AXELSE COURANT Handtekeningen en Vulpennen J. C. VINK 'rankering bij abonnement, Axel WOENSDAG 20 FEBRUARI 1957 71e Jaargang No. 40 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDf' E WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C. VINK Ideaal voor ieder die brieven schrijft! FIRMA Markt 12 AXEL. DE KUNST OM EEN ZAAK IN KANNEN EN KRUIKEN TE KRIJGEN. „LAAT ER GEEN GRAS OVER GROEIEN" IS EEN AXIOMA. ERVARINGEN VAN LEWIS EDSON WATERMAN. VAN VERZEKERINGS AGENT TOT GROOT INDUSTRIEEL. Als een vertegenwoordiger of een handelsreiziger zijn uiterste best heeft gedaan zijn offerte toe te lichten, zijn artikelen of zijn diensten aan te prijzen of, zo hij bijgeval agent is van een verzekeringsmaatschappij, het nut van verzekeringen aan te tonen, dan hoopt hij dat de wederpartij, die misschien oplettend naar hem heeft geluisterd, of misschien totaal onverschillig staat tegenover de vakkundige explicaties, zal ant woorden itou, vooruit dan maar. Oflevert U mij maar zo-en-zoveel stuks. Of zulk een verzekering wil ik wel aangaan. Dat zijn dan de lichtpunten in het meestal tamelijk grauwe bestaan van een ieder die iets aan de man heeft te brengen, de evenementen, die zo iemand voor tijd en wijle enigszins met het leven verzoenen. Wat is er mooier dan dat de aangezochte ingaat op wat hem geoffreerd wordt, toe stemmend knikt, zich gewonne* geeft De vertegenwoordiger, de handelsreiziger of de agent ziet in zulke ogenblikken de poort van zijn zevende hemel op een kier staan nog een klein duwtje, en zij zwaait open. Prozaïscher gezegd nog een klein rukje eri de provisie is verdiend. Maar dat kleine duwtje en dat kleine rukje eigen lijk mógen wij geen ..kleine zetten voor een zelfstandig naamwoord dat al een verklein woord is, maar wij doen het toch daar komt het in laatste instantie op aan. Geen zaak is beklonken, geen verplichting is aan., gegaan, geen verbintenis is definitief, voor dat klant of opdrachtgever zijn handteke ning heeft geplaatst. Al dan niet met een firmastempel er bij. Wat moet de vertegen woordiger, de handelsreiziger, de agent der halve doen Hij moet het ijzer smeden als het heet is. Hij moet de bekrachtigende hand. tekening op het een of ander stukje papier hebben, want zolang hij dat niet heeft, is lies nog niet in kannen en kruiken. Een orderbriefje, een bestel- of aanvraag-formu- lier is niets waard zolang de man aan de andere kant van het schrijfbureau of van de drempel zijn handtekening niet heeft ge plaatst en dat moet metéén gebeuren. Uitstel kan dat niet lijden, van uitstel komt nog wel eens afstel. Al was het alleen omdat het in iedere branche wemelt van kapers op de kust, en een andere vertegenwoordiger, handelsreiziger of agent een uur of een dag later bij hetzelfde adres kan komen aanzetten en dezelfde of soortgelijke artikelen, dezelfde of soortgelijke polissen, een fractie goedko per weet aan te bieden. In zulk een geval krijgt hij, die al „ja" had, toch nog „neen" te horen, in zulk een geval is ontgoocheling het deel van hem, die zich voorbarig blij had gemaakt met een dode mus. Ook is het merk waardig hoe dikwijls iemand, die zich heeft laten overtuigen, en iets gekocht of besteld heeft, kort daarop en soms zonder enige aanwijsbare reden met een effen gezicht .■erklaart dat hij zich nog eens heeft be dacht. Het kan ook zijn dat hij zich helemaal niet heeft bedacht, maar dat hij van zijn com pagnon, zijn wederhelft of zijn beste vriend te horen heeft gekregen dat hij zien heeft laten bepraten en dat hij ergens, anders de helft goedkoper terecht had gekund. De helft, nu ja, dat is een tikje overdreven, maar de mens is zo, dat hij spijt krijgt iets te hebben gekocht of besteld als hij er achter komt, dat hij een onnozel procentje voordeliger uit had kunnen zijn. Al met al is het uit hoofde van deze en dergelijke overwegingen voor de vertegenwoordiger, de handelsreiziger of de agent zaak nergens gras over te laten groeien. Met de behendigheid en de snelheid van een beroepsgoochelaar moet hij zijn order hoekje, of zijn formulier, of zijn bestelkaart onder de neus schuiven van zijn cliënt, wiens handtekening immers het pièce de résistance is van de hele transactie. Tevens moet er behalve de hand om de handtekening te zet ten, onmiddellijk iets beschikbaar zijn dat in die hand kan worden gedrukt, bij voorkeur oen vulpen. Een goede, die niet lekt en niet weigert. Iedereen nu, weet dat kleine oor. aken grote gevolgen kunnen hebben, maar niet iedereen weet dat het vurig verlangen van een verzekeringsagent om zonder het minste tijdverlies een handtekening onder een formulier geplaatst te krijgen, aanleiding is geweest tot het vervolmaken van de vul pen en tot de oprichting van een der be kendste fabrieken, waarin vulpennen worden gemaaktdie van Waterman. Lewis Edson Waterman was in 1880 ver- tkeringsagent. Hij liep de straten van New York door en deed aardig zaken. Want Le wis Edson Waterman was in die tijd een jonge man met een radde tong en doorkneed in zijn vak. Weinigen konden zo goed als hij de zegeningen van het verzekeringswezen uitleggen en iedere huisvader, die naar hem wilde luisteren, wijzen op diens plichten ten opzichte van zijn gezin en op de akelige ri sico's die iemand loopt als hij in diverse op zichten onverzekerd door het leven gaat. Lew'is Edson Waterman wist een aardige portefeuille bij elkaar te krijgen en omdat hij zijn pappenheimers kende, en wist dat één vogel in de hand beter is dan tien in de lucht, liet hij nooit los voor hij de handtekeningen onder zijn formulieren had. Daarom droeg hij altijd een flesje inkt, voorzien van een schroefdeksieltje en een penhouder, voorzien van een pen, in zijn jaszakje. Hoe weinig be denktijd zulk een agent een cliënt moet laten, heeft Lewis Edson Waterman op latere leef tijd verduidelijkt door te vertellen dat er wel lieden waren een ellendig soort lieden noemde hij ze voor wie luttele seconden genoeg waren om terug te krabbelen. Die luttele seconden waren nodig om Lewis Ed son Waterman in de gelegenheid te stellen zijn flesje inkt te voorschijn te halen, het dekseltje los te schroeven en de pen in de inkt te dopen. Tegen de tijd dat dit ceremo nieel was volbracht en de verzekeringsagent met zijn beleefdste glimlach had gezegd „tekent U hier, alstublieft," had soms een argwanende of bijzonder besluiteloze cliënt zich nog eens achter het oor gekrabd, ging tegenwerpingen maken en tekende niet. „Ik verwenste zo iemand", zei Lewis Edson Waterman, „en ik verwenste ook mijn flesje inkt en mijn penhouder". Toen er in de New Yorkse boekwinkels vulpennen ver krijgbaar werden gesteld, was verzekerings agent Waterman een der eersten, die een exemplaar kocht, en ook een der eersten, die ondervond dat vulpennen in de tachtiger ja ren van de vorige eeuw nog niet veel zaaks waren. Dat werd zijn ongeluk en geluk tege lijk. Hij diende zich aan bij een bouwonder nemer en was in de wolken toen hij de grootste polis van zijn carrière wist af te sluiten. De bouwondernemer was bereid zich tegen alle mogelijke risico's te dkken en hij sloot nog een levensverzekering af boven dien. Dit laatste was het belangrijkste. Voor Lewis Edson Waterman en zijn maatschap pij. Derhalve kwam hij eerst met zijn levens verzekeringsformulier op de proppen en hij overhandigdedit met zijn vulpen aan de cliënt zonder er het flauwste vermoeden van te hebben dat dit moment het schone en ook wel wat angstige moment waarop hij lispelde „tekent U hier, alstublieft" de grote ommekeer in zijn leven zou inleiden. De vulpen haperde niet. de vulpen was in een overdreven goede bui een kwak inkt vloeide over het formulier en besmeurde een mouw van het colbertjasje van de cliënt. Het formulier was onbruikbaar. „It was ruined and so was the good humor of the contrac tor", verklaarde Lewis Edson Waterman nadien de hele transactie ging niet door en de hevig teleurgestelde agent zou, toen hij geen agent meer was, maar fabrikant, uit eenzetten waarom hij bij die gelegenheid zijn vulpen verwenste en overwoog of hij maar niet beter opnieuw zijn toevlucht zou kunnen nemen tot zijn flesje inkt en zijn ge wone penhouder. Er bestonden reeds in die tijd verschillen de merken vulpennen, vele fabrikanten wa ren in het bezit van een patent. Al deze vul pennen hadden hetzelfde gebrek de inkt vloeide niet regelmatig van reservoir naar penpunt. Soms stokte de toevoer, soms was zij overdadig, soms schreef de vulpen niet, soms lekte zij als een zeef. Lewis Edson Waterman had zich door de reclame laten overrompelen toen hij zich een misbaksel van een vulpen aanschafte, en wie weet wat reclame vermag, weet ook dat zo iets de beste kan overkomen. Zelfs de beste agent van een verzekeringsmaatschappij. Het idee om een pen te laten schrijven zonder haar ieder ogenblik in een flesje of een potje inkt te moeten dompelen, was niet zo gek, datzelfde idee was reeds zo'n 4000 jaar vóór Christus bij de Egyptenaren opge komen toen zij een hol pijpje voorzagen van een puntig stukje koper en in dat pijpje een drabbige vloeistof goten. Er wordt ook wel beweerd dat de Romeinen dit denkbeeld overnamen en een bamboestengel, met een soort inkt gevuld aan het uiteinde spleten om op die manier dikke letters op dik per kament te kunnen zetten. Maar dit zijn mis schien legenden, uitgedacht door fantasten, die weten dat zij geen tegenspraak hebben te duchten van geslachten, reeds duizenden jaren geleden van de aardbol verdwenen. Lew'is Edson Waterman was óók een soort fantast, anders zou hij niet zoveel ver zekeringen hebben kunnen plaatsen, en ver der was hij een knutselaar met belangstel ling voor mechanische dingen. Hij haalde zijn lekkende vulpen uit elkaar en piekerde lang over het brandende vraagstuk hoe kan ik de inkt regelmatig doen vloeien. Hij loste dit vraagstuk op ook, maar hoe hij het oploste, kunnen wij slechts gebrekkig weer geven, want wij hebben van vulpentechniek even weinig verstand en begrip als van iede re andere techniek, een omstandigheid waar mede onze garagehouder doorlopend zijn voordeel doet. Het schijnt met die vulpen een kwestie te zijn geweest van het inbouwen van evenwijdige kanaaltjes in de houder, en van het regelen van de luchtdruk. Lewis Ed son Waterman vond zijn ei van Columbus niet in een vloek en een zucht, hij prutste ruim drie jaar aan zijn vulpen. Een vol houder. In zijn beroep van verzekerings agent en in zijn vrije tijd als hij aan het knutselen was. Hij vond wat hij zocht, een vulpen die niet lekte, en nog altijd sloot hij verzekeringen af, en nog altijd was hij er als de kippen bij om handtekeningen onder de formulieren te krijgen. Maar sommigen van zijn klanten stelden meer belang in zijn prima vulpen dan in zijn polissen en als Lewis Edson Waterman dan vol trots ver klaarde dat hij het ding zelf had gemaakt, werd hem wel eens verzocht er ook een voor de klant te maken. De knutselaar ging al lengs zijn tijd verdelen, soms sloot hij ver zekeringen af, soms maakte hij vulpennen. Zijn fabriek was een tafel, in een keukentje achter een kleine sigarenwinkel op de hoek van Fulton Street en Nassau Street in New York. Op een goede dag gaf hij zijn agentuur er aan en ging alleen nog maar vulpennen fabriceren. Het eerste jaar verkocht hij er tweehonderd. Het tweede jaar nam hij er in zijn eenmansbedrijfje een knechtje bij en plaatst hij zijn eerste kleine advertentie. In 1888 was zijn omzet 9000 stuks, in 1895 iets meer dan 60.000, in 1903 een half millioen. „Waterman" was een werefdmerk ge worden en het is dat gebleven. Niet het enige wereldmerk in deze branche, ook niet het enige goede merk, de concurrentie op dit terrein is zeer hevig en het ene fabrikaat is al beter dan het andere. Alleen reeds in Amerika houden een kleine tweehonderd ondernemingen zich tegenwoordig bezig met de fabricage van vulpennen, en hun ge zamenlijke jaarlijkse produktie zal niet ver van de 50 millioen stuks afliggen. Verder worden ler overal in de wereld vulpennen ge maakt mét garantie en lekvrij. Hoeveel roil- lioenen er alles bij elkaar op de markt komen weet niemand precies en steeds stijgen de omzetten. Ondanks de concurrentie van het nieuwe re schrijfsnufje, de ball-point. Een eigenaardig verschijnsel, maar niet zo eigenaardig als de geschiedenis van „Water man" 's produkt, een geschiedenis die ons van groot belang voorkomt, omdat zij een lesje inhoudt. Lewis Edson Waterman was geen gediplomeerd vakman, hij was eigen lijk helemaal geen vakman. Het bedrijfs kapitaal waarmee hij begon, was misschien tien of twintig dollar, zijn eerste fabrieks pand was een keukentje. Toch stichtte hij een millioenen-buisiness en wist hij zelf nau welijks hoe rijk hij was toen hij dood ging. Als de arbeidsinspectie Lewis Edson Water, man op zijn huid had gezeten, als hij een stel diploma's en een vestigingsvergunning van node had gehad en met zijn vulpen eerst enkele dozijnen formulieren had moeten in vullen voordat hem een officiële weigering om met zijn z.g. fabriek te mogen beginnen, had bereiktja, dan zou de onbekwaam en onbevoegd geachte jongeman zijn heil in het verzekeringsbedrijf hebben moeten blij ven zoeken, en zou er nooit een geweldige „Waterman '-fabriek, waarin tienduizenden een bestaan verdienen, zijn opgebouwd. Dat is de moraal van dit lied. Van dit be paalde lied trouwens niet alken. Het zou wel eens aardig zijn de antecedenten te onder zoeken en te publiceren van de stichters van heel wat zeer grote en zeer bloelende Ne derlandse ondernemingen, nu algemeen be kend en pijlers van onze nationale welvaart, maar met dat al in het leven geroepen door hoogst onbevoegde lieden, die met een krui wagen, een bakfiets, een schuurtje, een ha mer en een nijptang begonnen, maar die, zo onbevoegd als zij waren, hun koeien bij de horens wisten te vatten en hun kans grepen terwijl zij over slechts heel weinig en soms zelfs over in het geheel geen bedrijfskapitaal beschikten. Wij vragen ons wel eens af hoe veel verborgen talent er wordt gesmoord, hoeveel geestdrift en initiatief de domper wordt opgezet, hoeveel vinidingrijkheid nooit tot haar recht kan komen vanwege de voor schriften, de eisen, de bureaucratie. In een maatschappij die zichzelf schijndood oident. Good old Lewis Edson Waterman, Hij leeft sinds lang niet meer, maar zo lang hij leefde, kon hij naar believen zijn vleugels uitslaan, en niemand heeft hem ooit gevraagd waar een verzekeringsagent de brutaliteit vandaan haalde om zich op te werpen als groot-industrieel. P. Kloppers. ABORTUS BANG BESTRIJDING IN ZEELAND. Inwerkingtreding op 1 maart 1957, In het Verordeningenblad Bedrijfsorgani satie van 15 februari is afgekondigd de Verordening bestrijding abortus Bang (Zee land). Krachtens deze verordening is iedere veehouder in de provincie Zeeland, die aan zijn rundveebeslag een rund toevoegt, ver plicht binnen 20 dagen nadien een door een dierenarts te nemen bloedmonster in te zeil den bij de Provinciale Gezondheidsdienst te Goes. Indien dan bij onderzoek van het mon ster blijkt dat een bloedagglutinatie op abortus Bang geen negatieve uitslag op levert, moet het rund binnen tien dagen na verzending van het desbetreffend bericht weer worden afgevoerd. Deze verplichtingen gelden niet als het rund is toegevoegd voorzien van een door een Gezondheidsdienst afgegeven nog gel dige verklaring (abortusvrij of ABR-vrij) of wanneer nog kort geleden een bloedonder zoek met gunstige uitslag heeft plaats ge vonden in dit laatste geval mag de des betreffende verklaring niet ouder zijn dan 20 dagen en moet ze zijn afgegeven door de Provinciale Gezondheidsdienst te Goes. Voorts gelden de verplichtingen niet voor mestvee en voor kalveren. Wil men echter mestvee laten dekken dan .wel kunstmatig laten bevruchten dan moet vooraf een bloed monster worden onderzocht en de uitslag daarvan gunstig zijn. De verordening geldt op de eerste plaats voor degenen die rundvee houden in de uit oefening van een landbouwonderneming. De gestelde regelen zijn echter ook bindend voor alle andere natuurlijke en rechtspersonen die in de provincie Zeeland rundvee houden ©vertreding van de verordening vormt een economisch delict. Deze verordening treedt in werking op 1 maart 1957, doch voorshands alleen voor de eilanden Tholen en Walcheren. VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" Het eerste gedeelte van de oversteekmanoeuvre van deze voetganger verliep uitstekend. Voordat hij de weg begon over te steken, keek hij naar links. Op het midden verzuimde hij echter naar rechts te kijken. De aanrijding viel nogal mee, maar dat was uitsluitend aai} de oplettendheid van dc automobilist te danken. De leer die uit dit geval getrokken moet worden is dusbij het oversteken van een weg niet alleen met het verkeer van links rekening houden, maar ook opletten of er van rechts niets aankomt. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement i Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVERTENTIEPRIJS8 cent per m m. Bij contracten belangrijke reductie. In$* «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleins. Idvertentièn (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1957 | | pagina 1