AXELSE COURANT 200 Jaar geleden werd Bilderdijk geboren. Meer dan 57 eeuwen goochelkunst IV-, j. C.ViNK 'rankering bij abonnement, Axel ZATERDAG 8 SEPTEMBER 1956 70e Jaargang No. 95 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Til. 0 115s 646 HoofdredactieJ. C. VINK „„„.iop*0" Ideaal voor ieder die brieven schrijft! FIRMA Markt 12 AXEL. \>a WKi Bilderdijk Die naam zegt ons weinig meer. In verscheidene steden is een Bilderrdijkstraat. We weten dat hij een dichter was. Maar méér nog dan de dichter was de mens Bilderdijk een aparte, eenzame, maar grootse figuur. De jonge Willem Bilderdijk was pas zes par oud toen hij bij het spelen een wond kreeg aan zijn grote teen. Die ogenschijnlijk onbetekenende wond, zou zijn leven ver- onderen. Want tien jaren lang heeft deze levendige jongen op zijn kamer moeten door- krengen, zijn voet op een kussen. Zijn enige afleiding was lezen, lezen en nog eens lezen Misschien is dat wel mede oorzaak geweest van de zware hoofdpijnen, waarmee hij op latere leeftijd te kampen had. Zijn vader, die belastinginspecteur was, aam de jongen op kantoor, maarhij kon zijn kersens niet dwingen tot het saaie boek- loudwerk,Natuurlijk dichtte hij, dat deed iedereen in die dagen, en hij was achttien jaar oud, toen hij een gouden medaille kreeg voor een gedicht, met de hoogdravende titel .Invloed van de Dichtkunst op het Staats bestuur", dat hij voor een prijsvraag had in gestuurd. Later ging hij rechten studeren en slaagde al spoedig voor zijn doctoraal examen. Maar niet alleen in dit vak blonk hij uit, kij was een all-round geleerde en beheerste tientallen vakken. Voor een man met zulke grote gaven was een schitterende toekomst weggelegd, Maar Bilderdijk stond zichzelf in de weg. J In de contramine. Bilderdijk was een eigenwijs mens. Nu keeft de wereld eigenwijze mensen nodig. Zonder zulke mensen zouden we nu nog niet beter weten of de aarde was een pannekoek. Maar die mensen hebben het vaak erg moei lijk, ze wekken tegenstand. Ze maken zich vijanden. Bilderdijk was daar het levend voorbeeld van. Hij wierp zich (natuurlijk) in de felle Strijd tussen patriotten en prinstgezinden. Hij verdedigde de Rotterdamse visvrouw Kaat Mossel, die het gewaagd had „Oranje bovente roepen, en zijn trouw aan het Oranjehuis was oorzaak dat hij verbannen werd. Eerst in Londen en later in Brunswijk heeft hij met lesgeven de kost verdiend, aaar in 1806 mocht hij weer terugkeren in bet koninkrijk Holland. Hoogdravend, maar uochthans ontroerend, was het gedicht, dat .ij schreef toen hij eindelijk weer de Hol landse bodem betrad. Merkwaardig is ook, lat deze felle Orajeklant leermeester werd van Lodewijk Napoleon, de .lamme koning Onder diens bewind en becherming leefde lij vrijwel zonder zorgen. Maar toen diens broeder Napoleon, Ne derland bij Frankrijk inlijfde, was het ge daan met de rust. Toen ontwaakte in Bil derdijk wéér de felle nationalist, de vechter. Hij had het voortdurend met zijn tijdgenoten aan de stok, met de brave, zelfingenomen Hollander van die dagen. Dit vat vol tegenstrijdigheden, deze man die zo hartstochtelijk leefde en wiens ge dichten vol staan van de dood, deze felle Oranjeklant die een vriend was van een Bo naparte, deze man die zelf vaak meer rijmde dan dichtte en toch te keer ging tegen de rijmelaars van zijn tijd, ,(o.a. de sentimentele Rhijnvis Feith met zijn kerkhof poëzie) boog voor geen mens het trotse, eigenzin nige hoofd, maar wel voor God. Dat is de jouden draad die door dit verwarde leven loopt En hij was het,, die: de kinderlijke bede neerschreef Ik zie op U met kinderlijk ontzag, Met Christenhoop, noch lauw, noch (ongeduldig. Ach, leer Gij mij h'etgeen ik bidden (mag, Bid zèf ln mij, zo ig mi)n kee (onschuldig. Ziener. Bilderdijk was een mens en niets mense lijks was hem vreemd. Zijn beginselstrijd vertoont a de sporen van menselijke eigen- gereidheid. Hij was ook niet vrij van ijdel- keid en beroemde zich er op dat hij afstamde van het oude geslacht Teisterbant, hij noemde zich dan ook „Hieer van Teister- ibant". Zijn huiselijk leven was aanvankelijk Verre van gelukkig. Hij t rouwde een vrouw precies als hij zelf, en die twee naturen botsten. Hij scheidde van haar en huwde Catherina Sschweikhardt, een begaafde, lieve, zachtmoedige vrouw, die hij als leer linge in zijn Londense periode had leren kennen en J e de wonderlijke, sonrijds ge niale echtgenoot Sn hem tot ontzaggelijke steun is geweest. Zijn innige vaderlandse liefde heft hij geleid in de donkerste dagen, toen Napo leon overal triomfeerde en er voor Neder land geen hoop meer scheen. Toen (1811) stond Bilderdijk in de zaal van Felix Meritis te Amsterdam en droeg zijn gedicht „Afscheid" voor. Spotters maakten er grapjes over, dat deze man sprak als een stervende, terwijl later bleek, dat hij nog twintig jaar te lev enhad Maar in die jaren waarin Nederland opnieuw de onder drukking ondervond, in de jaren van de Duitse bezetting, zijn het de woorden uit zijn ..Afscheid" gefeest, die menigeen met nieuwe hoop en vertrouwen hebben bezield. Ach, de dagen onzer plagen, Lieve broeders gaan voorbij. Uit dit duister rijst de luister Van een nieuwe heerschappij. Wat verschijne, wat verdwijne, 't Hangt niet aan een los geval, In 't verleden ligt het heden, In het nu, wat worden zal. Of de kronen luister tonen, Volken, Staten, bloeiend staan. Langer stonde duurt hun ronde, Maar hun avond spoedt toch aan. Ja zij zullen zich vervullen, Deze tijden van geluk. Dees ellenden gaan volenden, En verpletterd wordt het juk. Holland leeft weer, Holland streeft weer, Met zijn afgelegde vlag. Door de boorden van het Noorden, Naar de ongeboren dag Holland groeit weer Holland bloeit weer Holland's naam is weer hersteld Holland, uit het stof verrezen. Zal opnieuw óns Holland wezen Stervend heb ik 't U gemeld L. K. (Nadruk verboden,.) VOORLICHTING VAN „VEILIG VERKEER" Op de rijbaan mogen geen fietsen geplaatst worden. Als iemand er tegenaan stoot of de wind een beetje speels gaat doen, vormen ze een gevaarlijk obstakel. Dit gedt natuur lijk ook voor bromfietsen. Het is misschien wel erg gemakkelijk om .voor „dat ene ogenblikje maar" uw fiets of bromfiets door een stevige stoeprand te laten schragen, maar de verkeersveiligheid gaat voor DE WERELD WIL BEDROGEN ZIJN In het jaar 3753 voor Christus vertelt een Egyptenaar, hoe een landgenoot, de to venaar Tchatcha-em-ankh, iemands hoofd kon afhakken (dat konden er meer), en daarna dat hoofd weer op zijn oude plaats kon bevestigen (en dat konden er en kunnen ook nu— maar weinigen). Meer dan 57 eeuwen geleden begon de geschiedenis der „moderne" goochelkunst. De geschiedenis der goochelkunst is al lesbehalve in een ommedraai te vertellen. De talrijke interessante bijzonderheden, ja de volop wetenschappelijke uiteenzettingen zou den een geheel nummer en meer van ons blad kunnen vullen. En.a ls wij plaatsruimte ge noeg hadden zij zouden het vermelden ze ker waard zijn. Sommige liefhebbers bezit ten biblotheken, die duizenden boeken over magie en aanverwante onderwerpen bevat ten en die voor tienduizenden guldens ver zekerd zijn. Als wij thans iets over de ge schiedenis van de illusiekunst willen vermel den, kunnen wij slechts een willekeurige greep doen in de rijkdom aan gegevens, die te onzer beschikking staan. Religieuze goocheltrucs. In de oudheid was de magische kunst nauw verwant aan de religie en de klassieke lan den van de magische astrologie waren Egyp te en Babylonië. Alle kennis van de toen bestaande wetenschappen werd door de priesters gebruikt om in de tempels boven natuurlijke effecten te bereiken miraculeuze processies van godheden, imitaties van don der in onderaardse gewelven, wenende en „bloedende" godenbeelden. De oudste ge schiedenis, die wij hierover kennen staat be schreven op de reeds genoemde papyrus uit de tijd van koning Chufu en vermeld; hoe een zekere Tchacha-em—ankh een afgehakt hoofd weer op zijn natuurlijke plaats kon bevestigen, (of het slachtoffer daarna bleef leven staat er niet bij Onlangs kwam ons een prent in handen, waarop het „vanzelf" open en dicht gaan van een tempeldeur staat afgebeeld bij het opengaan vertoont zich in de ruimte achter de tempeldeur een godenbeeld. Dit geschied de door verhitting (h?t vuur op de offer plaat) van de lucht in ketels en buizen en door een ingewikkeld systeem van assen, katrollen en gewichten. Tot in de 15e en 16e eeuw bleef het tove ren en goochelen een grove misleiding, waar aan alle verfijndheid vreemd was. Duizend '„kunstenaars, kwakzalvers en charlatans reisden de kastelen der edelen, de steden der burgers en de dorpen der boeren af, vorm den een soort gilde op zichzelf" en hielden alle „vakgeheimen" streng voor zich. Zwarte kunst. Benvenuto Cellini verhaalt in zijn auto biografie over een merkwaardige ontmoe ting met een siciliaanse monnik-magiër te Rome. Met deze „zwarte-kunstenaar" be gaf Cellini zich te middernacht naar de ru ines van het Colosseum. De monnik trok een magische cirkel op de grond, stak eer. hoe veelheid wierook aan en dadeliik daarop verschenen in de rook verschillende spoken, -geesten en demonen. De schrik van Ben venuto was gewéldig en hij twijfelde niet aan de echtheid van deze manifestaties. Vanzelfsprekend had de listige monnik hier of daar een handlanger verborgen, die met een gebogen spiegel of z.g. „magische lan taarn" werkte. Deze wierp dan op de manier van een toverlantaarn beelden op en in de rook. (Nog in de dagen van de Franse re volutie verwekte een Belg een ware sensatie met een dergelijk nummer in het parijse pa viljoen de „Echiqier". In die middeleeuwen der goochelkunst maakten ook de z.g. „watertrucs" grote op gang, Een der bekendste waterkunstenaars was een zekere Floriand Marchand, een 17e eeuwse magiër en illusionist, die na een slok zuiver water in de mond genomen te heb ben deze in drie kleuren deed terug komen, en dat tegelijkertijd En op die wijze kon hij wel twintig kleuren en ook dranken, (die men mocht proeven) produceren. „Als een fontein opende zich zijn mond" DE VERPLICHTE NOTARIËLE AKTE BIJ TRANSPORTEN VAN ONROEREND GOED. Op 15 Augustus j.l, is in werking getreden een wijziging in het Burgerlijk Wetboek, waarbij een eind is gekomen aan een jaren lang gevoerde strijd voor een juiste waar dering van het notariaat. Hoewel terwille van de rechtszekerheid tin Nederland het notariaat was ingesteld, was het toch zo, dat de Overheid dit door haarzelf in het leven geroepen instituut, niet voldoende steun gaf. Was hierin bij de invoering van de prijsbeheersing van onroerende goederen al enige verbetering gekomen, thans ligt wette lijk vast, dat alleen nog de notarissen be voegd zijn tot het opmaken van koopakten van onroerend goed en alles wat daarmee samenhanhagt. Tot nu toe kon iedereen zich daarmee bezig houden, thans is daaraan in zover een eind gemaakt, dat alleen nog de personen, die dit de laatste jaren hebben ge daan, dit mogen blijven doen, mits zij zich onder toezicht stellen van een daartoe aan gewezen college. Bovendien is opvolging slechts zeer beperkt mogelijk, zodat na ver loop van deze overgangstijd alleen nog de notarissen koopakten zullen mogen maken. Hiermee heeft de wetgever een belangrijke bijdragegegeven aan de versteviging van de rechtszekerheid. Dat het publiek hiervan alleen maar baat kan hebben, behoeft geen betoog, daar genoemde personen vanzelf sprekend hun bemiddeling alleen kunnen verlenen voor het opmaken van een onder handse akte en het verschil in bewijskracht tussen onderhandse en notariële akten vol ledig blijft bestaan. schreef men in die dagen. Eerst in de 19e eeuw verkreeg de goo chelkunst een zekere waardigheid. Toen verschenen ook de grote namen van de ma gische illusionisten Edmond de Grisy, Pi- netti, Cagliostro, Robert-Houdin. De 20e eeuw vertoont specialisering in alle onder delen de een specialiseert zich in kaarten, een tweede in geldstukken, een derde werkt Voornamelijk met touwtrucs, (deze groe pen behoren dan tot de echte goochelaars, jde behendigheidsmeftsen, de „vingervlug gen"), een vierde met zeer ingewikkelde en wetenschappelijke apparaten, (de z.g. illu sionisten). Moderne goochel-wetenschap. Het heeft er geruime tijd op geleken, of deze laatsten, deze „illusionisten., in onze tijd in de goochelkunst de overhand zou den. krijgen. Er was en er jis een ware illusie-wetenschap ontstaan, waarvoor men op zichzelf respect kan hebben. Reusach tige toestellen en gecompliceerde machine rieën werden er gebouwd, gespecialiseerde industrieën wierpen zich op de vervaardi ging van deze apparaten. De moderne ma giërs kwamen met levensgrote ballonnen op het toneel, waarin voor de ogen van het publiek tien en meer mensen verdwenen. Bij al het goochelen blijft het een bij- de-neus nemerij, maar hier zat het geheim al te dui- dlijk in onzichtbare kleppen, dubbele bodems ingenieus aangebrachte kabels en wat al niet. Zo min als de grote man iets begrijpt van atoom-splitsing of een radar-apparaat, zo weinig begreep men ook van de illusio nisten uitvindingen. Alles was heel kunstig en knap uitgedacht en uitgevonden. Inder daad, maar in het toestel zat hem toch de kneep, dat voelde het publiek maar al te duidelijk. Daardoor komt men tegenwoordig ook langzamerhand weer terug op de „ech te" goochelaars, die artisten, die in plaats van hun toestel te laten werken, zelf iets doen. Hoe dan ook al deze „tovenaars' staan onder de heerschappij van de „Virgula Di- vina" (toverstaf) of, om met de Egypte- naren te spreken de ur hekau. In alle talen ter Wereld kan men de woor den goochelen, goochelaar, toveren en to venaar tegenkomen, of 't nu Sanskriet, Ja pans, Creools of Hindoestans is.... Een be wijs te meer dat er ook in de oudste tijden en overal gegoocheld werd Okos Bokos was een Italiaans duizend kunstenaar en aan hem danken wij de popu laire toverformule „H'ocus pocus", waar mee wij dan de veelheid der nog te vermel den intereaëanlte bijzonderheden ten spijt, dan maar willen eindigen. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement Axel binnen de kom f1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bij contracten belangrijke reductie, «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Klein,» ïdvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1956 | | pagina 1