AXELSE COURANT ONZE NIEUWE GULDEN. Operatie H2O. U« mER j. n. VINK Frankering bi) abonnement. Axel Woensdag 29 augustus 1956 70e Jaargang, No. 92 O NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDEkE WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, T3l. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK FIRMA Markt 12 AXEL. Sedert een half jaar zijn de nieuwe zilveren guldens in omloop en wij zijn aan deze fraaie munt reeds gewend geraakt. Niet velen weten, dat onze gulden een hele geschiedenis achter de rug heeft, en oorspronkelijk van goud was hetgeen nog aan de naam gulden is te zien. De economische en sociale kroniekvan de „Economist" van januari 1956 is aan die geschiedenis gewijd, en wij laten dit stuk hieronder volgen In een kroniek legt die tijdgenoot de be langrijkste feiten vast, al dan niet voorzien van commentaar. Welke feiten zijn daartoe belangrijk genoeg Het is het recht van de kroniekschrijver hier subjectief te zijn. Ui teraard zal hijd atgene vermelden, dat door velen belangrijk of interessant wordt gevon den. Deelt hij dat standpunt niet, dan zal hij in zijn commentaar daarvan blijk geven. Maar ook het omgekeerde kan zich voor doen. Hij kan feiten vermelden, die de tijd genoot niet voor belangrijk houdt, maar die hij toch vastlegt, hetzij omdat hij wel over tuigd van het belang is, hetzij omdat hij, om een of andere duistere reden, meent dat het feit hoe onbelangrijk op zichzelf, toch in een kronik thuishoort. Misschien doet hij dat wel omdat de omstandigheid dat het feit noch voor hem, noch door anderen belangrijk ge vonden wordt, zelf een interessante omstan digheid is Zulk een feit dat het vermelden in een kroniek waard is, juist omdat niemand het belangrijk vindt is het op 16 januari 1956 in circulatie komen van een nieuwe gulden met een gewicht van 6,5 gram en een gehalte van 720 duizendsten. Indien de waarde van on ze rekeneenheid nog nauw verbonden zou zijn aan de metaalwaarde van de munt, dan zouden wij van een devaluatie met 35 procent moeten spreken. Maar voor ons in 1956 is het een oninteressant feit dat wij ten hoogste met enige curiositeit gadeslaan. Met deze nieuwe gulden is een eeuwen oude traditie geëindigd. De gulden weegt geen tien gram meer en een ton zilver zal dus geen honderdduizend gulden bevatten, maar anderhalf maal zo veel. Toch zullen wij in Nederland naar alle waarschijnlijk heid nog eeuwenlang als rekeneenheid voor zeer grote bedragen ,,de ton blijven gebrui ken als overeenkomend met 100.000, De gulden vindt zijn oorsprong in een gouden munt van ongeveer vier gram die Hertog Albrecht in 1388 liet slaan en die de naam van het Dordtsche schild droeg. Deze munt had een waarde van 40 groten of van 20 stuiver. Het geld devalueerde evenwel, want onder Maximiliaan wordt een nieuwe munt ter waarde van 40 groten of 20 stuiver geslagen met een gewicht van 2,52 gram. Dat was de gouden florijn, waaraan wij nog ons gu/ldenteken ontlenen.. In 1520 wordt de gouden Carolus gemunt, met eeen gewicht van 1,77 gram. Dat is de laatste gouden gul den geweest. De eerste zilveren munt van 40 groten of 20 stuiver is de in 1542 geslagen zilveren Carolus, met een gewicht van 19 gram fijn zilver. Tijdens de 80-jarige oorlog en nog lang daarna, nl, van 1542 tot 1681, werden hier geen nieuwe munten van 20 stuiver gesla gen, De waardedaling van de rekeningseen heid ging door. De zilveren Carolus die in 1542 20 stuiver waard was, gold in 1581 voor 30 stuiver en in 1610 voor 35 stuiver. Hier mede was de zilverwaarde van 20 stuiver op ruim 10 gram gekomen. Na 1645, dus on geveer vanaf het einde van de 80-jarige oor log, is de metaalwaarde van 20 stuiver on geveer gelijk aan ca 10 gram zilver gebleven en was dus een ton honderdduizend gulden Bij resolutie van de Staten van Holland van 25 September 1681 werd tot aanmaking van een nieuwe gulden van 20 stuiver met een gewicht van 200 azen of 9,61 gram fijn zilver besloten. Deze gulden werd later in de gehele republiek aanvaard. Het is deze generaliteitsgulden, die bij de wet van 28 september 1816 tot de munteen heid van het koninkrijk wordt. De toentertijd in werkelijkheid circulerende munten waren veelal gespleten en gesnoeid en zo werd in 1820 5 tot 8 procent opgeld voor wichtige guldens betaald. Dit was mede aanleiding om bij de muntwet van 1839 het gewicht van de gulden terug te brengen van 9,61 gram tot 9,45 gram fijn. Vooral in het laatste kwart van de vorige eeuw daalde de waarde van het zilver sterk. Bijna alle landen waren van de dubbele standaard of enkele zilveren standaard op de gouden standaard overge gaan. Hierdoor viel de monetaire vraag naar zilver practisch weg. Deze omstandigheden versterkten de waardevermindering van zil ver, welke reeds door een daling van de pro ductiekosten was ingezet. Voor ons land betekende de daling van de waarde van het zilver dat de circulatiewaarde van de gulden ver boven de zilverwaarde kwam te liggen. Deze toestand bleef tot het begin van de eerste Wereldoorlog voortduren. Toen stegen alle goederenprijzen en ook die van het zilver De circulatie waarde van de gulden daalde tot beneden de waarde van 9,45 gram zilver. Onze voornaamste muntwe rd toen niet meer als ruilmiddel gewaardeerd, maar als een stukje zilver. De guldens en rijksdaalders verdwenen geheel uit de circulatie. Deels werden zij opgepot, deels omgesmolten, on danks het feit dat in die dagen een kranten bericht verscheen waarin, waarschijnlijk ten onrechte, werd medegedeeld, dat het omsmel ten van munt een strafbare daad was. Maar zelfs als zulk een verbod toen bestond zou het geen effect gehad hebben omdat het toch het oppotten niet kon beletten. Het feit dat de zilveren gulden toen uit dé circulatie verdween was belangrijk. Waar schijnlijk voor het eerst na de 80-jarige oorlog was onze rekeneenheid in waarde gedaald beneden de 9 gram fijn zilver. Al die tijd was de gulden minstens evenveel zilver waard als in het begin van onze nationale zelfstan digheid. Dit zij ter overdenking voor hen die van het geld steeds daaltWaarschijnlijk menen dat het een vaste wet is dat de waarde is de oorzaak van het feit dat tijdens de eerste wereldoorlog de gulden beneden zilverwaarde kon dalen, gelegen in het feit dat toen het papiergeld reeds voldoende was ingeburgerd. Een vermeerdering van de tota le circulatie is via de drukpers sneller te krij gen dan door aanmunten, zelfs als dit minder wichtige munten betreft. Daarom kan een belangrijke daling in waarde van het ruil middel nu in enkele jaren tot stand komen tegen vroeger in tientallen jaren. Hetver dwijnen van de zilveren munt tij dens de eerste wereldoorlog was een van de oorzaken die de circulatie van „zilverbons" noodzakelijk maakte. Hieraan zijn evenwel op de duur nadelen verbonden. Tegenover het feit dat men op de rente van de zilver waarde spaart, staan de hoge onderhouds kosten van een papieren circulatie. Naarmate die circulatie meer duurzaam is, worden ook hogere eisen aan de druktechniek gesteld, om vals geld tegen te gaan. Het is dan ook lang niet zeker dat een circulatie van kleine couures op den duur goedkoper is dan munt- circulatie. Na de oorlog in 1919 mocht men redelijk verwachten dat de circulatiewaarde en de metaalwaarde van de gulden weer tot elkaar zouden komen. Maar men dacht toen dat het prijsniveau wel duurzaam hoog zou blijven. Het gevolg zou zijn, dat ook de cir culatie- en de metaalwaarde van de gulden dicht bij elkaar zouden ligen en kleine schom melingen de metaalwaarde weer boven de circulatiewaarde zouden brengen, waarmee dan de zilveren guldens weer prompt zou den verdwijnen door oppotten of omsmelten. Daarom werd besloten dit te voorkomen, door het zilvergehalte van 0,945 o 0,720 te brengen. Aangezien geruime tijd de guldens met het hogere gehalte naast die van het lagere ble ven circuleren, was de verlaging van het zil vergehalte niet door de omstandigheden op gedrongen, maar is het een voorzorgsmaat regel geweest. Deze bleek achteraf onnodig, want de prijs van het zilver daalde verder, vooral na 1950. Ondanks de verlaging van het zilvergehalte isd e gulden van 1919 een waardige opvolger van de generaliteitsgul den van 1681 geweest. Waarom zag men in 1919 er wel een gevaar in dat de circula tiewaarde en die van h^metaal dicht bij el kaar lagen en vroeger niet De verklaring ligt in het feit dat vroeger de circulatie gro tendeels uit zilver bestond. Het uitvoeren of omsmelten van zilvergeld had to.en**een grote invloed op de totale circulatie. In,..1919 circu leerde naast zilver veel papiergeld. Daardoor zou zelfs een geheel verdwijpen van het zil vergeld maar een kleine invloed op de totale gulden hebben, doch wel hinderlijk zijn. circulatie en dus op de ruilwaarde van de Tijdens de tweede wereldoorlog had een herhaling van de geschiedenis plaats. De zil veren guldens verdwenen uit de circulatie. Tegen zulke grote inflationistische krachten als toen werkzaam waren was een verlaging van het zilvergehalte nutteloos. Maar enkele jaren na de oorlog kwamen de opgepotte guldens weer in circulatie. Zij demonstreerden het feit dat de waarde van onze rekeneenheid in zilver gemeten, weer ongeveer even groot was als tijdens de 80- jarige oorlog. Dat feit is interessant, maar het was toch duidelijk dat de practische be tekenis van vrij zware zilveren munten inde circulatie verdwenen was. In de practijk werd dat gewicht zelfs als een bezwaar ondervon den. Stemmeng gingen op om onze zilveren guldens door een lichtere van nikkel te ver vangen. Omdat nikkel een vrij hard metaal is, waren daaraan zelfs technische voordelen verbonden. De nikkelprijs steeg evenwel, om dat het een typisch srategische grondstof is. Door zijn soms onverwachte prijsstijgingen is nikkel dan ook minder geschikt voor onze grote munten. Mede daarom viel de keuze weer op zilver en wel met het gehalte 0,720 dat ook harder is dan met het gehalte 0.945. Door het gewicht terug te brengen van 10 gram op 6,5 gram is tevens aan hetverjangen van de practijk naar een lichtere munt vol daan. Maar hiermede is de traditie, dat onze gulden 10 gram weegt verbroken. De voorafgaande veranderingen in onze munt kunnen wij nog zien als variaties op de oude generaliteitsgulden,maa rf hans is er een sprongsgewijze verandering gekomen, zodat er alle reden is om te zeggen, dat er een prin cipieel andere gulden is ontstaan. Een ding zij ons daarbij tot troost. De ver andering is ons niet opgedrongen door de omstandigheden en meer speciaal niet door een verdergaande ontwaarding van de gul den in zilver. De vermindering van het ge wicht is geen gevolg van depreciatie van de gulden, noch zal een waardevermindering van onze rekeneenheid daarvan het gevolg zijn. Het gewicht van de nieuwe gulden is een ge volg van een vrije beslissing, gebaseerd op technische overwegingen mede in verband met het feit dat de plaats die de munt in de totale circulatie inneemt veel bescheidener ge worden is dan zij een halve eeuw geleden nog was. Deze verandering vindt niet alleen een weerspiegeling in ons muntstelsel maar ookin de leerboeken over economie. Vroe ger nam daarin een hoofdstuk over het munt wezen wel geen centrale, maar toch een be langrijke plaats in. Thans zijn de vraagstuk ken verbonden aan het muntwezen practisch gesproken buiten de horizon van de econo men gekomen. Mede daardoor is het in circu latie komen vande nieuwe gulden geen be langrijk feit, gezien de verhoudingen van thans. De kroniekschrijver memoreert dit met enige weemoed, zoals men afscheid neemt van iets waaraan dierbare herinneringen ver bonden zijn. van de Woestijne. OUDE STAD FEEST OM NIEUW LAND. H20 is de scheikundige formule voor wa ter. En „Operatie H20" is de naam van het feestelijk evenement, waarmee de oude stede van Kampen het feit viert, dat de teovoe- ging van 54000 bunder vruchtbare grom aan onze Nederlandse bodem nieuw leven belooft aan een oude Hanzestad. De Noordoostpolder is bedekt met het „goudgeel graan" waarvan de dichter zipgt. Maar spoedig zal aan de overkant van de vaargeul, het nieuwe land, Oostelijk Flevo land, uit het water verrijzen, want de laatste grijper keileem is gestort, de dijk is dicht. En Kampen gaat dat vieren. Geen won der Welke stad heeft méér dan deze oude Hanzestad uitgezien naarr deze gebeurtenis? Reeds jaren tevoren maakte men de plannen als de dijk dicht zou gaan, zou er feest zijn in de oude stad Kampen. Eeuwen lang is Kam pen een stille, slapende stad geweest. Wie de naam Kampen noemde, dacht aan de Kamper ui en de Kamper steur, aan vergane glorie en oude huizen langs breed water. Oude roem herleeft. Toch is er een tijd geweest (en nog legt het oude Kampen daarvan getuigenis af) dat het vissersdorp Kampen snel uitgroeide tot een machtige handelsstad, een der steun pilaren van het Hanze-verbond, een der grootste zeehavens van 'de 'Nederlanden. Na hun lange reizen verschenen de gezag voerders weer voor de wallen van de IJssel- stad om hun waren te lossen. Voorspoed, weelde heersten toen in Kampen. Dat was zeshonderd jaar geleden, en toen sb'ep Kampen in. Verarming door gestage oorlogen, dichtslibbbing van de vaargeulen, ze droegen er allen toe bij om Kampen te maken tot een stil provinciestadje. Het is eigenlijk raadselachtig, dat Kampen feest viert onder het symbool van het water. Want het water liet Kampen in de steek, het land komt het thans te hulp. Door de ontwikkeling van het wegverkeer in Kampen opnieuw ontsloten, door de toevoeging van reusachtige oppervlakten polderland wordt het een belangrijk centrum van verkeer, han del en industrie. De tekenen van de opleving hebben zich al eerder vertoond. Maar Kampen ver trouwt er op, dat dit proces zich in de toe komst nog verder zal voortzetten. En het heeft bij de inzet van het feest, al een luid bejubelde garantie gekregen, toen de minis ter bekend maakte dat de nieuwe grote ver- keersbrug over de IJssel, bij Kampen zal worden gebouwd. Groot feest in kleine stad. Nog is Kampen een kleine stad, maar de Kampenaren vieren een groot feest. Alle zeilen worden in de mast gehesen.Het voor naamste evenement is de Landbouwtentoon stelling, volkomen op zijn plaats in dit land dat het straks van de landbouw en de vee teelt zal moeten hebben. Daarbij is aan ae jeugd een grote plaats ingeruimd, en de jonge landbouwers zullen straks (deskundig in het oog gehouden door ervaren juryleden) keu rend de ogen laten gaan langs het fokvee, de paarden, hun bekwaamheid laten zien in het verrichten van tal van werkzaamheden, tot het schikken van bloemen en het opmaken van fruitmanden toe En dat feest zal een martiaal aspect krijgen want Kampen is van ouds garnizoensstad, waar tal van officieren hun opleiding geno ten. Leger, Luchmacht en Marine zullen drie dagen achtereen marcheren, manoeuvreren en demonstreren, en weer zal Kampen her innerd worden aan de dagen waarin haar poorters zich weerden op de wallen, als de stormboten komen aanjagen over het water van de IJssel Het hoogtepunt is de Landbouwtentoon stelling die gehouden wordt van 27 Augustus t.e.m. 1 September. Veetentoonstellingen, de monstraties (ook voor de huisvrouw) een paardendag, een centrale Fokveedag, de dag van de Plattelandsjeugd en tot slot een con cours hipplque op het hoogste niveau Verleden en heden. Hoog boven Kampen rijst de statige klok- ketoren. Langs de kade leggen de brede gevels van voorname herenhuizen getuigenis af van vervlogen roem. En gestadig dag en nacht stroomt het water van de IJssel onder de lange brug door. Een stadje om te dro men. Maar de droom is uit. De stilte wordt verbroken door energieke geluiden. In de verte walmt de rook omhoog van zandzui gers en baggermolens. Dichtbij werkt men koortsachtig aan de voorbereiding van de tentoonstelling. Feestelijke lichtjes weern spiegelen in het brede, donkere water. Kampen bereid zich voor op „Operatie HoO". En ieder weet dat die zal slagen L. K. (Nadruk verboden.) Te Hulst is men bezig met de voor bereidende wlerkzaamheden voor de opbouw van de toren. De opbouw zal geschieden in „pre-fabricage" en moet nog gegund worden. Als alles meeloopt, zal de toren volgende zomier, dertien jaar nadat ze door de Polen werd afgeschoten, er weer staan. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement j Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVERTENTIEPRIJS8 cent per m.m. Bij contracten belangrijke reductie. !n(« «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleine ldvertentièn (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra. Verhoogt het aanzien van Uw handen Alti|d gaal, zacht en welverzorgd Het it de Hamamelis die het 'm doet

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1956 | | pagina 1