AXELSE COURANT Per Jeep door Joego Slavië Dierenbescherming vraagt attentie. J. C. VINK Snuif en wrijf I frankering bij abonnement, Axel ZATERDAG 17 DECEMBER 1955 70e Jaargang No. 23 NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646 HoofdredactieJ. C. VINK FIRMA Markt 12 AXEL. Ideaal voor ieder die brieven schrijft! „Reizen is het grootste genoegen dat ik ken is een uitspraak die U ongetwij feld vaak vernomen zult hebben als U iemand kent die van reizen zijn of haar „hobby" maakt. Zo iemand is ook Phyllis Auty, een Amerikaans journalist, die U in dit reisverhaal vertelt over zijn avonturen in dat deel van de Balkan, dat van ouds bekend staat als „de heksenketel van Europa". En inderdaad heeft hij, avontuurlijk aangelegd, een ware „heksentocht" door dit verrukkelijke land gemaakt. Op deze wijze zag hij dingen, maakte hij avonturen mee, die U als gewoon toerist per trein of autobus, zullen ontgaan. Natuurlijk, een volle dag in de trein zitten over een afstand van Groningen naar Nijmegen, met de wetenschap dat er nog zo'n stuk volgt, waardoor U maar weer geld neertelt voor een plaatsje in de slaapwagen, heeft ook zijn bijzondere bekoring, maar als U de tocht zou maken als deze Amerikaan, kunt U met recht zeggen.„ik bereisde Joego-Slavië". Schraalhans keukenmeester. Maar dit wil niet zeggen, dat de mensen dan goed gevoed zijn of zullen worden. Het menu van de meesten is zowel gebrekkig als eentonig en zeer schraal vergeleken bij het onze. Ik was zo gelukkig een jeep te krijgen voor mijn trip door Joego-Slavië, gelukkig, omdat de verkeersmiddelen zeer schaars zijn en het grootste gedeelte van de bevolking te voet moet reizen. Maar weldra bemerkte ik, dat een jeep niet het enige was wat no dig was. Ik kwam al gauw tot de ontdekking dat ik ales wat ik nodig had voor de reis zelf moest meenemen voedsel voor mijzelf en mijn chauffeur, lakens en dekens, D.D.T., anti-malaria-tabletten en ontsmettingsmidde len en belangrijker nog dan deze dingen alles wat wij voor onze jeep nodig had den of zouden kunnen hebben. Mij was gezegd, dat wij op veel lekke banden konden rekenen en inderdaad bleek deze waarschuwing niet voor niets te zijn gegeven. Het grootste aantal dat Wij op één dag hadden was elf. Na rijp beraad namen wij twee reservewielen en een kist gereed schap mee, en verder natuurlijk extra blik ken benzine, omdat iedere reis in Joego- Slavië wordt bepaald door de benzine, daar deze slechts op enkele plaatsen te krijgen is. Het enige, wat ons gedurende de gehele reis totaal onvoorbereid overviel, was een sprink hanenplaag, die ons in Zuid-Servië verraste. Zijn troetelkind. Ik bemerkte dat het geheim voor zulk een trip is een goede chauffeur. En tot mijn geluk had ik er een. Hij had geen andere interesse dan alleen zijn jeep. Wij gingen door wonderlijk mooie landschappen, lieten ons in met de mensen van alle delen van het land, dronken met vrienden in de steden en dansten de kolo met de boerenbevolking in de dorpen, maar hij toonde nooit de ge ringste belangstelling. Hij had slechts oog voor zijn jeep. Hij waakte er over als een bezorgde moeder ovr haar veelbelovende baby. Als wij stop ten in de hitte van de dag, werd de jeep onder de bomen geparkeerd. Wanneer wij de slechte kronkelige bergwegen bestegen, stapte hij van tijd tot tijd uit en betastte de banden om te zien of ze soms beschadigd waren. Het resultaat van deze buitengewone zorg was echter dat wij de gehele tocht volgens plan maakten en in Belgrado arriveerden op de dag, die wij ons hadden voorgenomen. Dat is een prestatie in het huidige Joego- Slavië Totaal verwoest. De lucht had die heerlijke knappende fris heid, die je krijgt als je op 2000 voet en hoger komt. Af en toe zagen wij korenvel den, die reeds geel werden, maar de grond was schraal en de aren tamelijk dun. Alle dorpen, die wij in deze omgeving passeer den, waren uitgebrand. De geblakerde ste nen muren, holle raamopeningen en deur ingangen maakten een troosteloze indruk. Ik dacht eerst, dat dit soort verwoesting in Bosnië erger moest zijn dan ergens anders, maar de volgende dag reden wij door Monte negro en Kroatië en ook daar reden wij door honderden totaal verwoeste dorpen. Het landschap in Bosnië was woest, maar in Kroatië bleek het nog erger. Er stond nauwelijks en boom, slechts hier en daar kleine bossen nergens was schaduw. Tussen de rotsen, op smalle stroken grond, was op ieder plekje land, dat kon worden gecultiveerd, koren gezaaid. Pas in Zuid- Servië zag ik rijk voedsel- en vruchtdragend land. Onmetelijke velden met mais, tabak, tarwe, pruimenbomen en kersenbomen. Elke woning stond in de schaduw van haar eigen walnootboom. Waar wij stopten, maakte ik van de gelegenheid gebruik om met de boerenbevolking te spreken en zij vertelden mij dan soms hun persoonlijke belevenissen. In Bosnië ontmoette ik een grote, knappe vrouw. Zij was rijzig en door de zon ge bruind, met sterke gespierde armen en grote voeten. Zij droeg een zwarte sjaal over het hoofd en had een haveloze blouse en rok aan, welke bedekt was met een met de hand geweven schortje in prachtige patronen van gekleurde wol. Eén uit velen. Zij vertelde, dat zij gedurende de oorlog al het mannelijk personeel van haar huis houding had verloren. Zij had haar bezittin gen bewaakt, die in het midden van haar huis opgestapeld waren, later met benzine overgoten en in brand gestoken. Haar man had zij met afgesneden keel gezien, maar zelf had zij met haar zoontje kunnen ontsnappen. Deze vrouw bleek niet verpletterd door de verschrikkelijke geschiedenis van het ge beurde. Zij werkte hard met de rest van de dorpsbevolking. Een groot deel van de wederopbouw, die voor een deel al voltooid is, blijkt in handen te zijn v£m plaatselijke dorpscommissies. Zij werken onder toezicht van de federale re gering van hun eigen ladstreek. En het is zeker, dat in de meest verwoeste streken het werk met grote energie en met succes ter hand genomen is. Op mijn 2300 km. lange tocht passeerde in meer dan 100 bruggen en slechts negen daarvan war entijdens de oor log niet opgeblazen, maar de overigen waren door tijdelijke constructies, gewoonlijk van hout, alle weer hersteld. Hetzelfde geldt voor de wegen. Honder den mijlen zijn weer gerepareerd. Vaak za gen wiij mensen aan de kant van de weg zitten, die de stenen afbikten met kleine ha mers. Het waren jongens en meisjes, maar ook mannen en vrouwen. Men vertelde mij dat deze werkkrachten vrijwillig hun tijd be schikbaar stellen. Ik was naar Joego-Slavië gegaan in de verwachting een hongerlijdende bevolking te vinden, maar de werkelijkheid was anders. De bevolking bleef, dank zij de voedselver- schepingen van de UNRRA en door een goede distributie in Teven. Overal waar ik ging, vroeg ik hoe de oogst zou zijn dit jaar en iedereen gaf mij hetzelfde antwoord goed. En een goede oogst betekent, dat Joego-Slavië in staat zal zijn zelf voor een groot deel van haar benodigd graan voor de komende winter te zorgen. Je hoeft maar naar de mensen en in het bijzonder naar de kinderen te zien om te constateren, dat zij vaak ondervoed zijn. Toen ik in Serajewo was, bezocht ik de re geringskliniek. Daar zag ik kinderen van alle leeftijden en allerlei slag die daar voor on derzoek waren. Er waren kinderen van boe ren, maar ook stadskinderen, enige Moslems en enkele zigeuners, allen met dezelfde teke nen van ondervoeding. Bijna allen hadden Engelse ziekte, velen wormen en t.b.c., de meesten slechte tanden en sommigen scheurbuik. Ik zag enige ver schrompelde kleine babys, met zwakke been tjes en er zijn tal van deze gevallen in Joego- Slavië aan te wijzen. Iedere keer als wij op onze weg stopten, werden w'ij door boeren uitgenodigd om binnen te komen en hun voedsel met hen te delen. Deze spontane gastvrijheid deed ons goed, maar zij was moeilijk aan te nemen. Ontroerende royaliteit. Wij hadden op een van de slechtste wegen gereden, waarop ik ooit in enig land was geweest. Hij klom regelmatig over een rot sige berg, zigzagde opwaarts door drie op eenvolgende passen, de ene nog hoger dan de andere. Toen wij deze weg ongeveer vijf ur achtereen hadden bereden, begon zelfs de jeep te protesteren en raakte oververhit en stopte bij een boerderij. Wij werden natuur lijk weer uitgenodigd binnen te komen en men bood het enige voedsel aan wat men had zwart brood en een stukje kaas uit schapenmelk bereid. Wij zaten op stoelen, gemaakt van kisten en metaal van oude voertuigen, de messen en borden waren eveneens van metaalstukjes gemaakt. Toen ik hun bloem en wat corned beef en koffie van mijn rantsoenen aanbood, waren zij beschaamd, dat ik hun in hun eigen huis voedsel wilde geven en drongen zij er op aan, dat ik hun hele kaas zou aannemen. Ik vond deze edelmoedigheid en gastvrijheid overal waar ik ging, zowel bij de bevolking in de bergen als bij de bevolking van de vlakten. De meeste steden zijn overbevolkt en be helpen is nog een probleem méér, bij de velen die er reeds zijn in dit land. Ik herinner mij, dat ik een klein meisje oppikte, to enw'ij door Macedonië reden. Zij was op weg van school naar huis. Toen wij haar langs de weg volgden, zag ik, dat zij op een bijzondere manier haar tocht maakte. Als er een ruw stuk straat kwam, ging zij zitten en trok haar schoenen aan en als zij bij een zacht grasgedeelte kwam, trok zij de schoen weer uit en ging barrevoets. Wij brachten haar thuis. Zij vertelde, dat zij elke dag 16 km. naar school moest lopen zij had pas een paar nieuwe schoenen ge kregen en deze waren zo kostbaar, dat zij alleen mochten worden gedragen als het be slist noodzakelijk was. NOG TE VAAK WORDEN PLUIMVEE EN KONIJNEN OP ONDESKUNDIGE EN WREDE WIJZE GEDOOD EN GESLACHT. Telkenjare bereiken het Hoofdbestuur van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren uit alle delen van het land vele klachten, dat kleine dieren, als b.v. pluim vee en konijnen op vaak afschuwelijke wijze worden gedood. Het is wel voorgekomen, dat ouders aan kinderen van circa 12 jaar opdracht gaven om konijnen met dun touw of ijzerdraad in de schuur op te hangen. Toen een jongen, die daaraan met weerzin gehoorzaamde, na ongeveer 3 uur zijn vader mededeelde dat het konijntje nog spartelde, gaf de vader ten antwoord „Trek hem dan maar aan zijn achterpoten." Ook zijn Dierenbescherming gevallen be kend dat konijnen levend werden gevild en de ogen „uitgepeld", (waaruit het dier moest verbloeden) en ook dat kippen levend ge plukt werden. Dierenbescherming vraagt zich af hoe het mogelijk is, dat men feest kan vieren en met name het grote Vrede-feest van Kerstmis, wanneer men van te voren een dergelijke executie aan weerloze dieren heeft volbracht of heeft laten volbrengen, ook door kinderen. Er zijn in ons land verschillende abattoirs en ook zijn er wiel slagers te vinden waar men voor een zeer geringe prijs de dieren kan laten slachten en het vlees wordt dan ook door deskundigen gekeurd. Men kan zich ook voor het slachten van dieren vervoegen bij bonafide poeliers. Dierenbescherming wijst er voorts nog op dat o.m. het ophangen van konijnen en het levend plukken van kippen en dergelijke voor de wet strafbaar is en dat meer dan anders en wel in verband met de zeer vele klachten die in 1951 Dierenbescherming hebben bereikt door de Inspecteurs der Nederlandse Vereniging, die over het gehele land hun standplaats hebben, nauwkeurig hierop zal worden toegezien. Ook de politie is ten opzichte van dit toezicht haar sterke bondgenoot. Deze laatste mededeling bedoelt niet in de eerste plaats een dreigement te zijn, want Dierenbescherming rekent intussen op de goodwill van het gehele Nederlandse volk. Evenwel, in gevallen waarbij duidelijk op zettelijke wreedheid en niet te verontschul- s Uw verkoudheid van neus, keel of borst weg met digen ondoordachtzaamheid blijkt zal zeer zeker worden opgetreden. Wenken voor het pijnloos doden van kleine huisdieren formuleert de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Dieren als volgt Het doden van voor de consumptie bestemde dieren. De instrumenten voor het slachten (mes, hakmes, bijl) moeten scherp en zonder scha ren (schaarden) zijn. Is bedwelming on mogelijk dan zorge men er voor, dat na de halssnede de kop niet naar beneden hangt. Zolang bloed in de hersens is, leeft en voelt het dier. Bij een opgerichte kop, waarbij de snijwond van de hals naar beneden ligt, sterft het dier spoediger, daar het bloed dan uit de hersenen kan afvloeien. Gevogelte: Waar de kopvorm het toe laat, bedwelme men door een krachtige slag met een houten hamer, op de door een tafel gesteunde kop en snijde daarna dit lichaams deel af. Voor grotere vogels als ganzen ver dient het aanbeveling, deze van te voren zo in een zak te doen, dat alleen de kop er uit steekt. Is bedwelming onmogelijk, dan snijde men met een scherp mes snel de kop af. Vissen Men bedwelme met een krachtige slag op de door een vaste onderlaag ge steunde kop en snijde dan dat lichaamsdeel af. Wanneer de vis bestemd is om met de kop te worden opgediend, dan snijde men na de bedwelming de wervelkolom achter de kop door. Pas daarna mogen vissen worden ontschubd. Aal pakke men met een droge doek en behandele ze overigens als andere vissen. Nooit legge men ze levend in zout of azijn en nimmer mag de huid er af ge trokken worden, als ze nog levend zijn. Schaaldieren Kreeften, krabben en gar nalen dompele men onder in kokend zout water en houde ze ondergedompeld tot ze levenloos zijn. Met het oog op de afkoeling van het water neme men niet teveel tegelijk in en pan of ketel. Nooit mogen ze met koud of lauwwarm water worden opgezet. Pas na de dood mogen, waar nodig, de ingewanden worden weggenomen. Konijnen Konijnen houde men in de len denen vast, zodat het hoofd naar beneden hangt en geve dan met een stevig stuk hout, b.v. een niet te lichte hamersteel, een krach tige slag op het achterhoofd achter de oren. Daarna late men ze verbloeden. Wanneer men geen routine heeft, wende men zich zoals gezegd tot een te goeder naam en faam bekend staande poelier of tot het ge meentelijk abatoir. Transport en bewaren van gekochte levende dieren. Gevogelte moet men ongebonden in een net met een vaste bodem vervoeren en vissen in water. Is dit laatste niet mogelijk, dan late men ze door de verkoper op de boven aan gewezen wijze bewusteloos maken en uit bloeden. Het bewaren van kreeften in res taurants en winkels met dichtgebonden scha ren is voor die dieren een kwelling. Is het nodig ze levend te bewaren, dan doe men dit tussen ijs. Het afsteken van vuurwerk op de Oudejaarsdag. Ons bereiken elk jaar klachten, dat door het afsteken van knallend vuurwerk heel veel huisdieren in grote angst worden ge bracht. Kortgeleden ontvingen wij zelfs een schrij ven van een veehouder, die ons mededeelde dat het vorig jaar een drachtige koe in zijn stal zo onrustig werd, dat ze ontijdig ging kalven. Wij doen een beroep op de ouders, maar rechtstreeks op de jeugd, om toch vooral geen knallend vuurwerk af te steken. In elk geval adviseren wij aan de eigena ren van honden om hun viervoeters binnen te houden, liefst in de huiskamer waar men zelf vertoeft en als het moet om de dieren aan de lijn uit te laten, immers er waren honden, die, gedreven door angst, soms tot ver buiten de grenzen van de bebouwde kom der gemeenten vluchtten. ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent Kwartaal-abonnement Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75 Buitenland f 2,00 ADVEETINTIEPIIJScent per m.m. Bi] contracten belangrijke reductie. Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m. Kleine adrertenti6n (maximum 6 regels) 1-5 regels 70 cent Iedere regel meer 12 cent extra

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1955 | | pagina 1