AXELSE COURANT
In het land van Tito.
J. C. VINK
Klank- en Lichtspel in Gent.
-
Frankering bi)' abonnement, Axel
WOENSDAG 20 MAART 1957
71e Jaargang No. 48
Sri
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDf E WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
Ideaal voor ieder s
die brieven schrijft!
FIRMA
Markt 12
AXEL.
EEN REISVERHAAL VAN A. DEN DOOLAARD.
De „stranden" aan de Adriatische kust bestaan meestal uit rotsblokken en kiezel
stenen. Alleen het Montenegrijnse kustland heeft kilometrlange stranden van zand.
Aan een van die stranden brachtj mijn vriend Bradi D. zijn vakantie door. Ik had
beloofd hem en zijn vrouw terug te rijden naar Belgrado, waar hij een hoge ambte
lijke functie bekleedt. Hij, als geboren en getogen Montenegrijn, zou mij als tegen
prestatie op de terugweg Montenegro laten zien, anders dan de buitenlander het
gewoonlijk aanschouwt.
Ik vond hem in een oud huis tussen strand en rotsen. Zijn vrouw, een Servische,
overtuigd partijlid net zoals hij zelf, bood mij volgens de oude Servische zede, zodra
ik qezeten was, een lepel honing aan en een glas water. Na het genieten van dit
qastgeschenk, de z.g. „sladko", is men symbolisch in de familiekring opgenomen.
Het is merkwaardig, hoe weinig afbreuk het Joego-Slavische communisme gedaan
heeft aan de volkstraditie's. Integendeelwaarbij ik wel moet opmerken, dat deze
traditie's doorgaans van oeroude, heidense oorsprong zijn.
Nog voor donker liepen we de smalle dam
over naar het eilad Sv. Stefan (H. Stefanus)
dat samen met de Mont St. Michel aan de
Franse kust tot de merkwaardigste vesting
eilanden van Europa behoort.
Mont St. Michel is echter religieus-feodaal
terwijl de huizen van St. Stefan tussen de
13e en 15e eeuw door rijke boeren werden
gebouwd, die er met hun vee een toevlucht
zochten wanneer de Turken de kust afstroop
ten. Nu wonen er op het eiland nog slechts
drie oude vrouwen met zes geiten. En waar
alles in puin begon te vallen besloot de rege
ring om het hele eiland, met zoveel mogelijk
behoud van het oorspronkelijke karakter, te
verbouwen tot een groot hotel.
De volgende morgen togen we over een
duizend meter hoge bergpas naar Cetinje,
eens de hoofdstad van het feodale koninkrijk
Montenegro, waar elke man een krijger was
en elke vrouw een geduldig lastdier, dravend
naar de wenken van haar heer en meester.
Vandaag nog, wanneer men een Monte
negrijnse boer, die drie zonen en vier doch
ters heeft, naar zijn kinderaantal vraagt, dan
antwoordt hij zonder blikken of blozen „drie
al staan de meisjes er bij.
In de eeuwenlange strijd tegen de Turken
konden de stammen hun voortbestaan slechts
verzekeren door de krijgerskwaliteiten van
de man. Landbouw en veeteelt vielen daar
door als taak aan vrouwen en kinderen toe,
en in de bergdistricten is dat tot op heden
zo gebleven.
Dapper, trouw, opvliegend en koppig.
Wie een Montenegrijn van de oude stem
pel kent, ziet allereerst de ogen, die steeds
scherp door het vizier van een geweer schij
nen te turen, en de martiale snor. In de
landstaal heet Montenegro Crnagora zwar
te bergen. In werkelijkheid zijn de bergen
grauwe kalk, groen woud, witte sneeuw.
Een betere naam zou daarom zijn het Land
der Zwarte Snorren. De strijd smeedde het
volkskarakter de Montenegrijnen zijn dap
per, trouw, opvliegend, koppig. Hun lieve
lingsbezigheid is polemiseren onder het ge
not van zwarte koffie en rakya (jenever uit
druiven gestookt).
Zij hebben het tussen kalkrotsen geiso-
leerde museumstadje Cetinje in de steek ge
laten en bouwden op de plaats, waar eens
het smerige, in de partisanenoorloog groten
deels verpletterde Potgorica stond, op een
vlakte, geteisterd door hitte, stof en wind,
hun nieuwe hoofstad Titograd.
Alles beton, alles verblindend wit en geel,
alles in afmetingen die passen bij een ware
metropolis. Vanaf mijn tafel in het restau
rant, waar veertig gasten in dezelfde wan
verhouding tot de ruimte staan als veertig
vliegen in een concertzaal, dool ik tien mi
nuten door zalen van tien meter hoog eer ik
de toiletten kan vinden. Op mijn vraag of
deze betonnen kolos rendeert, antwoordt de
directeur mij zonder blikken of blozen
„Over tien jaar". Rendementsberekeningen
lappen de Montenegrijnen aan de zeven
mijlslaarzen, waarmee ze de toekomst tege
moet schrijden, waarin hun kustplaatsje Bar
de grootste haven van Joegoslavië zal zijn
en hun Rivièra de drukst bezochte van heel
het land.
Door snelle industrialisering proberen zij
een eind te maken aan de armoede, die bij
een toenemend bevolkingsaantal tot emigra
tie dwong.
Toen ik vijftien jaar geledert Niksjits be
zocht was het een nederig provincieplaatsje
wkaar een huis met twee verdiepingen een
wolkenkrabber leek. Nu heb ik grote moeite
met de auto door de stad heen te komen
des nachts tuimelen huizen tegen de grond,
waarop betonmolens al 'klaar staan om de
nieuwe fundamenten te gieten en buiten de
stad dolen we een uur rond door de rood-
gemeniede geraamten van monsterachtige
machinehallen, waar volgend jaar vijfduizend
arbeiders ijzer zullen gieten en staal pletten
en walsen.
Het moderniserende Montenegro houdt
voorlopig bij Niksjits op, drie dagreizen te
paard ver, de hoge weide-plateaux uit, waar
de bergpony het klassieke vervoermiddel is
van een herdersvolk, dat niet veel anders
leeft dan een eeuw geleden. En dank zij de
vele familieleden en vrienden, die mijn reis^
genoot Branko B. daar had, zou de tocht
door dit gebied een waar festijn worden van
eten en drinken.
Paprika, middel tegen hit;te.
Er is nog een ander Montenegro, dat ik in
1952 doorkruiste de bergstreek langs de
Albanes egrens. Dat was ook in augustus.
Toen we in Titograd aankwamen, wees de
thermometer in het portaal van het restau
rant 115 graden Fahrenheit. Tegen deze hitte
bestaat maar één opluchtingsmiddel, scherpe
paprika kauwen. Mijn reisgezel, de dokter,
beweerde wel, dat dit medisch gesproken
nonsens was, maar ten eerste acht ik een
principieel wantrouwen in weerbericht en
wetenschap een absoluut vereiste voor de
moderne mens, die nog iets van zijn onaf
hankelijk mens-zijn wil Redden en ten
tweede luchtte het mij op.
Na de derde rode paprika droogde het
zweet op mijn gezicht, terwijl het medisch
zweet bij stralen in het lauwe bier bleef
gutsen. Weliswaar ontvluchtte ik Titograd
een uur later met een lichtelijk verbrande
mond.
Ons doel voor die dag was de Cakor-psv
achttienhonderd meter hoog. Daar zou het
wel koeler zijn. We haalden het niet. Voor
de Cakor lag nog een pas en de eerste stij
ging door de kale kalkbergen bleek 35 km.
lang te zijn. Bovendien was het wegdek ge
plaveid met grote keien en we vorderden on
geveer 15 km. per uur. Tegen de schemering
vonden we op 1600 meter hoogte een her
derspad, dat steil omlaag liep naar een berg
wei. Daar richtten we ons kamp in. Terwijl
mevrouw de dokterse aan het koken sloeg
spreidde ik mijn bedje naast de auto ik
slaap liever buiten dan binnen.
Door het vallende donker kwam een boer
aanwandelen, met een paard aan de halster.
„Je kan hier niet buiten blijven slapen, broe
der," zei hij pardoes, „er zijn hier wolven.
Ik breng mijn paard niet voor niets des
nachts op stal."
„Kom, kom", antwoordde ik, bogend op
mijn vooroorlogse ervaring, als het nu winter
was, maar midden in de zomer
„ja, vroeger", meenre hij „toen ging het
Maar sinds die herrie met Albanië worden
er geen drijfjachten meer gehouden. Als wij
ze nu van deze kant opdrijven, ontsnappen
ze over de Prokletija. Maar u moet het zelf
weten." Hij l'iet mij over aan mijn eigen
wijsheid, ging de primus inspecteren, mom
pelde iets in het Servisch en pakte de derde
aluminium pan op, die leeg was.
„Die man gaat er met je pan vandoor Bob"
riep mevrouw de dokterse, „hij zei iets, maar
dat kon ik niet begrijpen. Loop hem maar
liever achterna."
„Die pan komt vanzelf terug", glimlachte
ik, „je kent 's lands zeden nog niet."
Twintig minuten later kwam er, blootvoets
door het bedauwde gras, een klein meisje
aanlopen, met de pan boordevol geitemelk.
Ik verzweeg het wolvengesprek met haar
vader maar liever voor mijn tochtgenoten.
Als er wolven waren zouden ze ons die
avond trouwens niet geprobeerd hebben aan
te randen, want we stookten een groot kamp
vuur. Het droge hout, dat overal rond lag,
sprokkelden we bij elkaar in het licht van
de looplampen, die we aan de accu-klemmen
bevestigden. Boven op de weg kwam een
grote vrachtauto aandenderen. Hij stopte met
remgeknars en de chauffeur kwam de hel
ling afdalen naar de wei. Meteen kwam de
vraag die ik al verwachtte „Pech, kame
raad. Kan ik helpen
„Neen, bedankt kameraad, alles in orde.
„Waarom staan jullie motorkappen dan
open 7' „Vanwege de looplampen we kam
peren hier, wel bedankt en goeie nacht
Voor we naar bed gingen, herhaalde het
zelfde tafereel zich nog twee keer. „Dat is
strijk en zet zo," zei i ktot mijn reisgenoten,
„zodra ze een open motorkap zien, stoppen
ze uit zichzelf."
Toch kwamen er wolven.
De dokter en zijn vrouw sliepen op hun
kampeerbed in de auto ik kroop aan de
schaduwkant van het vehikel in de slaap
zak, want de maam**vas vol en maanlicht
houdt mij altijd wakker. Aan de waarschu
wing van de boer dacht ik niet meer.
Een paar uur later werd ik wakker. Tij
dens het avondmaal had ik een stuk worst
weggeslingerd, dat door de hitte bedorven
bleek te zijn. Een grote herdershond stond
het smakkend op te kauwen. Toen ik de
hond beter bekeek, kwam er een zwakke
twijfel bij mij op. Voor een herdershond
stond het beest merkwaardig hoog op de
voorpoten.
Ik rees half overeind, pakte een steen
geen bergwei in Joegoslavië is zonder stenen
en slingerde die het beest naar de kop.
De herdershond draaide zich om,, keek mij
vals aan en bleef staan. Nog een steen, die
weer doel trof. Hij draaide zich om en deed
een paar snelle passen. Pas met de derde
steen nam hij de kuiten. Hij had niet geblaft
noch gejankt en toch waren de keien hard
aangekomen, want hij stond nauwelijks tien
meter van mij vandaan. Het was geen hond
maar een wolf. De boer had gelijk. Enfin,
dacht ik, één wolf is geen wolf en even later
sliep ik weer in, nadat ik eerst een dozijn
stenen had klaargelegd, want je kon nooit
weten.
Later zag ik op mijn polshorloge, dat ik
een half uur gelapen had, voor ik opnieuw
ontwaakte. Een meter of vijf van mijn voe
teneinde stonden drie beesten, die geen van
drieën moeite deden om te kwispelstaarten.
„Da s vuil, dri tegen één zei ik hardop, nog
kwader vanwege mijn eigen bonzende schrik.
Met de eerste drie stenen joeg ;k de lief
hebbers van mijn magere botten ver genoeg
achteruit om mij zonder gevaar uit de slaap
zak te wurmen. Nog drie projectielen en
zonder om te kijken vluchtte ik, de slaap
zak achter me aanslepend, in grote sprongen
naar mijn auto, drukte van binnen op de
deur op het veiligheidsslot en liet het raam
enkel op een kier.. Nog eveji zag ik in het
maanlicht een paar schimmen. Toen mijn
hartkloppen weer bedaard was viel ik in
slaap.
Ik werd voor de derde en laatste maal
wakker omdat er aan het raam werd getikt.
Het schemerde al en ik staarde in het spot
tende gezicht van de boer. „Hoeveel waren
het er vroeg hij zonder enige inleiding.
„Drie",,vzei ik verslagen. „U hebt geboft
zei hij 'opgelucht, „veertien dagen geleden
hebben ze van mijn buurman een schaap ver
scheurd dat in de rotsen verdwaald was.
Troost u, reiziger, die ooit de grootste rit
doet vanuit Montenegro's vlakte naar de
diepe bergkloof boven Petsj, de wolven ver
tonen zich nooit bij dag. Behalve in de
winter maar dan is deze weg onberijdbaar
door minstens drie meter sneeuw.
(Ontleend aan het prachtige boek „Het
land van Tito van A. den Doolaard, N.V.
Em. Querido's Uitgeversmij, te Amsterdam).
DE DERTIGSTE KINDERPOSTZEGEL
ACTIE.
Opbrengst 1.800.000.„Voor het Kind
De Kinderpostzegelactie 1956 zette de
kroon op een werk dat, na een bescheiden
begin in 1924, tot een jaarlijks terugkerende
nationale inspanning „Voor het Kind uit
groeide.
Van de weldadigheidszegels 1924 werden
er, verdeeld ovsr de verschillende waarden,
in totaal 2.286.300 stuks verkocht zij
leverden een bedrag van 57.885,50 op
„Voor het Kind".
De Kinderpostzegels 1956, de dertigste
serie, hooide een omzet Van niet minder dan
26.344.000 stuks aan toeslag brachten zij
f 1.089.000.— in de kas van het Nederlands
Comité voor Kinderpostzegels.
In 1924 moesten de kinderzegels nog al
leen voor de opbrengst zorgen de prent
briefkaarten kwamen pas in 1926. Na af
trek van de kosten bleef er dat jaar een
netto-opbrengst van plm. 55.000.over.
Tijdens de actie 1956 werden er, naast het
enorme aantal kinderzegels, nog enkele mil-
lioenen prentbriefkaarten verkocht. Mede
dank zij die extra-inkomsten uit de kaarten,
bedraagt de netto-opbrengst van de totale
Kinderpostzegelactie 1956 (dus van zegels
en kaarten 1.800.000.
Voor postzegelverzamelaars volgen hier
de verkoopcijfers van de Kinderpostzegels
1956 2 en 3 cent 11.3^3.105 5 en 3 cent
1.206.902; 7 en 5 cent 1.044.344; 10 en
5 cent 11.921.176; 25 en 8 cent 788.804.
Het totaal aantal verkochte zegels be
draagt dus 26.344.331 stuks met een totale
toeslag van 1.089.080,53.
TOERISTISCH NIEUWS UIT BELGIË
„VAN DE VIKINGS TOT KEIZER KAREL".
Gent zal deze zomer een attractie rijker zijn. In de indrukwekkende ruïnes van de
uit de 7e eeuw daterende St. Baafsabdij zal met ingang van 1 juli dagelijks een
„klank- en lichtspel" worden opgevoerd, waarin de geschiedenis van de abdij wordt
weergegeven. Hugo Claus schreef de tekstde muziek is van Daniël Sternefeld.
Het „klank- en lichtspel" is voor het eerst
ontwikkeld rondom het kasteel van Cham-
bord in Frankrijk. Deze nieuwe kunstvorm
wordt gebruikt om de historie van dergelijke
oude bouwwerken weer te geven. E enop ge
luidsband opgenomen stem verhaalt de lot
gevallen van het kasteel en zijn bewoners,
waarbij schijnwerpers en binnenshuis opge
stelde lichten teelkens dat gedeelte van het
historische gebouw uit de duisternis doen
rijzen, waar de verteller over spreekt. Even
eens geregistreerde muziek draagt zorg voor
een sfeervolle omlijsting.
Ditzelfde beginsel zal nu in de St. Baafs
abdij toepassing vinden. Dit uit de 7e eeuw
daterende klooster, het oudste gebouw van
Gent, is van grote archaeologische beteke
nis en oefent reeds jaren een grote aan
trekkingskracht uit op toeristen.
Het klooster heeft een belangrijke rol ge
speeld in de kerstening van het gebied. Het
werd in de 9e eeuw door de Noormannen
verwoest, maar spoedig daarna weer opge
bouwd. In de 14e eeuw werd er het huwe
lijk ingezegend tusisen Margareta van Vlaan
deren en Philips de Stoute, waarmee het
Huis van Bourgondië zijn intrede deed in de
Nederlanden. Het einde van het klooster
kwam in 1539, toen Karei V het ten dele
tot een vesting ombouwde, om de opstand
van de Gentenaren tegen zijn gezag te
onderdrukken.
In deze historische omgeving, waarvan een
groot en architectonisch uniek deel de ver
woestingen en de tand des tijds heeft ge
trotseerd, zal dit spel van klank en lidht
zich afspelfen. De muziek werd er door
Daniël Sternefeld voor gecomponeerd, de
Gentse auteur Hugo Claus schreef het sce
nario. Bij de uitvoering verlenen hun mede
werking de Gentse Oratoriumvereniging en
het Kamerorkest van het Nationaal Instituut
voor Radio-omroep (N.I.R.).
Op de oneven dagen vindt de opvoering
plaats in het Frans en op de even dagen in
het Nederlands.
Moderne sociale meubelkunst in Gent.
In het Museum voor Sierkunst in Gent zal
dit jaar voor de derde maal het „Nationaal
Salon voor Modrne Sociale Meubelkunst"
worden gehouden. De inzendingen, afkom
stig van meubelfabrikanten uit geheel België,
worden aan een strenge selectie onderwor
pen. De meubelen moeten modrn en oor
spronkelijk van conceptie zijn en bovendien
moet de prijs verantwoord zijn.
Behalve meubelen zullen ook andere voor
werpen op het gebied van kunstnijverheid
worden tentoongesteld. De beurs zal een
oppervlakte beslaan die twee keer zo groot
is als vorig jaar, toen hij al het dubbele be
sloeg van 1955.
Van 23 tot en met 29 maart zal de beurs
uitsluitend voor meubelfabrikanten en weder
verkopers toegankelijk zijn. Vanaf 30 maart
tot 28 april volgt dan de openstelling voor
het publiek.
ABONNEMENTSPRIJS: Los«e nummeri 6 c.nl
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom 11,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
Bij contracten belangrijke reductie.
Ictp vonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Klein*, kdvertentlën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.