AXELSE COURANT
Cirkel en winkelhaak.
Doe meer met vlees.
mm
i
PUROL
J C VINK
InblÜverwdchting
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 26 APRIL 1958
72e Jaargang No. 56
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDf l WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tal. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL
Tijdens het Nazi-regime in de jaren 1940 1945 is er geweldig propaganda gemaakt
tegen de invloed der Vrijmetselarij, die werd getekend als het apparaat waardoor
het „Internationale Jodendom" de wereld zocht te beheersen. In werkelijkheid echter
hadden toen de Loges hun grootste betekenis al verloren, en in de meeste democra
tische staten is hun economische en vooral hun politieke invloed reeds uitermate ge
ring geworden.
Toen de Duitsers ons land binnenvielen,
begonnen ze meteen een offensief tegen de
Vrijmetselarij. De gebouwen van deze or
ganisatie welke in Nederland werd be
stuurd door het „Groot Oosten" te Den
Haag, werden opengesteld voor bezoekers,
die daar echter niet veel anders zagen dan
een vergaderzaal, min of meer exotisch in
gericht en voorzien van allerlei symbolen,
enkele zaken die tot de „ritus" behoorden
en verder een zondvloed van nazi-propa-
ganda-lectuur. De nuchtere bezoeker ging
heen met de gedachte, dat er veel ge
schreeuw was gemaakt om weinig wol, en
daarin had hij dan ook gelijk.
Vrije Metselaars.
De Vrijmetselarij dankt haar ontstaan
inderdaad aan de metselaars. In vroeger
tijden was het bouwwerk omgeven door een
zeker mystiek ritueel, de bouwer, timmer
man of metselaar, zag zijn taak maar niet
als een eenvoudig handwerk, maar voelde
de diepe betekenis van het bouwen als het
meebouwen aan de wereld, onder gezag van
de „Opperbouwheer van het Heelal", God.
Ongetwijfeld speelde hierbij een grote rol
het feit, dat zovele van deze mensen reizend
en trekkend hun werk deden, internationale
contacten legden, en daardoor ook een vrij
brede levens- en wereldbeschouwing ont
wikkelden.
Zij richtten organisaties op met religieuze
inslag, niet alleen om de oude gebruiken en
riten rond het bouwhandwerk te bewaren,
maar al spoedig ook om daar andere zaken
te bespreken. Mensen die niets met het
bouwvak hadden uit te staan, werden daar
in later ook opgenomen. Langzamerhand
onttrok zich de beweging der Vrije Metse
laars aan de kring van dit handwerk, al
bleven de emblemen en gebruiken bewaard,
zowel als het gesloten karakter, dat daaren
boven nog met veel geheimzinnigheid om
geven werd. Vooraanstaande politici, ge
leerden en kunstenaars, krijgslieden en ook
zakenmensen maakten er deel van uit. En
ook het snobisme maakte er zich meester
van, want wie opgenomen werd in een der
loges als leerling, gezel en misschien later
Meester, verkeerde daar in de beste krin
gen, vaak niet zonder profijt.
jTooTpW
wa?fn, hun tolerantie strekte zich niet zo
ver uit dat ze de algemeen verachte Joden
gaarne opnamen in hun loges. In Duitsland
was dat zeer zeker niet het geval, daar heeft
het anti-semitisme, ondanks alle hoogstaan
de opvattingen, ook in de loges rustig voort
gewoekerd.
De Nieuwe Tijd.
Vele vorsten o.a. alle Duitse Keizers,
speciaal de „Grote Fritz" en hier te lande
verscheidene leden van het Huis van Oranje
maakten deel uit van deze internationale
organisatie. Napoleon vond in Duitsland zijn
voornaamste tegenstanders (Fichte, Frei-
herr Von Stein, Maarschalk Blücher en
Generaal Scharnhorst) onder de Vrijmet
selaars. Goethe en Lessing sympathiseer
den er mee en in Mozart's beroemde opera
„Die Zauberflöte" vindt men de idealen der
Vrijmetselarij geniaal vertolkt.
Maar een geheim genootschap heeft al
leen recht van bestaan in een onvrije om
geving. Langzamerhand veranderde zich het
wereldbeeld, vooral in Europa. Het abso
lute koningsschap en de politiestaat maak
ten baan voor democratischer vormen con
stitutioneel koningschap of republiek. De
politieke organisatie's en vakbonden namen
de strijd voor mensenrechten, voor vrijheid
en gelijkheid, op.
En in de grote sociale omwenteling, die
in de 19e eeuw begon, verloor de Vrijmet
selarij terrein. Zij stelde zich krachtens haar
principes te weer tegen aheïsme en mate
rialisme, die vooral toen de kenmerken van
het Marxisme vormden. Alleen de Franse
loges namen socialisten op. De loges wer
den daardoor gedrongen in de conserva
tieve hoek en recruteerden hun leden voor
al uit de liberale groeperingen.
In Frankrijk, waar de strijd tussen Kerk
en Staat wel het felst werd uitgevochten,
kreeg de Vrijmetselarij mede door de
hierboven genoemde uitzondering een
anti-clericaal karakter en daardoor ontmoet
te zij een te scherper verzet vooral van de
zijde van het Vaticaan, dat trouwens reeds
in het begin der 18e eeuw in de bul van
Clemens X „In eminenti" aan alle Katho
lieken het lidmaatschap der loges verboden
had. In de landen, waar Kerk en politie
systeem samen gaan, worden de Vrijmet
selaars als staatsvijandig beschouwd en ook
meestal niet ten onrechte.
Verval.
Men kan aan de indruk niet ontkomen dat
het karakter van de Vrijmetselaarsloges
vooral in ons land zich gewijzigd heeft en
dat velen eigenlijk worden aangetrokken
door het gezelligheidselement en de moge
lijkheid om in besloten kring gedachten uit
te wisselen zonder vrees dat daarover iets
gepubliceerd wordt. De geheimzinnigheid
trekt nog altijd, al is de sluier van het
mysterie door talloze publicatie's van „ver
raders" zo langzamerhand volledig opge
heven.
In Amerika bestaan vele loges, maar hun
invloed is lang niet zo groot en heeft een
geheel ander karakter dan die van de oude
loges. Men vindt het leuk ergens bij te horen
waarvan niet ieder lid kan worden, te ver
keren in een kring van mensen die over het
algemeen in het leven zijn geslaagd, het
snobisme speelt ook hier weer een grote rol.
Allerlei organisatie's, zoals de Rotary Clubs
en de Old Fellows zijn op dezelfde meer
ideëele leest geschoeid.
Onze tijd is geen tijd voor geheime orga
nisatie's en plechtig ritueel. En voor het uit
oefenen van invloed op het politiek, econo
misch, sociaal en cultureel gebeuren staan
tegenwoordig zovele andere wegen open,
dat men daarvoor geen Vrijmetselaar be
hoeft te worden.
De Vrijmetselarij heeft haar bloeitijd over
leefd en kan zich nog slechts handhaven
door een geheel ander element in haar werk
zaamheid te brengen. Ook het internationaal
verband is steeds meer van zuiver-organi-
satorische aard geworden en vele Loges en
haar leden handelen in tal van opzichten
tegen geest en gedachte van de Vrijmetse
larij in in de Verenigde Staten bijvoor
beeld heeft een_ neger geen kans om in de
Loge te worden opgenomen
De winkelhaak, waarmee men oude ver
houdingen meten kon, heeft als zodanig zijn
waarde verloren en in de cirkelgang van de
tijd lost de Vrijmetselarij zich steeds meer
op. Ze past zomin in ons modern tijdsbeeld
als de statige kathedralen, door de eerste
Vrije Metselaars opgetrokken.
Politieke invloed.
Het religieuze karakter van de Vrijmetse
larij ontwikkelde zich steeds meer in de
richting van het Deïsme. God was „Ópper-
bouwheer van het Heelal maar in feite
hield daarmee Zijn bemoeienis met de we-
'reld op. Daarmee gepaard ging een grote
verdraagzaamheid, die echter, zoals meer ge
beurt, in vele gevallen zich wijzigde in een
vijandige onverdraagzaamheid ten aanzien
van hen die de pretentie voerden een Evan
gelie te prediken dat alléén de mens het heil
kon brengen. Zo kwam men dus al direct in
conflict met de R.K. Kerk, zowel als met de
orthodoxe protestantse groeperingen, die
daarenboven, uit de aard der zaak, in theo
logisch opzicht, het Deïsme van de Vrij
metselaars ten felste bestreden. Niet altijd
vielen in deze strijd de lijnen zuiver te trek
ken, want de Vrijmetselarij nam het ook
weer op tegen misstanden, die bijvoorbeeld
ontstonden in die landen, waar het mono-
po'ie van een bepaalde groep een minder
heid in de verdrukking bracht.
Het kon echter niet uitblijven dat, waar
zovele vooraanstaande mannen zich ver
enigden in een tijd waarin het absolutisme
en het „Gottesgnadentum" der legitieme
vorsten hoogtij vierde de 18e en 19e
eeuw hun invloed op het politieke ge
beuren zeer groot was. Of inderdaad de
Joden in de Vrijmetselarij een grote rol
speelden, mag worden betwijfeld, want zo
verdraagzaam en ruimdenkend als de heren
Het zal U nooit overkomen, dat het mooie
volle vlees, dat U bij de slager heeft ge
kocht, aanmerkelijk aan volume begint te
verliezen, naarmate U dichter bij huis komt.
Welke slager zou het tegenwoordig ook in
zijn hoofd halen om het vlees op te blazen
In de Middeleeuwen was dat in vele Hol
landse steden schering en inslag. De „slach
ters" in die tijd kenden vele trucjes om het
vlees er beter te doen uitzien of het meer te
laten lijken dan het in werkelijkheid was.
De stedelijke overheden vaardigden allerlei
bepalingen uit om dergelijke misleiding tegen
te gaan, maar als die niet werden ontdoken,
wisten de Middeleeuwse slagers nog wel
andere kunstgrepen, welke toevallig niet
onder een verbod vielen. In Amsterdam
moest er bijvoorbeeld worden opgetreden
tegen het aanbrengen van ander „smeer
(vet) aan de voor de verkoop uitgestalde
dieren „dan dat vast an den beesten ge-
groeyt is." Evenmin mochten „doeken oft
andere dingen after de nyeren oft elswaart"
gestoken worden „omme de beesten schoner
te schijnen" dan zij waren.
Het is een lange, en soms pijnlijke weg
geweest, die geleid heeft tot een voor het
gehele land verplichte vleeskeuring. Sedert
de Vleeskeuringswet aangekondigd in
de Troonrede van 1907 en gepubliceerd in
het Staatsblad van 1919 van kracht is
geworden (en dat was toch nog niet eerder
dan in juli 1922), consumeert Nederland ge
garandeerd goed, gezond en van ziekte ver--
wekkende bacillen vrij vlees. De hele orga
nisatie van de vleeskeuring is zo perfect dat
geen mens daar meer aan twijfelt. En wat
niet direct valt onder de vleeskeuringsdienst,
wordt nauwlettend in het oog gehouden door
de controleurs krachtens de Warenwet.
De moderne slager spant zich in om zijn
DANK ZIJ DE MODERNE SLAGER EN DE VLEESKEURINGSDIENST
CONSUMEERT NEDERLAND GOED EN GEZOND VLEES.
zaak nog een beter aanzien te geven, dan
hij wettelijk is verplicht en voor het aan
trekkelijk ten toon stellen van zijn waren,
heeft hij veel betere middelen dan het op
blazen van het vlees. Hij zoekt het in de
fraaie en soms zeer kunstige opmaak van
schotels en geeft dan nog aan zijn klanten
een bruikbaar receptenblad op de koop toe.
Nu wil dat niet zeggen, dat men zich in
oude tijden aan de zorg voor gezond vlees
niets gelegen liet liggen. Behalve de be
palingen welke gericht waren tegen weinig
fraaie commerciële trucjes, had de overheid
wel degelijk aandacht voor het geven van
richtlijnen, waardoor besmetting van de ko
pers moest worden voorkomen.
In de Middeleeuwen is dat zeker ook het
geval geweest, hoewel de beschermende
maatregelen toen dikwijls incidenteel ge
nomen werden en zeker niet zo afdoende
waren, als we tegenwoordig wel gewend
zijn. Zo kon het vroeger gebeuren, dat aan
de gevel van het bedrijf van een „slachter
van tijd tot tijd een rood vlaggetje wapper
de. Daardoor moesten de kopers er voor
■gewaarschuwd worden, dat vlees van drach
tige koeien werd verkocht. De klant han
delde in zo'n geval dus op eigen risico. Het
vlees van „ongansch" vee, waarvan dus
ziekten konden worden gevreesd, mocht in
de ene stad niet in consumptieverkoop ge
bracht worden, doch in de andere wel, zij
het dan, dat de verkoping tgeschiedde op
een speciaal aangewezen plaats en de klant
werd gewezen op de euvelen van het vlees.
Tot aan 1922 zijn er perioden geweest,
waarin het dan weer wel en dan weer niet
verplicht was hygiënische maatregelen te
nemen bij de vleesvoorziening. Waren er
geen geboden, dan hing het van de instel
ling van de slager zelf af of hij al dan geen
gezond vlees in zijn zaak had. In sommige
streken zijn er toestanden geweest, welke
zelfs de burgerij in beroering brachten, om
dat er toevallig ooggetuigen waren geweest
van het transport van zieke en met afzich
telijke wonden overdekte dieren naar de
slachtplaats.
Onderzoekers op het gebied van de in
fectieziekten. zoals Louis Pasteur en Robert
Koch, hebben de roep om een gereglemen
teerde vleeskeuring zeker kracht bijgezet.
Nu is het land afdoende verdeeld in keu
ringskringen, welke één of meer gemeenten
omvatten, waar hef toezicht is toevertrouwd
aan keuringsveeartsen die voor de een
voudige gevallen worden bijgestaan door
hulpkeurmeestetfs. Sedert kort worden zelfs
huisslachtingen (het slachten van - meestal -
een varken door de boer voor eigen gebruik)
niet meer toegestaan. Alle slachtingen moe
ten worden verricht in de openbare slacht
huizen, hetgeen natuurlijk de controle aan
merkelijk vergemakkelijkt. Die slachthuizen
of abattoirs zijn hele bedrijven geworden.
In 1957 bijvoorbeeld werden ruim 5,6 mil-
lioen dieren naar de slachtbank gebracht.
De meeste waren varkens (ruim 4 millioen),
terwijl de rest bestond uit runderen, schapen
en paarden.
verdwijnt doop
In de regel wordt „levend" gekeurd, dus
voor de slacht, en daarna wordt het slacht-
vlees nogmaals aan een keuring onder
worpen. Behalve een goed- of een afkeuring
is ook nog een voorwaardelijke goedkeuring
mogelijk. In dat geval moet het vees ge
steriliseerd, ingevroren of verkocht worden
„onder ambtelijk toezichtDat is de zoge
naamde verkoop over de vrijbank aan par
ticulieren. Dikwijls kan een gedeelte van het
afgekeurde vlees nog dienst doen als voe
ding van dieren in dierentuinen of circussen,
doch het meeste gaat naar de destructors.
Vroeger werd afgekeurd vlees begraven,
maar daardoor ontstonden dikwijls zeer ge
vaarlijke broedplaatsen voor atllerhande
ziektekiemen, ook al werd er ongebluste
kalk over gegooid. De destructors echter
vernietigen alle schadelijke bacillen falikant
maar leveren toch weer een meelsoort op,
welke als kippen- en varkensvoer goede
dienst doet.
Zo wordt dagelijks gewerkt voor de ge
zondheid van het publiek, dat zich meestal
van deze bescherming nauwelijks bewust is.
En waarom ook? De mens eet om (lang)
te leven. Hij vindt dat even vanzelfsprekend
als het feit, dat de slager hem producten
levert, waarbij hij gezond blijft.
ALLEEN VOOR EVA.
Een vorige maal hadden we het in dit
hoekje voor onze vrouwelijke lezeressen
over de goede haarverzorging.
Niet minder belangrijk is de verzorging
van de handen, vooral voor de huisvrouw,
en zoals altijd, het is maar een weet en we
moeten het onthouden. Het scheelt al als
we beginnen met bij de vuile karweitjes een
paar oude glacé's of gummihandschoenen
aan te trekken. Sommigen kunnen er niet
mee werken, maar vergeten dan dat er
tegenwoordig vloeibare handschoenen zijn
te krijgen. Met deze pasta kan men gewoon
de handen insmeren alsof het glycerine was.
Na het vuile werkje wassen we de handen
met zeep en het vuil en de onzichtbare hand
schoen verdwijnt weer.
Van het allergrootste belang zijn echter
„droge" handen. Als we dikwijle ïn het
water moeten zijn, vinden we het lastig om
iedere keer weer de handen goed af te
drogen. Op den duur zitten we met lelijke
rode handen en dan is Leiden in last. Het
kost maar tien seconden meer om de handen
cjoed af te drogen. Eigenlijk niets dus.
Als we de handen een extra beurt willen
geven maken we er een bakje warm water
voor, waarin borax of zuiveringszout is op
gelost. Dit verhoogt de schuimende werking
van de zeep, waardoor de stofdeeltjes zich
gemakkelijker oplossen. We letten dan goed
op de nagelriempjes, die bij het werk zo
vlug hard worden. Wil een handenbadje
niet helpen, dan vetten we ze enkele dagen
achtereen met wat slaolie in. Ze kunnen
dan zeer gemakkelijk teruggeduwd worden.
Vooral niet afknippen, want dat heeft alleen
maar tot gevolg dat ze nog harder worden
en dat er een hinderlijk scherpe rand komt,
waar eigenlijk nagelriempjes horen te zitten.
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abmnement
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen 11,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS8 cent per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie,
fop «onden Mededelingen 20 cent per m.m.
Klein*, kdvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.
Zo heet dit toelichtend en geruststel
lend Doktersboek.dat gratis is in
gesloten bij een Bobyderm Set,
waarin alles voor een vorstelijke
verzorging van Baby's tere huidje.