AXELSE COURANT
Waar vandaan stamt de
bevolking van het land Axel?
J C VINK
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1957
72e Jaargang No. 18
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IE El' l WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker-UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.-. Axel, Markt 12, Tal. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL
MAGISTRALE HISTORISCHE
„OUDHEIDKUNDIGE KRING'
REDE VAN MR. P. DIELEMAN VOOR
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
I Kwartaal-abonnement t
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie,
taf» zonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Klein*. Idvertentiên (maximum regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.
Vrijdag 22 november j.l. trad voor de „Oudheid
kundige Kring" mr. P. Dieleman op, de overbekende
84-jarige historiekenner van onze streek en stad, die
tientallen jaren lang lid van Ged. Staten van Zeeland
en o.a .ook meerdere decennia's het algemeen voor
zitterschap der Z.L.M. bekleedde.
Deswege was het tot geen vreemdeling dat dr. Wes-
seling uit Terneuzen in zijn kwaliteit van praeses van
de „Oudheidkundige Kring" de markante grijsaard,
wien m ende meer dan 8 kruisjes niet aanziet een hart
grondig welkom toeriep. Met gul en algemeen applaus
was deze grote en vitale Zeeuwsch-Vlaming bij het
betreden van de tot de laatste plaats bezette grote
benedenzaal van „Het Centrum" spontaan begroet.
Mr. Dieleman is als geboren Axelaar hier zeer goed
thuis. De liefde tot zijn geboortegrond heeft de zwakke
plek in zijn hart voor het Land van Axel niet weg
genomen, zelfs nu hij niet meer in de provincie woont.
Spr. herinnerde aan de legendarische faam van deze
historiekenner, die hier o.a. ook bij de 350-jarige her
denking van de verovering dezer stad door Prins
Maurits in 1586 heeft gesproken. Hij hoeft over het
verschil van geaardheid van het Land van Axel,
dat een apart stempel heeft en, had, niet uit te weiden,
evenmin als over de betkenis van „De Vier Ambach
ten", het gebied dat vanaf de middeleeuwen vanuit
Gent werd geregeerd en soms geterroriseerd en dat
bestond uit de ambachten van Axel, Hulst, Assenede
en Bouchaute.
Dit zal mr. Dieleman doen, naar wiens visie over
de herkomst der bevolking spr. zeer benieuwd is. Het
grote verschil naar volksaard springt overigens zeer
duidelijk in het oog. Maar ook het feit dat zovelen
zulk mooi zwart haar en bruine ogen hebben, in het
bijzonder in het Land van Axel, geeft te denken
Daaruit is wel eens de gevolgtrekking gemaakt dat
de bevolking dezeer streek „noch vlees, noch vis
zou zijn Hoe het nu eigenlijk is, daarvoor is een
speciale studie en grondige kennis noodzakelijk. En
daarover zullen we vanavond horen uit de mond van
een deskundige bij uitnemendheid. Geen „praatje dus
Gat samengesteld werd uit geschiedenisboekjes, maar
„bewijzen", die geput zijn uit authentieke gegevens cn
die de geaardheid en het karakter der bevolking recht
doen wedervaren wat hun origine betreft. Spr. was
verstomd over de voor deze rede betoonde ongelofe
lijk groot geachte opkomst, die bewijst hoe de spreker
over dit onderwerp hier gezien en geliefd is. Hij gaf
hem daarna het woord voor het eerste deel zijner rede,
die na een goed uur door een pauze zou worden
onderbroken.
DE REDE VAN „MEESTER PETRUS".
Mr. Dieleman begon met zijn erkentelijkheid uit te
spreken voor de opnieuw tot hem gerichte uitnodiging
hier andermaal te komen spreken. Het stemt hem
enigszins weemoedig dat dit wellicht een, „zwanenzang
zou kunnen worden, waarin dan echte rvoor hem de
troost gelegen, zou zijn dat hij deze heeft doen horen
op de plaats waar hij begonnen is zich te uiten, n.l.
op zijn geboortgrond:
Uit de brand van 1940 als gevolg van de wrede
Duitse aanval op Middelburg heeft hij een mandje-
vol waardevolle gegevens kunnen redden, bestaande
uit aantekeningen uit doopboeken, trouw- en be
grafenisregisters, waarin hij vooral uit de gemeenten
Axel en Zaamslag voldoende documentatie vond voor
deze lezing.
De geschiedenis moet toch etnografisch en etno
logisch bepaald worden naar dit soort gegevens die
spr. het bewijs hebben geleverd dat het hier levende
volk Vlaams van origine is, wat natuurlijk de vele
eigenaardigheden geenszins hoeft uit te sluiten, waar
onder de dialectische verschillen, die zo groot zijn
dat de Gentenaar zijn Vlaams zo moeilijk verstaan
baar uit, dat de Bruggeling er niets van begrijpt. In
weerwil van het feit dat men in de lTe eeuw de be-
Olking van deze streek definitief bij de Nederlanden^
gevoegd heeft, is de kern van het land en het volk
onmiskenbaar Vlaams gebleven, waarmede wij be
doelen de originele bevolking. Dat deel der bewoners
dus in ruime zin genomen dat gerekend mag worden
tot de „autochtonen" en die het meest typerend >'.e
karaktertrekken van stam of ras bewaarden en deze
het scherpst doen, uitkomen.
Niet alzo de brede laag van min of meer intellec
tuelen die van elders kwamen en hier bleven cn
meestal zo niet boven toch naast het volk hun eigen
leven leefden en zodoende vreemd aan de bevolking
bleven met hun eigen cultureel leven, voorzover zij
ten minste cultureel ontwikkeld meeleve:
Het Vlaamse karakter door de et„./en heen
dominerend 1
Radio en snelverkeer hebben dit onderscheid mate
rieel en geestelijk verflauwd en de eertijds strenger ge-
isoleerde kringen minder begrensd gemaakt.
Wij bedoelen met name het volk dezer streek zoals
r
dit is geworden naar aard, karakter, levensgewoonten
en goedsdienstige ligging, waardoor het een bijzonder
stempel door de gebeurtenissen der geschiedenis ver
kreeg. Deze vorming begon in de strijd om de be
vrijding van het Spaans gezag en het loskomen, uit
het verband van het oude graafschap Vlaamderen,
onder het gezag van de Republiek der Noordelijke
Nederlanden, onder de invloed van het gereformeerd
of wil men Calvinistisch protestantisme. Zo is dit
karakter gevormd en in de 17e eeuw bevestigd tot aan
het eind van het oude regime omstreeks 1795. Zo is
dit „ambacht" Axel, oorspronkelijk één der vier am
bachten gans onderscheiden, niet alleen van de groten
deels thans bij België behorende gedeelten van de
voormalige ambachten Assenede en Bouchaute, maar
zelfs van het naburige Hulster-ambacht en in vele op
zichten zelfs van het huidige West Zeeuwsch-Vlaan-
deren, zoals zich dit langzamerhand ontwikkelde.
Toch zal blijken dat hoe onderscheiden ook
het Land van Axel meer het algemeen Noord-Neder
landse beeld toont in zijn geestelijk (bijzonder gods
dienstige) leven dan de andere delen, van Zeeuwsch-
Vlaanderen $n dus de vraag gesteld zou moeten wor
den „Waardoor komt het dat deze anders zijn in
geestelijke ligging,'?" Liever gezegd een enigszins
ander kunststempel hebben dan het Land van Axel,
waarbij dan uiteraard vanzelf aan de orde zijn de
oorzaken, waardoor de kern der Axelse bevolking ge
worden is, zoals ze is. Bedoeld wordt bijzonderlijk de
orthodoxe om deze bijna verouderde onderschei
ding nog eens te gebruiken protestantse kern der
bevolking. Hoe kwam de originele .bevolking van dit
land aan haar aard en karakter, haar mentaliteit, haar
bijzondere geestelijke ligging, die ze, hoewel verflauwd
nog in de tweede helft dr 19e en de eerste der 20ste
eeuw kenmerkend droeg
Onder het Land van Axel wordt gerekend het land
behoord hebbende tot het z.g. „Committimus" in het
midden van het huidige Zeeuwsch-Vlaag^eren en om
vattende het gebied der gemeenten Axel, Terneuzen,,
Zaamslag en Hoek. De mening heeft postgevat, dat
deze streek haar onderscheiden karakter kreeg vooral
na de 80-jarige oorlog toen het ontvolkte of nieuw
ingedijkte land opnieuw bevolkt werd door mensen
vanuit Walcheren en Zuid-Beveland.
Eerst op algemene gronden, geschiedkundig en et-
nologisdi is aan te tonen dat deze bevolking ge
bleven is, wat zij oorspronkelijk was, Vlaams van stam,
aard en karakter, zij dit door het Calvinisme of zo men
wil de gereformeerde levensopvatting bijzonderlijk ge
stempeld, zoals dit trouwens met het gehele Neder
landse volk het geval is. Vervolgens hoe uit de ge
boorte- en huwelijksregisters van het laatst der 16e
tot het eind der 18e eeuw blijkt, dit oordeel wordt
bevestigd. Door deze studie moge eens en voorgoed
e eneind worden gemaakt aan de verkeerde opvatting,
die nauwelijks grond kan zoeken in volkskleding of
dialect van voorgaande eeuwen, tenzij bij een zeer
oppervlakkige beschouwing daarvan.
Allereerst dit. Het grondgebied der vier ambachten,
dus ook het Land van Axel, was Vlaams land, van
de formatie van het graafschap Vlaanderen, af. In
vroegere tijden had het bestuurlijke relaties met lands
heren uit de noordelijke gewesten en behoorde ge
durende de middeleeuwen kerkelijk tot het bisdom
Utrecht. Reeds onder het grote rijk van Karei de
Grote was dit het geval. Immers, volgens een oorkonde
van 821, een charter van Lodewijk de Vrome, de
zoon van Karei de Grote, werden, Axella, Saftinge en
Tamisch (Temse) delen van de „pagus Flandrensis"
aan de kerk van Utrecht geschonken. Boudewijn I
(met de IJzeren Arm), huwde, na haar eerst ge
schaakt te hebben, Judith, de dochter des konings en
kreeg toen als bruidschat het gezag over alle landen
tussen de Somme en de Schelde en langs de Noord
zee. Alzo ook het gebied der latere vier ambachten
gelegen in het noorden van de oude pagus Gent.
Wel is bij de verdeling van het rijk tussen, na
komelingen van Lodewijk de Vrome de grens tussen
het z.g. Frankische en Duitse rijk zodanig geworden
dat een, deel van wat onder de graaf van Vlaanderen
tot diens graafschap behoorde, door hem bezeten werd
als leen van de koning, later keizer van het Duitse rijk.
Maar dat deel bleef toch Vlaanderen Stellig was
daaronder het gebied der vier ambachten begrepen
met het Land van Aalst en in Gent de Abdij van St.
Baaf en oorspronkelijk zelfs waarschijnlijk het Land
van Waas en zeker ook Zeeland (bewester Schelde)
dus de eilanden Walcheren en de Bevelanden. Tot
1323 bleven deze in leen bij de graaf van Vlaanderen
en in achterleen bij de graaf van, Holland. Maar de
vier ambachten bleven Vlaanderen en kerkelijk tot
de vorming van de nieuwe bisdommen onder Philips II
in 1555 onder het bisdom Utrecht en sedertdien, onder
het nieuwe bisdom Gent. Hetwelk zo bleef, voor wat
betreft het deel der vier ambachten dat als generali
teitsland tot de Republiek der Ver. Gewesten be
hoorde tot 1843, toen het kwam onder het vicaraat.
het latere bisdom Breda.
Zo volgde de bevolking van het Axelse ambacht
regelmatig het leven en, de lotgevallen van Vlaande
ren. De invloed van het Noorden was gering ook al
behoorde men tot het bisdom Utrecht. De dagelijkse
verzorging van het geestelijk leven was immers ':i
handen vai de pastoors en onderpastoors uit het
Vlaamse land. Men deelde in het wel er. wee van
Vlaanderen, met de Reedrijkers leut en spel, zowel
als met de binnenlandse onlusten en strijd, waarin het
immer onrustige Gent bij voortduring gewikkeld was.
Gent oefende toch de grootste invloed uit. Zo kwam
in de tijden der Nederlandse beroerten der 16e eeuw
een nieuwe tijd. Worsteling der geesten om uit al te
nauwe banden te worden verlost, ook om los te komen
van de gedachte één land, één volk, één geloof
Gemis aan verdraagzaamheid en, daardoor fana
tisme met verenging van begrip als gevolg, losbandig
heid en fanatieke ijverzucht als excessen aan beide
kanten. Worsteling ook voor de Nederlandse ge
dachte, die in autonomie der kringen en „selfgovern-
ment" de grondzuilen zocht voor burgervrijheid. Alzo
tegen te grote centralisatie va nstaatsgezag en als ge
volg daarvan een ambtenarenstaat.
Worsteling ook op godsdienstig- gebied. De her
vorming baande zich een weg in de zuidelijke Neder
landen vooral ook in Vlaanderen onder invloed van
de te Genève dominerende Jaen Calvijn. Reeds in de
zestiger jaren predikten ze de hervorming hier, o.a.
Datheen en Caspar van der Heijden uit Mechelen, een
man van betekenis, die ook president is geweest van
de Synode van Emden in Oost-Friesland. Hij stichtte
te Hulst en Axel gemeenten, waarin o.a. leiding had
den Bernard van Deijnse en Charles d'Hamer e.a.
In 1576 slaagde Willem van Oranje er in de Paci
ficatie van Gent tot stand te brengen. Zijn ideaal
was een vrije staat, onafhankelijk van Spanje, waarin
Rooms en on-Rooms als gelijkberechtigd kon samen
leven. Op een vergadering van de Staten van Vlaan
deren te Dendermonde werd de door de Prins van
Oranje voorgestelde godsdienstvrede aangenomen, ook
met de stemmen van de R.K. geestelijkheid. Maar fana
tieke hervormden, met name in Gent, verzetten zich
hiertegen onder leiding van Hembuijze en Datheen,
terwijl Oranje als bemiddelaar optrad. Heftigheid van
Petrus Dathenus. Protestantse terreur in Gent. In
tussen kwamen velen uit het zuiden der Spaanse
Nederlanden en ook uit het aLnd van Axel, toen daar
door het Spaanse gezag de protestantse overheid ver
dwenen was, te Gent. Dit werd nog verergerd door
het brandschattend optreden der Watergeuzen die in
1583 Terneuzen hadden veroverd en het omliggende
land onder water hadden gezet. Een 28.000 mensen
kwamen alzo te Gent. Datheen was heftig en onver
draagzaam maar is toch voor de protestanten van
grote betekenis geweest. Hij vertaalde de eHidelbergse
Catechismus in het Vlaams, eveneens de berijmde
psalmen van Beza en Marot. Zijn invlQed in Gent en
omgeving op de vorming der predikanten was groot,
ook dus te Axel. In sommige gereformeerde kerk-
formatie's zingt men, nog heden ten dage de psalmen
van Datheen.
De invloed van Parma nam intussen toe. In 1584
werd Oranje vermoord. In 1584 val van Gent, in
1585 :val van Antwerpen, doch in 1586 veroverde
Maurits Axel en, ontrukte dit aan het Spaanse gezag.
Andermaal vluchte de nu katholieke overheid naar
het zuiden, onder hen de Spaans gezinde burgers. Naar
Gent, dat zich aan Parma had overgegeven. Uit Gent
vertrokken alleen 900 calvinistische gezinnen naar het
Noorden, waaronder velen die daar uit de vreemde
heil en schutse hadden gezocht. Binnen twee jaar
moesten ze vertrekken, tenzij ze terugkeerden, tot de
Roomse kerk. Velen trokken naar het sedert 1583
staatse Terneuzen of de sedert 1586 vrije stad Axel.
Ir. de eerste doop- en huwelijksregisters vindt men
dna ook vele Franse namen.
De toestanden in Vlaanderen, de kwartieren van
Axel en Terneuzen incluis, waren allertreurigst. Een
tiende der landen lag braak, ieder die wilde kon zijn
eigendom nemen. Grote armoede heerste alom en niet
alleen om het geloof ,maar ook uit maatschappelijke
overwegingen trok men naar de Noordelijke Neder
landen. Na 1584 was, aldus schrijft Victor Fris, de
geschiedsschrijver van Cent pour deux siècles comme
un résigné ,sans énergie, ni initiative. Meer dan 9000
gezinnen betekende in Gent dat één derde der huizen
leeg of te koop stonden. In 1592 bepaalde Parma, dat
men de eerstkomende braakliggende akkers ter be
bouwing krijgen, kon. Geweldige hongersnood werd
bevorderd door een paar jaar van misoogst. Men voed
de zich in de stad met wat men vond op de vuilnis
belt. Toch deed dt* Vlaamse volkskracht, vooral ten
plattelande, de terneergeslagen bevolking weer dra
opreijzen, zodat men er in het midden van de 17e
eeuw verstomd over stond dat er al zoveel verbeterd
was en b.V. in e enlandelijke plaats als toen St Niklaas
de bevolking van plm. 2000 in 1604 tot ruim 5000 in
1664 was toegenomen.
Ook de eerst door watersnood en vijandelijkheden
zo gedunde bevolking van het Land van Axel nam
weer toe door terugkeer van meerderen en vestiging
of, verblijf van anderen uit de Zuidelijke Nederlanden,
tot uit het Noorden van Frankrijk toe. Wij missen de
ju.ste gegevens, die we wel bezitten van Goes en
Middelburg. In Goes kregen tussen 1589 en 1640 een
130 Vlaamse gezinnen het poorterrecht, Vlissingen
stroomde in 1582 vol met mensen uit Doornik, uit
Oudenaerde vertrokken in 1583 80 gezinnen, vooral
in Midelburg kwamen vele emigré's.
Prof. van Schelven noemde in een bijzonder door
hem hierover gemaakte studie van 1584 tot 1586 resp.
900, 1155 en 1150 personen die deze jaren voor het
eerst aan het Heilig Avondmaal deelnamen, dus een
getal zonder de kinderen.
Ook de Middelburgse stadsrekening gaf er een beeld
van. Dr. Unger heeft reeds eerder hierop de aandacht
gevestigd. Zo werden in 1580 59 nieuwe burgers in
geschreven, waarvan 26 uit Zuidelijk Nederland, fn
1581 37 van de 52, in 1582 38 van de 65, in 1583
51 van de 108, in 1584 93 van de 141, in 1585 118
van de 187, in 1586 225 van de 280, in 1587 40 van
de 171, in 1588 149 van de 189, in 1590 106 vai
de 154 en in 1591 104 van de 137. Vooral na fie val
van Gent en Antwerpen was het getal groot. Niet)
altijd werden zij vriendelijk ontvangen.
De magistraat van Leiden b.v„ welke stad haar
grote lakenindustrie en handel er toch aan te danken
had, schreef aan de Staten van Holland over de
Vlamingen als een natie, gewoon zijnde „de profijten
ten nauwste te soucken". Tenzij als landbouwers of
landarbeiders en in enkele ambachten konden ze na
tuurlijk in het kleint Land van Axel niet veel ge
worden, ook niet lis men, de nieuwe bedijking in het
oog vat, daar deze niet zo groot was, dat de be
staande bevolking met de natuurlijke vermeerdering
deze niet zou hebben kunnen opvangen. Ofschoon, de
totale bevolking onzer republiek bedroeg in 1623 nog
maar \Yi millioen zielen.
Prof. van Schelven, die een zo nauwkeurig mogelijk
onderzoek naar de omvang der Zuid-Nederlandse emi
gratie in die dagen heeft ingesteld, schat het totaal
aantal op toch niet meer dan 60.000, geen 5% van
de bevolking ,een gelijk percentage als door hem
(mr. D.) is geschat van hen die van elders uit Zee
land in het Land van Axel kwamen, sedert het laatst
van de 16e tot het begin der 18e eeuw.
Axel had in het begin der 18e eeuw 800 en Ter
neuzen slechts 300 inwoners, zodat mede omdat er
hier ook geen industrie was en dat onder Zaamslag
eerst in 1651 weer een belangrijk deel van het land
bewoonbaar was geworden, dan kan het aantal emi
gré's dat zich hier blijvend vestigde niet groot zijn
geweest en zeker geen honderdtallen hebben bedragen.
In grote hoofdzaa kmoet hier dan ook gebleven zijn
de oorspronkelijk Vlaamse bevolking eerst gedund,
later weer vermeerderd door terugkeer en aangevuld
door enkele tientallen gezinnen en personen uit de
Zuidelijke Nederlanden en slechts een deel van boven
de Schelde.
Over de minder vriendelijke ontvangst van over
heidswege zij nog iets gezegd dat typerend is voor
het Land van Axel. Oldenbarneveldt beklaagde zich
n.l. over de godsdienstijver als hij zegt altijd moeilijk
heden, in religieuze zaken te hebben gevreesd door deze
emigranten en Hooft beklaagt zich in zijn „Discours"
over de achteruitzetting der Hollanders bij de van
elders gekomenen. Hij stelt de vraag of het soms daar
aan ligt dat de Hollanders niet zo godvruchtig zijn
als de Vlamingen en Brabanders. De invloed der
emigranten is ook wel eens overdreven, maar inder-
oaad was de meerderheid streng gereformeed calvi
nistisch. Vooral was dit in Zeeland het kenmerk waar
men het meest van alle gewesten deze invloed onder
ging. De uitgewekenen waren strenge contra-remon
stranten, gelijk Gomarus, een West-Vlaming, een
groot tegenstander van Arminius is geweest.
Dit stempel is stevig gedrukt op het Nederlandse
protestantisme en dat is vooral te danken aan de
predikanten-invloed. eD meesten hunner waren aan
vankelijk allen van eNderlandse origine of uit Frank
rijk gekomen Calvinisten. Zij kenmerkten, zich door
een strenge zedenleer. Mr. S. Muller Sz deelt in zijn
geschrift ,In den Leicestersen tijd" mede, hoe de hef
tige uit de Zuidelijke Nederlanden gekomen hervorm
den ook een hervorming in de zeden te Utrecht brach
ten, die doet denken aan de strenge boete-prediker
Savonarola uit Florence. Alle publieke vrouwen wer
den uit de stad gezet. De kermis werd afgeschaft,
zelfs dansen werd verboden. eHrinnert ons dit niet aan
het stereotype programmapunt der A.-R. staatspartij
bij raadsverkiezingen afschaffen der kermis.
Zelfs toen dat monster de tanden al uitgetrokken
waren en het op nationale feestdagen veel rauwer en
losbandiger toeging dan op de hedendaagse kermissen.
Stempelde juist deze Zuid-Nederlandse geest ook niet
de bevolking van het Land van Axel naast die Van
grote soberheid. Het was dezelfde eigen geest die
ook in Walcheren of elders geopenbaard werd naar
de Zuid-Nederlandse invloed. Men heeft hier niet zijn
karakteristieke eigenschappen en geestelijke ligging
ontleend aan Zeeland boven de Westerschelde. Eer
der omgekeerd, heeft Zeeland, zelfs geheel Noord-
Nederland zijn calvinistisch, streng gereformeerd ka
rakter gekregen door de invloed der Zuidelijke Neder
landen, en in dit opzicht is het Land van Axel wel
het meest in overeenstemming met de Noord-Neder
landse hoofdkenmerken, hoezeer natuurlijk ook hier
tcu gevolge van het Vlaamse karakter der bevolking
het godsdienstig leven wat anders geaccentueerd is
dan in noordelijke streken.
(Vervolg in het bijblad)