig hebben voor zijn verdere industriële ontwikkeling. Met verwondering heb ik van dit bericht kennis genomen, daar mij van aspiraties van onze buurgemeente in deze richting niets bekend was. Mijn verwondering ging echter over in verbazing toen ik in verschillende persorganen moest lezen, dat de Burgemeester van Temeuzen, vorige week in de Raad hiernaar gevraagd, verklaarde dat dit bericht hem in dit stadium prematuur lijkt. Géén desavouering van het bericht derhalve Indien deze berichtgeving is gebaseerd op feite lijke juistheden dan wil ik er, mij uiteraard tot Axel beperkende, het volgende van zeggen. Het is ontstellend te moeten ervaren, dat een buurgemeente waarmee op verschillend gebied nauw wordt samengewerkt zich enerzijds beklaagt over het moeilijk op gang komen van een nog nim mer ondernomen poging tot overleg en anderzijds een zodanig overleg zelf bij voorbaat frustreert door het klaarblijkelijk najagen van een totaal over bodige gebiedsuitbreiding. Een overbodige gebiedsuitbreiding omdat le. het kennelijk beoogde gebied zodanig ver ver wijderd is van het eigenlijke Temeuzense industrie-gebied dat deze gemeente zich in industrieel opzicht nog lange jaren kan ontwik kelen zonder het Axelse gebied werkelijk nodig te hebben en 2e. de gemeente Axel volkomen in staat is het bedoelde gebied zelf tot verdere ontplooiing te brengen, waarvoor overigens al plannen in voorbereiding zijn. Het doet dan ook bijzonder lachwekkend aan te lezen dat men de ook wat inwonertal betreft per saldo kleine gemeente Temeuzen toedicht de ge dachte te koesteren ons gebied nodig te hebben voor zijn industriële expansie 1 Slechts „kemkoorts" zou een zodanige buiten alle proporties zijnde zelfoverschatting kunnen verklaren. Mocht het terwille van de ontwikkeling van onze streek op enig moment noodzakelijk zijn, dat een bepaald gebiedsdeel overgaat naar een andere ge meente dan zouden wij daar hoewel het een pijnlijke zaak blijft naar mijn persoonlijk ge voelen vrede mee kunnen hebben. Wij zullen ech ter nimmer gedogen dat een totaal overbodige ge biedsoverdracht uit kennelijke annexatiezucht tot stand komt, temeer waar juist het onderhavige ge bied moet worden aangemerkt als dè levensader van Axel. Dat dit geen holle phrase is moge blijken uit onlangs gepubliceerde gegevens van het Cen traal Bureau voor de Statistiek, volgens welke de beroepsbevolking van Axel voor 31% werkzaam is in industrie en ambacht, 17% in landbouw, 16]/2% in dienstverlening, 16% in handel- bank- en ver zekeringswezen, 10% in bouwnijverheid en aanver wante bedrijven, 7% in vervoers- opslag- en com municatiebedrijven en 2^% in overige bedrijven. Uit deze cijfers blijkt zonneklaar, dat de bevol king van Axel in overgrote meerderheid is aange wezen op industrie en nijverheid, welke bedrijfs takken juist inzonderheid op ons gebied in de ka naalzone zijn geconcentreerd. De bewerking, dat Axel een overwegend agra rische gemeente zou zijn moet in het licht van het vorenstaande naar het rijk der fabelen worden verwezen. Het moge U duidelijk zijn, dat het voor Axel een levensbelang is haar begrenzing aan het kanaal zo breed mogelijk te doen zijn. Ieder die hieraan raakt het zij zonder pathos gekonkludeerd staat Axel naar het leven. Behalve dat de gewraakte annexatiegedachte alleen al om economische redenen verwerpelijk is, is zij niet te rijmen met de moderne opvattingen te dezer zake. In de tegenwoordige tijd immers is grenswijziging slechts dan aanvaardbaar indien hiervoor hetzij dringende ekonomische overwegin gen gelden, hetzij de bestuurskracht van een mo gelijk slachtoffer te gering zou zijn. Beide motieven zijn hier echter niet in het geding. In deze tijd van coöperatie zoekt men de oplossing veeleer in het vormen van schappen. Te trachten desondanks gestalte te geven aan de gepubliceerde gedachte zou derhalve blijk geven van een konservatieve benadering van het pro bleem. Een meer progressieve oplossing is mogelijk ge tuige de goede samenwerking van gemeenten in verschillende streken van ons land middels in het leven geroepen haven- en/of industrieschappen. Een beleid overigens dat ook vanwege het Ministerie van Binnenlandse Zaken wordt voorgestaan. Ik zou bij deze een ernstig beroep willen doen op het gemeentebestuur van Temeuzen zich te dis- tanciëren van de onzalige gelanceerde annexatie gedachte en gezamenlijk met het gemeentebestuur van Axel te streven naar een aan de eisen des tijds beantwoordende haven- en industrie akkomo- datie aan het kanaal. Tot een zodanige werkelijke samenwerking verklaar ik mij gaarne bereid. Over leg wat er toe moet leiden onze begrafenis te regelen wijs ik echter bij voorbaat vierkant van de hand. Hiervoor gevoelen wij ons bepaald nog veel te fit 1 Het is geenszins mijn bedoeling geweest met deze beschouwingen bepaalde sentimenten wakker te roepen en daardoor een ook door mij voorge staan noodzakelijk overleg te bemoeilijken. Veeleer heb ik gepoogd een basis tot eerlijk overleg te vinden. Een zodanig overleg immers is eerst dan reëel mogelijk indien in alle openheid van tevoren de standpunten duidelijk worden kenbaar gemaakt. Ik ben mij er van bewust U bij de aanvang van het nieuwe jaar te hebben gekonfronteerd met en kele minder prettige zaken. Zulks leek mij echter in dit stadium gewenst, daar thans nog inkeer mo gelijk is. Slechts het belang van onze mooie en veelzijdige gemeente met haar interessante streek stond mij daarbij voor ogen. Moge het ons ge geven zijn dit jaar door gezamenlijke krachtsin spanning ons goede Axel tot groter bloei te bren gen. De heer P. van Bendegem, als oudste raads lid, dankte de burgemeester voor zijn goede woor den en bracht namens de overige raadsleden de beste wensen over aan het College voor 1962. Het verheugt ons dat de „kwestie Terneuzen" de volle aandacht heeft. Ik ben het met U eens burgemees ter, dat wij het streekbelang moeten stellen boven het gemeentebelang. Ik wens B. en W. kracht en gezondheid om op de ingeslagen weg voort te gaan. De volgende ingekomen stukken werden voor kennisgeving aangenomen INGEKOMEN STUKKEN a. het door Ged. Staten dd. 5 december 1961, no. 4289/80, le afd„ goedgekeurde raadsbesluit van 17 november 1961, inzake onderhandse aanbesteding van 8 woningwetwoningen aan fa. L. P. i 'tVeld en Zn. te Middelburg; b. een schrijven van het Zeeuws Consultatiebureau voor Alcoholisme te Middelburg van 12 de cember 1961, houdende dankbetuiging voor het toegekende subsidie voor 1962; c. een schrijven van de Nederlandse Astma Stich ting te Utrecht van 28 december 1961, houden de verzoek om subsidie, alsmede ons antwoord- schrijven van 2 januari 1962, no. 1434; d. een schrijven van de Stichting Zeeland voor Maatschappelijk en Kultureel Werk te Middel burg van 20 december 1961, houdende dank betuiging voor het toegekende subsidie voor 1962; e. een schrijven van de Stichting Beschuttende Werkplaatsen „Midden Zeeuwsch-Vlaanderen" te Temeuzen van 20 dcember 1961, houdende toezending van diverse jaarstukken en beslui ten; f. het door Ged. Staten dd. 12 december 1961, no. 705/1/83, le afd„ goedgekeurde raadsbe- suit van 1 december 1961, inzake verlenging rekening-courant-overeenkomst met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gra- venhage voor het jaar 1962; NU OOK HIER? Het is nog maar enkele weken geleden, dat wij in onze rubriek „Langs de Scheldestromen schreven over de herindeling van de gemeenten op Walcheren. Daarbij merkten wij op, dat het interessant was de raadsdebatten te volgen en op te merken, dat de gemeenteraden van de „uit breidende gemeenten" over het algemeen ingeno men bleken met de plannen, terwijl de vroede va deren van gemeenten, die voor opheffing of in elk geval voor het afstaan van grondgebied op de nominatie stonden, in het algemeen „tegen" waren. Deze uitspraken werden gedaan naar aanleiding va een konkreet wetsontwerp. Zonder dat er nog van een wetsontwerp sprake is, is de kwestie van de herindeling van gemeenten i Oost Zeeuwsch-Vlaanderen aktueel geworden. De aanleiding hiertoe was een vraag van de heer Henry in de Temeuzense raadsvergadering over een bericht in een landelijk dagblad, dat Ter- neuzen grondgebied van de gemeenten Axel, Hoek en Zaamslag zou opeisen. De burgemeester van Terneuzen achtte, aldus het raadsverslag, dit pre matuur gesteld. Het is begrijpelijk, dat deze uitdrukking de bur gemeester van Axel „in het geweer" gebracht heeft. Waarom, 'zo dachten wij, heeft burgemeester Rijpstra deze uitdrukking gebruikt Waarom heeft hij geen perminente ontkenning uitgesproken De heer Rijpstra is geen man, die zich ongelukkig pleegt uit te drukken. Een „verspreking" kan het dan ook moeilijk genoemd worden. Het is prematuur gesteld; met andere woorden U bent te vroeg met Uw vraag, mijnheer Henry. Maar als dat inderdaad zo is, dan heeft Ter neuzen dus plannen, zo zouden wij kunnen kon- kluderen. Wij dachten in onze eenvoudigheid, dat de her indeling van de gemeenten niet van een gemeente, maar van Gedeputeerde Staten of van de minister van binnenlandse zaken moest uitgaan. Er zullen misschien wel grote gemeenten zijn, zoals Rotterdam en Amsterdam, die een herindeling kunnen beïnvloeden, maar zou Terneuzen nu al met deze steden kunnen wedijveren en het ook reeds zover geschopt hebben Als dat zo is, dan moeten wij veel respekt heb ben voor de invloed van Terneuzen, maar niet voor de wijze van handelen. Zolang de burgemeester van Terneuzen geen pertinente ontkenning uitspreekt, moeten wij dus aannemen, dat de door de heer Henry bedoelde plannen inderdaad bestaan. Als dit zo is, dan is er geen sprake meer van strijden met open vizier. Vooralsnog hopen wij, dat het gemeentebestuur van Terneuzen zich daarvoor te hoog acht g. een schrijven van de Centrale Dienst voor Bouw- en Woningtoezicht en Gemeentewerken in Oost Zeeuwsch-Vlaanderen te Temeuzen van 4 december 1961, houdende toezending van het verifikatierapport over het 3e en 4e kwar taal 1961; h. een schrijven van J. Burger te Axel van 8 de cember 1961, houdende mededeling dat hij zijn benoeming tot lid van de Commissie tot wering van Schoolverzuim aanneemt; i. het door Ged. Stateudd. 5 december 1961, no. 105/8/41, le afd., goedgekeurde raadsbesluit van 26 september 1961, inzake aankoop wo ning Oudewijk 85 te Axel; j. een besluit van de gemeenteraad van Peize van 31 oktober 1961, inzake woningwetbouw; k. het door Ged. Staten dd. 18 december 1961, no. 1105/9/94, leafd., goedgekeurde raadsbe- suit van 31 oktober 1961, inzake aankoop per ceel grond van M. van Doorn te Axel; 1. het door Ged. Staten dd. 18 december 1961, no. 105/11/26, leafd., goedgekeurde raadsbe sluit van 26 september 1961, inzake aankoop woning Sassing P 33 te Axel; m. een schrijven van de N.V. Waterleiding Maat schappij „Zeeuwsch-Vlaanderen" te Temeuzen van 21 november 1961, houdende toezending van de notulen van de spoedeisende algemene vergadering van aandeelhouders op 20 oktober 1961; n. enige financiële stukken van de A-Kring Zee land c van de Bescherming Bevolking; o. ons besluit van 12 december 1961, houdende vaststelling van de 10e wijziging van de We- genverkeersverordening; p. ons besluit van 12 december 1961, houdende intrekking van het besluit van 21 maart 1961 tot tijdelijke gesloten verklaring voor zwaar verkeer van het viaduct in de Graaf Jansdijk; laatstgenoemd besluit is vervangen door een besluit van Ged. Staten van 5 december 1961, no. 1612/260, 2e afdeling, met dezelfde strek king. De heer P. van Bendegem informeerde naar punt d. van de overige mededelingen. Wat is nu precies de bedoeling van het aanstellen van een opzichter De burgemeester antwoordde Het werk voor de hoofdopzichter is te omvangrijk geworden, waarover met de Centrale Dienst kontakt is opge nomen, wat er toe heeft geleid dat de heer L. de Blaey per 1 februari 1962 in dienst zal treden. Ik kan U wel mededelen, dat dit de Gemeente Axel geen extra geld gaat kosten. De heer de Blaey zal speciaal worden belast met de werkzaamheden be treffende gemeentewerken. De gemeente neemt geen enkele verplichting op zich, wanneer eens de Centrale Dienst zou worden opgegeven. P. van BendegemMaar ik meen toch te weten dat de heer Wieles nog enkele nevenfunkties heeft. Zou het niet goed zijn om thans ook bij het

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1962 | | pagina 1