LIEFDB's NAZOMER
FEUILLETON
door
HENK VAN HEESWIJK.
UIT ONZE OMGEVING
AXEL
P.
(Vervolg van pagina 1)
gerief van het veelvuldig voorkomende oponthoud met
betrekking tot de Rotterdamse of Bosse marktdagen.
Onlangs stierven daardoor onderweg weer zes varkens
tijdens het transport op een warme dag. Spr. hoopt
daarom dat ook het hoefijzerverkeer zal worden ge
handhaafd en spreekt zijn grote vertrouwen uit in de
officiële instantie's in de Wetstraat te Brussel.
PROF. HACCOU AAN HET WOORD.
Het woord werd daarna verleend aan prof Haccöu
die dankbaar is voor de hem gebrachte hulde en ten
dele voor de defacto geleverde critiek, waaronder de
opmerkingen dat in het rapport nog zo weinig is ge
concretiseerd. Dit heeft een bijzondere oorzaak daar
het Nederlandse volk eerst rijp gemaakt moet worden
voor het Deltaplan, waarvan bij de opstelling van dit
rapport nog zeer weinig bekend was. Daarom is er
opzet om zo weinig mogelijk daarover te zeggen in het
spe lgeweest, want er is nu eenmaal nog zo onge
lofelijk weinig concreets aan te wijzen.
Om ten opzichte van het rapport dat een tweeledig
probleem zou scheppen, te concluderen dat er een
verkeerde titel aan werd gegeven, daar het in hoofd
zaak Oost Zeeuwsch-Vlaanderen en het midden be
schouwt, vindt hij nogal enghartig. Spr. beziet het
vraagstuk in de eerste plaats inter Zeeuws, maar ook
als Zeeuwsch-Vlaanderen tegenover overig Nederland.
VASTE OEVERVERBINDING IS
NEDERLANDS BELANG 1
Dit moogt U als er in Den Haag moet worden
aangeklopt zeker niet uit het oog verliezen op dat
woord Nederlands een zwaar accent te laten vallen.
Dat er in het hoofdrapport nagelaten is te kapi
taliseren is in verband met de onzekerheidsfactor licht
te begrijpen. Daarmede heeft men het geheel een dienst
bewezen, omdat men zich nu nimmer op cijfers kan
beroepen.
Spr. wijst er ook op dat geen woord in het rapport
voo:rkomt dat wijst op een tunnel. Dit wilde hij op
zettelijk overlaten aan deskundigen. He kan een brug
maar evengoed een tunnel zijn, die dit alles moet ver
wezenlijken, maar daarvoor moet eerst een onder
zoek worden ingesteld naar de bodemgesteldheid,
waarover ook zijn collega prof. Thijssen nog niets
kon mededelen. Spr. betoogde met zijn veronderstel
lingen en berekeningen zich aan de veilige (minimum)
kant te hebben gehouden. Hierdoor wordt het beeld
niet geflatteerd.
Overigens is dit rapport niet verouderd. Wij zijn
nog 14 jaar af van 1970. Maar rekent U gerust op
het jaar 2000. En wie zal zeggen dat dan niet alle
tegenwoordige tunnels te klein en de wegen allen te
smal zullen zijn gelet op de steeds zwaarder wordende
eisen van het verkeer
Uw prognose strekt dus verder, besloot hij, maar
mijn prognose, is een waarschuwing, hoe het zeker
worden zal I
De Commissaris der Koningin dankte nog voor het
nagestreefde tempo zowel voor de Kamer van Koop
handel als door prof. Haccöu.
De veren tot de hoogst mogelijke frequentie op
voeren is voor het ogenblik het eerst nodige en spr.
dankte de vergadering dat zij heeft aangevoeld dat het
Zeeuwse belang hier niet los te maken is van het
nationale (Nederlandse) belang. Deze zaak leent zich
nog niet om in details te vervallen en moet eerst nog
worden overwogen. Spr. gaf daarop de leiding terug
aan ir. Horstmann als voorzitter der initatief-nemende
Kamer van Koophandel.
Ir. Horstmann dankte de Commissaris voor zijn
leiding en de medewerking van Ged. Staten. Deze ver
gadering gold als de eerste, maar zal niet de laatste
zijn. Moge als „conditio sine qua non" uit de veel
heid van meningen en gedachten de eenheid groeien
en waar regeren vooruitzien betekent, hier een nieuwe
bijdrage worden geleverd in het belang der minder
ontwikkelde gebieding door verlossing uit het isole
ment. (Algemene bijval en sluiting).
De vergadering die ongeveer een kleine 200 be
zoekers telde werd nog gevolgd door een pers
conferentie, die ongeveer drie kwartier duurde.
Ged. Staten achten de kwestie der vaste oever-'
verbinding van de hoogste urgentie. Een snelle be
slissing in dit vraagstuk zal zodanig dienen te zijn
dat zowel Zeeuwsch-Vlaanderen als ons gehele vader
land hier tot in lengte van dagen mee gediend zullen
zijn.
11)
„Alle jongens zijn niet hetzelfde, meneer.
„Gelukkig niet. Stel je voorApropos, juffrouw
de Leeuw, wanneer zoudt u kunnen beginnen
„O, als het moet Maandag, meqeer."
„Wat verdiende u in die boekhandel
„Tachtig gulden in de maand.
Dat was ongeveer het bedrag, dat Tom ook in zijn
hoofd had gehad. Dat was tenminste een redelijk be
drag. Die eerste griet had honderd vijf en twintig ge
vraagd. In geen honderd vijf en twintig jaar. Maar
zaken zijn zaken en daarom zei Tom op besliste toon
„U kunt hier beginnen voor vijf en zeventig gulden.
Als u uw werk accuraat doet, krijgt u natuurlijk op
gezette tijden verhoging.. Iets andershebt u een
beetje verstand van administratie?"
„Ik heb ulo-diploma, meneer, en ik kan ook typen.
','tNou, dat is al heel wat. Juffrouw de Leeuw
„Zegt u maar Annie, meneer."
„Wel, Annie dan. Je staat me wel aan. Maar
veel verstand van de artikelen, die wij in de winkel
verkopen, zul je wel niet hebben, denk ik.
Ze schudde haar hoofd. „Nee, meneer, maar het
is te leren, nietwaar?"
„Juist, jij lijkt me wel uit het goede hout ge
sneden. Kom Maandag dan maar. De winkel is open
van half negen tot zes uur. In de middag kun je
anderhalf uur naar huis gaan. Woensdagsmiddags
vrij. Dat wil zeggen na één uur. Je zult met alleen
de klanten moeten helpen, maar ook hier in et
kantoor een beetje administratief werk moeten ver-
SPAARFONDS „O. O."
Vrijdagavond trad in „Het Centrum" het ensemble
van Berry Kievits en Gerard Walden op met een
waarlijk grootse en grootsteedse muzikale show en
revue onder de titel „Uitverkoop" en waaraan bijna
een twintigtal artisten medewerkten.
Groot was weer de belangstelling voor dit eerste
van de traditionele drie seizoen-evenementen die deze
avonden sedert het bestaan van „O. 6 O." vormen.
Na het bondige openingswoord van voorzitter Adr.
van Gink werd direct met de „uitverkoop" gestart,
waarbij het reeds zo vaak hier opgetreden trio.Berry
Kievits, Gerard Walden en Harry Boda op enigszins
spectaculaire wijze debuteerde, terwijl het muzikale
ensemble op de achtergrond de distributie der laatste
koopjes met melodieuze accenten onderstreepte.
Vlot en aan de lopende band werd daarop het één
na het andere succesnummer voor het voetlicht ge
bracht in een nimmer geëvenaard tempo. Dansen,
sketches, operette- of opera-aria's of -duetten met
fantastische show-tonelen, die ons de exotische pracht
van Capri of Hawaii voor het oog toverden, wisselden
elkaar af in grote variatie en verscheidenheid. Zodat
het publiek geboeid en in stijgende aandacht gevangen
bleef. Met een show .waaraan vrijwel alle artisten
medewerkten en die ons met de wilde czardas in de
Hongaarse poesta's „bij de zigeuners" verplaatste werd
het eerste deel op grandioze wijze afgesloten.
Het orkest-ensemble onder leiding van André van
Wattingen droeg de ganse avond door het hare bij
tot de onmisbare effecten in klanken en melodieën, die
de bijzondere sfeer met de handeling moeten illustreren.
Wij mogen de technische leiding en enscenering van
deze revue wel complimenteren met haar artistieke
opvatting, die in zo velerlei opzicht tot uiting kwam
en die het publiek af entoe in vervoering bracht en
langdurige bijval uitlokte.
Onder allerlei fantastische belichtingskleuren en
-effecten werd aan tal van nummers de vereiste furore
bijgebracht, die na de avond van bonte afwisseling,
gekruid door de humor van een half dozijn dolle en
geestige sketches en bijzondere individuele prestatie s
in dans en geimiteerde solozang ten slotte een dubbele
climax vond in de nummers „Sprookjespracht en
Bloemenweelde" en de finale aan het einde voor
stellende „De welvaart van Nederland". Dit was
waarlijk kunst met een grote K.
De zeggingskracht in dit slotnummer demonstreerde
eens te meer de veelzijdigheid der artistieke gaven van
een Berry Kievits onmiskenbaar.
Deze finale was één fonkeling en pracht vol van
rhytme en beweging, waaraan wel bijzonderlijk de
belichtingseffecten het hunne bijdroegen, doordat zij
de ganse zaal omtoverden tot een feeëriek sprookjes-
paleis, waarin kristallen schittering domineerde en
die ons in hun kleurrijkdom en lichtglans als in een
toverland verplaatsten.
Onnodig te zeggen dat het slotwoord van praeses
van Gink tot de artisten bij het einde als uit aller
hart gegrepen was en ook nu het „tot weerziens in
1957" weer niet nableef, met de opwekking tot toe
treding als lid van „O. 6 O." voor zover de mogelijk
heid zulks nog toelaat.
De onafscheidelijke toegift „bal na deed deze ont
spanningsavond dan nog voortduren tot in de kleine
uurtjes.
richten. En dan natuurlijk de winkel stofvrij houden.
Voor het ruwe werk is ei een werkster. Heb je een
beetje verstand van etaleren
„Och, dat zal op den duur ook wel gaan, dacht ik."
Tom knikte. „Best. Voorlopig een maand op proef.
Daarna zullen we wel weer zien. Er is hier ook nog
een knecht, maar wij beiden zullen onze handen wel
thuis houden. Oké
Ze drukte de uitgestoken hand. „Dank u wel,
meneer. Ik ben er Maandag om half negen.
Die avond vertelde Tom aan zijn kinderen, dat een
zekere Annie de Leeuw uit de nieuwe wijk Maandag
zou beginnen als winkeljuffrouw. Herman keek even
op van zijn schoolwerk .waarmee hij bezig was en
ging toen verder. Maar Greet zei „Ans O, die
ken ik wel .Is verleden jaar hier komen wonen. Ze is
bij ons op de meisjesvereniging. Een leuk kind, paps,
een grapjas eerste klas. Ik dacht, dat ze in de stad
in een boekwinkel werkte.
„Dat was zo. Maandag werkt ze hier, antwoordde
Tom droogjes, terwijl hij van terzijde naar zijn zoon
keek. Diens passiviteit stond hem niet bijster aan. In
hem sluimerden dezelfde krachten, die hij in Elly,
zijn vrouw had ontdekt. Alleenze sluimerden nog.
„DETECTIVE STORY".
Nieuw Nederlands Toneelgezelschap trok
uitverkochte zaal.
Unieke première der Z.V.U. in Zeeland.
Een vrijwel tot de laatste plaats bezet „Centrum"
was Maandagavond getuige van de opvoering van
dit Amerikaanse toneelspel in drie bedrijven. Dit met
meesterlijk talent geschreven dramatisch gebeuren is
een geestesproduct van de auteur Sidney Kingsly.
Het speelde zich af op een recherche-afdeling van
een der New Yorkse politiebureaux. Als zodanig was
het een uitzonderlijke inzet van het nieuwe toneel
seizoen onder auspiciën der Z.V.U.. Tevens was dit
stuk met zijn internationale reputatie een provinciale
première.
De plaats der op één en dezelfde avond zich af
spelende dramatische verwikkelingen is het hoofd
bureau dezer onverschrokken en koelbloedige mannen
wier operatie-toneel in de New Yorkse onderwereld
ligt. Hun broep heeft hen immuun gemaakt voor elke
zweem van sentimentaliteit ,als gevolg van de dage
lijkse omgang en ervaringen met allerlei ongure ele
menten uit dit milieu, waar immers moord en doodslag
aan de orde zijn.
Maar toch openbaren zich bij elk dezer keiharde en
onverzoenlijke dienaren van wet en maatschappelijke
orde vaak sterk afwijkende karakter-eigenschappen.
Niet alle „gevallen" zijn immers analoog. Kleine ver
grijpen als diefstal van een tasje door een excentrieke
kleptomane of van een ten gevolge van de oorlog
ontspoorde jongeman, die geld verduisterde van zijn
werkgever, ten einde in relatie te kunnen blijven met
een veeleisend meisje waar hij zielsveel van hield, tel
len ternauwernood mee in deze wereld van misdaad
en zedelijke verwording. Het zijn echter deze kleinere
delicten, die in staat zijn verschillende reacties te
verwekken. Deze leiden vaak tot ontroerende blijken
van medegevoel.
Op dit bureau botsen deze impulsen vaak tegen de
meedogenloze plichtsopvattingen van rechercheurMc
Leod, die geleerd door de ervaring van een bittere
jeugd op onverbiddelijke wijze vasthoudt aan letter
en geest van de Wet, die hem in elke delinquent een
„misdadiger" doet zien. Zijn superieuren en collega's
wijzen hem in zijn koude en overdreven dienstijver op
zijn vaak onmenselijk harde eigenschappen. Maar deze
zijn in de loop der jaren uitgegroeid tot een onver
klaarbare haat tegen alles wat volgens hem naar
„misdaad" riekt.
In dit stuk waarin niet minder dan 32 rollen ver
vuld werden, defileren even zovele karakters en fi
guren voor ons oog, die een typering en verscheiden
heid tot uitbeelding brachten, die de vele honderden
toneelliefhebbers in stijgende aandacht geboeid hielden.
Een laag sujet, die fortuin heeft verkregen door het
plegen van kwalijk te noemen handelingen met vrou
wen die door omstandigheden het slachtoffer werden
van verhoudingen met mannen, is eindelijk de prooi
geworden waarop McLeod sinds lang loerde.
Wanneer het in het ziekenhuis opgenomen slacht
offer, die het bewijs had kunnen leveren, sterft ten
gevolge van de op -haar gepleegde strafbare daad,
ontglipt deze aterling op het critieke moment aan de
speurzin van de ijverzuchtige rechercheur en deze
staat nu machteloos.
De zich voor dokter uitgevende fielt, die zich boven
dien gedekt weet vanwege de door hem ingeroepen
rechtskundige bijstand tart en irriteert hem zodanig
dat hij in een privé-onderhoud zich aan hem ver
grijpt en op zijn bureau „knock out" slaat. Opname
in het ziekenhuis volgt, doch onderwijl de bewusteloos
heid voorwendende schurk in het bijzijn van de tussen
beide gekomen politiechef een paar namen noemt, no
teert deze die en neemt zich voor direct een intens
onderzoek in te laten stellen naar vroeger gepleegde
obscure handelingen. Het persoonlijk leven van het
echtpaar McLeod is hierbij betrokken.
Intussen spelen zich op het bureau gedurig andere
verwikkelingen af waarbij de staalharde rechercheur
telkens in botsing komt met de opvattingen van zijn
superieuren en naaste medewerkers, die niet stroken
met de zijne. Edelmoedigheid is een in zijn vocabulaire
niet voorkomend woord. Captain Monoghan zet zijn
onderzoek voort en dit leidt tot het ontbieden van
mrs. McLeod.
Tragisch is de thans spoedig volgende ontknoping.
Ook de vrouw van de rechercheur blijkt voor haar
huwelijk gebruik te hebben gemaakt van de „diensten
van de gefingeerde „dokter".
De nu volgende scène s voeren de spanning tot een
uiterste climax op. Wreed is de ontnuchtering van
de nauwgezette politieman die deze smaad niet kan
verduwen. Nochtans blijft hij blind voor een beter in
zicht van de gebreken van een „nieuwe generatie
maar meer en meer brengt de knagende stem van een
verontrust geweten hem in verwarring. In vertwijfe
ling constateert hij „Ik verzuip in mijn eigen rotzooi".
Dramatisch in dit stuk zijn de herhaalde ontmoe
tingen met zijn vrouw, maar het bezoek van de ad
vocaat, die hem ten diepste kwetst geeft de doorslag.
Op -het punt haar vergiffenis te geven komt zijn ver
starde gevoel weer boven en nu is de breuk onher
stelbaar. Zijn vrouw is voor hem verloren.
Nog dramatischer is de situatie op het bureau als
een door de wol geverfde schurk even later een re
volver weet te bemachtigen en schoon geboeid deze
leeg schiet op de beklagenswaardige, al te dienst-
ijverige rechercheur, die in zijn laatste ogenblikken nog
tot beter inzicht komt en deels te laat vergiffenis
schenkt en goed maakt waarin hij dreigde te falen.
Een ware ovatie volgde na het laatste bedrijf en
meermalen moest gehaald worden toen de artisten nog
eens voor het voetlicht verschenen.
Een woord van bijzondere lof aan de knappe regie
van Edward Deleu, maar bovenal voor het eminente
spel van Guus Hermus en zijn talrijke vrouwelijke
zowel als mannelijke mede-artisten.
Een Z.V.U.-avond om niet licht te vergeten
BENOEMINGEN EN MUTATIES.
Uit bevoegde bron vernemen wij dat de heer L.
Schieman, alhier, door de Ned. Heide Maatschappij is
benoemd tot hoofdwerktuigkundige. Als zodanig zal hij
worden te werk gesteld bij ontginningswerkzaamheden
in Noord-Rhodesia. De heer Schieman hoopt reeds zeer
binnenkort daarheen te vertrekken. Deze ontginnings-
arbeid in Noord-Rhodesia zal plm. 3 jaar duren.
Op de afdeling Burgerlijke Stand en Bevolking ter
secretarie te Voorburg is benoemd mej. J. A. W.
Maris, die als zodanig ter gemeente-secretarie alhier
werkzaam is.
Mej. C. Pot, schrijfster le klas bij het gemeentelijk
gasbedrijf werd bevorderd tot adjunct-commies.
Tot vakonderwijzeres nuttige handwerken aan de
R.K. Lagere School alhier werd benoemd, mej. A.
L. S. Fermont, alhier.
Onze stadgenote mej. A. Rammeloo werkzaam ten
stadhuize te Hulst werd eveneens bevorderd tot ad
junct-commies.
ISRAËL.
Het gebeurt niet dagelijks, dat iemand met kers
verse indrukken uit Israël in Axel komt.
Israël op het knooppunt van actualiteiten, waar el
kaar ontmoeten Oost en West zg. communistische
en zg. kapitalistische sferen Azië, Europa en Afrika,
culturen met kenmerken van het christendom en van
het Mohammedanisme. En bovenalwaar woestijnen
bloeien en petroleum de gewetens bezweemt, daar
ontmoeten elkaar de allerjongste wereldpolitiek en de
alleroudste Godspraken. Het is hiervoer dat Ds. S. P.
Tabaksblatt Woensdagavond zijn ervaringen en in
drukken vertelt in het Torenlokaal der Ned. Herv.
Kerk, op welke bijeenkomst ieder welkom is.
Des middags spreekt Ds. Tabaksblatt hierover in de
bejaarden-sociëteit.
Hoofdstuk 5.
HERMAN HEEFT PLANNEN.
Ans de Leeuw werkte een maand bij Tom Boom
bergen en gedurende die vier weken constateerde hij
met voldoening, dat het meisje voor dat werk geknipt
was. Ze was beleefd en voorkomend tegen de klanten
en toonde zelfs voor de lastigste dames een onuit
puttelijke geduld. En toen de proeefmaand verstreken
was, feliciteerde Tom zichzelf met dit meisje, ze was
een lot uït de loterij. De winkel zag er kéurig uit, de
finesses van het vak had het meisje al spoedig onder
de knie ze noteerde iedere opdracht secuur. Toen
hij haar voor de eerste maal haar maandsalaris over
handigde, keek hij het meisje lachend aan en zei
„Wat denk je, Ans, zullen we er nog maar een
maandje aan vastknopen 7"
„Nou, meneer, liever meer dan één maand.'
„Heb je nogal schik hier 7"
Ze knikte. „En of. Ik vind deze branche veel in
teressanter. Leuk werk om mee te helpen zoeken
naar een geschikte lampekap. En om een radiotoestel
te demonstreren. Heel wat anders dan die dooie
boeken."
„Wel, dan zullen we maar zeggen, dat we allebei
tevreden zijn."
„Ben ik voor vast aangenomen, meneer?"
Hij knikte. „Ja, hoor. Je hebt je deze maand uit
stekend van je zaak gekweten. Als je zo door blijft
gaan, heb ik geen reden om te mopperen.'
De week daarop zei het meisje, terwijl ze beiden
in het kantoortje zaten te werken „Meneer Boom
berger, waarom gaat u eigenlijk geen gramofoon-
iplaten verkopen 7"
Hij draaide zich half om naar het meisje. „Gramo-
foonplaten Waarom 7"
„Wel, ik dach't, dat hoort zo'n beetje bij het vak.
Als u een radio verkoopt met pick-up, moet u feitelijk
ook platen hebben. Een paar klanten hebben mij al
eens gevraagd, of we geen platen verkopen.
Tom dacht na. Het idee was niet gek. Maar zelf
had hij niet in het minst verstand van muziek. Sedert
de dood van Elly had het grote radiotoestel in de
kamer gezwegen en als er al eens muziek in huis was,
dan kwam het uit de werkplaats, als Joop een ge
repareerd toestel probeerde, of uit de winkel, als voor
een klant een nieuw toestel werd gedemonstreerd.
„Tja, er zit wel wat in. Maar je moet er ook
verstand van hebben.
„O, dat leert een mens wel. Je hebt klassiek, opera
en operette, pianoconcerten, jazz, andere dansmuziek,
orgelplaten, zanger is van alles. En tegenwoor
dig, met die langspeelplaten, kun je een halve opera
op twee kanten van één plaat horen."
„Ik zal er eens over nadenken," zei Tom. „En als
ik het vergeet, herinner je me er maar aan."
Enkele dagen later zei Ans „Meneer, de lampe-
kappen, die u in de winkel hebt, zijn een tikkie ouder
wets, weet u dat 7"
Tom keek geïnteresseerd op. „Ouderwets Hoe
kan dat nu De meeste zijn vorig jaar pas gekocht
Het meisje glimlachte. De mode duurt tegenwoor
dig niet zo lang meer. Kijkt u nooit eens bij uw
collega's in de stad 7"
„Kind, ik kom nooit in de stad."
„Het kan mij natuurlijk minder schelen, maar u
moet toch een beetje met de mode meegaan. Als er
nieuwe radiotoestellen uit zijn, koopt u ze ook direct".
Hij knikte. „Je zult wel gelijk hebben. Blijf me
er aan herinneren, als ik het soms mocht vergeten."
Die avond, na sluitingstijd, liep hij nog even de
winkel door en bekeek de lampekappen. De laatste
tijd had. hij practisch niets ingekocht. Tot kort voor
haar dood was het Elly steeds geweest, die de in
kopen verzorgde. Nadien waren er wel een paar ver
tegenwoordigers geweest, maar op die momenten was
hij niet thuis.Enlaterwaren ze niet meer terug ge
komen.
Het werd nu wel tijd, dat er weer eens wat nieuws
werd aangeschaft. De voorraden begonnen te slinken.
Ook de schemerlampjes moesten aangevuld worden.
En dan was er nog het idee van Ans om gramofoon-
platen te gaan verkopen. Gek was het niet. Als hij
een paar maal adverteerde, zou hij wel kopers krijgen.
Met een beetje goeie pick-up zou hij de platen in de
winkel kunnen voorspelen.
(Wordt vervolgd)