AXELSE COURANT De roemloze wreedheid van de totale oorlog PU ROL. J. C. VINK Huidi genezing - f'rankering bij abonnement, Axel ZATERDAG 21 SEPTEMBER 1957 71e Jaargang No. 100 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT ÏELi 'E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C.VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tol. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C.VINK FIRMA Markt 12 AXEL. „Het bataljon der verdoemden' is een noodzakelijke aanvulling op de talrijke ro mans waarin het onmenselijke lijden tijdens de tweede wereldoorlog te zeer is ver heerlijkt. Tien tot elf jaar na de eerste wereldoorlog werden de volkeren van de wereld aange grepen door een afschuw van ieder militair geweld en in die tijd verscheen dan ook het werk van Erich Maria Remarque „Van het westelijk front geen nieuws", een soort oor logsromans, maar een, waarin de verheerlij king van de strijd had plaats gemaakt voor een vlammend protest. Omdat dit boek geheel aansloot bij de geest van de tijd. werd het bijna onmiddel lijk na verschijning een bestseller, waarvan millioenen exemplaren in alle talen ter we- red werde verkocht. Is nu de tijd gekomen voor een opvolger van dit grote boek Het schijnt kat 3ir Stanley Unwin, de scherpzinnige cn steeds vooruitziende En gelse uitgever, die overtuiging is toegedaan, want hij is overgegaan tot publicatie van „Het bataljon der verdoemden", een boek dat in bepaalde opzichten de kwaliteiten be zit, die geleid hebben tot het grote succes van „Het westelijk front". De Deense schrijver Sven Hassel heeft in het Duitse leger aan het oostfront gevochten, maar door zijn Deens-Oostenrijkse afkomst voelde hij geen geestdrift voor de Duitse ideologie en de door Duitsland begonnen oorlog. Tijdens de oorlog had hij aan de kameraden van zijn compagnie, die bijna allen tijdens de gevechten zijn omgekomen, beloofd een boek te zullen schrijven dat voor hen zou spreken. Nu is dit boek geschreven en uitgegeven en het moet gelezen worden. Er zijn niet zo veel gruwelijke beschrijvingen opgenomen als in de meeste eerder gepubliceerde oor logsromans, maar het geeft toch een duide lijk beeld van de brute, onmenselijke oorlog aan het oostfront en de Duitse cadaverdisci- pline, die door het fanatisme van de per verse Nazi's dubbel zo zwaar drukte op de mensen, die de oorslogsmachine draaiende hielden. Het verhaal begint met Hassel's verschij ning als deserteur voor de Krijgsraad. Het meisje dat hem had geholjoen, werd veroor deeld tot vijf jaar dwangarbeid in het con centratiekamp van Ravensbrück, hijzelf on eervol ontslagen uit de dienst en voor de duur van vijftien jaar gestuurd naar een concentratiekamp voor dwangarbeiders. De regels van het kamp verboden alles en de straffen voor alle overtredingen waren uithongering, ranselingen en de dood door de strop. De commandant van het kamp liet in zijn begroetingsspeech tot het contin gent nieuwelingen over dit alles geen twijfel bestaan „Jullie zijn een troep smerige hoeren en schoften, een verzameling tuig jullie zijn het uitschot van de maatschappij. Jullie zijn dat altijd al geweest en jullie zullen dat blij ven tot jullie doodgaan. En om te zorgen, dat jullie plezier beleven in je eigen walge lijkheid, zullen we jullie langzaam, heel lang zaam laten sterven, zodat het jullie aan tijd niet zal ontbreken. Ik geef ieder persoonlijk de verzekering, dat niemand enig genoegen zal worden ontzegd." Nu volgt een schildering van het lijden dat Hassel en zijn medegevangenen hebben ondergaan. De verliezen onder zulke om standigheden waren uiteraard zeer zwaar en men bood de dood geen weerstand, om dat men die had leren beschouwen als een genadige verlossing. Onze gekwelde gene ratie heeft dit verhaal, in alle vormen en toonaarden reeds dikwijls gehoord. Hassel gaf zich vrijwillig op voor dienst bij een onderdeel dat tot taak had, niet ge- explodeerde bommen te ontmantelen, die voor de normale demontage-ploegen teveel gevaar opleverden. Op deze wijze had hij een kans om gratie te krijgen, want elke vijftien door hem gedemonteerde bommen bezorgden hem een jaar vermindering van straf. Nadat hij met succes acht en zestig bom - men had ontmanteld, gebeurde hem het ergste dat een dwangarbeider kon over komen. Hij werd zieik en moest naar hef kamphospitaal, waar hij werd gebruikt ais menselijk proefkonijn voor medische expe rimenten. Door een wonder overleefde hij dit, zodat hij werd teruggestuurd naar zijn bommen. Plotseling, schijnbaar zonder enige reden, werd hij vrijgelaten en overgeplaatst naar een Strafbataljon van de Wehrmacht. Voor ons, die zijn opgegroeid met een heel wat zachtzinniger militaire traditie, is deze krankzinnige methode in het Duitse leger bijna onbegrijpelijk. Gedurende de eerste zes weken werden zijn kameraden van zes uur 's morgens tot half acht 's avonds gedrild. „We werden gedrild tot ons het bloed onder de vingernagels uit droopen dat is geen beeldspraak, maar de afschuwe lijke waarheid", zegt Hassel. Ten slotte, toen men meende, dat Hassel genoeg was gestraft en tot een goed soldaat gemaakt, werd hij overgeplaatst naar een Tankregi ment, waar de meeste soldaten en onder officieren al eerder een dergelijke behande ling hadden doorstaan. Hier maakte hij kennis met de vrienden die later samen met hem zouden vechten aan het oostfront. Hij werd bevriend met Willie Beier, tien jaar ouder dan de meesten en daarom be kend als de „Ouwe". Daar was Porta, een echte grotestadsjongen uit Berlijn, een ge boren humorist en bietser en ten slotte Pluto, die havenarbeider was geweest in Hamburg. Deze vier sloten zich aaneen en door hun hechte kameraadschap wisten zij het leed van de oorlog te dragen door hun vriendschap, hun goedhartigheid en hun onderling respect werden zij na de lange jaren concentratiekampen en strafbataljons weer tot mensen. Hassel herkreeg zijn individualiteit, vond zijn meisje weer en trouwde tijdens zijn verlof. Toen brak aan het Russische front opnieuw de hel los, zodat hij weer, met de dood in het hart, zelf moest doden, neer- maaien, platbranden en verminken. Zijn be schrijvingen van de tankslagen waaraan hij heeft deelgenomen behoren tot de beste, die tot nu toe zijn geschreven. Hij werd door de Russen krijgsgevangen gemaakt, wist te ontsnappen en keerde terug naar het front. Zijn vrouw werd door de Nazi's vermoord, zijn vrienden sneuvelden een voor een in gevechten. Nu heeft hij zijn verhaal verteld en moet de lezer zijn boek ter hand nemen. Sven Hassel. Als zoon van een Oostenrijks officier, die een Deense vrouw had getrouwd, werd Sven Hassel de naam is een pseudoniem opgeroepen voor militaire dienst in het Duit se leger. In de lente van 1940 deserteerde hij uit zijn regiment en nadat hij door de Gestapo was gearresteerd werd hij veroor deeld tot vijftien jaar dwangarbeid. Enige maanden later werd hij echter overgeplaatst naar een Strafregiment en na een moordende training doorgezonden naar het 27e Straf regiment Tanks, dat tijdens het grootste deel van de oorlog aan het oostfront streed. Tot augustus van het vorige jaar was hij bedrijfsleider van een fabriek in Kopenhagen maar een ernstige ziekte, longontsteking, ge compliceerd door moeraskoorts, maakte hem het werken onmogelijk. De tweede ziekte had hij opgedaan tijdens de Duitse campagne in de Kaukasus en sinds het einde van de oor log heeft hij al verscheidene malen het bed moeten houden om deze kwaal weer te over winnen. In oktober was de dood zo dichtbij, dat de artsen de hoop opgaven, maar zoals hij het concentratiekamp heeft overleefd, zo wist hij ook de zware ziekte de baas te worden. Hoewel hij nu zwak en broodmager is, heeft zijn fglle wilskracht niet geleden en hij is vastbesloten, zijn gezondheid te herwinnen. Hier volgt een beschrijving van een der eerste tankgevechten uit „Hef bataljon der verdoemden" Van buiten drong het geluid van zacht ge neven bevelen tot ons door en kort daarna Idoru een aantal grenadiers op de tank. Ze keken grinnikend bij ons naar binnen. We staken een laatste sigaret op. „Klaar voor de aanval 5e compagnie - voorwaarts mars Met brullende motoren rolden we door het zwaargeteisterde dorp. De luiken van onze torens waren nog open en achter ons zaten de grenadiers, klaar om van de tank te springen als het spel in ernst zou beginnen. Porta staarde door de smalle viziergleuven en zijn handen lagen stevig om de stuurhendels. De Ouwe stond in de toren en staarde bewegingloos door de observatie- ring, terwijl Pluto gereed was om het zware kanon af te vuren, zodra het bevel tot vuren werd gegeven. Het Kleintje had alle munitie laden open en stond klaar om granaten in het kanon te schuiven onmiddellijk nadat de lege hulzen er roodgloeiend uit zouden komen. Ik zat bij de radio en controleerde, zeker voor de twintigste keer of mijn machinegeweer in orde was en schikte de lange patroonband, die mij als een platte brede slang omwikkelde over mijn schouders. Een lachende stem be val „Vijfde compagnie Vijfde compagnie Dit is de Strafcompagnie - alle tanks open vuur Daarop brak de hel los. Onze hoof den w'aren vol van het brullende, krakende, knallende en verpletterende lawaai. Lange, geelrode vlammen staken als vurige messen uit de lopen van onze kanonnen. Binnen in de tank leek het op de kookpot van een heks. Puistjes verdrogen door Purol-poeder Rook van de granaten stak brandend in onze ogen en kelen. Telkens als het kanon vuurde schoot een puntige vlam uit het grendelblok. De lege hulzen stapelden zich op en sloegen met een akelig metalig gekletter neer op de bodem van de tank. Ik zat met wijdopen mond uit te kijken naar het landschap waarover we verder rolden. Plotseling kreeg ik recht voor me uit Russi sche infanterie in het oog. Automatisch keek ik langs de loop en het vizier mijn wijs vinger kromde zich om de trekker -nu! Met koude blik en toegeknepen ogen observeerde ik waar de spoorkogels insloegen, corrigeer de de aanleg en begon te moorden. Plotseling werd ik met een forse ruk voorover gesmeten en als ik niet een met leer gevoerde valhelm op had gehad zou mijn hoofd aan flarden zijn gescheurd op de grendel van het machine geweer. De Ouwe vloekte Porta uit, die ons in een bomtrechter had gereden ,die meer dan een meter diep was. „Wacht maar eens tot ik deze knalmachine rijd zoals naar mijn eenvoudige opvattingen zo'n ding gereden moet worden De antitankartillerie van de Russen begon het vuur te beantwoorden en de eerste getroffen tanlks stonden al in brand, vurige rode vlammen lekten rondom aan het stalen monster en enorme wolken fluwelige, koolzwarte rook stegen op naar de hemel. We wurmden langzaam vooruit, met onze grenadiers nog altijd in dekking achter ons, klaar om de strijd aan te binden met de Rus sische infanterie, zodra wij de linies zouden hebben doorbroken. Tegen de middag trok Iwan zich terug. Zodra we voldoende benzine en munitie had den ontvangen vervolgden we de vijand op topsnelheid. Nu en dan stopten we bij een dorp waar Iwan zich had genesteld en waar hij moest worden uitgerooktbinnen een kwartier was er van zo'n dorp niets anders over dan één brandende massa het dorp Was verdwenen en wij reden tussen de bran den rond en verpletterden alles wat we op onze weg tegenkwamen soldaten, mannen, vrouwen, kinderen en dieren. Als er een brandend huis op ons pad kwam, vlogen we er met brullende motoren dwars doorheen, waarbij we een wolk van vonken om ons heen verspreidden brandende balken vie len op de tank en werden over enige afstand meegesleept, waardoor het léék of de tank ook in brand stond. De Russische soldaten wisten te sterven. Herhaaldelijk zagen we een handjevol Russen, dat een strategisch be langrijk punt bezet hield en dat onze opmars tegenhield totdat de laatste patroon verscho ten was of tot zij zelf werden verpletterd onder de rupsbanden van onze tank. Het is vreemd een mens vlak voor je op de grond te zien liggen of zitten of te zien weghollen of strompelen en dan niet tt trachten hem te ontwijken, maar er recht op af en er over heen te rijden. Vreemd. Je voelt niets. Je bent je er alleen van bewust, dat je niets kunt voelen. Misschien later eens, over een dag, een week, een maand, een jaar of vijftig jaar. Maar beslist niet op dat ogenblik. Je hebt geen tijd voor gevoelens de hele zaak is alleen maar iets dat gebeurt, dat zich af speelt, beelden, lawaai, heel scherp waarge nomen en onmiddellijk terzijde geschoven voor analyse op een later tijdstip. We leerden de Russische zware tanks ken nen, enorme monsters van negentig en .zelfs honderd ton, met een ontzaglijk 22 cm kanon waarvan de geweldige loop dreigend uit de zware torens stak. In gevechten van dit soort waren ze echter niet gevaarlijk voor ons. Ze waren te langzaam, die mastodonten. We vernielden de ene zware tank na de andere. Na acht weken ononderbroken opmars was onze gevechtskracht uitgedroogd en kwamen we bij Podolsk, ten zuidwesten van Moskou te staan. En daar stonden we, midden in de Russische winter, die woester is dan men zich kan voorstellen. Duizenden Duitse soldaten stierven in die afschuwelijke koude. Een eindeloos trans port moest worden georganiseerd om de mannen naar huis te zenden, die door be vriezing een arm of een been hadden ver loren. Onze bevoorrading liep vast. Er was geen benzine en geen munitie voor onze tanks. We zaten in midden-Rusland bij tem peraturen van 58°C onder nul en bijna nie mand beschikte over een bontjas of andere winterkleding die bescherming had kunnen bieden tegen de jagende sneeuwstormen. Vaak deed de krankzinnige pijn in onze handen en voeten ons jammeren en gillen als baby's. Niemand kon langer op wacht staan dan tien minuten. Slechts even langer be tekende een zekere dood. Als een soldaat ge troffen werd, vond men hem gewoonlijk stijf bevroren in dezelfde positie als waarin hij was aangeschoten. Dagelijks zagen we der gelijke bevroren lijken tegen een boomstam of wand van een loopgraaf staan. Nu was het de beurt aan de Russen om het initiatief over te nemen en we kregen diepe eerbied voor de Siberische troepen speciaal getraind voor d.e winteroorlog. Ze vielen ons voort durend en genadeloos aan. Onze duizenden tanks waren onbruikbaar door gebrek aan benzine maar zelfs al hadden we over alle benzine ter wereld beschikt, we zouden er weinig aan hebben gehad, omdat alle mo toren van de eerste tot de laatste bevroren waren. De stuur- en schakelstangen trilden alsof ze van glas waren. Op 22 december 1941, nadat we 3 weken lang dag en nacht waren aangevallen, be gonnen we de terugtocht in een gierende /Sneeuwstorm. We hadden al onze tanks op geblazen om te voorkomen, dat ze bruikbaar in handen van de vijand zouden vallen. Uit geput en half verblind door de sneeuw strom pelden we naar het westen. Ik liep tussen. Porta en de Ouwe en ik was zo ziek van koude, honger en zwakte, dat ze me bijna de hele weg nagenoeg moesten dragen. Als ik viel bleef ik liggen, sloegen ze me en schol den me uit, totdat ze me eindelijk weer op gang kregen. Het was aan hun fanatieke in spanning te danken dat het Kleintje en ik niet het lot deelden van de duizenden sol daten die in de sneeuw bleven liggen, omdat het zo heerlijk was te gaan liggen en dood te vriezen. De Russen zaten ons voortdurend op de hielen. De kou scheen hun absoluut niet te deren. Ze waren in staat om zonder onderbreking te vechten. Omdat wij een strafregiment waren vormden we vanzelf sprekend de achterhoede zoals we bij de aanval de voorhoede hadden gevormd. Even ten zuiden van Kalanin kregen we bevel ons in te graven in de sneeuw en de positie (het dorp Goradnja) ten koste van alles te handhaven. Nu volgden afschuwe lijke dagen. De Russen liepen zich letterlijk te pletter op onze positie's. Duizenden en nog eens duizenden lagen opgestapeld in de frontlijn vlak voor ons, maar koppig wierpen zij steeds weer nieuwe troepen in de strijd. Het werd een van die enorme mensenslach tingen. Wij vormden een sectie van 12 man. Waarover de Ouwe het bevel had. Op een nacht braken de Russen eindelijk door en drongen 20 km. onze linie binnen. Ik lag met Asmus en Fleischmann achter een machinegeweer, voortdurend vurend op de aangolvende massa's. W e moesten scherp uitkijken om te voorkomen, dat we onze eigen mensen neermaaiden, want de Russen zowel als wij droegen lange witte sneeuw- jassen, met kappen die over onze helmen werden getrokken. We handelden hoofd zakelijk instinctmatig. Plotseling hoorden we een luide Russische schreeuw achter ons. Grijpt dat machinegeweer, de automatische pistolen, de handgranaten en er vandoor Maak dat je wegkomtWe renden terug behalve Asmus, de sufferd, want die rende de Russen precies in de armen. Maar dat deden wij ook, want we Waren al omsingeld. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen 11.75 Buitenland f 2,00 ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bij contracten belangrijke reductie. Inp «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Klein*, kdvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra. Huidzuiverh eid-Huidgezohdheid

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1