Thermogene, HAMEA-GELEI Uit het speurzieke leven van Sherlock Speurzin. RHEUMATIEK... Handen en Li ppen y* li w w maakt ruwe handen in één nacht gaaf en zacht lia^t van w.v nu went FILMNIEUWS ÏVOROL tanden Wit, adem FHS Zo, dat was weer gebeurd. Sh erry had Ale- wijn in e engrote kist gepakt. „Zo, even de boeien aan en de kist op sT,ot Laat ik nu maar eens zien wat ik verier kan doen". Hij ruimde de kamer wat op. Daar viel zijn oog op het fimtoestel en op de gramofoon. „Ha riep Sherry. „Dat is een goed plan Dat kan ik wel meteen gaan uitvoeren Een geniaal plan kwam in zijn gedachten op. „Denken en doen, oké". En als een wervel wind verliet hij het kasteel en ging terug naar zijn auto. Onderweg pakte hij zijn schil dersgereedschap bijeen en nam het mee. Het zou toch jammer zijn om zo n kunstwerk onbehoed achter te laten voer te regelen zou zijn met inachtneming van het te leveren kwantum. Bij geregelder vervoer zouden de losplaatsen kunnen verdwijnen, waardoor het einde loos wachten zou ophouden. Ook aan de fahriek zou meer opslagruimte dienen te zijn. Door de late groei der bieten ontstonden in de laatste campagne moei lijkheden, alsook door aanvoer uit de N.O.-polder, waardoor de bieten der boeren uit de streek bleven liggen. Bovendien is maiLteveel aan de willekeur der transport-ondernemingen overgeleverd, die de bedrij ven eerst uitkiezen waar meer personeel is, hetgeen funest is voor de bedrijven met minder personeel. Wel licht was het aan te bevelen dat de fabriek voor vol doende hulp aan de chauffeur zorgde. Daarna kwam aan de orde het vraagpunt „Split sing van landbouwbedrijven." Vraag a. Hoe denkt men aan de splitsing van grotere landbouwbedrijven en tot welke grootte acht men deze splitsing aanvaardbaar b. 'In welke mate komt de splitsing in deze streek voor c. Aan welke oorzaken fen omstandigheden is dit toe te schrijven d. Acht men maatregelen hiertegen gewenst Antwoord t a. De commissie betreurt de vaak noodgedwongen splitsing der grote bedrijven en is van mening dat hier geen regelende voorschriften mogelijk zijn. Zij vraagt zich af, waarom hier be perkingen opgelegd moeten worden, temeer waar ieder mens reeds vanaf de schoolbanken wordt geleerd en voorgehouden zich maatschappelijk op te werken, op dat het leven zin zou hebben. Een aan te geven mini mum-grootte is volgens de commissie niet mogelijk en moeilijk te beoordelen. b. Deze splitsing komt in grote mate voor. c. Ten eerste door gebrek aan cultuurgrond, zodat er uit één bedrijf vaak twee of drie groeien, b.v. door huwelijk. Ten tweede door boedelscheiding. Ten derde doordat de ouderen, b.v. om fiscale redenen nog niet op hun lauweren kunnen gaan rusten. Ten vierde wegens het aanleggen van wegen en sportvelden of het onttrekken van cultuurgrond voor andere doel einden dan landbouw. d. De commissie acht diep ingrijpen in persoonlijke zaken zeer ongewenst en dit zou h.i. neerkomen op bescherming van de één tegenover achteruit zetten van de ander. Uw tergende winterkwaal legt 't af tegen de weldadige warmte van de pijnstillende Thermogène. Vraag: Hoe denkt men over splitsing van kleine bedrijven AntwordDe commissie meent dat zulks veel geld voor gebouwen en materiaal zal vorderen en meer arme mensen zal maken. Vraag: Moet voor kleinere bedrijven de mogelijk heid tot tijdelijke vergroting of verkleining open blijven in verband met wisselend arbeidsaanbod (gezinssamen stelling, etc.) of acht men het niet bezwaarlijk door wettelijke maatregelen de omvang van de kleine be drijven te bevriezen AntwoordDe commissie meent deze vraag beter onbeantwoord te laten Bevriezen is n.l. lastig en gevaarlijk Het product blijft wel langer goed VraagHoe denkt men over de vorming van nieuwe kleine bedrijfjes, waarbij een landarbeider zich ge- leidelijk weet op te werken 7 Antwoordt De commissie antwoordt dat dit zeer ontactisch zou zijn en in het oog van de arbeider zeer ouderwets. Daar droomt geen enkele arbeider meer van. Deze vraag achtte de commissie als uit de tijd verder niet urgent. VraagAcht men maatregelen tegen splitsing of verkleining van kleine bedrijven gewenst en zo ja, welke K AntwoordDe commissie antwoordtnee Ieder wil gaarne het zijne houden. Splitsing zal uit zichzelf wel verminderen als men gemakkelijk 'hi loondienst voor een goed loon kan gaan werken. VraagAcht men maatregelen tégen de vorming van nieuwe te kleine bedrijfjes gewenst AntwoordDe commissie weet maar één woord dat goed is met „te" en dat is „tevreden". Voorts acht men maar één maatregel nodig, n.l. als iemand die een ander beroep heeft zulks zou doen en de grond daardoor aan de boer ontnomen wordt. Hier geldt het wel bijzonder Boerenland in boerenhand Vraag: Verwacht men wanneer het werk in de herverkavelingsgebieden is afgelopen en er niet wette lijk wordt ingegrepen een nog doorgaande splttsing of is men van mening dat men (vrijwillig) niet meer zal splitsen en tot welke minimum-grootte Antwoord Bij de kleine bedrijven verwacht men dit niet meer te zien gebeuren, daar bij de jeugd geen landhonger meer bestaat. Men gaat naar de ambachts school of neemt een studiebeurs of kiest een ander vak of beroep waar meer mee te verdienen is. Nadat op beide vragen-serie's discussie was gevolgd besloot men op voorstel van de voorzitter de aldus geformuleerde antwoorden alzo naar Goes op te zenden. De voorzitter bracht dank aan de voorzitter en rapporteur en de verdere leden der commissie voor hun arbeid. Hierna volgde een red van de algemeen secretaris van de Z.L.M. over Landbouw in tijden van hoogconjunctuur. De tijden van hoogconjunctuur waarvan men tot op heden in de agrarische sector nog steeds kan spreken stemmen volgens mr. Schlingemann meer en meer tot een voorzichtiger beleid vooral nu ook door de Over heid allerlei maatregelen worden genomen die wijzen op een politiek van behoedzaamheid en intomen. Spr. stelt nog eens nadrukkelijk de vraag Wat is hoogconjunctuur Hij verstaat hieronder een tijd van zeer grote werk zaamheid in alle takken van bedrijf met hoge lonen en waarin alles goed gaat en er zoveel welvaart is dat niemand zich ongerust behoeft te maken. Doch zodanig is de toestand momenteel niet hele maal Erkennende dat de hoogcconjunctyur veel beter is dan een crisis, dient gewezen te worden op de vele vraagstukken die er te over zijn. Is het een paar jaar erg goed gegaan dan denkt men aldra dat men teveel geld heeft dat men weer in de bedrijven gaat investeren met de bedoeling nog meer te verdienen en ontstaat de neiging het geld kan niet op Grotere en betere machines worden aan geschaft en niet alleen de landbouw, doch ook de middenstand en de industrie gaan op de.ze wijze voort zonder zich te bezinnen of dit zo voort zal gaan en ten slotte het er in gestoken kapitaal wel rendabel zal zijn. Het gevaar is natuurlijk minder groot dan wan neer men hiertoe geld gaat lenen. Zo ziet men thans vanwege de regering een op intomen gericht beleid bij een stijgend tekort aan arbeidskrachten in Nederland van 80.000, echter niet in de landbouw-sector, maar b.v. in de metaal-industrie 30% bedragende. De regering wenst een nieuwe loonronde te voorkomen. Behalve dit nijpende tekort op de arbeidsmarkt is daaT een ander symptoom, n.l. het tegengaan van de prijsopdrijving, die het de regering mede mogelijk maakt een nieuwe loonronde tot elke prijs te voor komen. Nog andere vragen zijn er die de overheid tot „intomen" nopen. Zo de toenemende roep om een 42-urige werkweek en het in navolging van Frank rijk en Amerika verhogen van de rente-standaard. Spr. wees in dit verband op de recente disconto-ver hoging bij de Nederlandse Bank. Een ander verschijnsel dat verontrust is het kopen op afbetaling, in de boerenstand nog in niet zo be denkelijke mate voorkomend, doch dat men in Enge land verplicht was van overheidswege af te remmen. Daar leidde deze voortkankerende slechte gewoonte er toe dat men gemiddeld 80% van het inkomen be steedde aan op,afbetaling gekochte goederen, zoals ijs kasten, televisietoestellen, bromfietsen, e.d. Maar ook ten onzent zijn deze symptomen reeds verontrustend. Nog niet zo lang geleden werd in Utrecht een echt paar gearresteeerd waarvan een kind ten gevolge van ondervoeding was overleden en ook in dit gezin had men televisie, een ijskast en meer andere dure en luxe d'ngen. Maar geen voedsel voor de kinderen Spr. kwam terug op de krappe arbeidsmarkt met een tekort van momenteel 80.000 arbeidskrachten. Zo erg s dit b.v. te Rotterdam, dat men honderden werk lozen per autobus van het eiland Tholen komt af halen. Ten gevolge van de voortgaande mechanisatie kwamen deze zonder werk in de landbouw. Doch in West Zeeuwsch-Vlaanderen waar men dit verschijn sel sinds lang niet meer kende is het ook al zo ver gekomen. En men gaat maar voort de arbeiders weg te halen. Het is echter duidelijk dat zodra Rotterdam geen arbeiders meer nodig heeft, deze de mensen die van zo ver moeten komen weer los laat. In dit ver band wijst spr. op de „zwarte lonen", waarmede men zich ook in de vicieuze cirkel bevindt en die de positie van de landbouw steeds moeilijker maken. Wanneer n.l. in de landbouw 1,50 per uur wordt betaald legt de industrie daar weer de helft bovenop en zo gaat men maar verder op dit hellende vlak. Toenemende critiek op ret landbouwbeleid. Voor Zeeland inzonderheid was 1955 een goed landbouwjaar. Andere delen des lands vormen hier mede nog al erig contrast wat zich o.a. uit in de vaststelling van de melkprijs. Als men daar hierover een boom zou gaan opzetten vermoedt spr. dat de vergadering spoedig zou indutten. aAn het beleid van minister Mansholt is te bemerken dat hij de betere bedrijfsresultaten va nde ene streek wil aanwenden voor streken waar het minder florissant staat, in dit geval het verschil tussen weide -en zandgrondbedrijven. Het koolzaad. Veel critiek heeft ontmoet de wijze waarop de minister te werk gaat met het schrappen van de lijst van vaste prijzen (na de uitzaai) van het koolzaad. Dit schokt het vertrouwen in deze bewindsman, die heel veel goeds heeft gedaan, steeds verder. Spr. be grijpt echter dat dit mede een gevolg is van een af wijzing der nodige subsidie door zijn ambtsgenoot van financiën. Maar de boeren, die op een vaste prijs en winstmarge rekenden kwamen bedrogen uit. Deining rond de melkprijs. Het is duidelijk dat de intomingspolitiek ook hier een grote rol speelt, want 1 cent melkprijsverhoging staat gelijk met 150 millioen toeslag uit de Staatskas. Men begrijpt dat de regering ten allen koste dit wil voorkomen. Zij kan nu tot de arbeiders zeggen het leven wordt niet duurder, er behoeft geen loonsver hoging te komen Spr. vertelt van zijn ervaring met de vertegenwoordiger van e vakcentrales de heer Lukaart in de S.E.R. De consument laten betalen wil deze ook niet. De suikerbieten. Spr. besprak daarop het verschil tussen de veen koloniale bedrijven en het zuidwesten des lands ten aanzien van de suikerprijs. Aangezien de prijs voor dit deel des lands heel wat gunstiger ligt zou de in hte vooruitzicht gestelde toeslag voor Groningen zeer aanlokkelijk zijn, maar het is duidelijk dat dit zeer gevaarlijk spel van de boeren tegen elkaar op te zetten het vertrouwen steeds verder schokken moet. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat minister Mans- holt niet als bewindsman terug zal keren na de ver kiezingen. De consumptie-aardappelen. In dit opzicht maant spr. aan tot grote voorzichtig heid met het bouwplan en rekening te houden met de schaarste aan arbeidskrachten. Extensiveren en streven naar verlaging der productiekosten is hier het be langrijkst. Spr. waarschuwt ook zeer tegen het specu latieve element dat hier gevaarlij1 blijft en ook ten opzichte van de peulvruchten, het vlas en de uien en fijne zaden geldt en waarvan de inkomsten enkel bij slechte oogst goed zijn. Men hoede zich en late zich ook niet verblinden door de goede prijzen van dit jaar, vooral nu men een ernstige concurrent aan Frankrijk heeft gekregen op het gehied van de aardappelen. Spr. bepleitte ten slotte nog het gebleken nut van het fonds (met de bijdrage van 50.— per ha.) hoewel d' niet in staat is de verliezen volledig te compen seren aangezien men zo over een teveel van 100.000 ton beschikt. Na een korte discussie behandelde Mr. Schlingemann zijn tweede onderwerp De Oudedagsvoorziening. Nu ter zake van dit onderwerp bij de Tweede en Eerste Kamer een wetsontwerp is ingediend wil spr. Intussen werd de strijd voor Staatspensioen onver, minderd voortgezet. Zo werden vóór- en tegenstanden het niet eens over de vraag of verplichte premiebe taling dan wel kosteloos staatspensioen de voorkeur verdiende, een strijd die geduurd heeft tot aan de ia. diening van het wetsontwerp toe. Intussen traden voor al na 1940 de grote fouten aan het licht, n.l. doordat de bedragen aan rentezegels voor 1919 wel voldoendr waren, toen helemaal niet meer toereikend bleken, waaruit de diverse noodvoorzieningen zijn voortge vloeid die men in de Kamer algemeen nodig oordeelde al doet men het wel eens voorkomen alsof deze uit de zak van minister Drees zelf kwamen. Intussen is dit wetsontwerp weer terug verwezen naar de Raad van State om nader advies en bestaat Geen zekerheid dat het op 1 Januari 1957 wet wordt Persoonlijk juicht spr. toe de gelukkige oplossing der vereenvoudiging die kennelijk wordt nagestreefd bij de uitvoering, doordat alle Nederlanders onder de wet zullen vallen. Een nieuw principe is, dat de uitkeringen zullen worden gedekt door het kapitaal dat de wet jaarlijks opbrengt aan premies. Een tweede voordeel is het omslagstelsel hetgeen geheel door de dienst der be- lastingen wordt geadministreerd. De uitkeringen zullen bedragen ƒ804.— (per jaar, resp. 1338.voor een echtpaar. Doordat thans herrie is ontstaan over de ene uitzondering die gemaakt is ten opzichte van reeds verkregen pensioenrechten is nu het gehele wetsont werp teruggezonden en is de inwerkingtreding op 1 Januari 1957 nog onzeker. Ale Nederlanders van 15 tot 65 jaar zullen mee betalen aan de premie. Beneden de 2100.wordt echter geen premie gevorderd, terwijl de inkomens boven ƒ6000.geen hogere premie zullen betalen. Hoeveel gaat het kosten! De kosten zullen bij de inwerkingtreding in 1957 bedragen ƒ722 millioen en oplopen tot 1182 millioen in 1981, hetgeen neekomen zal op 7,92%. De ver eveningsbelasting zal komen te vervallen en ten op zichte van de rentezegels komt er een overgangs maatregel. Uit de hierop volgende discussie bleek dat het aan- tpl Nederlanders boven de 65 jaar meer dan een millioen bedraagt. Na afloop van de interessante hierqp volgende dis cussie bracht de voorzitter dank aan mr. Schlingemann voor de 'zeer belangwekkende onderwerpen door hem behandeld. N a een goed voorziene koffietafel volgde in de avonduren nog een film over Canada die vertoond werd door ambtenaren van het Gewestelijk Arbeids bureau te Terneuzen. Door de heer van Riemst werd hierbij een interessante causerie over dit land en de emigratiemogelijkhed ongehouden. Mijnhardt1» Zenuwtabietteo helpen U er overheen. GEZWOREN KAMERADEN. Dit is de titel van de verfilming, onder regie van Raoul Walsh van de gelijknamige Nederlandse uit gave van Leon Uris' best-seller „Battle Cry". Defe film die met een aantal extra voorstellingen op het komende weekprogramma van „Het Centrum" staat vermeld, is waarlijk groots te noemen en wordt algemeen door de critieken geprezen met de juichkreet dat hier eindelijk „de grote parade" van de laatste wereldoorlog verschenen is. Het behoeft dus geen betoog, dat het verhaal, dat de avonturen van een groep Amerikaanse mariniers in de strijd tegen Japan uitbeeldt, zeker de belang stelling van brede lagen van het Nederlandse publiek enige facetten hiervan in beknopte vorm belichten. ^..geniet Vooreerst wijst hij er op dat reeds in 1889 en '90 dt onderwerp in de volksvertegenwoordiging aan de orde is gesteld dus de actie op dit terrein was reeds in de vorige eeuw levendig. Zeer veel is er dan ook over gesproken en gediscussieerd, want het was voor heen in de arbeidersklasse vooral zo besteld dat de zorg voor de ouden van dagen volledig werd over gelaten aan de Diaconiën en Armbesturen. Nadat er alzo tientallen jaren over gesproken is heeft het nog tot de jaren 1919 en '20 geduurd eer er in dit opzicht een wettige voorziening kwam, zoals wij die kennen. Het aantrekkelijke in deze film is, dat zij niet alleen groots opgezette oorlogsscène's biedt en dat in Cinemascope maar vooral ook de toeschouwer op neemt in het privé-leven van de hoofdrolspelers, zowel in het opleidingskamp als tijdens hun verlof in Australië en Nieuw-Zeeland. Daardoor krijgt het verhaal een sterke en warm- menselijke trek, worden actie en romantiek, spanning en sentiment zo vermengd dat de aandacht van de toeschouwer voortdurend gespannen blijft en boven dien ieder elementen in het verhaal aantreft, die hem speciaal boeien.

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1956 | | pagina 2