AXELSE COURANT Lezingen-serie der Z.V. U. over het Delta-plan <1 MARIJKE-dag t. J voor de stichting „Het vierde Prinsenkind J. C. VINK X/ Frankering bi) abonnement. Axel WOENSDAG 22 FEBRUARI 1956 70e Jaargang No. 41 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646 Hoofdredactie: J. C. VINK Ideaal voor ieder die brieven schrijft! FIRMA Markt 12 AXEL. Ir. M. DE VINK BEZAG HET MILLIARDEN-PLAN UIT ECONOMISCH- PLANOLOGISCHE EN SOCIOLOGISCHE GEZICHTSHOEK. ZEEUWSCH-VLAANDEREN EVENGÓED DEELGENOOT ALS OVERIG ZEELAND Dit laatste was het inzicht van Ir. de Vink, die alhier Vrijdagavond optredende voor de Z.V.U. in zijn kwaliteit van ingenieur en chef van de provinciale planologische dienst te kenn engaf ook al was hij geen tech nicus Zeeuwsch-Vlaanderen ook wel ter dege als zodanig te willen beschouwen. Spr. gaf te kennen het Delta-plan te wil len zien, onderscheidenlijk in de afsluiting van de zeegaten, waardoor de dammen een structurele verandering zullen teweeg bren gen, die hoewel kris-kras lopende in de peri ferie daarvan een weg tot de ontsluiting zul len banen, alsook uit economisch en plano logisch oogpunt. Hiertegenover stelt hij de z.g. „Benelux- weg", die Noord-Zuid lopend zal dienen tot het opvangen van de grote verkeersspannin- gen met de zuidelijke agglomeratie's van Antwerpen en nog zuidelijker gelegen. Hier door zal de weg van binnen Zeeland uit met ongeveer één-derde worden verkort. Op de kaart die spr. bezigde was ook nog een middenweg uitgestippeld, die van Goe- ree-Overflakkee naar Schouwen-Duiveland en via een dam van Yerseke naar Gorishoek door Tholen zou lopen. Aangezien Zeeland een eilandengebied is heeft hij uiteraard meer te maken met de planologische, dan de eco nomische mogelijkheden. De opzet van de Delta-plannen is in de eerste plaats te komen tot grotere veiligheid. De geïsoleerde ligging van Zeeuwsch- Vlaanderen is met het oog op de nationale grens ook een eiland-positie. De historische tragiek van (Je ligging van Zeeland is vooral na de jongste stormramp duidelijk, 0.1. dat het aan het eind van een glorierijke fase, zal vastgroeien aan overig Nederland door het realiseren van dit plan. In vroeger tijden ontleende Zeeland zijn grote welvaart aan de handel met tropische en sub-tropische landen. Door de verzan ding van de zeearmen kwamen steden als Veere, Sluis, Arnemuiden, e.a. tot verval. Een andere factor is de stilte die op eco nomisch gebied in de 19e eeuw is ontstaan. Zeeland heeft de concurrentie met de beste landbouwgebieden desondanks toch steeds vol gehouden. Geringe bevolkingsaanwas. Wat echter voor deze provincie het meest schrijnend is, is wel de trage toeneming van de bevolking tegenover al de andere pro vincies en die van het gehele rijk. Van 5,25% in 1830 liep deze terug tot 2,65% in 1951. Liep de bevolking van ons land met 150% vooruit, in Zeeland bedroeg de be volkingstoename slechts 44%. In één de cennia bedroeg de groei van het rijk in zie lental 12,4%, van Zeeland 6,4% en van Zeeuwsch-Vlaanderen slechts 4%. In de jaren 1920—'30 nam het Rijk toe met 156,% doch Zeeuwsch-Vlaanderen slechts met 1%. Een groot contrast maken in Zeeland de geboorte-overschotten ten opzichte van het vertrek. Oppervlakkig bekeken zou men in Zeeland zeer hoge geboortecijfers verwach ten. Echter zijn die in Zeeland zeer laag, n.l. 13,5 per 1000 inwoners, tegenover 18 voor het Rijk. Per saldo gaan er dus heel wat minder inwoners uit dan dat er bij komen in Zeeland. Waar het overwegend jonge men sen zijn die de provincie verlaten, heeft dit een zeer ongunstige wieerslag vooral ook op de geboortecijfers. Het lagere percentage hiervan hiervan ligt bij een verouderende be volking voor de hand. In een periode van 70 jaar zou het bevolkingsgetal relatief 70% hoger moeten zijn dan dit nu is. Wat ook voor de hand ligt is het feit dat het niet de minsten zijn die wegtrekken. Van daar dat de in onze provincie gevestigde in dustrieën in de regel worden geleid door mensen van buiten Zeeland. Een uitzondering hierop maakt het agra risch bedrijf. Hoewel er meer flinke boeren zoons zijn dan landbouwbedrijven zou het voor Zeeland schadelijk zijn uit deze groep een selectie toe te passen. Een ingesteld in telligentie-onderzoek heeft uitgewezen dat Zeeland sinds 1922 één plaats is afgezakt en de intelligentie (gemiddeld iets beneden die van het Rijk ligt. Hoewel dit geen zorg be hoeft te baren, ligt daarin wel een ernstige waarschuwing Moet Zeeland zich neerleggen bij gehavende bevolkingsstructuur Vanzelfsprekend heeft Zeeland zeer zeker dezelfde rechten als de andere provincies en „cultuur-minded" als het is ook de Z.V.U. bewijst dit wil het ook zijn aan deel terzake van schouwburgen, zwemba den, enz. Evengoed als de Randstad Hol land, die zal uitgroeien tot een millioenenbe- volking moet Zeeland zijn mogelijkheden heb ben. Daarbij komt dat het wonen in de stad naast voordelen ook zeer grote nadelen heeft. Zijn collega's uit de provincies Noord- en Zuid-Holland staan voor de schier onmoge lijke taak voor 1975 één millioen nieuwe in woners te moeten bergen. Hij acht dit van wege de hierdoor opgeroepen en ontstane spanningen, die opgelost moeten worden, een volkomen onnatuurlijke zaak. Meer werkgelegenheid en vestigings mogelijkheden voor industrie. Als wij letten op wat door de inpoldering van het Sloe (Quarlespolder) en de Braak man voor de landbouw aan cultuurgrond ge wonnen werd, doch daar tegenover stellen wat woning- en wegenbouw (en openbare werken) vorderen, dan is dit maar een ge ring verschil. En zo door de voortschrijden de mechanisatie in de landbouw er al vesti gingsmogelijkheden aanwezig zouden zijn voor de industrieën, dan stuit dit in sociolo gisch opzicht op de factoren van het lage geboortecijfer en de zucht om weg te trekken. Deze oorzaken doen de industrie aarzelen zich hier te vestigen en zo is het aanboren van nieuwe welvaartsbronnen zeer bezwaar lijk. Daarom vraagt spr. Kan Delta-plan ons uit de impasse helpen Hoewel Zeeland ten opzichte van het Zuiden economisch gunstig ligt en met het feit voor oog dat de scheepswerf in Zuid- Beveland vooralsnog geen groot succes was, meende spr. dat een potentieel welvaarts plan van de grootste urgentie is. Een der hoofdgedachten van het Delta plan is de verschillende delen der provincie (ook Zeeuwsch-Vlaanderen) zo dicht moge lijk tot elkaar te brengen. Doch nu schept de Westerschelde wel een zeer bijzondr pro bleem. Zeeuwsch-Vlaanderen heeft sterkste troeven voor industrie-vestiging. Het aantal auto's dat jaarlijks over de Westerschelde gaat is thans gestegen tot 800.000 of meer dan 2000 per dag. Dit zegt wel iets, als men nagaat dat de Maastunnel aanvankelijk maar gebaseerd was op dit aantal, dat intussen weliswaar vertienvou digd is. Geen wonder, dat met de dagelijks stijgende ergernis over de veren-ellende met de dag meer nijpt en klemt Is een vaste oeververbinding niet economischer Tecnische moet het mogelijk zijn deze te verwezenlijken. Mte de dag wordt het steeds moeilijker de vaargeul naar Antwerpen op zodanig peil te houden dat deze aan de steeds grotere eisen van hef scheepvaartverkeer kan voldoen, zodat het zo worden kan, dat op zeekere dag de belangen zodanig paral lel zouden lopen, dat men samen naar een verbeterde oplossing zal streven. Reeds werd voor de Westerschelde een bedarg van 400 millioen gepland, zodat de kwestie van het afdammen zowat van dé baan is. De voorzitter van de Kamer van Koophandel heeft intussen opnieuw gewe zen op het grote schandaal dat de tegen woordige toestand bestendigd blijft. Voor spr. is dit standpunt zonder meer niet reeël en onjuist. De plannen tot verwezenlijking van een vaste verbinding zouden allicht 10 jaar vorderen en dan -zou een realiseren van het gehele Delta-plan inplaats van 25 jaar allicht 35 jaar duren, waardoor een 2J/£ maal zo groot verkeer wellicht weer geheel ander maatregelen zou eisen. Resumerend zou het beter zijn in de ko mende 25 jaar waartoe ruimschoots de gelegenheid zal zijn te overwegen wat er wél kan. Men heeft wel eens het idee ge opperd van een landhoofd bij Breskens, om daardoor de afstand BreskensVlissingen merkelijk te bekorten. Dit stuit z.i. ook af op nautische bezwaren. Veeleer zou hij het dan zoeken in de richting van Oost Zeeuwsch-Vlaanderen, waar ook de grootste mogelijkheden liggen voor de ontwikkeling der industrie. Door ge bruikmaking van de zandbanken in de Wes terschelde zou een verbeterde verbinding en aansluiting op België doeltreffend en voor verwezenlijking vatbaar zijn. Economische mogelijkheden. Na een korte pauze stelde de deskundige planoloog diverse facetten van het Delta plan aan de orde, waarbij hij dat van de veiligheid reeds in de vorige vergadering belicht gevoegelijk meende te kunnen la ten rusten. Landaanwinst 15.000 ha. Naar de mening van velen is de aanwinst van cultuurgrond bij de realisering van dit enorme object niet zo bijzonder groot. Vooral niet als men de verliesposten van oester- en mosselcultuur nog gaat afschrijven. De mossels waren reeds voor 80% naar de Wadden verplaatst, maar ook de visserij zal gevoelige aderlatingen te incasseren krijgen. De ansjovis-vangst zal voor 30% verloren gaan, terwijl ook de Thoolse bot van tafel staat te verdwijnen en de garnalenvissers buiten Veerse Gat en Zandkreek emplooi zullen moeten zoeken. De reden dat men niet meer cultuurgrond kan winnen is vooral gelegen aan het feit dat men rekening moet houden een zeker ni veau onder N.A.P. te moeten aanhouden. Spr. wees deze gronden-aan, die in hoofd zaak de Zandkreek en om St. Philipsland en Zuid-Beveland gelegen slikken en schorren vormen. Vorming van zoetwaterbekken en verzilting. De grote controverse in deze is de vor ming van een zoetwaterbekken tot een to taal-oppervlakte van 60.000 ha., meer spe ciaal voor de bevloeiing van grote gedeel ten van Oost-Brabant, waardoor een meer dere opbrengst van 20% gewaarborgd zal zijn. Ofschoon hierin een indirecte winst zit, daar 1 ha water ongeveer gelijk staat met de waarde van de opbrengst van 1 ha. land, heeft dit onderdeel ook een andere zijde, daar men in Zeeland geneigd zal zijn tot de rede nering wij willen meer cultuurgrond en laat ze het water maar elders zien te halen. De controvese landaanwinst-zoetwaterbassin zal niet zonder meer populair zijn, ofschoon er daardoor voor meer mensen weer een nieuw werkterrein in het vooruitzicht kan worden gesteld. In dit verband besprak ir. de Vink ook nog de bedreigde oestercultuur van Yerseke, waaromtrent een gedegen onderzoek zal vol gen of die eventueel in het Brouwershavense Gat zal kunnen worden gevestigd. Het vraagstuk van de verzilting, hoewel in Zeeland niet zo tot uiting komende, is ten opzichte van de omzetten van land- en tuin bouw minder rooskleurig dan men denkt. Economisch is het in elk geval van het groot ste nut over zoetwater-reserve te beschikken ook in onze poldergebieden. Industriële ontwikkeling. Deze zal naar het zich laat aanzien zich hoofdzakelijk richten op de Kanaalzone, Hust en Breskens in Zeeuwsch-Vlaanderen en Vlissingen, Middelburg en Goes. Uit breiding en bereidheid tot ontwikkeling en verdere ontsluiting is b.v. o<jk waar te nemen in de stichting van een ambachtsschool in St. Maartensdijk, ofschoon het eiland Tholen wel heeft geleerd dat het hebben van een verbinding niet altijd tot meerdere welvaart leidt. Recreatiegebieden. Ofschoon tot nu toe Zeeland bekend en gezocht werd om zijn rustige stranden is de ervaring nu reeds, dat b.v. de Westhoek van Schouwen meer en meer het doelwit is van de autobussen niet alleen uit Brabant, maar zelfs tot uit West-Duitsland en speciaal het Ruhrgebied. Het heeft, met het oog op het gevaar van overstroming door toeristen nu reeds de aandacht de recreatiemogelijkheden in goede banen te leiden. eZker ook met de recreatiedrang vanuit Zuid-Holland reke ning houdend. Dit laatste brengt spr. ook ter sprake in verband met de ontwikkeling van de watersport, waarbij hij naast het Veerse Gat en de afgesloten Zandkreek ook de Braakman noemt als daarvoor aange wezen. De sociologische sfeer. De structuurverandering waardoor de plattelandsbevolking op een geheel ander niveau en uit veranderde gezichtshoek zal dienen te worden beschouwU zial zich ten volle do engelden en brengt de factor „mens" in het geding. De situatie in Walcheren is hier in weinige jaren tijds een voorbeeld van geweest door een totaal veranderde menta liteit. Uit planologisch en sociologisch oog punt verdient de aparte geestelijke en levens- beschouwende sfeer in het landelijke element de grootste aandacht. Ook ten opzichte van de middenstand en de concurrentie zal de overheid met andere methodes moeten werken, zodat men niet meer zo spoedig mogelijk tracht er uit te trekken, maar men meer naar elkaar zal toe groeien, opdat ook hier zal bewaarheid wor den de spreuk die voorkomt op het monument aan de Afsluitdijk^: „Een Volk dat leeft, bouwt aan zijn toekomst.' Nadat de voorzitter, de heer A. H. van der Lee gelegenheid had gegeven tot het stellen van vragen, waarbij men o.a. de oestercultuur, de dijken van de Westerschel de en de afsluiting van de Biesbos had ter sprake gebracht, dankte deze de inleider voor zijn heldere uiteenzetting van dit ge weldige werk dat gedurende decennia's in het middelpunt der West-Europese belang stelling zal staan. Wat wij hier hebben ver nomen van insiders stelt het vele wat er over in de meeste couranten te lezen valt, verre in de schaduw. A lis de realisering nog naar een betrekkelijk verre toekomst ver schoven, laat ons hopen dat binnen 25 jaar het plan zal zijn verwezenlijkt. Op de verjaardag van Prinses Marijke is op ale scholen in Nederland het appèl van de stichting „Het Vierde Prinsenkind,, voor gelezen. Deze stichting houdt zich bezig met de zorg voor vacantie van oorlogsweesjes en lichamelijk door de oorlog getroffen jeugd. Voor de laatste oategorie is het regelmatig terugkerend verblijf in de vacantie-oorden ver uitgegroeid boven netgeen in het begrip „vacantie" besloten ligt. Immers in de kam pen van „Het Vierde Prinsenkind" hebben reeds honderden, soms heel zwaar getroffen jongens en meisjes de juiste mentale instelling gevonden ten opzichte van hun invaliditeit. Ze leren inzien dat hun handicap uiteindelijk miaar ten dele bestaat. Toen dat inzicht, gestimuleerd door be kwame kampleiders en leidsters, doorbrak, veranderde er vaak heel veel in hun leven. U zou ze zomers eens in actie moeten kunnen zien. Vreugde blinkt in hun ogen, hun pittige kampliedjes klinken jubelend over de heide. Ze houden net als gezonde kinderen vossenjacht, vlaggenroof, speurtochten, leren zwemmen, kortom ze doen mee aan de be oefening van vele takken van sport en spel. Als U dat allemaal zelf zou kunnen zien, zou U onmiddellijk de woorden beamen die Hare Majesteit de Koningin sprak tijdens haar bezoek aan de kampen „Hier vergeten deze kinderen, dat ze invalide zijn". Op de verjaardag van Prinses Marijke is aan ieder schoolkind weer het traditionele persoonlijke offer van één stuiver gevraagd. Vorig jaar deden aan deze actie ruim een half millioen kinderen mee, hetgeen betekent dat de schoolgaande jeugd van Nederland alleen al ruim 800 door de oorlog getroffen kinderen gratis met vacantie zond. Het bestuur der stichting hoopt, dat ook thans geen enkele school zal achterblijven. Het zou eigenlijk zó moeten zijn. dat niet alleen de jeugd, doch iedere Nederlander iets bijdraagt om de vacantie van de „Kinderen van ons volk" veilig te stellen. HET IS EEN NATIONALE, HET IS EEN EREPLICHT! Het gironummer der stichting is 477800 en staat ten name van de penningmeester van „Het Vierde Prinsenkind" te Dordrecht. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland i 2,00 ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m. Bi] contracten belangrijke reductie, laf» xoriden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleinv idyertentiën (maximum 6 regels) I-5 regels 70 cent iedere regel meer 12 cent extra. J

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1956 | | pagina 1