AXELSE COURANT
Gemeenteraad van Axel
OPRUIMING
Profiteer van de extra koopjes!!
tl
n
Frankering bij' abonnement, Axel
WOENSDAG 4 JANUARI 1956
70e Jaargang No. 27
■ink
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
JNREGELMAIIG, maar steeds VOL AANTREKKELIJKE AANBIEDINGEN verschijnt gratis en huis aan huis in de gemeenten
AXEL, ZUIDDORPE, KOEWACHT OVERSLAG, SINT JANSTEEN, ZAAMSLAG, SLUISKIL, WESTDORPE EN SAS VAN
GENT dit SPECIALE
van f 84,50 voor f 2 5,
WINTERJASSEN
TWEEDJASSEN van f 79,50 voor f 19,
COSTUUMS waaronder met f 2 0, tot I 40,
SPORTCOLBERTS waaronder voor halve p r ij i
PANTALONS nu vanaf 9,7 5
JONGENSPAKJES met extra prijsverlaging
OVERHEMDEN met losse en vaste boorden
vanaf f 9,90 voor f 3,95
WITTE VAKKLEDING met 20% Korting
enz.
enz.
Komt U geheel vrijblijvend eens binnen kijken
BROCON" GABARDINES
nu ook met 10% Korting
VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom 11,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.; Axel. Markt 12, Tel. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C. VINK
ADVESTENTIEPkUS: I ent per m m
Bij contracten belangrijke reductie.
Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleine advertentiën (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 ceat iedere regel meer 12 cent extra.
<r> resv
(Vervolg)
Principiële debatten rondom de Zwembad-garantie.
Wethouder de Putter wenste als eerste spreker het
woord tot het afleggen ener principiële verklaring.
In de eerste plaats teneinde de indruk weg te nemen
als zou het gehele college unaniem achter dit voorstel
staan. Spr, moet zeer tot zijn spijt, mede namens zijn
fractiegenoot, verklaren op deze wijze zijn stem en
steun aan dit voorstel te zullen onthouden en dat dit
uitzonderlijk geschiedt in zijn kwaliteit van lid van
het aDg. Bestuur ligt z.i. voor de hand. Deze wijze
van accorderen acht hij al zeer ongebruikelijk. Wan
neer men eerst de garantie voor een lening verstrekt
mi later met voorwaarden ter tafel zou komen, die
hem die de lening ontvangt niet zouden liggen, is het
z.L volkomen logisch dat mem zou redeneren „daar
had je eerder mee af moeten komen In de ver
gadering van 8 Maart is uitdrukkelijk gezegd dat bijb
het definitieve voorstel ook de voorwaarden dienden
te worden gesteld en kenbaar gemaakt. Van hun zijde
mag bekend worden geacht, dat men bij de vooraf te
maken bepalingen ook rekening houdt met het prin
cipiële bezwaar van zijn groep en een groot deel der
bevolking dat er prijs op stelt dat de bad- en zwem
inrichting des Zondags zal worden gesloten. Is zijn
fractie du# in principe vóór het verlenen der garantie,
dan mff dit echter zijn onder het voorbehoud dat
dit zal geschieden. eD anti-revolutionairen, die steu
nen op Gods woord, wensen zich in deze duidelijk uit
te spreken en stellen deze voorwaarde als uitdrukkelijk.
De heer Kesbeke namens de K.V.P.-fractie kan zich
ten dele eefis verklaren met de heer de Putter en
vindt het, hoewel zijn groep geen restrictie s maakt ten
opzichte van de Zondag, in de lijn liggend dat men
voor het besluit genomen wordt ook weet waar men
aan toe is. Heeft zijn fractie alzo geen bezwaar tegen
de openstelling op Zondag, wensen leven er wel
Vooreerst is hunnerzijds aangedrongen op vertegen
woordiging in het bestuur, waaraan men is tegemoet
gekomen. Daarmede is spr. dus voldaan. Er zijn voorts
nog diverse wensen, b.v. de gelegenheid tot het apart
zwemmen in de stille uren. Een delicaat punt is voor
hem ook de gelegenheid van de „gemengde zonne
baden", een teer punt. Hierop moet het toezicht zo
danig verscherpt worden dat geen excessen voor kun
nen vallen als wel eens zijn voorgekomen.
De heer Gerrits is onvoorwaardelijk voor openstel
ling en acht het ondenkbaar dat anders de exploitatie
zonder tekorten mogelijk zou zijn. Tegenover de toe
risten die hier uit België komen of in de Jeugdherberg
vertoeven zou het z.i. een zonderlinge indruk maken
als de gemeente een belemmerende invloed zou uit
oefenen.
De heer Oggel hoewel in het kader van de ontwik
keling van Axel dit plan als zodanig toejuichend, heeft
zich toch ook verbaasd hier een zodanig voorstel (nog
wel van een rechts college) voor zich te zien. Men
heeft indertijd toegezegd dat wanneer de lening zou
komen ook de diverse vragen en opmerkingen zouden
kunnen worden gemaakt en daaruit de diverse voor
waarden zouden worden geformuleerd. Intussen is de
houw reeds begonnen en dat, zonder eerst de financiële
waarborgen te zien verzekerd. Als spr. zo de be
groting eens inziet en men daar een stijging ziet ge
raamd van de abonnementen met 3000.dan stemt
dit even tot nadenken. Het moet toch te betalen zijn
en naar zijn mening wordt deze begroting tamelijk
wankel en komt op losse schroeven te staan. Boven
dien vielen hem in de concept-statuten nog enkele
andere dingen op. De bestuursleden worden door B. en
W. benoemd en ook de ontbinding geschiedt even
tueel door B. en W. Spr. noemt dat een groot be
zwaar en hem was het meer aanbevelenswaardig ge
weest als men een financiële basis gezocht had bij
de inwoners. Op deze manier is het dus een verkapte
gemeentelijke instelling. Spr. zou echter over dat alles
nog heen willen stappen, indien men de inrichting op
Zondag gesloten hield. Want wie zal ons zeggen,
dat er straks geen wedstrijden zullen worden gespeeld,
etc. Nog eens spreekt hij zijn verwondering uit over
het college, dat zich blijkbaar op het standpunt heeft
gesteld De Raad is een stel jongens, die dit zo wel
nemen
De heer Tollenaar verklaart dat zijn beginselen hem
ten enenmale verbieden in deze geest mede te werken
aan dit besluit dat inbreuk maakt op de Zondagsrust.
De heer C. van Bendegem namens zijn fractie spre
kend ziet geen enkel bezwaar die hen zou beletten het
voorstel ten volle te steunen. Men kan hierover lange
principiële vertogen houden, doch dat verandert nie-
mands overtuiging. Spr. heeft geen behoefte hieraan
mede te doen, evenmin als hij de heer Oggel zal vol
gen op zijn weg ten aanzien van de mensen, die
buitenom de stichting benoemd zijn en het bestuur
vormen. Voor hem geldt het hier een „stichtingzon
der meer en als daarmede de goede zaak gediend wordt
is het hem volkomen wel
De heer de Feijter heeft nu de stemmen van ver
schillende fractie s reeds beluisterd, maar is van de
consequentie van vele bezwaren op verre na niet te
overtuigen. Integendeel zelfs Sport is sport, zegt
spr. en men heeft bij het verpachten van de kreek ook
ten opzichte van de visclub geen voorwaarden op
gesteld en bezwaren geopperd van Zondagsrust en
wat dies meer zij. Spr. standpunt is dat men ook nog
te consequent kan zijn, maar hij vindt het beter en
meer gewenst, iedere richting met begrip te behan
delen en mits binn enbepaalde grenzen, gunnen te
leven naar eigen overtuiging.
De heer Pijpelink ontwikkelt in de geest van de heer
de Putter, wien hij voor zijn verklaring dankbaar is.
andermaal de bezwaren, niet alleen van zijn fractie,
maar ook door de S.G.P. en G.P.V. nader onder
steund. Het beginselprogram dezer partijen schrijft de
Overheid gebiedend voor waar zij kan de Zondags
rust te bevorderen.
De heer de Feijter vraagt de voorzitter of hem in
de twee jaar dat de bad-inrichting des Zondags ge
opend is geweest reeds een klacht is ter ore gekomen.
De VoorzitterNooit
De heer de Putter verwijst naar het vertoog van de
heer Kesbeke, doch dit blijkt een misverstand, daar de
heer de Putter meend deze over het Zondags-baden
te hebben horen spreken. De heer Kesbeke had het
echter over „zonnebaden" gehad.
De Voorzitter, thans aan het woord komend be
grijpt niet goed de agitatie van sommige woordvoer
ders, in verband met de voorwaarden, die het college
naar hun mening hier had behoren te stellen. Hij voor
zich bekeek deze zaak iets breder! Vooreerst
lag het in de lijn de Raad de kans te geven „tosay -
her say" te laten zeggen, wat haar op het hart lag.
Nu heeft de heer Oggel veronderstellenderwijs gezegd
„Ste lje voor dat de Raad het afstemt", zulks in ver
band met de reeds aangevangen bouw. Welnu, zegt
spr., de gemeente bouwt toch niet De gemeente staat
buiten deze bouw Wat er ook gebeuren moge, daar
voor kan de gemeente nooit worden aangesproken.
Spr. had echter lof, inplaats van critiek verwacht
Er is hier geen enkel verwijt op zijn plaats. Hier is
bij notariële akte een stichting in het leven geroepen
om de doodeenvoudige redenen, dat anders geen enkele
instantie bereid is 50.000.te lenen. Van een fait
accompli, dat de heer Oggel veronderstelt is dan ook
geen sprake. Er is niemand die enige invloed op U
kan of wil uitoefenen. Men heeft zich door nu reeds
de bouw aan te pakken van zijn goede zijde laten
kennen om tijdig voor het volgende seizoen klaar te
zijn. In het andere geval waren wij nog'een jaar met
deze „zwemplaats" die deze badgelegenheid nu was
blijven zitten. Axel heeft dringende behoefte aan een
goed zwembad, maar aan geen „zwemplaats", waar
geen orde was en alleen een „modderboel", waar men
in het gunstigste geval kinderen heen kon sturen. De
behoefte is dus zeer dringend
Wat nu het zwemmen op Zondag betreft dient men
met het oog op het toerisme wel voor oog te houden
wat de consequenties van een verbod zouden zijn, met
al die toeristen en een veelal volle Jeugdherberg in de
onmiddellijke nabijheid. Dit zou het clandestien zwem
men bevorderen. Hebben de heren wel eens nagegaan
tot welke excessen dit" zou leiden Dan gebeuren juist
die dingen, die men nu zo voorbarig vreest en laakt.
In een goed gereglementeerde bad- en zweminrichting,
zoals die hier zal komen zijn deze dingen uitgesloten.
Bovendien, men zou hier beginnen maar waar
eindigen De heer de Feijter heeft reeds de visclub
genoemd en daar kan men ook de V.V. „Axel" bij
vernoemen, want het geld van de vermakelijkheids
belasting neemt men toch ook in ontvangst. Men kan
het wandelen in plantsoenen ook verbieden, de café's
tot sluiten dwingen. Spr. meent echter dat men in
deze begrip moet tonen en oog hebben voor het al
gemeen belang Maar de heren mogen hem daartoe
dwingen, wij zijn even goede vrinden, eindigde spr.
zijn welgeargumenteerd betoog.
Wethouder van Bendegem sloot zich als meerder-
jKthiv» M» hoer afs frmntw Wam
heid aan bij 's voorzitters betoog. Hij heeft deze aan
gelegenheid diep en grondig doordacht. Men moge het
nu wel nauwer of ruimer nemen met zijn standpunt
feit is, dat alles de laatste jaren een zeer rüstig ver
loop heeft gehad en niemand zich heeft moeten ergeren.
De heer Oggel kreeg twee vragen niet beantwoord
en was niet voldaan door 's voorzitters betoog. N.l. op
zijn vraag naar de geraamde hogere ontvangsten en
de exploitatie-uitkomsten in het algemeen.
De voorzitter toont aan dat de verwachtingen bij de
komende moderne inrichting inderdaad gewettigd zijn
en het bedrag gekapitaliseerd tot een kapitaal van
30.000.zeker geen buitensporige prestatie zal vor
men terzake van het financieel beheer. Hij heeft vol
doende inlichtingen uit Sas van Gent, alsook de ge
gevens van de verkochte kaartjes en omtrent de op
brengst van de abonnementen.
De heer Oggel heeft het gevoel dat de voorzitter
hem ridicuul wil maken door het verbieden van
het wandelen, etc.
De Voorzitter protesteert hiertegen en voegt de
heer Oggel toe „U moet mij niet willen overtuigen
De heer Pijpelink verdedigt nog nader het a.-r. stand
punt nu en in het verleden, ten. opzichte van verschil
lende principiële aangelegenheden. Men moet ons dat
niet voor de voeten gooien, daar wij daar niet telkens
op terug kunnen komen, zeker niet als een anders
denkende meerderheid ons standpunt heeft verworpen.
Doch als wij voor een beslissing gesteld worden, zijn
wij verplicht volgens beginsel te handelen.
De heer de Putter kwam nog terug op 's voorzitters
betoog in verband met sluiting van café's en bioscoop
op Zondag doch dit bracht geen nieuw gezichtspunt.
De heer Tollenaar viel de heer de Putter bij ten
aanzien van de bioscopen.
De Voorzitter antwoordt ter snede in deze te heb
ben bijgeleerd Hij acht deze zaak thans genoegzaam
besproken en ging ver tot stemming.
Het door de heren Oggel en Pijpelink ingediende
amendement werd overeenkomstig het reeds in het
Oudejaarsnummer vermelde verslag-gedeelte met 4
tegen 8 stemmen verworpen en vervolgens het voor
stel van B. en W. in dezelfde stemmenverhouding
aangenomen.
De heren C. van Bendegem en Hamelink en mevr.
Folkersma-Staal verlieten daarop de vergadering.
In het belang van bescherming bevolking tegen de
gevolgen van oorlogsgeweld is bij de wet van 16
December 1954, wijziging gebracht in artikel Ibis van
de Woningwet Ter uitvoering hiervan zijn bij K.B.
van 28 Juni 1955 regelen gesteld omtrent hetgeen de
gemeentelijke bouwverordeningen ter zake zullen moe
ten bepalen.
Dit besluit is in werking getreden op 7. ji#li 1955,
hetgeen ten gevolge heeft dat de gemeentelijke bouw
verordening binnen 6 maanden, dus vóór 7 Januari a.s.
aan die voorschriften moet zijn aangepast
De wijziging betreft het treffen van voorzieningen
ten aanzien van de bouw van meergezinswoningen met
ten minste drie bouwlagen, bepaaldelijk ten aanzie»
van de onderbouw, die geschikt moet zijn om als
schuilplaats te dienen, voorts ter beperking van in-
stortings- enbrandgevaar, opdat ontvluchting uit de
schuilplaats zoveel mogelijk verzekerd is. De prac-
tische betekenis van deze vooreshriften is voor onze
gemeente thans nog van weinig belang daar hier geen
hoogbouw voorkomt. Dit kan evenwel in de toekomst
veranderen.
Beslot enwerd het bijgevoegde ontwerp-besluit tot
wijziging van de bouwverordening aldus vast te stellen.
Wijziging Salaris- en Loonverordeningen 1954 en
1955, ten aanzien waarvan Ged. Staten ook nadat
B. en W. de bezwaren hebben weerlegd niet Instem
men met het Raadsbesluit van 25 Januari 1955 tot
vaststellin gvan een nieuwe staat B, vermeldende de
loongroepen met functies der gemeente-werklieden
Ook blijven zij bezwaar maken tegen de aanvulling
van staat A met 2 uitvoerders-rangen, tegen de ver
hoging van de salarisnorm voor de in staat A voor
komende (onbezette) boekhoudersrang bij het gasbe
drijf en tegen de diploma-toelagen voor bepaalde cate
gorieën van ambtenaren.
Besloten werd overeenkomstig de bij de stukken ge
voegde ontwerpbesluiten de staat B behorende btj de
salaris- en loonverordening 1954 en 1955, de wedde
voor boekhouder gasbedrijf en de diploma-toelagen en
de staat A ten aanzien van de uitvoerdersrangen te
wijzigen.
De heer Oggel uitte een stem van protest en vindt
dat er van de gemeentelijke autonomie op de duur
niet veel overblijft. Ofschoon hier volledige overeen
stemming was bereikt drijft men zijn wil toch weer
door en er moge practisch niet veel veranderen zoals
de voorzitter tegemoet voerde in principe toch wel.
U