AXELSE COURANT Gemeenteraad van Axel. SM «nmiiiiiu EjiKjuij h yjimuiis §tn IVOROL: Tanden rein - Adem fris j. 0 VIN* Frankering bij abonnement, Axel NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VIRSCHUNT lEEtf l WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker UitgeefsterFIRMA J. C. VINK R«d. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK Markt 12 AXEL ZATERDAG 1 NOVEMBER 1958 73e JAARGANG No. 5 c ABONNEMENTSPRIJS t Lost* nummert 6 cent Kwartaal-abmnement t Axel binnen de kom 11,35 Andere plaatten f 1»73 Buitenland f 2.00 ADVERTENTlErïUS: Bi) contracten belangrijke fop «onden Mededelingen 20 Klein», idvertentièn (maximum 6 regels) 1 70 ceat iedere regel urn* a 'gg&flPl[_n *1/1 IA/ wMWi ZITTING VAN DINSDAG 21 OKTOBER 1953. (Vervolg Algemene Beschouwingen) In ons vorig nummer waren wij genoodzaakt de algemene beschouwingen af te breken in het betoog van de heer Van Luijk. Deze sprak verder als volgt In de eerste plaats is volgens de heer de Feijter de heer de Putter onbekwaam voor het uitoefenen van het wethoudersambt door het herhaaldelijk betonen van zijn onmacht om de zaken, dit ambt betreffende, in zijn juistheid te onderkennen. Vervolgens bescul- digt hij de heer de Putter er van zowel in het col lege van B. en W. als in de Raad, met lust de zaken te dwarsbomen en dan opzettelijk hiervan naar buiten een verkeerde indruk tracht te geven. Om te eindigen beschuldigt hij de heerd e Putter van rod delen. Nu heeft de heer de Feijter geen enkele van deze beschuldigingen met een concreet bewijs ge honoreerd. En juist het ontbreken hiervan doet de even tevoren afgelegde eed door de mond van de heer de Put'jir uitgesproken, diens eed worden tot een paskwil en zou ze, consequent gezien, als Gods lastering kunnen worden aangemerkt. Daarom kan ik niet anders, mijnheer de Voor zitter, dan een scherp protest doen horen tegen deze beschuldingingen van de heer de Feijter, niet in de allereerste plaats om de heer de Putter zelve, :na3r ook om der wille van hen, die de heer de Putter op candidatenlijst voor de verkiezing van leden voor de gemeenteraad steldenen om der wille van hen, die door het uitbrengen van hun stem op de beer de Putter hem naar dit college hebben afgevaardigd. Ik behoef tegen de heer de Feijter de opmerking toch niet te maken dat eer teer is Zo kan ik dan ook tot geen andere conclusie komen, dan dat de heer de Feijter met deze beschuldingingen niet alleen de grens der wellevendheid heeft bereikt, maar deze zeer ver heeft overschreden. Als de heer de Feijter dan vervolgens, wellicht ter completering van zijn argumenten, meedeelt dat de heer Pijpeijlink zich bij de candidaatstelling voor de gemeenteraad heeft teruggetrokken uit hoofde van de onmogelijke samenwerking met de heer de Putter, dan wil ik allereerst toch opmerken, dat deze onmogelijke samenwerking haar 12-jarig bestaan heeft kunnen vie_ ren.En in de tweede plaats berust deze mededeling van de heer de Feijter op feiten, dan moet hem dit door de heer Pijpelink persoonlijk zijn bekend ge maakt. Bij het bestuur der A.R.-partij hier ter plaatse, dus langs partij-organisatorische weg, is nooit door de heer Pijpelink enig bezwaar tegen deze samenwer king ingebracht. Door dit spreken van de heer de Feijter is de heer Pijpelink in een zeer ongunstig licht gezet, wat, ik haast mij dit te zeggen, de heer Pijpe link absoluut niet verdiend heeft, ook niet aan de vertegenwoordigers der C.H.-partij. Als dan ten laat ste de heer de Feijter zijn hoop kenbaar maakt, dat bij de stemming de leden zich aan hunne eden zullen houden, is het toch niet verwonderen, dat er bij Mij een gevoel van onbehagen gewekt werd. Waarlijk, mijnheer de Voorzitter, de woorden van de heer de Feijter waren geen zilveren appelen op gouden geheelde schalen. Vergun mij nu nog, mijnheer de Voorzitter, enkele woorden te zeggen ten aanzien van de gemeente begroting 1959. Het getuigt van de frisse bloei pner krachtige gezondheid van onze gemeente als deze be groting een tekort aanwijst van plm. 160.000,—. We kunnen de vraag stellen of het nog wel mogelijk is onze gemeente te verzorgen zoals het behoort. Oor zaak hiervan is m.i. de financiële verhouding tussen Rijk en gemeente. Naar onze mening moet een ge meente zelf haar budget kunnen regelen naar de be hoeften die er zijn. Buitensporigheden kunnen altijd door de desbetreffende instanties worden afgeremd. Nu zijn we inderdaad afhankelijk van wat de Rijks overheid ons ten geschenke wil geven. Door deze gang van zaken wordt in feite niet meer door de gemeenteraad bepaald wat voor een goede verzorging nodig is, maar door onze landsoverheid en dit achten wij een ongewenste verhouding. Hoewel de commissie Oud ten deze getracht heeft hierin verbetering aan te brengen, is dit tot op heden nog niet merkbaar. Mèt het tekort op onze begroting staat de armoede vóór de deur. Wordt aan deze begroting door Ged. Staten de goedkeuring onthouden en persisteert de minister van Binnenlandse Zaken bij zijn eis, dat de gemeentebegrotingen sluitend moeten zijn, volgens het persbericht van vorige week, dan treedt de armoede m.i. met dreunende stap binnhn. We hopen dan in staat te zijn gezamenlijk hiervoor de nodige oplossing te vinden, waarvoor we als A.R. gaarne onze krachten willen aanwenden en het college van B. en W. daarbij zullen steunen. En boven alles, geve God ons daartoe zijn Zegen. De heer C. VAN BENDEGEM begint zijn alge mene beschouwingen door te erkennen dat deze ver kiezingen voor zijn partij verlies heeft opgeleverd, hetgden door hem ten zeerste wordt betreurd, maar waaraan nu eenmaal niet meer te tornen valt en het geen wij dus nemen, zegt spr. Alleen richt hij zich met een waarschuwing tot de zegevierende partijen net al te zeer in de overwinningsroes voort te blijven leven. Het valt inderdaad niet te miskennen dat ok de benoeming van een nieuwe gemeente-secretaris hierbij een rol heeft gespeeld en de demagogie daar aan niet vreemd was. Ook de V.V.D.-vertegenwoor- diger in de raad heeft niet op de heer M. Oggel ge stemd, zulks na ingewonnen advies. Eén der hem wel eens van advies dienende V.V.D.-ers heeft op de avond van de secretaris-verkiezing in het bijzijn van nog een ander raadslid onder een borrel :rt „Zamerlust" instemming betuigd met zijn aangenomen houding, doch des anderendaags toen er een deininq door Axel ging nam dit V.V.D.-lid stelling tegenover de heer Gerrits. Zo is ook mede tengevolge hiervan de groep Gemeentebelangen in Axel in het leven ge roepen, waarin op advies van hogere bestuursinstan- tie's in de V.V.D., deze plaatselijk hierin is opge gaan, zodat we een lijst gekregen hebben van een aantal politiek loslopende elementen, die allen tesairpn de politiek buiten de raadsdeuren willen houden. Spr. betreurt dat de V.V.D. in deze groep opging, aan gezien Zij wel bewezen heeft in de Axelse bevolking genoeg draagvlak te bezitten. Hij vindt het wel teke nend dat men verder carte blanche gegeven heeft de verkiezings-actie te helpen voeren aan iemand, die van de S.D.A.P. via de tolbestormer Floris Vos tot de V.V.D. is gekomen Verder besprak hij met een enkel woord de ge weldige verkiezingsactie door Gemeentebelangen ont ketend, waarbij zelfs de palen van de P.Z.E.M. niet werden ontzien. Hierna kwam hij tot de heer Oggel, die telkenjare bij vernieuwing de raad onthaalt op zijn „prinzipen- reiterei" die echter op hem g<( n indruk maakt. En waarom In de loop der jaren heeft hij hem, naar het woord van de wijsgeer Aristoteles „dat de mens een gezelli gwezen is" ook als zodanig leren kennen. Waarom echter nog te debatteren met hem, die be horende tot art. 31 niemand en ook ge'm enkele poli tieke richting van andere kerk of richting goed vindt, die niet van art. 31 is. Toen spr. hem n.l. eens rei, dat hij nu ook naar de kerk geweest was, maar raar de Synodale Geref. Kerk, toen zei de heer Oggel „O, maa.r dat zijn geen gcede Dus de synoda't n deugen niet en ik mag niet in de Bijbel lezen omdat ik niet christelijk ben. Ik heb echter al meermalen ge- -zegd en ik herhaal het, dat de Bijbel op mijn boeken plank de ereplaats inneemt e» vóór deze vergadering voelde ik behoefte hem nog eens op te slaan om de geschied'.'nis van de arenlezende Ruth nog eens te herlezen. Verder heeft het G.P.V. in haar blaadje beweerd, dat door mij nooit geen woord kritiek op het beleid van B. en W. is geleverd, doch dat is onjuist. Wel degelijk is door hem steeds betoogd dat uTi] met de Centrale Dienst op twee gedachten hinken en de ge meente zelf een eigen duur apparaat moet bedruipen. Ten slotte wees spr. er nog op dat de gemeentekom nu wel beschermd is tegen een maximum snelheid, doch hij zou deze gaarne ook tot de buitenwijken zien uitgebreid, al wil hij de ongelukken van de laatste tijd niet aan onverantwoordelijk snel rijden toeschrijven. Hierna kamt hij tot de begroting, welks tekort van 159.000,niet weg te werken is zonder catastro fale gevolgen voor de gemeente. Naar spr. mening zal het raadzaam zijn voor de toekomst de aspecten enigszins te wijzigen en deze op een meer verant woord draagvlak te brengen. In dit verband wees hij op het Verenigd Europa dat heden ten .lag» nage streefd wordt, nu de landen afzonderlijk niet meer bij machte zijn de nagestreefde doeleinden te verwezen lijken. De wereld is dermate veranderd dat de ge meenten de hen toebedeelde taken niet meer apart kunnen volvoeren. Waarom moet elke gemeente een eigen brandweer hebben, waar een gecentraliseerde brandweer veel effectiever zou zijn in en paar flinke ■gemeenten. Wat de financiën betreft vroeg hij waarop men eigenlijk zou dienen te bezuinigen. Moeten alle in stellingen verdwijnen die in het maatschappelijk leven zo nodig zijn Hij noemde in dit opzicht de Land- bouwvoorlichtingsdienst, de schooltandverzorging, e.d. Als men hem verwijt gelen oog voor de historie te bezitten, antwoordt hij dat het tegendeel waar is, maar wij nu in het heden leven van wat worden gaat. Laten we dus in goede harmonie de problemen waar- "voor we gesteld worden, opruimen. De VOORZITTER, hoewel nu en dan met in teresse geluisterd te hebben, verklaart dat men van hem niet kan verwachten op alle finesse s in te gaan. Dikwijls is hetzelfde gezegd en eigenlijk weinig over de begroting. Van het vele persoonlijke zou men zich heel Wat beter kunnen distanciëren Dat zou ver- lötandiger zijn Zoveel is zeker, dat we een zeer moeilijke tijd tege moet gaan. In de voorgaand jaden is zoveel tot stand perkenzouden gekomen, dat we nu eigenlijk drastisch zouden mceten beperken en er van nieuwe dingen ditmaal geheel moet Worden afgezien. Natuurlijk is ook de bestedingsbeperking genoemd en daarmede sneed de overheid veelal in eigen vlees, hetgeen dubbel pijnlijk is. Om grotere onheilen te *<A' 'i Op vele plaatsen ziet U de laat ste dagen een affiche, waarop een suggestieve hand twee ongedimde lichtbundels van autokoplampen weert het Verbond voor Veilig Verkeer trekt weer ten strijde te- kamende euvel van de verblinding bij het nachtelijk wegverkeer. Onder het motto „een verblinde bestuurder is stekeblind" wordt in Nederland èn in acht andere Eu ropese landen een beroep gedaan op de wellevendheid van de weg gebruiker. Want niet alleen is het verplicht om te zorgen dat een naderende tegenligger, óók een wandelaar, fietser of bromfietser, niet verblind wordt, maar boven al is het een kwestie van fatsoen en begrip voor de medemens. De inetrnationale verlichtingsactie is daarom speciaal bestemd om de aandacht van elke weggebruiker te vragen voor de zorg die hij moet besteden aan een goede verlichting van zijn vervoermiddel, gen het helaas nog zo veel voor- voorkomen waren inderdaad verschillende maatrege len noodzakelijk, zodat op zichzelf de bestedingsbe perking niet uitsluitend te veroordelen is, maar zelfs wel noodzakelijk is geweest. De kleine gemeenten hebben er echter meer varr te lijden gehad dan de grote. Laat ons in aanmerking nemen dat 80% der uit gaven ongeveer verplicht zijn en er oog voor hebben dat het er ten slotte niet om gaat Axel, maar hei grote geheel draaiende te houden. Zo rekent het college weer op de goede wil van de ganse raad en dat deze ons daarbij met haar di verse suggesties zal terzijde staan. Nadat was gepauzeerd begon men hierna aan de weinig meer om het lijf hebbende REPLIEKEN. De heer OGGEL richt zich tot de heer de Feijter wiens minderwaardigheidspolitiek hij slecht met zijn gevoelens kan overeenbrengen. Het G.P.V. heeft zich in de verkiezingsdagen als kiesvereniging recht cn ■eerlijk tot haar kiezers gewend, een bij de wet ge waarborgd recht ,dat hij zich door niemand zal alten ontzeggen. De heer de Feijter lanceert zijn verwijten elke keer ten opzichte van de z.g. hem veweten utili teitspolitiek, maar het G.P.V. vecht voor Gods eer in de eerste plaats en deze gebiedt in het bijzonder eerlijkheid en recht. Aan de heer v. d. Lee zegt hij, dat de politieke partijen nu eenmaal een principiële lijn volgen, echter zal ook bij zakelijke dingen altijd wel iets blijken van de beginselen waaruit we leven en naar handelen. Nu moge het zo zijn dat men rekening beoogt te houden met alle opvattingen, doch ieder neemt Oen slotte zijn beslissingen zoals eer en geweten hem voor schrijft. De heer C. van Bendegem voelt zich deze keer over het aanplakken der biljetten overtroefd nu ken nelijk de papieren van de Partij van de Arbeid zo danig zijn gedaald dat we niet zullen beleven dat deze niet telkens hetzelfde nummer zal hebben, het geen hij gelukkig acht. Hij wijst hem er op dat de confessionele groepen zich ook tot een blok kunnen vormen en dit recht moet hij niet alleen voor zich cn de Partij van de Arbeid opeisen. De P.v.d.A. wil dit echter voor de ander enonmogelijk maken. Spr. hand haaft ten voll wat hij zei aan het adres van de heer van Bendegem, n.l. voor wat betreft het feit dat hij nooit geen enkel geluid van kritiek van hem heeft gehoord, waar het ging over de lijnen van het beleid van B. en W. Nooit heb ik beweerd dat de heer van Bendegem niet in de Bijbel mag lezen, mits hij dit «naar goed doet, maar voor hen die de christelijke beginselen hoog houden kan het „njet" (nee) evengoed noodzake lijk zijn als het „ja" van de tegenpartij, mits dit positief is. De heer MAAS verklaart in tweede instantie zeer kort te kunnen zijn en spreekt zijn verwondering uit over de heer de Feijter. Deze sprak n.l. van de klok terugzetten naar de jaren 1929. Zijn mening is dat de K.V.P. daaraan niet zal meedoen en dit kan de heer de Feijter zich voor gezegd houden. De heer VAN LUIJK voelt geen verdere behoefte in herhaling te treden. Hij vienst aan de heer van Bendegem alleen op te merken tot eer van „Ge meentebelangen" dat deze de verkiezingsbiljetten op zijn gevel aangeplakt, na de verkiezingen hebben ver wijderd. De ongevraagd hierop door de P.v.d.A. ge plakte biljetten zitten nog steeds op zijn gevel. De heer DE FEIJTER verklaart nog steeds blij te zijn tot de C.H. te behoren en niet tot 'het G.P.V. daar dat inhoudt een ander zijn wil op te leggen. De C.H.U. is een unie van vrije mensen. De woorden van de heer Van Luijk daarentegen dat we leven in aen vrij land, waar voor elkeen de vrijheid geldt, onderschrijft hij ten volle cn spr. meent hiermede het zijne gezegd te hebben. De heer VAN BENDEGEM volstond met nog eens te reageren op wat door de heer Oggel ten aanzien van zijn partij werd gesuggereerd, n.l. dat deze con fessionele groepsvorming zou willen verbieden Elk kan naar eigen inzicht in ons land een partij vormen, zoals hij wil. Wij vinden echter, zo beweert hij, dat de scheidslijn aangaande de politiek op een heel ander dan kerkelijk terrein liggen. De heer L. HAMELINK verklaard-, naar aanie.Lng van de bewering van de heer de Feijter dat de .nes sen nu op tafel liggen en het bloeden van de 'pro testantse groepen uit duizend wonden, dit z.i. komt door het verlaten van de Geboden Gods. Wij zullen evenwel noch in woord, noch in daad in de gemeente raad eerlijk en reëel voor de dag konten .zonder el kaar noch in woord noch in daad te krenken. Wethouder KESBEKE verklaarde er geen behoefte aan te hebben het woord te voeren over de begroting door in te gaan op de debatten. Aan het raadslid van Bendegem heeft hij ten aanzien van de door hem ge maakte opmerking aan het minder efficiënt werken der gemeentediensten tot besheid, dat hij deze diens, onder zijn beheer heeft als lid van het dagelijks be stuur. De reorganisatie vordert echter nogal enige tijd hoewel reeds enige wijziging is gekomen in de gang van zaken. Te zijner tijd zal het college hierover de Raad nader inlichten. Wethouder DE PUTTER voelt evenmin enthou siasme om in te gaan op sommige der gemaakte op merkingen met name dan meer in het bijzonder vaa de heer de Feijter in deze of de vorige vergadering, voor zovr deze dan niet binnen het toelaatbare vlak lagen. Hij gelooft dat de heer de Feijter staande deze vergaderingen reeds voldoende aanwijzingen heeft ge kregen. Hij laat dus verder die woorden voor wat ze zijn. Spr. meent dat hier alleen en voornamelijk van belang is naar wegen to zoeken om de belangen van de gemeente op de beste wijze te dienen. Het moeilijkste werk zal in de komende jaren het werk van de gemeente-financiën zijn, hetwelk onder zijn beheer berust en waarvoor hij op de samenwerking van de Raad in haar geheel een beroep doet. Artikelsgewijze behandeling der begroting. Over de artikelsgewijze behandeling werd al zeer weinig ten berde gebracht en zo was het politieke steekspel weer voor den jaar besloten. Door de heer OGGEL wordt bij het betreffende hoofdstuk der begroting afschaffing van de z.i. on billijke baatbelasting voorgesteld. Dit is ten opzichte van de bewoners van de Emmastraat in het bijzonder een hoogst onbillijke belasting. Spr. heeft in de Fi nanciële Commissie zijn bezwaren tegen deze be lasting uit den treure ontwikkeld. Momenteel nu dit als een doorgaande verkeersweg is te beschouwen, klemmen zijn eerder ontwikkelde argumenten nog te sterker. Hij blijft deze belasting nog altijd als uiter-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1958 | | pagina 1