AXELSE COURANT
De Koninklijke Luchtmacht
De handel in vee en vlees.
jubileert.
J C VINK
Frankering bij abonnement, Axel
WOENSDAG 25 JUN 11958
72e Jaargang No. 72
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEEf Y WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker-Uitgeefster! FIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tal. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
De Koninklijke Luchtmacht bestaat in
1958 vijf en veertig jaar. Ter gelegenheid
van dit jubileum zal op zaterdag 5 juli a.s.
op de vliegbasis Soesterberg een Nato-
vüegfeest worden gehouden en van maan
dag 7juli tot en met 19 juli a.s. een grote
tentoonstelling, eveneens op Soesterberg.
Met uitzondering van Luxemburg en IJs
land, die geen luchtmacht bezitten, zullen alle
Nato-landen een bijdrage leveren voor deze
machtige show, waar men naast de nieuwste
aanwinsten ook vliegtuigjes uit vroeger da
gen zal kunnen aantreffen. Maar alvorens U
meer te vertellen van dit schouwspel van
techniek en macht, van vloeiende lijnen en
enelheid, zullen we U eerst nader kennis
laten maken met de jubilaresse, ter ere van
wie dit vliegfeest zal worden gegeven onze
Koninklijke Luchtmacht.
Het is eigenlijk pas sinds kort, dat Neder
land beschikt over drie zelfstandige krijgs
macht-onderdelen. De Luchtmacht namelijk
was tot in maart 1953 nog min of meer een
onderdeel van de Landmacht, maar zij groei
de sedert haar ontstaan in 1913 zo enorm
uit, dat men haar ten slotte flink genoeg
achtte om op eigen benen te staan.
Op 26 maart 1953 werd haar het praedi-
kaat „Koninklijke" verleend en sindsdien
voert zij een volledig zelfstandig bestaan.
De „Luchtvaart-afdeling" vormde, vooral
in de allereerste begindagen, een vreemde
eend in de Landmacht-bijt. Men zag het
militaire vliegbedrijf niet voor vol aan
mogelijk kwam dat doordat alles daar op
de vliegheide van Soesterberg zo duidelijk
de sporen van het experimentele stadium
droeg.
Heden ten dage, nu de raketten en de ge
leide projectielen hun plaats in het ver
dedigingsstelsel van de Nato beginnen te
veroveren en de luchtmachten met tot in
de hoogste graad geperefctioneerde vlieg
tuigen zijn uitgerust, doet de begintijd van
onze Luchtvaartafdeling nogal primitief aan.
Voor de oprichting er van moeten we in
de geschiedenis teruggaan tot juli 1913. lot
commandant van de nieuwe spruit van het
leger werd benoemd de toenmalige kapitein
der Genie H. Walaardt Sacré, die als ge
brevetteerd balloncommandant het meest ge
schikt leek voor deze functie. De comman
dant kreeg de beschikking over niet minder
dan vier man personeel, te weten drie luite
nants die, door zich in het buitenland op
eigen kosten te bekwamen in de vliegkunst,
een vliegbreve hadden verworven en een
sergeant-majoor-administrateur.
Het „vliegtuigpark" omvatte één volledig
vliegtuig, de Brik, aanvankelijk gehuurd,
later gekodht van de vermaarde, onlangs
overleden vlieger, Marinus van Meel. De
eerste weken moest men het stellen zonder
technisch personeel, dat men ten slotte ver
kreeg door middel van detachering van
voornamelijk Geniepersoneel en aanneming
van burgerwerklieden.
en een motorrijwiel.
Toen in augustus 1914 de oorlog uitbrak,
beschikte de Luchtvaartafdeling over tien
officieren, een ingenieur, eenendertig onder
officieren en minderen, vijf vliegtuigen en
een automobiel.
De begroting stelde in het vooruitzicht zes
vliegtuigen, een reservemotor, twee vlieg
tuigtenten en een motorrijwiel. Maar de
mobilisatie in Nederland en de oorlogsver
klaringen rondom ons brachten wat meer
leven in de brouwerij. De Luchtvaartafdeling
kreeg tot taak, patrouillevluchten te maken
langs onze grenzen. Behalve in Soesterberg
konden de toestellen spoedig eveneens lan-
uen bij Arnhem, Venlo, Souburg en Gilze-
Rijen. Binnen onze grenzen neerstrijkende
buitenlandse vliegtuigen, die hadden deel
genomen aan gevechten, werden geïnter
neerd en vormden een welkome uitbreiding
van onze luchtvloot.
Ons luchtwapen heeft tussen de beide
wereldoorlogen heel wat veranderingen on
dergaan. W,e zullen in dit verband niet uit
weiden over de gestadige groei er van, noch
over de organisatorische wijzigingen, die zich
herhaalde malen voordeden. We vermelden
slechts, dat in november 1938 de Luchtvaart
afdeling ophield te bestaan en plaats maakte
voor de Luchtvaartbrigade, bestaande uit
drie Luchtvaartregimenten. De commandant
van de Luchtvaartbrigade werd tevens in
specteur van het Wapen der Militaire Lucht
vaart. Van die tijd af was de Luchtvaart min
of meer zelfstandig.
Tijdens de oorlogsdagen van mei 1940
heeft de militaire luchtvaart laten zien, wat
zij waard was. Wat materiaal betreft was
zij de mindere van de Duitsers, in kwantiteit
en veelal ook in kwaliteit. Aan de voor
avond van de Duitse inval in ons land be
schikten wij over 124 gevechtsvliegtuigen,
waarvan de meeste helaas ongeschikt waren
voor hun voornaamste taak de luchtver
dediging en de beheersing van het lucht
ruim. Cat de vijand in deze luchtslag toch
nog zulke gevoeligce verliezen werden toe
gebracht de Luftwaffe verloor in de vijf
dagen durende strijd ongeveer vijfhonderd
vliegtuigen is dan ook in grote mate te
danken geweest aan de heldenmoed, waar
mee onze vliegers telkens weer ten strijde
trokken en de vaardigheid, waarmee het
technisch personeel alles wat maar vleugels
had, vlieggereed hield.
Onderscheiding.
Als beloning voor haar aandeel in de strijd
in mei 1940 werd de Luchtmacht de Mili
taire Willemsorde verleend, de hoogste dap
perheidsonderscheiding die ons Koninkrijk
kent. Maar na 15 mei 1940 bleek de rol van
het Nederlandse Luchtmachtpersoneel nog
geenszins uitgespeeld. Vele vliegers en ook
technici weken uit naar Engeland om van
daaruit de strijd voort te zetten. Vooral het
322 Dutch Spitfire Squadron heeft bekend
heid verworven door zijn escortes naar de
Ruhr, de aanvallen op spoorwegknooppunten
ver achter de Duitse linies en de onder
schepping van de V-l. Daarnaast dienen ook
de Nederlandse vliegers genoemd te worden
die boven Azië het hunne bijdroegen tot de
rederlaag van Japan.
Na de oorlog groeide het besef, dat vooral
de kleinere landen het in de toekomst zonder
hulp van buiten af niet meer zouden kun
nen bolwerken tegen eventuele agressie van
een grote mogendheid. Dit besef culmineerde
in de oprichting van de Nato in 1949. De
Nato-leden hebben onderling afspraken ge
maakt, welk aandeel ieder land afzonderlijk
zal leveren in de verdediging van het ge
hele Atlantische gebied. Wat de luchtstrijd
krachten betreft heeft Nederland op zich ge
nomen de luchtverdediging boven eigen ge
bied te verzorgen en bovendien een bijdrage
te leveren in de taktische luchtstrijdkrachten.
Voor de luchtverdediging baakt de Ko
ninklijke Luchtmacht gebruik van straal
jagers van het type Hawker Hunter en de
Sabre F86K. Deze laatste is een jager, die
onder alle weersomstandigheden kan ope
reren, zowel overdag als des nachts. Het op
Soesterberg gestationneerde squadron van
de Amerikaanse luchtmacht, dat met de
F-100C Super Sabre is uitgerust, valt ope
rationeel eveneens onder Nederlands com
mando. De taktische bijdrage levert Neder
land met de Republic F-84-F Thunderstreak
en de RF-84-F Thunderflash. De Thunder-
flash is een foto-verkennings-straaljager, die
de eigen troepen opnamen moet verschaffen
van de vijandelijke linies, de gesteldheid van
de terreinen die men in een komende actie
wil betrekken en dergelijke. Bovendien be
zit de Koninklijke Luchtmacht een eigen
„transportonderneming met Dakota s en
Beavers en onderhoudt zij een groep lichte
vliegtuigen ten behoeve van de Landmacht.
Ten slotte in het kort iets over de hoofd
zaken van de organisatie van de Lucht
macht. De leiding van de Koninklijke Lucht
macht is in handen van de Chef Luchtmacht
staf, die daarbij y/ordt terzijde gestaan door
de Plaatsvervangend Chef Luchtmachtstaf.
Onder de Chef Luchtmachtstaf ressorteren
vijf commando's, te weten het Commando
Luchtvaarttroepen (inlijving en militaire vor
ming van het luchtmachtpersoneel), het
Commando Luchtvaart Opleidingen (op
leiding vliegend personeel en vliegtechnisch
grondpersoneel), het Commando Depots
Materieel Luchtmacht (o.m. materiaalbeheer
en -distributie), het Commando Luchtver
dediging en het Comma,ndo Taktische Lucht
strijdkrachten.
Zo zullen dan op zaterdag 5 juli a.s. der
tien Nato-luchtmachten boven Soesterberg
verschijnen en wel die van Groot-Brittannië,
Frankrijk, de Verenigde Staten, Canada,
West-Duitsland, België, Italië, Griekenland,
Turkije, Denemarken, Noorwegen, Portugal
en ons eigen land.
Het programma is nog niet vastgesteld,
maar toch valt reeds te vermelden, dat de
Britse R.A.F. waarschijnlijk twee van haar
A-bcmmenwerpers, de Avro Vulcan en de
Vickers Valiant zal demonstreren, benevens
de Folland Gnat, een lichtgewicht jacht
vliegtuig. De Amerikanen zullen onder meer
komen met de B-66 Destroyer, een snelle
lichte straalbommenwerper en met de be
roemde B-52 enB-47, zware en middelzware
lange afstands-straalbommenwerpers. Te
vens sturen zij hun vermaarde team „Sky-
blazers" uit West-Duitsland. Verder be
staan er plannen om boven Soesterberg een
massasprong te doen uitvoeren door Bel
gische en Nederlandse parachutisten. Ook
zullen er selectievluchten in formatie-vliegen
worden gehouden door enkele Nato-teams.
Een veehouder ging vroeger meestal één
keer in de week naar de veemarkt. Hij ver
kocht daar een deel van zijn vee of kocht
nieuwe dieren in. Die geregelde marktbe
zoeken behoorden bij zijn vak. Ze waren
even gewoon als de zondagse kerkgang ze
waren even noodzakelijk als bron van in
komsten.
Op de meeste van de veertig wekelijkse
veemarkten in Nederland heeft de handel
in de loop der jaren echter andere vormen
aangenomen. Een geheel andere terminologie
heeft zich daar ontwikkeld. De boer, die met
zijn vee vroeger de sfeer en de levendigheid
van de markt bepaalde, staat daar nu als
een hulpeloze vreemdeling in een hem ont
groeide wereld. De handelaars op de Rotter
damse slachtveemarkt hebben voor de kleine
boeren, die toch nog zelf willen proberen hun
vee aan de man te brengen, een typerende
naam de „ongedoopten". Een veeboer komt
niet meer op de markt. Het is de handelaar
die er de scepter zwaait.
Hoe eenvoudig lijkt de handel in vee en
vlees de veehouder fokt het vee en ver
handelt het op de markt. Zijn kopers zijn
boeren of slagers. De laatsten giaan met hun
aankoop naar de abattoirs voor het slachten.
Het vlees wordt gesneden en uitgebeend en
dan verkocht aan de consument. Dit is
schone theorie. De praktijk ziet er wel wat
anders uit. Het begint al bij de producent,
de veehouder. Die heeft op zijn eigen be
drijf zijn handen vol aan het werk dat er
te doen valt. Knechten en meiden lopen de
boerderijen niet meer plat om werk, al lang
niet meer. De veehouder is een druk bezet
man. Vroeger nam de gang naar de lokale
markt reeds bijna een dag in beslag. De
tegenwoordige markten vergen dikwijls een
lange reis. Ze zijn meer geconcentreerd en
hebben een sterk interlokaal karakter ge
kregen. Die gunstige ontwikkeling heeft het
snelle gemotoriseerde vervoer van vee in de
hand gewerkt. Maar voor de boer betekenen
de grote afstanden nog meer tijdverlies. Dus
verlaat hij zidh hoofdzakelijk op de vee
handelaar.
De relatie tussen veehouder en -handelaar
is gegrond op wederzijds vertrouwen. De
boer kent natuurlijk de marktprijzen, maar
de veehandelaar is er nog veel beter in thuis.
Zijn beoordeling van de prijs hangt ook af
van de verwachtingen, welke hij heeft over
de kwaliteit van het te kopen vee.
Toch laat de veehandelaar de boer heus
wel aan zijn trek komen. Straks heeft hij
hem weer nodig voor de verkoop van big
gen, fokkalveren, vaarskoeien en ander ge-
bruiksvee. Boer en handelaar zijn dus ei
kaarts klant en zoals de veehouder ver
trouwen heeft in de aangeboden prijs van
de handelaar voor het slacht -en gebruiks-
vee, vertrouwt de handelaar er op dat de
boer geen „kunstjes" uithaalt met de kwa
liteit van zijn fokvee.
De veehandelaar ontmoet op de markten
andere handelaars, slagers, grossiers en
commissionairs (van fabrieken voor veles-
waren). Runderen en kalveren, varkens en
biggen, schapen en lammeren, geiten en dik
wijls ook paarden en veulens worden op de
meeste markten per diersoort in kleine aan
tallen aangevoerd. Rotterdam en Den Bosch
zijn wel de belangrijkste markten van het
land. Amsterdam, Alkmaar en Rotterdam
zijn typische slagensmarkten. De mogelijk
heid van slagers om naar de veemarkten te
gaan is afhankelijk van de drukte in hun
FIRMA
Markt 12
AXEL
Op maandag 7 juli a.s. zal, eveneens op
de vliegbasis Soesterberg, een tentoonstelling
worden geopend, die een overzicht zal geven
van wat er in de Nederlandse Luchtmacht
omgaat. Het publiek zal een kijkje wórden
gegund in de keuken van de vliegdienst, de
meteo-afdeling, de verkeersleiding, de tech
nische dienst, Welzijnszorg, Bureau Sport en
dergelijke. Voor de electronische apparatuur
zal een grote ruimte wonden gereserveerd.
Enkele typen vliegtuigen, op het ogenblik
bij de Koninklijke Luchtmacht in gebruik,
zullen er naast een der nieuwste toestel
len van de Amerikaanse Luchtmacht ten
toongesteld worden men zal er tevens kun
nen kijken naar demonstratie's met de
schietstoel en met bewakingshonden.
De Luchtmachttentoonstelling zal tot en
met zaterdag 19 juli geopend zijn.
zaak. In een slagerij liggen de top-verkopen
op zaterdag en op woensdag. Daarom heb
ben de slagers de meeste belangstelling voor
de maandagse markten.
Een slager moet een behoorlijke omzet
hebben, wil het zin voor hem hebben zelf
op de markt te kopen. Er zijn zo ongeveer
10.000 islagers in Nederland. Gemiddeld
zei ten zij per week ruim 1000.om. Het
landelijke omzetcijfer per slagerij per jaar
staat op iets meer dan 58.000.In de
grote steden is het aanmerkelijk hoger en
bedraagt dit 79.500.in de overgangs
gebieden lager 44.600.en het laagst
in de agrarische gebieden ruim ƒ36.000.
In die groepen zijn vanzelfsprekend sterke
nuances. Een derde deel van de Amster
damse islagers haalt gemakkelijk een jaar
lijkse omzet van een ton. Zulke grote ver
kopen lonen de moeite van het zelf inkopen
op een markt. Grote vakkennis en een
scherp zakelijk inzicht zijn er voor nodig en
bovendien een behoorlijke kapitaalkracht,
daar de handel op de veemarkten steeds
a contant is.
Vele slagers staan financieel niet zo sterk
of missen de kennis levende dieren op de
kwaliteit te ischatten, „in de roes te kopen",
zoals de vakterm luidt. Daarenboven moet
een slager nog maar een zo gevarieerde
klantenkring hebben, dat hij al het vlees van
een rund of een varken kan afzetten. Daarom
wordt de bemiddeling van de grossier zo op
prijs gesteld. Bij hem koopt de slager het
geslacht vlees, dat hij dus direct op kwaliteit
beoordelenkan. Hij kan, als hij dat wil, op
crediet kopen en eerst betalen nadat hij de
artikelen in zijn winkel heeft verkocht. Be
langrijker nog is het gemak, dat de slager
van de grossier juist die soorten vlees kan
betrekken, welke voor zijn klantenkring het
geschikst zijn.
De groep „boksslagers", voor wie een
lage prijs aantrekkelijker is dan hoge eisen
aan de kwaliteit, daargelaten, heeft een lan
delijk onderzoek duidelijk gemaakt, dat de
Nederlandse slagers streven naar hogere,
algemene kwaliteitsnormen. Dat geldt dus
niet alleen voor de grote steden Amster
dam heeft .15% specifieke kwialiteitsslagerijen
maar ook voor de provinciesteden en het
platteland, waar in tientallen gevallen beter
geoutilleerde slagerijen te vinden zijn dan in
menige grote stad.
De Nederlandse slagers hebben echter een
reputatie hoog te houden, want zij worden
gekwalificeerd als de beste van Europa.
Hoe ernstig zij hun taak opvatten is weer
eens gebleken, doordat meer dan een derde
van hen de huisvrouwen behulpzaam is met
een speciale receptuur.
MINISTER ALGERA ZIEK.
Interpellatie in de Tweede Kamer over
de verhoogde veertarieven op de
Westerschelde uitgesteld.
Naar wij vernemen moet de minister van
Verkeer en Waterstaat, mr. J. Algera, ten
gevolge van een lichte ongesteldheid het bed
houden. Als gevolg daarvan kon dinsdag
avond in de Tweede Kamer der Staten-
Generaal de interpellatie over de veerrechten
op de Westersóhelde niet doorgaan en is
deze uitgesteld tot een nader te bepalen
datum. (Tijdens de protestrit merkten wij
een auto op met het opschrift „Algera is zee
ziek." Deze bestuurder heeft dus wel een
vooruitziende blik gehad - Red.)
NEDERLANDSE SLAGERS DE BESTE VAN EUROPA.
Ideaal voor ieder
die brieyen schrijft!
ABONNEMENTSPRIJS. Loise nummers 6 cent
Kwartaal-abmnement
Bxel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland I 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
BIJ contracten belangrl|ke reductie,
loj* «onden Mededelingen 20 cent per m.m.
Klein*. Idvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.