AXELSE COURANT Toerisme en middenstand. Het nietje veroverde in 60 jaar de wereld. J C. VINK Frankering bi) abonnement, Axe) WOENSDAG 31 JULI 1957 71e Jaargang No. 85 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEtf E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C.VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, T3l. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK FIRMA Markt 12 AXEL. DE BANDEN TUSSEN TOERISME EN MIDDENSTAND. De banden tussen het toerisme en de middenstand zijn al eeuwen oud. Het proto- type van de moderne middenstander, die aan de toerist zijn diensten bewijst, was in de middeleeuwen de herbergier, die gastvrijheid verleende aan de reizende kooplieden en de pelgrims, de toeristen uit die dagen. Het moderne toerisme verschilt in aard en omvang dermate van het reizen en trek ken in vroeger tijden, dat het hiermee nau welijks te vergelijken valt. De banden met de middenstand zijn echter behouden ge bleven, zij zijn zelfs veelvuldiger geworden. Er is niet alleen het „herbergen" van de toerist, hetgeen overigens op de dag van vandaag zeer verschillende vormen heeft aangenomen, n.l. van het meest luxueuze hotel tot de jeugdherberg en het kampeer- huisje. Bovendien moeten aan de moderne toerist tal van goederen en diensten worden verstrekt. Dit laatste is tengevolge van het massa-toerisme zelfs zeer belangrijk gewor den bij het toerisme van de z.g. dagjes mensen ligt het accent op het vervoer. Bij het z.g. „sociale" toerisme staat de verzor ging van de toerist in de vorm van ver strekking van een verblijf niet eens meer al tijd voorop vaak immers zorgt de toerist zelf voor zijn verblijf in eigen kampeerwagen of tent. Maar ook voor de hotelgast is het verstrekken van goederen en diensten door anderen dan de hotelier veel belangrijker ge worden dan voorheen. Welke banden zijn er zo al tussen het toerisme en de middenstand Allereerst houden zich met de verzorging van de toerist bezig de hoteliers, de pension houders, de restaurateurs en de caféhouders. Het zijn de opvolgers van de herbergiers van vroeger tijden. Zij vervullen altijd nog een basisfunctie in de toeristische bedrijvig heid. Welnu, in Nederland behoren 97% van de horeca-ondernemingen tot de mid denstand. Ook het bungalowbedrijf moet tot de middenstand worden gerekend. Het bieden van een verblijf en van ver zorging is bij lange niet de enige band, die het toerisme met de middenstand bindt. Sinds vele toeristen hun huishouden mee op reis nemen, voor eigen slaapgelegenheid zorgen en hun eigen potje kolken, kan men zelfs zeggen, dat in het geheel van de toeristische bedrijvigheid de verzorging van de vacantie- gangers door bedrijven is afgenomen. Maar ook voor de toerist, die in eeen hotel ver blijft, geldt, dat hij ook uitgaven doet voor vervoer en amusement bovendien geeft hij geld uit aan allerlei aankopen. Ook bij het vervoer van de toerist vervult de middenstand een belangrijke functie. Worden spoorwegen en trams steeds en autobusdiensten meestal door grote maat schappijen geëxploiteerd, de toeringcar-be- drijven zijn bijna alle middenstandsonder nemingen, evenals dit met de tiaxi-onder- nemingen het geval is. De middenstand heeft tevens een groot aandeel in het amusement van de toerist. Een belangrijke rol bij de toeristische be drijvigheid spelen ook de aankopen van de toeristen. De Nederlandse toerist koopt souvenirs, prentbriefkaarten en versnape ringen. Op de buitenlander oefenen daar naast tal van Nederlandse producten een grote aantrekkingskracht uit. De beoefe naren van het sociale toerisme doen voor zeer belangrijke bedragen huishoudelijke in kopen, daar zij hun huishouden naar hun vacantieverblijf hebben verplaatst. Al deze inkopen worden hoofdzakelijk bij de midden stand gedaan. Een aparte categorie vormen de uitgaven, die wel buiten de vacantie worden gedaan, doch in verband daarmede. Hieronder val len niet alleen de aanschaffing van vacantie- kleding, maar ook het kopen van fototoe stellen, van kampeertenten, de aanschaffing van kampeerwagens en zeilboten, om alleen maar enkele „grote stukken" te noemen. De bedragen hiermede gemoeid worden weer voor het overgrote deel bij middenstands zaken (ook de tentenmiakers, de bouwers van kampeerwagens en zeilboten behoren tot de middenstand) besteed. Niet onver meld mogen hier blijven de aankopen, die het horeca-bedrijf voor de bediening van zijn gasten pleegt te doen. Het horeca-bedrijf met zijn sterk wisselende en plotseling opkomen de behoeften, betrekt de nodige voedings middelen en dranken bij voorkeur bij in de buurt gevestigde middenstandszaken, waar ze te allen tijde een beroep op kunnen doen en een snelle service verkrijgen. Uit voorgaande beknopte schets moge voldoende gebleken zijn, hoezeer toerisme cn middenstand met elkaar verweven zijn, als ook dat het toerisme voor. de middenstand een belangrijke bron van inkomsten vormt. Met stimulering van het toerisme is de mid denstand dan ook ten zeerste gebaat. En wat nog belangrijker is, hij kan hiertoe zelf een directe bijdrage leveren Stimulering van het toerisme. Het aantrekkelijk maken van eigen be drijf voor de toerist is ongetwijfeld de beste propaganda, die de middenstand voor het toerisme maken kan. Een horeca-bedrijf aal zich zoveel moge lijk moeten aanpassen aan de wensen van de toerist. Het dient grote aandacht te be steden aan de inrichting (ook voor het horeca-bedrijf staan verschillende vormen van middenstandscrediet met overheids- garantie ter beschikking!), laan de verzor ging van de gasten, de kwaliteit van de op gediende maaltijdlen en de verleende service. Voor de horeca-ondernemingen geldt wel in het bijzonder, dat recommandatie de beste vorm van reclame is. Ook de middenstandswïnkel kan toeristen trekken. Samenstelling van een aan de be hoeften van de toerist aangepast assortiment, het leveren van goede kwaliteit (ook van de souvenirs) en het verlenen van een vlotte service zijn daarvoor de geëigende middelen. Het belang vlan een aantrekkelijke etalage- inrichting mag ook niet over het hoofd ge zien worden. De middenstand kan bovendien het toe risme op andere, meer indirecte wijze stimu leren, n.l. door steun te verlenen aan orga nisaties als de Algemene Nederlandse Ver- eniging voor Vreemdelingenverkeer (de A.N.V.V.), die in het buitenland propa ganda maakt voor Nederland en de plaat selijke V.V.V.'s, die hier te lande de pro paganda verzorgen voor de eigen streek. Voor het horeca-bedrijf is in het bijzonder een goede vakopleiding van betekenis. In verband hiermede verdient vermelding, dat kort geleden een vestigingsbesluit van kracht is geworden, waarbij is voorgeschreven, dat degenen, die een hotel, restaurant of café willen openen, aan bepaalde eisen moeten voldoen.. De Rijksmiddenstandsvoorlichtingsdienst, die met in de provincies gevestigde consu lenten werkt, kan over de bevordering van het toerisme desgevraagd inlichtingen of ad viezen geven. Het adres van de Rijksmid- denstandsconsulent voor de provincie Zee land is A. Korstanje, Herenstraat 27a, Middelburg, telefoon 0 1180-2322. BINDMIDDEL WAS, MAAR WIE DE UITVINDER VAN HET „NIETIGE' IS NIET BEKEND. IN ONS LAND WORDEN 500 MILLIOEN HECHTIJZERTJES PER MAAND GEBRUIKT. Onze voorvaderen zijn in vele opzichten te beklagen. Dat wordt u maar weer eens duidelijk wlanneer u zich als argeloos mens verdiept in de geweldige vlucht, die een doodeenvoudig, klein, schijnbaar nietig ar tikel in enkele jaren heeft genomen. Natuur lijk, u stond er nooit stil bij. Wij deden het ook niet tot een goede relatie zo langs de neus weg vertelde, dat we op twehonderd nietjes sliepen. Daarmee was de boot aan en onmiddellijk hebben we alle geschut naar voren geschoven om nu eens precies en uit voerig uit de doeken te doen wat er met de nietjes aan de hand is. En, laten we u dat eerst verzekeren, er is heel wat mee aan de hand. We hadden het over onze \oorvaderen. De roofridders en jde hoofse ridders, de volgelingen van Maarten Lulher, de uit vinders van weefgetouwen, boekdrukkunst, van stoommachines, van oorlogstuig, van alle moderne en ook ouderwetse dingen, die we tegenwoordig nog kennen. De uitvinder Man de stoommachine was een man van formaat. Voor zijn verdiensten kreeg hij een plaats in alle geschiedenisboeken, diei (men bij het! onderwijs hanteert. Maar een van onze laat ste voorouders wordt nergens genoemd. Niet in de geschiedenisboeken, niet in gemeente bladen, niet in geïllustreerde bladen, dag bladen of nieuwsbladen en zelfs niet in de vakliteratuur. De uitvinder van de nietjes, de man, die ons dagelijks leven zo onzicht baar veraangenaamt, heeft zijn naam nooit prijsgegeven. Hij is onbekend en zal altijd wel onbekend blijven. De nietjes zijn er. Daarmee zou de kous af kunnen zijn, ware het niet, dat een niet helemaal geen nietig ding meer is. Onze voorouders zouden moeten weten wat er met het nietje al niet gedaan kan worden. Luther had zijn stellingen er mee kunnen aan slaan. Napoleon had er oorlogen mee kun nen winnen .kortom de wereldgeschiede nis was misschien wel anders gelopen wian- neer het nietje er eerder geweest was. In een oogwenk. Ter zake. U en ik kennen het nietje maar in één vorm het metalen dingetje met de twee pootjes, dat in grote hoeveelheden ver toeft in een nietmachine. Op kantoren is dit werktuig zeer welkom. Het prikt stapeltjes papieren aan elkaar en doet zijn werk in een oogwenk. Vroeger moest er ook wel eens iets aan elkaar geprikt worden. Daarvoor bezigde men dan een speld of maar dat was alleen voor de slimmerikken de spe ciale scheur-scheur-vouw-techniék, die vol gens de historie lange tijd in de kringen van onderwijzers werd toegepast en met succes natuurlijk. Goed, dit nietje kennen we allemaal. We gebruiken de machine af en toe en denken er verder niet bij na. Het apparaat weigert vrijv/el nooit en de ene niet na de andere rolt uit de gleuf, zoals bij de Staatsloterij de nieten uit de bus komen rollen. Zo is het ook niet altijd geweest 1 Aan het eind van de vorige eeuw werd het nietje uitgevonden. Hoe, waar en wanneer Wij zullen het nimmer weten. In ieder geval het kwam er, aanvankelijk nog aarzelend. Erg gemakkelijk was het niet om die eerste werktuigen te hanteren. De nietjes werden er één voor één in gestopt en vanzelfspre kend viel op een onbewaakt ogenblik de ge hele inhoud over de vloer. Er kwam een slaghamer aan te pas om de nietjes ergens in te drijven. Goede oude tijd. De eerste appa raten werden als kinderen vertroeteld. Ze hadden zelfs mensennamen. Eerst visgraat, toen lijm. Doordat de nietmachines voot veelvuldig gebruik een tikje te langzaam werkten bogen knappe koppen zich over het probleem. De eerste overwinning van de techniek const- teerden we in eigen land, waar men op het idee kwam de nietjes om een blikje te schui ven om ze daarna in het apparaat te stop pen. Ook dit vereiste een bepaalde handig heid, want het blikje moest op het juiste ogenblik teruggetrokken worden. De eerste schrede naar vervolmaking van het systeem was echter gezet. Later ging men over op het visgraatsysteem. De nieten werden in het midden aan elkaar bevestigd en door een fikse klap op de machine te geven werd er dan een uitgestoten. Dat was zwaar werk en dus pieikerd de technici verder. Ten slotte kwam het tegenwoordige systeem uit de bus de gelijmde nietjes. Ze worden ma chinaal van een heel dun laagje lijm voor zien, niet te veel, niet te weinig en vermoe delijk zal deze wijze van bevestiging wel al tijd blijven zoals ze nu is. Want niemand klaagt er meer over. In alle stilte veroverde het nietje zijn plaats in de wereld. Het ging voorlopig langzaam, heel langzaam. Vlak voor de tweede wereld oorlog werden ze in Nederland reeds in JJinke hoeveelheden gebruikt, maar de enorme vlucht kwam na de bevrijdinb en nog steeds breidt het nietenterrein zich pijl snel uit.. Zo zelfs, dat er op dit ogenblik in Nederland per maand ongeveer 500 millioen worden verwerkt. Vijfhonderd millioen, een Smaak wil ook wat. Soms kost het om de een of andere reden heel wat moeite om de ouderv/etse bevesti gingsmiddelen van hun voetstuk te stoten. Zo gaat bijvoorbeeld het verhaal van een grote auto-industrie, die sinds jaar en dag de bekleding van de wagens vastspijkerde. De mensen die dit werk deden, namen een mond vol kopspijkertjes en haalden die met een magnetisch hamertje één voor één uit de „bewaarplaats". Toen kwam het tijdperk van de nieten. Er was voor deze industrie een speciale machine ontworpen, die de nieten in snel treinvaart door middel van luchtdruk op hun plaats schoot. Maar de werknemers wilden er niet aan. Ze Weigerden hardnekkig op de nietjes over te stappen. Na veel moeite kwam men er achter hoe de vork aan de steel zat. De fabrikant van de kop spijkertjes leverde deze met de een of andere lekkere smaak (pepermunt of iets dergelijks) waardoor de bekleders altijd gratis peper munt proefden. En dat genoegen wilden ze niet missen. Het aatal toepassingen is eindeloos en nog dagelijks ontdekt men nieuwe mogelijk heden. Bij het vervaardigen van dozen voor radiotoestellen worden rolletjes karton ge bruikt. Jarenlang werden die rolletjes met plakband dichtgeplakt. Op een goede dag kwamen ook hier de nieten en de arbeids besparing was ongedacht. En hier ligt natuurlijk de grote kans voor de nietjesfabrikanten en de ontwerpers van de bij de nietjes behorende machines. Als verweer tegen de koffieverkoop door textielwinkeliers heeft een zelfbedie ningszaak in Hoogeveen besloten over te gaan tot de verkoop van nylonkousen. Men heeft voor deze actie kousen gekozen, om dat deze veel door dames gekocht worden en omdat er tevens door de textielhandel een behoorlijke winst op wordt gemaakt. De kruideniers en textielwinkeliers te Hat- tem in Gelderland zijn overeengekomen voorlog voor twee maanden respectieve lijk geen textiel en koffie meer te verstrekken. De bekende Italiaanse filmster Gina Lollobrigida heeft zondagochtend te Rome het leven geschonken aan een zoon. Moeder en (kind maken het uitstekend. Met ingang van maandag is de prijs van suiker voor de consument met 8 cent per kg. verhoogd. Deze prijsverhoging houdt ver band met het niveau van de garantieprijs voor de suikerbietenverbouwers voor suiker van oogst 1957, dat ten opzichte van oogst 1956 is verhoogd. Bovendien moest ter dek king van de behoefte dure buitenlandse sui ker worden aangekocht. onvoorstelbare hoeveelheid, die men beslist niet verbruikt op de vele kantoren. Dat is nu juist het interessante. Aanvankelijk werd het alleen maar gebezigd voor het bij elkaar houden van twee of meer vellen papier, naar nu steekt dat zelfde nietje vrijwel over al de kop op. Men vindt het daar, waar dingen aan elkaar gehecht moeten worden. 400 soorten. In een van de weinige Nederlandse zaken die zich gespecialiseerd hebben op dit ge bied, vindt men 400 verschillende soorten, die gebruikt worden voor papier, aardappel zakken, groente- en fruitkisten, kaaskistjes, horlogebandjes, damestassen, schoenen, ma trassen en boardplafonds. Het binnenwerk van de matrassen wordt tegenwoordig vrijwel altijd geniet en ook voor het bevestigen van de veren op het hout is het nietje het aangewezen apparaat. Steeds meer verdringt deze kleine twee benige uitvinding de spijkers en de krammen. Vandaar ook de talrijke modellen, die al leen de beide poten gemeen hebben. Ze zijn er met rechte poten, met kromme poten, met poten die naar binnen staan, met poten die naar buiten ombuigen wanneer ze in het hout worden gedreven, er zijn witte, gele, groene, bruine, rode, stalen, koperen, blanke en roestvrije nieten. Elke industrie heeft een bepaald soort nodig en de nietenleveranciers moeten in de meeste gevallen precies weten voor welk doel de koper zijn nietjes besteld. Bij de dakbedekking met bitumenpapier veroverde het nietje en vooraanstaand plaats en de laatste tijd is ook de meubelindustrie tot de ontdekking gekomen, dat kopspijkers en krammetjes uit de mode zijn. ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVEETENTIEPÏIJS, 8 cent per m m. Bij contracten belangrijke reductie. Inp xonden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleinv Idvertentién (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1