a.
W
AXELSE COURANT
Bejaardensocieteiten in Zeeland.
De sprong in het onzekere.
^*lcP«rwb 1
i
J C VINK
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 11 JANUARI 1958
72e Jaargang No. 28
ij
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT ÏEDf E WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tol. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL
Uitgaande van de „Stichting Zeeland
voor Maatschappelijk en Cultureel Werk"
is dit jaar zoals algemeen bekend ver
ondersteld mag worden geacht een col
lecte in onze provincie georganiseerd, die
in het bijzonder tendoel had te worden be
stemd voor bijdragen aan de Zeeuwse be
jaardensociëteiten. Een streven, dat op zich
zelf de grootst mogelijke waardering ver
dient.
Een dezer dagen nu is een door drs. L.
Furksma, socioloog der „Stichting Zeeland"
naar aanleiding van een schriftelijke enquete
die bij gemeentebesturen en vrouwenorga
nisatie^ werd ingesteld, een overzicht ge
publiceerd, waardoor een inzicht wordt ver
kregen in de werkzaamheden dezer socië
teiten en de omstandigheden waaronder deze
arbeid plaats vindt. Deze enquete nu had
plaats in de maand volgende op de collecte
van oktober 1956.
Het doel van deze publicatie, die men als
een vervolg kan beschouwen van een reeds
eerder gepubliceerd rapport over „Pension
tehuizen voor bejaarden in de provincie Zee
land" is een verdere bijdrage te leveren tot
het verkrijgen van een beter inzicht omtrent
hetgeen in onze provincie voor de bejaarde
mens wordt gedaan.
Bedoeld rapport handelde over de be
jaarden in de pensiontehuizen in Zeeland.
Het onlangs in het licht gegevene handelt
in eerste instantie over degenen die nog
zelfstandig wonen. Momenteel wonen slechts
4% van de 30.000 Zeeuwse bejaarden in
pensiontehuizen. Wanneer eenmaal allen die
in aanmerking komen daarvoor geplaatst
zullen zijn in daarvoor geschikte tehuizen,
zal dit aantal naar terzake kundigen be
weren, ook de 10% niet te boven gaan. Het
algemene streven is n.l. de bejaarden zo
iang mogelijk zelfstandig te laten.
Het eerste hoofdstuk van dit recentste
iapport handelt over datgene wat mense
lijkerwijs voor de andere 90% der bejaarden
zou kunnen of moeten gedaan worden in de
\orm van dienstbetoon. Deze hulp bestaat
in hulp bij het wonen, bij lichamelijke en
ten slotte bij geestelijke moeilijkheden.
Vooral bij het wonen is het bejaarden-
vraagstuk nogal problematisch. Er zijn hier
lichamelijke en v'aak ook geestelijke moei
lijkheden. Bouw van speciale bejaarden
woningen met niet meer dan de nodige
ruimte, zo weinig mogelijk trappenklimmen
en zoveel mogelijk geriefelijkheid ligt in de
lijn van dit streven dat zich reeds in tal van
Zeeuwse gemeenten openbaarde.
De lichamelijke moeilij'kheden kunnen
vooral door hulp van vrijwilligers deels
worden' ondervangen. Doch ook bij de
geestelijke moeilijkheden geldt dit in de
vorm van hulp bij de tijdsbesteding. Het is
vooral de „Unie van Vrouwelijke Vrijwil
ligers" (U.V.V.) die zich reeds verdienste
lijk maakt in dit opzicht. Het rapport gaat
dan in zeer gedetailleerde zin verder met
op te sommen op welke wijze men de be
jaarden, waar nodig, te hulp kan komen
met verstrekking op gezette tijden van maal
tijden, deskundig toezicht bij baden, aan
leggen van kerktelefoons en aanbieden van
vervoer naar kerk of winkel, e.d.
Het jaarlijks uitstapje is natuurlijk reeds,
als overal ingeburgerd evenement, een perio
diek terugkerende vorm van ontspanning,
die echter ook kan bestaan in het verschaf
fen van andere attractie's als een praatje,
een kaartje leggen of luisteren naar de radio.
En ten slotte dan de bejaardensociëteiten,
als centra die niet voortdurend doch eens
per week een middag open zijn. Gelegen
heid tot ontspanning kan hier geboden wor
den ,doch er kan ook voorlichting worden
verstrekt en hulp worden geboden bij het
komen tot zelfwerkzaamheid.
Het tweede hoofdstuk van het jongste
rapport handelt over de spreidnig der be
jaardensociëteiten over onze provincie en de
deelname, waaruit bleek dat er medio 1957
54 bejaardensociëteiten in Zeeland beston
den, terwijl er nog een 15-tal in oprichting
waren. De spreidin g over de provincie was
noch wat het aantal, noch wat de deelname
betrof gelijkmatig en het figuur dat Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen in dit opzicht met 12
bestaande sociëteiten en gemiddeld 765 be
zoekers maakte was niet ongunstig. Zelfs
bleek onze streek Oost- en West
Zeeuwsch-Vlaanderen in Zeeland ver
uit aan de spits te staan. Zeeuwsch-Vlaan
deren leverde van de wekelijks geregistreer
de sociëteitsbezoekers ten getale van 2547
er 1255, hetgeen neerkomt op weinig min
der dan de helft.
Uit de verdere cijfers en gegevens blijkt
o.a. dat het aantal gemeenten waar geen
sociëteit gevestigd is toeneemt, naarmate de
gemeenten in het algemeen kleiner zijn.
Interessante gegevens zijn voorts in één
der tabels verwerkt over het gemiddelde
sociëteitsbezoek in de 42 gemeenten in Zee
land waar deze gevestigd zijn. Zo ook ten
aanzien van de levensbeschouwelijke ach
tergrond en de bereidheid om een bejaar
densociëteit in stand te houden, waaruit
men een indruk krijgt omtrent de gods
dienstige richting en belangstelling der ge
regelde gemiddelde aantallen bezoekers, etc.
Het derde hoofdstuk handelt vervolgens
over de plaatselijke organisatie en de in-
stantie's die medewerking verlenen daarbij
en zeer in het bijzonder ook over de finan
ciering en andere moeilijkheden bij de op
richting of instandhouding. Deze kunnen
zich openbaren in een gemis van geschikte
ruimte of van voldoende financiën, ge
schikte leiding, verder ook door verdeeld
heid of geringe medewerking ten gevolge
van één der genoemde omstandigheden.
In het vierde hoofdstuk vinden we nog
enige tabels omtrent de activiteiten tijdens
en buiten de bijeenkomsten in de diverse
sociëteiten, waaruit o.m. blijkt dat in niet
minder dan 48 sociëteiten de uren waarop
deze wekelijks geopend zijn, worden gevuld
met spelletjes als kaarten, sjoelen, biljarten,
domino, dammen, enz. In 29 worden op ge
zette tijden voordrachten gehouden, terw'ijl
men ook voorleest of vertellingen houdt.
In 19 wordt ook af en toe een film ver
toond, in 7 wordt zelfs gezongen, in 6 doet
men aan handenarbeid ook handwerken
in 6 heeft men een leestafel ten gerieve
der bezoekers en 'n 5 is men ook werkzaam
om door toneel een gezellige middag te
verschaffen. Verder wordt de activiteit ook
buiten de sociëteitsuren nog ontwikkeld door
allerlei commissie-arbeid, zoals voor het
jaarlijkse reisje, hulp of bezoek aan thuis
zittenden of zieken; verjaardags- en jubi
leumbezoek, etc.
Een daarop volgend hoofdstuk handelt
dan over de frequentie en de duur en de
plaats der bijeenkomsten. Deze zijn zeer
uiteenlopend en hieruit blijkt o.m. dat .20
sociëteiten minder dan éénmaal per week
samenkomen, 19 éénmaal pex week en 15
vaker dan éénmaal per week. In drie so
ciëteiten heeft men zesmaal per week een
bijeenkomst. De gemiddelde duur kan op
plm. 3 uur gesteld worden. Terneuzen en
Sluiskil maken in deze het allerbeste figuur,
niet alleen door de animo der deelnemers
en het aantal, maar ook ten opzichte van
de gemeentelijke subsidie die voor de vier
plaatselijke sociëteiten gemiddeld ƒ211.
per jaar bedraagt.
Alzo is er op dit terrein, zoals we uit al
deze gegevens kunnen opmaken, heel wat
werk te verrichten en is er op vele plaatsen
ook reeds heel wat bereikt om de bejaarden
terzijde te staan en behulpzaam te zijn bij
het leidende doel „leven toe te voegen aan
de jaren".
Een veelzijdige samenstelling der leiding
gevende bestuurscommissie der sociëteiten
is o.i. wel een eerste vereiste en zeker moet
hier éénzijdigheid angstvallig worden ver
meden, opdat ailen zich eensgezind en
„onder elkaar" kunnen voelen.
Ook ten onzent is men-op verheugende
wijze actief werkzaam, maar naar het ons
voorkomt is uitbreiding van het aantal we
kelijkse bijeenkomsten en opvoering van het
getal geregelde sociëteitsbezoekers hier
met de nodige wil en samenwerking in
nabij verschiet te verwezenlijken.
HET LEVEN VAN LUCHTACROBATEN HANGT VAAK
AAN EEN ZIJDEN DRAAD.
DE DOMME MASSA WIL SENSATIE OP GROTE
SCHAAL ZIEN.
Waarschuwend roffelen de trommels.
Stilte valt over de dichtbezette rangen en
duizenden gezichten worden opgeheven
naar een tengere gestalte, die in een licht
straal aan het uiteinde van een touw heen
en weer slingert. Groter en groter worden
de zwaaien. Eensklaps laat hij los. Onder
de hoge koepel schiet zijn witte lichaam
naar beneden en komt na één twee
drie correcte salto's op de slingerende rek
stok aan de overzijde terecht.
Een spontane zucht rijst uit de toeschou
wers op, gevolgd door een salvo van applaus
en opgewonden gemompel. Iedereen denkt
bij zichzelf „Stel je voor, dat hij was uit
gegleden of zijn sprong te kort had ge
nomen
Aldus is reeds vaak het gevaarlijke werk
van de luchtacrobaat in circus of variété be
schreven en maar al te dikwijls is de laatste
gedachte, die ieder zich stelt, waarheid ge
worden. Zo dikwijls, dat vaak wordt gezegd
„Ze vallen allemaal, de één vroeger, de
ander later, maar er is geen ontkomen aan
Waarom dit alles Waarom geen beveili
ging Waarom geen valnet
Waarom geen valnet
Is de „waarde" van het optreden van de
„vliegende mensen" dan alleen gelegen in
de sensatie, in het gevaar Kunnen wij de
schoonheid van hun gymnastische oefenin
gen niet meer waarderen, zodra onder hen
een beveiligend net is gespannen Een der
elegantste moderne luchtnummers is onge
twijfeld dat der „Geraldo's", dat ook in het
circus Carré bij circus Strassburger, de laat
ste tijd veel in Nederland werkte. Aan René
Geraldo werd de vraag over het net gesteld
en hij lachte smalend.
„Het publiek, het is het publiek," riep hij
uit, „Leer mij het publiek kennen. Met een
net slaan ze je niet zo hoog aan Ik heb
dat te vaak gehoord. Zonder net mogen wij
geen fouten maken. Wij moeten goed wer
ken, wij moeten Wij zijn niet gek, na
tuurlijk zouden wij liever met ten net wer
ken. Dan heb je tochi altij d60% meer kans
en een veiliger gevoel.".
Is in ons land het werken zonder valnet
geoorloofd Neen, er bestaat, zoals in de
meeste landen, een politieverordening op dit
gebied. Niettemin schijnt deze bepaling niet
bindend genoeg te zijn, want jaren geleden
viel in het Amsterdamse theater Carré tij
dens de première van een reeks voorstel
lingen door het circus Strassburger mei.
Hubert „de menselijke vlieg", uit de nok
van het circus naar beneden. Vlak voor ons
viel zij op de pisterand. Gelukkig was ook
zij niet dood, maar nimmer meer zal zij haar
nummer kunnen maken. Dit alles blijft, hoe
dan ook .ongezonde sensatie
Koorden doorgesneden
Bijna alle luchtacrobaten verliezen bij de
uitoefening van hun beroep het leven. Zelfs
„The great Stanelly", de artistennaam van
de Amsterdamse acrobaat Jan Vogel, is in
een circus in Kansas City in de Verenigde
Staten van 30 meter hoogte neergestort. Hij
was o pslag dood.
Wij hebben Jan Vogel zeer goed gekend.
Eerst op 13-jarige leeftijd begon hij zijn ar-
tistenloopbaan. Zijn grootste truc was het
springen van een loopplank naar een trapeze.
Steevast brak drie trapeze en in duizeling
wekkende vaart storte „Stanelly dan naar
beneden. Vlak bij de grond bleef hij even
wel hangen aan twee koorden, die aan zijn
enkels waren verbonden. Ditmaal haperden
die koorden met het zo tragische gevolg.
Eerst in 1946 begon in de V.S. Vogels'
grote carrière. Zijn nummer had hij geco-
pjiëerd naar dat van de „Cubanos even
eens een Nederlander, die dit nummer even
wel, na er jarenlang grote successen mee te
hebben gevierd, tijdig vaarwel zei.
Er heeft vanaf het moment dat het ont
stellende bericht over Vogel's dood bekend
werd, een waas van geheimzinnigheid rond
het geval gehangen.
Jaloezie de métier
Jan Vogel en zijn assistente hadden name
lijk al drie maal geconstateerd, dat de rub
berbanden, die dienden om zijn val verend
te maken, waren doorgesneden. Aan het
eind van de rubberstroken zaten de koorden
vast, die de acrobaat bij zijn sprong op
vingen. In deze koorden zaten losse knopen
die uitschoten naarmate hij verder omlaag
schoot. Bij zijn laatste sprong zag de as
sistente, dat het koord voor hem uitvloog,
hetgeen normaal niet mogelijk was. Tegelijk
drong het grote gevaar tot haar door en zij
dacht dadelijk „De boel moet zijn door
gesneden 1" Het meisje begon hevig te gil
len en hoorde enkele seconden later het li
chaam van de acrobaat neerkomen in de
manege. De artist werd met een schedel-
basisfractuur naar een ziekenhuis vervoerd,
waar hij enkele uren later overleed.
„Stanelly" had, voor zover men weet,
geen vijanden in Amerika en het is bijna niet
te geloven, dat „jaloezie de métier" zover
zou gaan een collega te laten verongelukken.
De acrobaat trad met veel succes op in de
V.S. en de directie van het circus, waar hij
het laatst optrad, had zijn voorstelling met
tien dagen verlengd, hoewel zijn contract af
gelopen was. Op de zesde dag van zijn
succesvolle optreden kwam dit tragische lot.
Bij dergelijke ongelukken met de lucht
acrobaten in een circus denkt men onwille
keurig aan dergelijke gebeurtenissen in het
verleden terug. Een der grootste tragedies
op dit gebied is het eind van het schoonste
luchtnummer, dat waarschijnlijk ooit heeft
bestaan, dat der „Codona's."
Reeds lang trachtten de ondernemers de
„Codona's" naar Europa te brengen, doch
de hoge kosten aan hun nummer verbonden
kon men hier moeilijk betale». Toen het in
het begin van 1925 to«lgelukte, bracht de
„vlieger" van de troep, Alfredo Codona, als
zijn jonge vrouw Lilian Leitzel, de beroemde
trapeze-werkster, méé naar Europa. Al
spoedig, in maart 1925, ging Lilian optreden
in Kopenhagen. Tijdens haar arbeid daar
brak de trapeze ,een schroef liet los of iets
anders weigerde dienst en Lilian stortte uit
de nok van het theater naar beneden. Al
fredo Codona kwam met een speciaal vlieg
tuig over en trof zijn jonge vrouw nog levend
aan. Bij bewustzijn kwam zij evenwel niet
meer. Het was het einde van een der meest
romantische artistenhuwelijken.
De sprong in hej onzekere.
Wij mogen tot slot, ten bewijze, dat het
leven van deze artisten voortdurend aan een
zijden draad hangt, nog een avontuur ver
tellen, dat deze „Cubanos" heeft beleefd.
Het was na het optreden in een tentcircus
in Zweden, tijdens de première in het be
roemde vaste circus van Busch. Het orkest
zwijgt, fel branden de schijnwerpers.. Het
slot van het nummer „Cubanos" springt
Nog twintig meter moet hij vallen, nog tien
meter, vijf, vier, drie, tweeen hij be
merkt in een flits, dat hij tegen de grond
zal slaan Wat was het geval De koor
den, die om „Cubanos" enkels waren be
vestigd en die ook Jan Vogel als „Sta
nelly" noodlottig werden waren in het
chapiteau in Zweden vochtig geworden en
na het uitmeten in het warme gebouw bij
Busch weer droog geworden en gerekt. Dit
scheelde bijna een meter.
„Ik zag de grond op mij toevliegen," ver
telde „Cubanos" later, „ik trok mijn hoofd
in, boog de armen, greep instinctmatig de
zware mat, die in het midden van de piste
lag en trok deze een aantal meters mee, ik
rolde hem bijna op. En dan te denken, dat
er in een normaal geval toch zeker zo'n
man of twaalf nodig zijn om de mat op te
rollen en weg te slepen In zo'n moment
van leven of dood heb je reuzenkracht.
Daar weet ik van mee te praten. Bovendien
geeft het wel enig idee van de vaart, waar
mede ik uit de lucht naar beneden zwaaide
en stortte
„Cubanos" kreeg flinke verwondingen en
een lichite hersenschudding. Maar de vol
gende dag sprong hij opnieuw, het verband
als een fraaie tulband om het hoofd. De
dokter dacht dat hij nog in het ziekenhuis
lag
Cor Dokter.
KONINGIN VERWELKOMDE
EVACUÉS.
Een groep van circa dertig uit Indonesië
gerepatrieerde Nederlanders, die samen on
geveer evenveel kinderen en baby's met zich
meebrachten zijn donderdagavond om kwart
voor zeven op Schiphol verwelkomd door
Koningin Juliana.
Het vliegtuig uit Singapore stond een
kwartier voor schematijd reeds op het plat
form, toen de koninklijke wagen aankwam.
In het paviljoen onderhield de koningin
zich persoonlijk met al deze mensen. Éen
oud vrouwtje van bijna 70 werd deze ko
ninklijke ontvangst waarlijk t emachtig. Ze
moest doo reen verpleegster van het Rode
Kruis worden weggeleid naar de Rode Kruis-
tent om daar een glaasje water te drinken
en wat op verhaal te komen.
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
&xel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland I 2,00
ADVERTENTIEPRIJS8 cent per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie,
tap «onden Mededelingen 20 cent per m.m.
Klein«. ld vertent ién (maximum regels) 1-5 regels
70 ceat iedere regel meer 12 cent extra.
r [J-f-i «T *1M FT* r J