AXELSE COURANT Unieke kans voor de jongeren. Stichter van Philipsconcern werd een eeuw geleden geboren. J. C VINK Frankering bij abonnement, Axel ZATERDAG 4 OKTOBER 1958 73e Jaargang No. 1 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEE/'E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Töl. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK FIRMA Markt 12 AXEL DANK ZIJ JEUGD - SPAARWET BOVEN SPAARGELD EN RENTE TIEN PROCENT PREMIE. IDEAAL SP AARPLAN „DE ZILVERVLOOT". Dank zij de zojuist van kracht geworden Jeugd-spaarwet hebben de jongeren thans de kans gekregen hun spaargeld in een veel sneller tempo te zien aangroeien dan voorheen. Behalve de rente ontvangen zij namelijk ook een belastingvrije rijkspremie van tien procent, zowel over spaargeld als over rentle. De overheid wil hiermee een krachtige bijdrage leveren aan de persoonlijke bezitsvorming. Ter propagering van de unieke mogelijkheid, die hiermee aan de jongeren wordt geboden, is men begonnen met de Zilvervloot-actie, waarmee wordt herinnerd aan Piet Hein's overwinning op de Spaanse vloot. Daarbij staan twee dingen voor ogen Dit heldenfeit ver schafte Piet Hein en zijn maats behalve roem ook een flinke premie van staats wege, terwijl ook de gemeenschap er van profiteerde. Zonder dat men nu de jonge ren wil aansporen om eveneens op de kaapvaart te gaan, vraagt men toch wel aandacht voor het feit), dat met het deelnemen aan het ideaal spaarplan „De Zilver vloot" zowel het persoonlijk als het algemeen belang wordt gediend. Aanmoediging. De premie is op zichzelf reeds belangrijk omdat daardoor het spaartegoed wordt ver meerderd. Maar van niet te onderschatten belang is ook, dat zij het sparen vil aan moedigen en de spaarzin onder de jongeren bevorderen. Dat is van veel betekenis, om dat een groot deel van de jongeren thans niet actief spaart. Toch kunnen zij veel profijt hebben van hun spaargeld. Óp een bepaald moment hebben ook zij een kapitaal (tje) nodig, maar veelal ontbreekt het dan juist. Hoveel jon gens en meisjes bijvoorbeeld willen graag trouwen, maar moeten nog jaren wachten, doo:rdat ze te laat zijn gaan sparen en niet voldoende geld hebben voor de huwelijks uitzet. Hebben ze echter meegedaan aan het ideaal spaarplan ,,De Zilvervloot", dan heb ben ze een aardig bedrag bij elkaar. Vooral als bijvoorbeeld beide partners sparen om dat uiteraard over beide spaargeld (plus rente) namelijk de premie wordt uitgekeerd. Maar ook bij de financiering van een be- drijfs- of beroepsuitrusting is zelf-gespaard geld een welkome aanvulling. Dat zij dus zelf profiteren van wat zij nu opzij leggen, is wel duidelijk, maar, zoals gezegd, ook de gemeenschap wordt er beter van. In de steeds toenemende vraag naar kapitaal in verband met de sterk groeiende noodzaak van industrialisatie, woningbouw enz. kan in bescheiden mate ook door de spaar- inleg van de jongeren worden voorzien. Vrijwillig. Men moet overigens goed beseffen, dat de deelneming aan de spaarregeling geheel vrijwillig is. Ook als de spaarovereenkomst gesloten is, kan men op elk gewenst tijdstip ophouden. Wil men echter de premie ont vangen, dan moet er minstens zes jaar ge spaard zijn. Op deze regel zijn twee uit zonderingen Bij huwelijk ontvangt men desgewenst na drie jaar de premie, bij over lijden van een der ouders reeds na één jaar. Bij voortijdige verbreking van de overeen komst wordt natuurlijk wel het ingelegde geld met de rente uitbetaaldde rijks premie echter niet. In beide gevallen kan men eventueel een deel van het tegoed met de premie daarover in ontvangst nemen en verder blijven doorsparen óf een nieuwe overeenkomst sluiten en dus opnieuw be ginnen. Dat men geheel vrij is in de besteding van ihet gespaarde bedrag, behoeft nauwe lijks gezegd. Ook de keuze van de spaar bank wordt aan de spaarder overgelaten. Elke bonafide spaarbank doet aan de actie mee, alsmede elk postkantoor en elke boe renleenbank. Wie kunnen deelnemen. Wie kunnen nu aan deze aantrekkelijke spaarregeling deelnemen Dat is vlug ge zegd alle jongens en meisjes, die reeds 15 maar nog geen 21 jaar oud zijn. Zij, die in militaire dienst zijn geweest kunnen nog een overeenkomst sluiten voor hun 24ste verjaardag. Men kan sparen van het zelf verdiende loon, maar bijvoorbeeld ook van zijn zak geld. De ouders kunnen, zo mogelijk hun kinderen een handje helpen. Ook in dat ge val is het wenselijk dat de jeugd zelf zoveel mogelijk wordt betrokken bij het sparen, omdat niet voldoende benadrukt kan wor den hoe belangrijk het is om reeds op jeug dige leeftijd vertrouwt te raken met het sparen. Hoeveel inleggen De voorwaarden, die in de wet worden /gesteld, zijn zo ruim mogelijk gehouden. Het minimaal bedrag, dat gemiddeld per jaar moet worden gespaard of men nu elke week of elke maand naar de spaarbank wil gaan, doet er niet toe is op 30,vast gesteld. Dit behoeft men niet al te letterlijk op te vatten. Is er het eerste jaar reeds 60,ingelegd, dan behoeft er het tweede jaar niets te worden gespaard. Het gaat er om, dat ér een jaarlijks gemiddelde van min istens 30,wordt bereikt. Toch kan men niet zoveel wegbrengen als men wil. Ge zien de consequenties voor de schatkist en uit billijkheidsoverwegingen ten opzichte van materieel minder bedeelden, is een maximum van 200,- per jaar aangehouden. Opneming van geld. Nu kan het voorkomen, dat men op een bepaald moment geld nodig heeft, maar het toch wel erg jamer vindt om daardoor de premie te verspelen. Daarin is voorzien. Eenmaal per jaar mag geld worden opge nomen, zonder dat de premie in gevaar komt mits het maar niet meer is dan in datzelfde jaar is gespaard. Neemt men toch vaker of meer op, dan vervalt de overeenkomst en tevens het recht op de premie. Duur der overeenkomst. Over de duur der overeenkomst is al wat gezegd. In het algemeen is deze minstens zes en hoogstens negen jaar. Alleen oud militairen die vóór ze in dienst gingen reeds een overeenkomst hadden lopen, mogen tien jaar sparen. Maar in elk geval wordt de overeenkomst beëindigd aan het einde van het jaar waarin men 29 jaar is geworden. Deze leeftijdsgrens is onherroe pelijk. Dat voor militairen een uitzondering wordt gemaakt, ook ten aanzien van de maximale spaarduur is niet meer dan billijk. Hun inkomsten zijn immers meestal zo ge ring, dat hooguit het minimumbedrag opzij kan worden gelegd. Hoeveel profijt 1 Dat het aantrekkelijkste van de jeugd- spaarwet de hoge premie van tien procent over het gespaarde kapitaal en de daarop gekweekte rente is, behoeft niet meer te worden betoogd. Maar welke consequenties heeft het nu als men ten volle profijt trekt van de regeling, dus negen jaar lang f 200, per jaar spaart Als men uitgaat van een rente van 3j^% komt m enbij een regelmatige maandelijkse inleg aan het eind van de negen jaar op een tegoed van 1800,plus 285,78 rente, dus op 2085,78. Hierover nu geeft de over heid tien procent rente, zodat men ontvangt 2085,78 plus 208,58, dus in totaal liefst 2294,36, terwijl er toch maar 1800,— naar de spaarbank is gebracht. Maar ook als er slechts zes jaar is gespaard, is de regeling nog de moeite waard. Het spaartegoed is dan 1200,de rente 122,92 en de premie 132,29, waardoor het te ontvangen be drag 1455,21 wordt. Daarbij komt overigens nog een voor deeltje. Over de premie behoeft geen be lasting te worden betaald, zodat men het volle bedrag onverminderd krijgt uitbetaald. De moeite waard Het geheel overziende, komt men noge- tw'ijfeld tot de overtuiging, dat het deel nemen aan het ideaal spaarplan ,,De Zilver vloot" zeker de moeite loont. Het is zeker waard regelmatig hiervoor iets opzij te leg gen, zodat men te zijner tijd een aantrekke lijk bedrag in handen krijgt, dat op andere wijze alleen met veel moeite is te verwerven. BANKIERSZOON GERARD PHILIPS ZAG DE TOEKOMST IN DE TECHNIEK. Donderdag 9 oktober a.s. is het precies een eeuw geleden, dat in het Nederlandse provinciestadje Zaltbommel als eerste van het zevental kinderen uit het gezin van Frederik Philips en Betsy Heijliggers, een jongenGerard Leonard Frederik werd ge boren. Deze Gerard Philips was het, die drie-en-dertig jaar later met zijn vader als stille vennoot in het Brabantse Eindhoven een bedrijf zou stichten met het doel „de vervaardiging van electrische gloeilampen ter hand te nemen". Wie nu door hetzelfde Zaltbommel dwaalt vindt er de rulst haast nog net zoals ze er honderd jaar geleden geheerst moet hebben. Over de brede Waal glijden de binnenvaart schepen behoedzaam voort. De spoorbaan iheeft met een brede zwaai het stadje op ge ruime afstand laten liggen en zelfs het snel verkeer onzer dagen dat over autobanen raast, liet het onaangetast. Hoe kon een jongen in die tijd en tussen zoveel landelijk heid zoveel trek in techniek krijgen, dat hij naar Delft trok om daar aan de Polytech nische School voor ingenieur te gaan stu deren Wel, voor de Philip'sen was de tech niek minder vreemd dan voor de meeste Zaltbommelaars. Frederik Philips zette niet alleen de familietraditie tabakshandel voort maar was tevens mede-eigenaar van een tabakskerverij .exploiteerde een koffiebran derij en een kleine wattenfabriek. Als Gerard twaalf jaar is in 1870 heeft zijn vader aan al die bedrijvigheid nog een plaatselijk kassierskantoor dat geliqui deerd dreigde te worden toegevoegd. En in 1871 ziet de heer Philips kans om de plaat selijke gasfabriek, die onder Engelse con cessie met verlies werkte, om te zetten in een gezond bedrijf. Zijn middelbare school opleiding genoot Gerard in Arnhem en daar was het, dat de zoon van de eigenaar van de Bomimelse gasfabriek de jonge dr. H. A. Lorenfcz de Nederlandes hoogleraar in de theoretische natuurkunde, die in 1902 te zamen met prof. Zeeman de Nobelprijs, zou verwerven hoorde spreken over „electri- citeit". Met grote belangstelling volgt Ge rard in de jaren daarop de berichten over Edison's successen met zijn gloeilamp. In 1881 hangen ze zelfs al te pronken op de eerste internationale electricitteitstentoon- stelling in Parijs. Twee jaar later beëindigt Gerard Philips met succes zijn studie voor werktuigkundig ingenieur. Eerste taak. De eerste taak voor de jonge ingenieur is een zeer plezierige. Een vriend van zijn vader, directeur van de Stoomvaartmaat schappij „Zeeland", laat hem naar Glasgow trekken om toezicht te houden op het aan leggen van een electrische lichtinstallatie op het stoomschip „Wilem, Prins van Oranje", dat op een werf in de Schotse havenstad in aanbouw was. Gerard krijgt daar voorts de unieke kans verder wegwijs te raken op dat fascinerende gebeid van de jonge electri- teitstechniek en acht maanden lang trekt hij dag-in-dag-uit naar het laboratorium van de grote natuurkundige Lord Kelvin, die al in 1881 zijn huis met liefst honderd gloeilampen verlichtte Hierna volgt een periode tijdens welke hij voor de Brush-Company naar Duitsland trekt o<m te trachten er een afzetgebeid te vinden voor haar dynamo's, booglampen en gloei lampen. In Berlijn komt hij al spoedig tot de ontdekking hoe stevig de positie reeds was vavn een Siemens en een Aj.E.G. Gerard Philips bestudeert de mogelijkheden tot de oprichting van een fabriek in Nederland. Maar het land is klein en het aantal ge- interesseerden in electrische producten voor alsnog zeer gering. Zo'n experiment schijnt al bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Vier jaren na het voltooien van zijn Delftse studie volgt Gerard een cursus aan het City and Guilde of London-Institute. Na afloop behoort hij een buitenllander tot de meest succesvolle candidaten en ver werft de eerste prijs een zilveren medaille. Terug in Nederland ontmoeten we hem als representant van de A.E.G. bij de onder handelingen met de gemeente Amsterdam over een concessie tot bouw van een elec trische centrale. Gerard heeft zijn eigen in zichten, maar de groten die hij heeft te die nen hebben weinig belangstelling voor die mening. De jongeman met zijn sterke zelf- 'standigheidsdrang voelt weinig voor blijven de afhankelijkheid. Het plan van de Brush- Company een fabriek voor de vervaardi ging van electrische gloeilampen in Neder land, speelt door zijn geest. Als hij er eens in zou slagen een bruikbare kooldraad te vervaardigen. Dan zou de basis gelegd zijn waarop zo'n fabriekje kon gaan draaien Dan zou Nederland tevens minder afhanke lijk zijn. En hij, Gerard Philips, kon een eigen weg gaan. Proefnemingen Samen met een vriend begint Gerard in Amsterdam al met proefnemingen. De ex perimenten vragen echter geld. Meer dan Gerard beschikbaar heeft. Vader Frederik die met de nodige bezorgdheid omtrent de oudste zoon, die zijn zit maar niet kan Vin den, de proefnemingen volgt en tevens ge noeg werkelijkheidszin heeft om een open oog te hebben voor de grote mogelijkheden van de electrotechniek, speciaal waar het de verlichting geldt, steunt. In Zaltbommel kan Gerard het washok in de tuin voor het „vuile Werk" benutten. De „jongenskamer" is be schikbaar voor het minder riskante. Op 14 november 1890 schrijft Gerard zo staat het in het boek dat prof. dr. P. J. Bouman over Anton Philips schreef aan een Engelse relatie „I am abile to produce extremely homogeneous and equal cellulose filaments on a business scale". De basis voor de fabricage van een „Nederlandse" gloei lamp was gelegd. In oktober 1890 plaatst Gerard Philips advertenties in het „Elektro technische Zeitschrift" en in „The Electri cian". Voor het te stichten bedrijf heeft Ir. Philips immers een vakman nodig, een gloei lampentechnicus. Op 16 mei 1891 gaat de vroegere bukskinfabriek van Schroder Wijers aan de Emmasingel te Eindhoven voor 12.150,in handen van Philips Co, de vennootschap onder firmia, die de dag te voren was gesticht, over. Het) begin. En dan begint de geschiedenis van Philips. Een klein bedrijf aan een stille singel in een afgelegen provincienest. Een nieuwe taak in een oud land. Gerard Philips begint met veel energie en ontmoet veel moeilijkheden. In april 1892, ongeveer een jaar na de opening levert de zoon van een gasfabrikant zijn eerste gloeilampen aan een Kaarsenfabriek in Gouda. Drie jaar later het bedrijf telt dan 42 werknemers komt de jongere broer Anton naar Eindhoven om Gerard te helpen de commercie gezond te maken. In 1898, dus zestig jaar geleden telde het bedrijf 250 ar beiders. Er werden in dat jaar 1.200.000 gloeilampen vervaardigd. Thians, 67 jaar na de stichting, heeft Philips166.000 werk nemers in dienst en vestigingen in vele landen. Gestadige groei. De ontwikkeling die het bedrijf door maakte is in tal van publicaties uitvoerig ge schetst. Het technisch inzicht van Gerard Philips en het commerciëel talent van Anton bezorgden het bedrijf een gestadige groei. In 1917 werd de stichter van het Philips concern eredoctor in de Technishe Weten schappen van de Technische Hogeschool te Delft. De promotor, prof. dr. W. Reinders, schets de betekenis van de figuur van de nieuwe doctor „Philips heeft ingezien, dat een rationele ontwikkeling der techniek al leen dan mogelijk is, Wanneer zij wordt voor afgegaan door wetenschappelijk onderzoek. En voorts Al heeft Philips hieraan zelf geen actief deel genomen, hij was toch de grote stuwkrachtzijn grote belangstelling, gestdrift en voortvarendheid werkten be zielend op zijn medewerkers en zullen veel hebben bijgedragen tot hun succes". Op 1 april van het jaar 1922 treedt dr. ir. Philips af als directeur van het bedrijf dat op dat ogenblik 5500 werknemers telt. Anton Philips, die hem 27 jaar terzijde stond, neemt de leiding over. Op 26 januari 1942, in het midden der sombere oorlogsperiode, over lijdt dr. ir. Gerard Philips vier dagen te voren overleed zijn echtgenote, mevrouw. J. Philips-van der Willigen. „Zijn werk is de grondslag geweest van de bloei onzer onder neming in goede tijden, van haar kracht in moeilijke jaren", zo schrijft ir. F. J. Philips in een voorwoord tot een levensschets die door prof. dr. N. A. Hal'bertsma werd samen gesteld en kort na het verscheiden van dr. ir. G. L. F. Philips aan het personeel werd uitgereikt. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abronement t Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland I 2,00 ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bij contracten belangrijke reductie, loj* «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleinv ïdvertentién (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1958 | | pagina 1