AXELSE COURANT
?a
Hoe de postduif thuis komt.
Pleegouders nemen plaats van ouders in.
J. C. VINK
Frankeriiig bij' abonnement. Axel
ZATERAG 30 MAART 1957
71e Jaargang No. 51
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDl WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tol. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C. VINK
FIRMA
Markt 12
AXEL.
DUIVEN ZIJN GEVOELIG VOOR HET AARDMAGNETISME EN DE
BREEDTEGRAAD VAN DE PLAATS WAAR ZIJ ZICH BEVINDEN.
U kent misschien het oude verhaal van de
man die twee postduiven had, waarmee hij
voor het eerst aan een grote wedstrijdvlucht
deelnam. Door de radio hoorde hij dat zijn
dieren met enkele honderden andere op tijd
en in uitstekend vliegweer ergens in het
zuiden van Frankrijk waren gelost. Vol
spanning wachtte hij op hun terugkomst.
En werkelijk, na een verrassend korte tijd
verscheen de eerste duif, cirkelde rond boven
de til en streek bij zijn hok neer.
De tweede echter liet op zich wachten.
Toen het dier na een wjejek nog niet was
komen opdagen moest de eigenaar zich ver
zoenen met de gedachte dat het ten prooi
gevallen was aan een roofvoglal of omge
komen in een storm.
Enkele weken verstreken en de man was
zijn verlies al bijna vergeten toen er op een
avond zacht op de deur werd getikt. Hij
deed open en daar stond de postduif.
„Zijn poten één en al bloed,'' zei de man
to enhij het verhaal aan zijn vrienden ver
telde.
„Hoe kwam dat dan vroegen de vrien
den vol belangstelling.
„Het arm|e dier had zich vergist," zei de
man, „het was komen lopen."
Voor de waarheid van dit verhaal kunnen
wij niet instaan. Het komt ons zelfs hoogst
onwaarschijnlijk voor. Maar als het niet zo
oud was zouden wij zeggen, dat het mis
schien toch wel eoht gebeurd zou kunnen
zijn. Er zijn namelijk tegenwoordig mensen
die zich met het wetenschappelijk onderzoek
van de postduif bezig houden. Daarbij wor
den de arme dieren zodanig in de war ge
bracht dat het werkelijk geen wonder zou
zijn als ze de brui gaven aan het vliegen en
maar liever gangen lopen.
Deze, overigens zeer onschuldige dieren-
plagerij heeft een goede reden. Het gaat
namelijk om de beantwoording van de vraag
hoe de postduif zijn hok terugvindt. Dit is
inderdaad een geheimziinnig probleem. Een
goedgeoefende postduif wordt in een mand
opgesloten, met de triein over een afstand
van honderden kilometers vervoerd en daar
na losgelaten. De duif vliegt omhoog, cirkelt
even rond en begint daarna zonder aarzelen
de lange terugtocht over onbekend terrein
naar de verre til. Vluchten over afstanden
van duizenden kilometers zijn hierbij geen
uitzondering. Het record wordt waarschijn
lijk gehouden door een duif die er in slaagde
over een afstand van bijna 5000 km. zijn hok
terug te vinden.
Het vliegen over lange afstanden is voor
de mens van heden geen probleem. Elke dag
steken vliegtuigen met de regelmaat van een
klok de oceanen over en landen op vlieg
velden, die op de kaart nauwelijks als een
speldeprik zichtbaar zijn. Maar hierbij be
schikt de piloot over een arsenaal van in
strumenten, terwijl hij wordt gesteund door
een goed georganiseerde gronddienst, waar
bij honderden mensen zijn betrokken. Radio
bakens, radar, gyrokompas en vele andere
hulpmiddelen staan hem ten dienste voor de
verschaffing van de navigatiegegevens die
hij op uitvoerige kaarten uitzet. Zo kan hij
steeds zijn positie bepalen, ook ovler onbe
kend terrein en van ogenblik tot ogenblik
de koers uitzetten die hem naar zijn doel
moet voeren.
De nederige postduif ontbeert al deze
hulpmiddelen. Hij is de eenzame vlieger, uit
sluitend aangewezen op eigen kracht. Lo
gisch denken kan hij niet, hij is aangewezen
op zijn „instinct". Dat is alles goed en wel,
maar hoe Werkt dat „(instinct" dan Dit is
de vraag die velen zich hebben gesteld en
die al heel wat pennen in beweging heeft
gebracht.
Een van de eerste onderzoekers, die het
probleem van de postduif met succes hebben
bestudeerd ,is een Amerikaans geleerde, dr.
Henry Yeagley. Hij is tot een theorie ge
komen, die een aannemelijke verklaring geeft
voor vele tót nu toe onbegrijpelijke feiten.
In het kort gezegd komt deze theorie hier
op neer, dat de postduif gevoelig is voor
twiee invloeden het aardmagnetisme en de
breedtegraad. De sterkte van deze twee fac
toren hangt af van de plaats op aarde, wlaar
men zich bevindt. Wordt de postduif nu ge
durende enige tijd op een bepaalde plaats
vastgehouden, dan went hij zich aan de
sterkte en de onderlinge verhouding van de
twee invloeden zoals zij zich op dile plaats
voordoen. Transporteren we nu een duif
naar een andere plaats, dan voejlt hij zich
niet meer op zijn gemak en keert naar het
oude hok terug zodra ze hem loslaten.
Op het eerste gezicht lijkt deze theorie
vreemd. Het aardmagnetisme kennen we als
de kracht, die de magneetnaald van een kom
pas steeds naar het noorden doet wijzen.
Maar de invloed der breedtegraad is aan
vankelijk moeilijk te doorzien. Laten we dus
daarom eens de proeven bezien, warop dr.
Yeagley zijn theorie heeft opgebouwd.
In de eerste plaats moest worden uitge
maakt of postduiven gevoelig zijn voor mag
netische tinvloeden. Daartoe nam dr. Yeag
ley twintig geoefende duiven en vierdeelde
ze in twee groepen van tien. Elke duif in de
eerste groep kreeg aan de vleugels een klein
magneetje. De duiven van de tweede groep
kregen aan de vleugels een koperen staafje
dat dezelfde afmetingen en hetzelfde gewicht
had als de magneet.
Deze twintig duiven werden op flinke af
stand van hun hok losgelaten. Van de tien
duiven met de koperen staafjes waren na
twee dagen acht dieren in goede conditie
teruggekeerd. Van de durven met de magne
ten keerde er slechts één terug. Hij deed er
vier dagen over en was zeer vermoeid.
Hiermede was dus een geldig bewijs ge
leverd dat duiven gevoelig zijn voor magne
tisme. De duiven met de koperen staafjes
vormden hierbij een controlegroep. Zou men
n.l. alleen duiven met magneten loslaten dan
weet men niet zeker of de verloren deren
door het magnetisme zijn gestoord dan wel
of zij hinder ondervonden door het gewicht
aan hun vleugels. Het niet-magnetiche koper
bleek de dieren niet te hindren, hoewel het
even zwaar was als het magneet. Het ver
schil tussen de twee groepen bestond dus
inderdaad lin het al of niet aanwezig zijn
van een magnetisch veld:
Wij mogen derhalve aannemen dat post
duiven een verandering van het aardmagne
tisme kunnen „voelen", juist zoals wij b.v.
voelen of het water waarin wij zwemmen
warm of koud is. Is het water in een zwem
bad ongelijkmatig verwarmd, dan kunnen wij
geblinddoekt, dus zuiver „op het gevoel"
naar de warmste, de koudste of een lauwe
plek zwemmen. Evenzo kan de postduif op
het gevoel terugkeren naar de plaats, waar
de sterkte van het aardmagnetisme hem het
prettigst aandoet omdat hij er aan gewend is.
Dit is echter niet voldoende om de duif
langs de kortste weg naar zijn hok terug te
brengen. Er zijn n.l. vele plaatsen op aarde
waar een bepaalde magnetische veldsterkte
heerst, zodat de duif om de aarde zou kun
nen vliegen zonder ooit een verandering in
veldsterkte te bemerken.
Dr. Yeagley concludeerde dus dat de duif
nog voor een tweede invloed gevoelig moet
zijn, n.l. voor de breedtegraad van de plaats
waar zij zich bevindt. Dit is mogelijk indien
zij in staat zijn de kracht te voelen die elk
lichaam, dat zich boven de aarde beweegt,
door de draaiing van de aardbol ondervindt.
Het is deze kracht die de luchtstromingen
op het noordelijk halfrond naar rechts en op
het zuidelijke halfrond naar links doet af
wijken.
De breedte van een plaats geeft de afstand
van die plaats tot de evenaar aan. Plaatsen
met dezelfde breedte liggen derhalve op een
cirkel die rond de aarde loopt, evenwijdig
aan de equator.
Wij hebben hierboven al gezien dat er vele
plaatsen zijn die eenzelfde magnetisch veld
hebben en er zijn natuurlijk ook vele plaatsen
die dezelfde breedte hebben. Maar een be
paalde combinatie van breedte en magne
tische veldsterkte komt maar op betrekke
lijk weinige plaatsen op de aardbol voor. Is
de duif dus eenmaal aan die bepaalde com
binatie gewend, da nvliegt hij inderdaad
naar de plaats waar die combinatie van in
vloeden heerst.
Nu kwam het er nog op aan te bewijzen
dat deze theorie juist was. Dr. Yeagley zocht
twee plaatsen in de V.S. die dezelfde mag
netische veldsterkte en dezelfde breedtegraad
hadden. Dit waren Stae College in Pennsyl
vania en Kearney in Nebraska, 1600 km van
elkaar verwijderd.
Daarna bracht hij honderd duiven onder
in een til te State College en oefende deze in
afstandsvluchten. Hun til had de vorm van
een geelgeverfd torentje en was dus zeer op
vallend.
Toen de duiven goed afgericht waren en
dus steeds naar de til in State College terug
keerden, verplaatste hij de til maar Kearney
en liet de duiven op verschillende afstanden
van deze plaats los.
Dr. Yeagley verwachtte niet dat de dui
ven de verplaatste til zouden terugvinden.
Hij had al eerder vastgesteld dat postduiven
weliswaar „instinctief" op grote afstand de
juiste richting naar hun hok terugvinden,
maar dat zij zich de laatste twintig tot der
tig kilometer op het bekende terrein in de
omgeving van het hok oriënteren. Het ging
e rdus bij deze proef om welke richting de
duiven zouden inslaan.
Het resultaat was verrassend. Acht vluch
ten werden gelost en zes hiervan gingen in
de richting van Kearney en streken op on
geveer 15 km .van de verplaatste til neer.
En één duif, die op 300 km. van Kearney
werd losgelaten slaagde er zelfs in de til in
de nieuwe omgeving 1600 km. van de
oorspronkelijke standplaats terug te vinden.
Verdere proeven bevestigden deze uitslag.
Een vijftigtal duiven, die gewend waren om
State College als hun thuishok te beschou
wen, werden in paren om de 80 km. opge
laten langs de lijn, die State College en
Kearney verbindt. De duiven die oostelijk
vtan het middelpunt van deze lijn werden
gelost, vlogen naar State College en de ove
rige sloegen de weg in naar Kearney.
Ten slotte werden nog experimenten uit
gevoerd om een oude theorie te beproeven,
die zegt dat duiven een geheimzinnig erfelijk
vermogen hebben om de afstand en de rich
ting te bepalen waarover zij worden ver
voerd, zelfs indien zij slapen.
Driehonderd ongeoefende duiven, afkom
stig uit verschillende plaatsen, werden per
trein naar een dorp vervoerd dat tussen deze
plaatsen in lag en vervolgens losgelaten.
Volgens de hierboven genoemde theorie
zouden zij dus de spoorlijnen hebben kunnen
volgen om thuis te komen. Zij deden dit
echter niet, doch verspreidden zich in wille
keurige richtingen. Sommigen maakten flinke
vluchten, anderen legden slechts korte af
standen af. Hieruit bleek dus wel, dat van
een erfelijk instinct, dat geen oefening be
hoeft, niet gesproken kan worden.
Er is dus licht gekomen in het probleem
van de postduif. Volledig opgelost is het
raadsel nog niet. Wij weten b.v. nog niet
welk orgaan van de duif op het magnetisch
veld en de breedtegraad reageert. Sommigen
vermoeden dat een wratachtig groeisel in
het oog van de duif deze functie vervult.
Wellicht hebben ook andere vogels zulk
een oriënterend vermogen in nog sterkere
mate. Dit zou de geheimzinnige vogeltrek
over enorme afstanden kunnen verklaren.
Er zijn in ons land duizenden kinderen
die niet bij hun eigen ouders worden groot
gebracht. Het is treurig, dat dit zo is, want
veel menselijk leed ging daaraan vooraf.
Leed, dat in het ene geval diep, in het andere
geval echter nauwelijks gevoeld werd. Soms
kan een scheiding tussen moeder en kind
voorkomen worden. Soms kan dit niet en
zijn er helaas omstandigheden, waardoor
scheiding tussen moeder en kind bevordert
moet worden. Dit laatste zal natuurlijk eerst
dan gedaan worden alsi de toekomst van het
kind er somber uitziet.
Steeds is de scheiding van moeder en kind
een onnatuurlijk gebeuren. Het belang van
het kind vormt i<eeds de grondslag bij enige
wettelijke bepalingen, die hierop betrekking
hebben. Vele instanties, die op spfeciaal ter
rein werkzaam zijn, trachten eveneens het
belang van het kind, zoals zij dat zien, te
behartigen. Talloze kinderen, die aldus de
natuurlijke omgeving moeten missen, vinden
toch een ouderlijk huis bij pleegouders. Bij
pleegouders, die vaak al jaren uitzien naar
een kindje, waaraan Zij hun zorgen kunnen
geven. En men kan er van op aan, dat
kinderloze echtparen meestal hevig naar een
kindje verlangen.
Maar ook in gezinnen met eigen kinderen
worden vaak pleegkinderen opgenomen. Het
kind komt dan in een milieu, dat zich geheel
voor hem openstelt en neemt daar de plaats
in, waar het zijn „kinderlijk recht" op heeft.
Een nieuw gezin is gevormd.
Zwaard van Damocles dreigt.
Toch is er een grote bedreiging voor deze
lieve vrede. Het is immers mogelijk, dat de
eigen ouders het kind terugvragen. De rech-
Dr. Yeagley zet zijn proeven voort. Hij wil
meer weten over het effect van radiogolven
en de uitwerking van hevige zonnevlekken,
die eveneens de duiven schijnen te be
ïnvloeden. Om de proefdieren gemakkelijker
per vliegtuig te kunnen volgen, zal hij bij
zijn proefnemingen in het vervolg witte dui
ven gebruiken.
Er zijn nog vele vragen te beantwoorden.
Naar de oplossing wordt geduldig gezocht.
In de eerste plaats om een dieper inzicht te
krijgen in de wondere wereld, waarin wij
leven. In de tweede plaats om de practische
toepassingen, die een dergelijk onderzoek
soms onvewaeht doet zien.
Last van ïenuwen!
TOERISTISCH NIEUWS UIT BELGIË.
Agenda van de belangrijkste toeristische
gebeurtenissen in het komende seizoen
1324 april BruggeBrugse Floralia
bloemententoonstelling
20 april Koksijde Grote jaarlijkse bloe
menmarkt te Koksijdebad.
6 mei Brugge H. Bloedprocessie te half
elf in de (avonduren verlichting van monu
menten en grachten.
Vanaf juni het gehele seizoen in Brugge
illuminaties en beiaardconcerten.
2 juni Mechelen Toren- en beiaardfees.
2 juni Spa Grote Prijs van België voor
auto's.
8 juni Koksijde Rondgang van de Reu
zen en de „IJslandvaarders" en op 9 juni
Historische processie.
9 juni Oostende Internationale regatta
(kantaal BruggeOostende).
Vanaf 1 juli het gehele seizoen in Gent
„Licht- en klankspel in de St. Baafsabdij.
11 juli Kortrijk Herdenking van de Gul
densporenslag.
7 juli Namen Grote Feeërie en 14 juli
internationale regatta.
28 juli VeurneBoetprocessie.
3—14augustus Brugge: Tien avondop
voeringen H. Bloedspel illuminatie, bei
aardconcerten.
4 augustus St. Niklaas-Waas Zomer-
cavalcade en Bloemencorso.
15 augustus Spa: Bloemengevecht en
Bloemencorso.
25 augustus Blankenberge Zomercarna
val en Bloemencorso.
25 augustus Koksijde Grote bloemen-
stoet (geschiedenis en folklore).
25 augustus Lochristi Begoniafestival.
27 augustus Waregem Grote internatio
nale steeple-chiase.
1 september Gent Bloemencorso.
ter zal dan een onderzoek instellen of aan
deze vraag gehoor zal moeten worden ge
geven. Hij zal dan naar bevinden uitspraak
doen.
Het zal duidelijk zijn, dat er dus boven de
pleeggezinnen een zwaard van Damocles
hangt. Een zwaard, dat een scheiding kan
veroorzaken. Het zal ieder duidelijk zijn,
dat dieze dreiging de gewenste ontplooiing
avn een pleeggezin ongunstig beinvloedt.
Dit tot schade van het kind. Een kind be
hoeft immers een standvastige omgeving om
in op te groeien. Het is genoegzaam bekend,
dat juist bij jonge kinderen verstoringen in
hun opvoeding een funeste invloed op hun
karakter hebben. Wij denken hierbij aan de
noodlottige invloed van echtscheidingen op
kinderen. In dit opzicht is scheiding van
pleegkind en pleegouders hiermede te ver
gelijken.
Vele jaren geleden werd door enige pleeg
ouders uit Twente een vereniging gesticht
„De Nederlandse Vereniging van Pleeg
ouders". Het doel daarvan is velerlei. Zij
wil een einde maken aan de gruwelijke be
dreiging van de eenheid van het pleeggezin.
Dit zou kunnen als adoptie van pleegkinde
ren door de nieuwe wet mogelijk as ge
worden. Zij wil pleegouders advies geven
als er juridische zwarigheden zijn. Zij wil
de helpende hand bieden bij het verkrijgen
van de voogdij, bij eventuele naamsverande
ring en bij het indienen van een verzoek om
adoptie. Zij wil d|a weg wijzen als er andere
moeilijkheden zijn, allemaal zaken, die de
eenheid van het pleeggezin bevorderen.
Adoptie is de wettige opname van een
pleegkind in de familie als een eigen kind.
ABONNEMENTSPRIJS: Loise nummtri 6 c«>t
Kwartaal-abonnement t
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie.
In?» «onden Mededelingen 20 cent per m.m.
l&lelnv ^dvertentlën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent Iedere regel meer 12 cent extra.
Mijnhard:'* Zen uw tabletten
helpen U er overheen.