AXELSE COURANT Op Deelen worden helicopter-piloten opgeleid. REMBRANDT's leven en werken. J. C. VINK Frankering bij abonnement, Axel WOENSDAG 16 MEI 1956 70e Jaargang No. 64 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C. VINK N *ë#»0 j FIRMA Markt 12 AXEL. Ideaal voor ieder die brieven schrijft! VLIEGERS LEREN EEN HILLER BESTUREN IN CIRCA 90 VLIEGUREN. Op het vliegveld Deelen bij Arnhem zullen spoedig 35 helicopters van het type Hiller H-23B gestationneerd zijn, die gevlogen en technisch onderhouden worden door de Ko ninklijke Luchtmacht, maar operationeel ter beschikking staan van de Koninklijke Land macht. Veertien van de Hillers vliegen er al. De eerste toestellen zijn na hun aankomst uit Amerika, op de vliegbasis Gilze-Rijen in el kaar gezet en naar Deelen overgevlogen. Nu echter komen de hefschroevers in kisten op Deelen aan en worden daar gemonteerd. Men is op deze enorm uitgestrekte vlieg basis thans druk bezig met de opleiding van piloten en technisch personeel voor de heli copters. Tijdens e enbezoek dat ik onlangs aan de helicopterschool op Deelen bracht, heeft de eerste luitenant-vlieger-waarnemer D. Th. de Bont, die zelf op Deelen tot heli- coptervlieger werd opgeleid, enkele interes sante dingen over deze opleiding verteld. Op 5 Juli vorig jaar werd met de eerste ,,klas" begonnen en wel met 8 leerlingen. Hiervan werden er twee tijdens de opleiding afgewezen en een ander moest zijn opleiding onderbreken wegens het volgen van een stafcursus. Vijf van de acht zijn nu volleerd helicopterpiloot. Zij krijgen géén extra bre vet, maar uitsluitend een aantekening op hun papieren dat ze gerechtigd zijn om helicop ters te vliegen. Drie Hollanders doen op Deelen als in structeur dienst. Zij ontvingen hun opleiding in Amerika en hebben daar 250 tot 300 uur op de hefschroever gevlogen. Eén van hen is de majoor-vlieger C. Sip- kes, die hoofd is van de helicopterschool. Behalve de drie Hollandse instructeurs is er ook nog een Amerikaan, de heer Frytag van de U.S. Army. Interessant is, dat deze man uitsluitend helicopters vliegt en nooit op een vaste-vleugel vliegtuig heeft gevlogen. De Holandse helicopterpiloten daarentegen moe ten allemaal vliegers zijn en dus ervaring hebben op vliegtuig enmet vaste vleugels. De helicopteropleiding op Deelen duurt drie maanden, waarin circa 90 uur op de Hiller gevlogen en des middags theorie gegeven, gevlog enen des middags theorie gegeven. Eerst wordt het ,,hoveren" geleerd, het stil letjes op enkele meters hoogte boven de grond hangen. Dan worden de circuitjes ge maakt, vervolgens starts en landingen. Na ongeveer 13 uur komt de leerling solo en 45 uur na de solovlucht vindt een tweede test plaats. Bij de voortgezette opleiding wordt geoefend in z.g. „running starts en landings" waarbij dus gestart en geland wordt met een grote voorwaartse snelheid, net als bij een gewoon vliegtuig. aDn zijn er de „square- dans" oefeningen die de piloot goed leren, hoe hij de helicopters moet neerzetten. Ze zouden daar op Deelen graag „ringsteken met helicopters, maar zover is men nog niet. In de laatste fase van de opleiding worden landingen gemaakt buiten het circuit, op vreemde terreintjes en heuveltjes. Ten slotte wordt twee uur 's nachts gevlogen, alleen maar om „even te wennen" De helicopters hebben geen blindvlieginstrumenten. Prachtig werk. Ik vroeg de heer de Bont hoe hij dat heli- copter-vliegen nu wel vond. „Het is prach tig werk, werkelijk iets aparts. Ik vond het leren op zichzelf moeilijk. Belangrijk is vooral dat je je toerental ophoudt. Je toerental van de motor op 3100 en dat van de rotor op 345. Je hebt op je instrumentenbord twee toeren- tellers ineen gebouwd, één voor de motor en één voor de rotor. De wijzers draaien altijd met elkaar mee want de verhouding is de zelfde. Je geeft net andersom gas als bij een motorfiets. Er zijn tal van kleine dingetjes die moeilijk zijn om te overwinnen. Vooral het landen is erg moeilijk. Maar ik ben blij dat ik het helicopter-vliegen geleerd heb. Luite nant de Bont was al 10J^ uur „solo Hij heeft maar liefst 4000 vlieguren op vaste- vleugel vliegtuigen gemaakt. Zoals zovelen in de huidige luchtmacht is hij oud ML-er en heeft hij het grootste gedeelte van zijn vlie gerleven in Indië doorgebracht. In 1937 kreeg hij op de vliegschool op Andir bij Bandoeng zijn opleiding. Tijdens de oorlog was hij gezagvoerder op een Glenn-Martin bommenwerper, waarmee hij de oorlog op Borneo meemaakte. Hij maakte o.a. raids op Tarakan en op doelen in de straat van Makassar. Hij kwam in Japanse krijgsgevangenschap, die hem voerde naar de beruchte dodenspoorweg in Siam. Na de oorlog ging luitenant de Bont naar Australië om opgeleid te worden tot B-25 piloot. Later werd hij instructeur op Andir en Kalidjati, op de Piper en de Wac- kett („dat vervelende rotding, op een ge geven moment zei ik nou vertik ik het verder".) Na de Indonesische tijd kwam luitenant de Bont 4j^ jaar bij de Staf op Scheveningen. Hij heeft toen zelf weer gevraagd te mogen vliegen en kwam op Deelen bij de Pipertjes. Toen de gelegenheid zich voordeed de eerste helicopter-opleiding mee te maken, heeft hij die met beide handen aangegerepen. Wie er nu voor zo'n helicopter-opleiding in aanmerking komen Allereerst beroeps mensen en „lang-verband" vliegers. Als je geen beroeps bent is er voorlopig weinig kans om op helicopters te vliegen. Bovendien moeten het mensen met veel vliegervaring zijn. Op het ogenblik is een tweede helicop- tercursus aan de gang, wéér 8 leerlingen, waarvan twee van de Koninklijke Marine. Voor welk doel de landmacht de Hillers straks gaat gebruiken Vooral voor ver- bindingswerk en gewondenvervoer. Voor dit laatste kunnen twee overdekte brancards ter weerszijden van de romp worden ge hangen. De Hiller kan 3 man in zijn cabine meevoeren, kruist op circa 100 km. per uur en kan normaal 2 uur vliegen zonder te tanken. Heel ander soort vliegen. Ook met majoor-vlieger C. Sipkes, hoofd van de helicopterschool, kon ik op Deelen nog even een kort praatje maken. Majoor Sipkes heeft 6500 vlieguren en alle mogelijke vliegtuigjes gevlogen „van nul tot vier mo toren'", zoals hij zegt. En op straaljagers Tijdens de oorlog vloog hij bij Fighter Com mand op Mosquito-machtjagers, die aanval len op gevaarlijke gronddoelen uitvoerden en ook is hij een jaar met Mosquito's op Malta gestationneerd geweest. Wat hij van heli copter-vliegen vindt „Het is een heel ander soort vliegen, vlieg technisch zéér interessant. Het geeft een grote bevrediging om een helicopter goed te vliegen. Onze opleiding hier is zeker zo goed als in Amerika en laat niets te wensen over. Ja, ik ben eerst zes weken in Texas ge weest op e enschool van de luchtmacht en De carrière van Rembrandt is bemoedi gend voor alle ouders, wier zoons op school niet zo vlot meekomen. Want Rembrandt, die op 15 Juli 1606 te Leiden was geboren, was op school geen licht, zodat zijn vader hem er af nam en hem de richting van zijn hart liet volgen. Op 14-jarige leeftijd kwam hij in de leer bij de Leidse figuurschilder Jacob Isocz Swanenburgh, burgemeester van Leiden. Hij bleef er drie jaar en leerde er. behalve de techniek van het schilderen, ook het „savoir-vivre" van de hogere standen. Een kunst, die hem later goed te pas zoü komen. Zijn tweede en laatste leermeester was Pieter Lastman te Amsterdam, schilder van betekenis van bijbelse en mythologische voorstellingen, die een merkbare invloed op Rembrandt heeft gehad. De jonge kunste naar oleef er slechts een half jaar gaande weg had hij zijn eigen stijl gevonden en zo keerde hij in 1625 op 19-jarige leeftijd terug naar het ouderlijk huis te Leiden. In de eerste jaren van de ontplooiing van zijn talent kende hij geen broodzorgen. In het vertrouwde milieu van eigen omgeving kon hij zich geheel en al aan zijn kunst wijden. Hij maakte tekeningen van zwervers, muzikanten en bedelaars, die hij met aan grijpend realisme uitbeeldde. Tevens schil derde hij episodes uit de bijbelverhalen en legde zich toe op de portretkunst. Tot het laatste boden zijn ouders, broers en zuster hem voldoende gelegenheid en toch nog te weinig. Wanneer geen van hen ter be schikking was, nam hij de spiegel en maakte een conterfeisel van zichzelf. In totaal schil derde hij ruim zestig zelfportretten, onge acht de schilderijen, waarop hij zichzelf te- toen zes weken in Alabama op een school van de Army. We vlogen op Bells en op Hillers. Dat zijn daar geweldige scholen en je ziet er soms 70 helicopters tegelijk in de lucht, plus nog een 120 Piper Cups Op de ene basis lagen 5200 mensen, op de ander konden er 30.000 liggen, maar er waren er slechts 6500. Er waren daar 250 helicopters". Hoeveel helicopterpiloten we gaan oplei den Minstens 53, dat as dus x/2 voor elke helicopter. Ik ben er van overtuigd, dat de helicopter een grote toekomst heeft, maar je zult er nooit een grote snelheid mee be reiken." Toen Z.K.H. Prins Bernhard op 27 September vorig jaar een bezoek aan Deelen bracht heeft majoor Sipkes de Prins met een Hiller in Soest opgehaald. Nog in de kinderschoenen. Tot slot maakte ik op Deelen nog een praatje met adjudant K. B. A. Karssen, óók een oud ML-er, die iets vertelde over het technisch onderhoud van de helicopters. Er iis nu juist een eerste klas monteurs opgeleid die allenhet helicopter-certificaat hebben ge kregen. Het betreft hier tien man, die twee maanden in opleiding zijn geweest. Zij had den allemaal al een jaar of zes ervaring als vliegtuigmonteur. Er zijn nu 14 jongens in opleiding voor hulpmonteur. Dit zijn jongens die zo van de ambachtsschool komen .Hun opleiding duurt 4]/2 maand. Ook adjudant Karssen is in Amerika geweest, eerst op Gary Air Force Base in San Marcos. De Hillers op Deelen zijn in 1954 gebouwd en nog volkomen nieuw. Bij de montage geeft de Amerikaan Parker van de Hiller- fabriek technisch advies. „Er is een hoop onderhoud aan. Je kunt echt zien dat ze nog in de kinderschoenen staan", zegt adjudant Karssen. „Na 100 uur heb je al verwisselin gen nodig, waar je bij een gewoon vliegtuig niet aan zou denken. Om de 50 uur is een routinetest nodig. De rotor gaat 1200 vlieg uren mee. Aardig ds, dat majoor Schuls een handig werkbankje heeft ontworpen, met be hulp waarvan de monteurs gemakkelijk de rotor kunnen bereiken zonder de helicopter te beschadigen. De Yanks waren zo enthou siast toen ze dit zagen, dat ze er foto's van maakten. Waarschijnlijk gebruikt men deze werkbankjes nu ook in de Amerikaanse Hiller-fabriek." Op Ypenburg kunt U nu, bij de Aero-Ypenburg, óók als particulier de Hiller leren vliegen. Dat kost U 350 gulden per vlieguur en de hele helicopter-opliding komt op 10.000.—. Ht zijn en blijven kost bare dingen, die hefschroevers Maar we hoeven maar terug te denken aan de waters> noodramp om te weten, hoe ze soms plotse ling goud waard kunnen zijn (uit „De Vrijheid" - H. H.) midden van anderen afbeeldde .Van welk een waarde is deze „autobiografie dn por tretten" voor ons geworden wij kunnen er zijn gemoedstoestand in de verschillende perioden uit zijn leven uit aflezen. Bij het rijpen van zijn persoonlijkheid voelde bij zich steeds minder thuis in het toenmalige kleine Leiden. Hij had een wijdere wiekslag nodig voor zijn artistieke en gees telijke ontplooiing. Zo'n plaats was er in Nederland slechts één Amsterdam. In 1631 verhuisde hij naar de Bloem gracht in Amsterdam, die toen nog aan de rand van de stad was gelegen. Zijn atelier mocht in zekere zin bescheiden zijn, Rem brandt was geen onbekende meer. Toch wekt het verwondering, dat hij in de hoofdstad zo snel naar voren kwant, daar er zoveel jonge schilders werkten, die ook naam had den gemaakt. Hij kreeg talrijke opdrachten voor het schilderen van portretten en reeds in 1632 ontving hij de buitengewone op dracht tot bet schilderen van de bekende ontleedkundige, prof. Nicolaas Tulp, die hij afbeeldde tem.iden van zijn collega's en studenten. Dit doek, „De Anatomische Les genaamd, is thans wereldbekend. Tussen de vele portretten van grijsaards en tijdgenoten verscheen in deze jaren vaker het portret van een jonge, blonde Friezin, Saskia van Uylenburgh, de nicht van Rembrandt's bevriende kunsthandelaar Van Uylenburgh. Daar bleef het niet bij. De kennismaking leidde tot een huwelijk, dat in 1634 in de koepelkerk van St. Aannaparochie werd in gezegend. Het zijn acht jaren van grote materiële voorspoed geweest. De schilder werd om stuwd door bewonderaars van zijn clair- obscur en overladen met opdrachten. In deze periode heeft hij o.m. het grote doek „Cor- poraelschap van Banning Cock" geschilderd, dat later wereldberoemd zou worden onder de naam „De Nachtwacht". Met Saskia was hij zeer gelukkig. Men be hoeft slechts het dubbelportret uit 1635 te zien, waarop Rembrandt als cavalier is uit gebeeld, met de stillere, maar innig levende Saskia op zijn knie, om te begrijpen hoe bijna uitbundig gelukkig het kunstenaasrechtpaar in die dagen was. Saskia was echter niet sterk en herhaalde zwangerschappen ver zwakten haar. Kind na kind kwam ter wereld en stierf kort daarna. In 1641 werd Titus ge boren, doch Saskia overleefde hem nauwe lijks een jaar. Zij overleed in 1642, dertig jaar oud. Na de dood van Saskiia vereenzaamde Rembrandt. Het uiterlijk succes, waaraan hij vroeger waarde had gehecht, kon hem niet meer bevredigen. De hogere zin van het leven werd hem geopenbaardzijn werk werd dieper, grootser van inhoud, maar het kreeg een weemoedig accent. Ook materieel scheen hij over zijn hoogte punt heen te zijn. De aankoop van het royale huis aan de Jodenbreestraat in 1639 was mis schien te hoog gegrepen. Het in huis nemen van huishoudsters om voor hem en Titus te zorgen, kostte geld en Rembrandt was gewend zich weinig te ontzeggen. Zijn kunst collectie breidde hij nog voortdurend uit, hoewel de opdrachten voor portretten steeds minder werden. In die eenzame jaren was de Bijbel hem tot troost. Hij doorleefde zelf de verhaïen van Christus' omwandeling op aarde en hij bracht ze tot uiting in zijn doeken. Hij schil derde zijn „Emmaüsgangers", „Christus en Magdalena" en „Christuskoppen". En hij vond rust in de natuur. Vaak zwierf,hij bui ten de wallen van Amsterdam, langs de Am- stel en de Diemer. De uitbeelding van het landschap werd hem lief. Zijn „Landschap met de drie bomen" is een van de aangrij pendste stukken uit die periode. Omstreeks 1645 hervond Rembrandt ook de rust in zijn huis. Geertje, zijn huishoud ster, was weg en haar plaats werd inge nomen door de jonge boerendochter uit Ransdorp, Hendrickje Stoffels. Zij werd zijn vertrouwde, zijn geliefde.z ijn model. Talloze malen heeft hij haar geschilderd en altijd was zij geduldig, hoe vermoeiend het uren lang poseren ook voor haar was. Een nieuwe reeks van overweldiqend schone doeken en etsen kwam tot stand. De „Anatomie van Dr. Deyman" is een hoogte punt in zijn leven en in de schilderkunst zijn magistrale portret „Hendrikje als Venus" is misschien wel een der tederste vrouwen portretten, die hij gemaakt heeft. Materieel werd de toestand steeds moei lijker. Het huis in de Jodenbreesraat was nog steeds niet afbetaald het aantal schuldeisers en borgen werd eerder groter dan kleiner. In 1656 volgde zijn faillissement. Zijn kunst collectie en huis werden openbaar verkocht. Het gezin viel uiteen. In 1661 waren Rembrandt, Hendrickje, Titus en Cornelia (de dochter van Rem brandt en Hendrickje, geboren in 1652) in het huis aan de Rozengracht weer herenigd. In deze bescheiden omgeving is Rembrandt op de hoogste toppen van het menselijk kun nen gekomen. Zijn „Mattheus en de Engel zijn „Samenzwering van Julius Civilis", „De Staalmeesters" (het bestuurs van het laken- keurdersgilde), zij stammen uit deze periode. In 1664 stierf Hendrickje, omstreeks 38 jaar oud. Een vroeg verouderde vrouw, die meer betekend heeft voor de grote meester dan hij zich vermoedelijk gerealiserd heeft. Was het niet Hendrickje geweest, die na het faillissement energiek aan de slag was ge gaan en tezamen met Titus een kunsthandel was begonnen, ten einde Rembrandt een nieuwe bestaanskans te geven Na haar dood is Rembrandt ondanks zijn bittere armoede blijven werken. Wel zijn de doeken der laatste jaren schaars maar ze zijn indrukwekkend, zoals „De Vaandel drager", „Het Joodse Bruidje" en de „Ver loren Zoon". Zijn „Familieportret uit 1668 of 1669 ten slotte is een samenvatting van al het innige en vertrouwde, dat man en vrouw, ouders en kinderen samenbindt. Het is een van zijn laatste werken, misschien het allerlaatste. Misschien heeft het schilderen er van hem met het leven verzoend, het leven, dat lang zo glorieus en voorspoedig was en dat eindigde in kommer en armoede. Op 4 Occtober 1669 overleed Rembrandt. (Nadruk verboden) B. ABONNEMENTSPRIJSLosse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement r Axel binnen de kom i 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland I 2,00 ADVQTENTIEPUIJS: 8 cent per m m Bij contracten belangrijke reductie. Inf» «onden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleittv ldvertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cut iedere regel meer 12 cent extra. s§ •'O''-'. - *-

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1956 | | pagina 1