AXELSE COURANT
De toekomst
van het Delta-gebied
Si***»
1 C VINK
Frankering bij abonnement, Axel
WOENSDAG 7 DECEMBER 1955
70e Jaargang No. 20
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG
Drukker - UitgeefsterFIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646
Hoofdredactie: J. C. VINK
ideaal voor ieder
die brieven schrijft!
FIRMA
Markt 12
AXEL.
SAMENVATTING VAN HET RAPPORT VAN DE
DR. WIARDI BECKMAN STICHTING.
Bij de Dr. Wiardi Beekman Stichting, het
wetenschappelijk instituut van de Partij van
de Arbeid, is zo juist een rapport gereed ge
komen, dat geheel gewijd is aan de pro
blemen, verband houdende met de toekomst
van het Delta-gebied. Men verstaat hier
onder het gebied tussen de Nieuwë Water
weg en de grens tussen België en Nederland,
met inbegrip van Zeeuwsch-Vlaanderen.
Pe desbetreffende commissie van de Dr.
Wiardi Beekman Stichting, onder voorzitter
schap van Dr. N. Bolkestein, burgemeester
van Middelburg, baseert zich, wat de pro
blemen van de veiligheid van het Delta
gebied betreft, op de gegevens van de
Delta-commjissie, die juist dezer dagen de
regering hebben geleid tot de indiening van
het wetsontwerp op het z.g. Delta-plan. Op
grond van deze gegevens en uitgaande van
de absolute noodzakelijkheid de veiligheid
van zuid-westelijk Nederland aanmerkelijk
te verbeteren, is ook de W.B.S.-commissie
van oordeel, dat de zeegaten moeten wor
den afgesloten de veiligheid moet worden
vergroot de zeegaten moeten dus worden
afgesloten.
Daarnaast acht de W.B.S. - commissie
'oodzakelijk de overweging van de bouw
an een stormvloedkering in de Rotterdamse
Vaterweg en een oplossing voor de Wester-
schelde.
De W.B.S.-commissie acht, tegenover de
grote belangen, verbonden aan de veiligheid
een rentabiliteitsberekening niet noodzakelijk
al komt zij met een aantal cijfers, die aan
tonen, dat haar inziens ook van economische
gezichtspunten uit, het z.g. Deltaplan ver
wezenlijkt dient te worden.
De W.B.S.-commissie heeft zich evenwel
niet beperkt tot de bespreking van het z.g.
Deltaplan op zichzelf zij heeft de door de
ramp van Februari 1953 ontstane situatie
jnede gezien de omstandigheden, die voor-
lien reeds bestonden als uitgangspunt
jenomen voor een studie van talrijke andere
oroblemen.
Zo constateert zij, dat de bevolkingsgroei
in het Deltagebied verre bij die van geheel
Nederland is achtergebleven. Sinds 1880 tot
1950 groeide de bevolking van Zeeland met
slechts 44%, van de Zuid-Hollandse ramp
eilanden met 23% en van west Noord-Bra
bant met 109%, terwijl in diezelfde tijd de
bevolking van geheel Nederland met 150%
vooruitging. De commissiie staat bij de oor
zaken van deze verschillen stil en stelt vast
dat de welvaartsbronnen in dit gebied on
voldoende gegroeid zijn, dat hier te veel
aan de zuiver-economische factoren werd
overgelaten, een typisch kapitalistisch ver
schijnsel. De minder goede geografische lig
ging van het gebied ten opzichte van be
paalde verbindingslijnen speelt hierbij tevens
een rol.
De verwezenlijking van het Deltaplan zal
hierin mede verandering brengen, doch ook
verder zal een doelbewuste actieve politiek
richting aan de ontwikkeling moeten geven.
De commissie stelt een groot aantal wen
sen ten aanzien van het verkeer. Zij houdt
zich bezig met practisch alle van belang
zijnde verkeersproblemen in alle delen van
het Delta-gebied en geeft aan wat als op
lossing daarvan zowel te water als te land,
moet worden gedaan. „Gezien de bijzonder
gewichtige betekenis, die de veerverbindin-
gen hebben als bestanddelen van het hoofd
wegensysteem, dient", aldus de W.B.S.-
commissie, versterking van de invloed van
de gemeenschap in eigendom en exploitatie
te dezen in studie te worden genomen, waar
deze situatie nog niet aanwezig is. Voor het
personenvervoer geldt volgens de commissie
hetzelfde.
De havens acht de commissie-Bolkestein
in het algemeen slecht toegerust. Vaak ont
breekt een goede kadeverlichting, de los-
wallen zijn veelal klein, scheepsreparatie-
mogelijkheden onvoldoende, vaak geen olie,
brandstof en levensmiddelen in voldoende
mate verkrijgbaar. De commissie hekelt het
te sterke particularisme en de kunstmatige
instandhouding van vele haventjes.
Overwogen moet worden de stichting
van een eilandelijk havenschap, met zoveel
mogelijk uniformiteit in de tarieven van de
havens.
Laat vooral stelt de commissie de
te maken dammen zoveel mogelijk dienstbaar
worden aan het verkeer. In dit verband be
cijfert de commissie, op grond van ook elders
gepubliceerde gegevens, wat een en ander
aan economische voordelen tot gevolg zal
hebben. Uitvoerig geeft de commissie aan,
welke verbeteringen inzake de vrkeersver-
bindingen in het Delta-gebied noodzakelijk
en mogelijk zijn.
Op het gebied van de volkshuisvesting
acht de W.B.S.-commissie het woonpeil in
het Delta-gebied ongunstig in verhouding tot
dat in Nederland in het algemeen. Was bij
voorbeeld het aantal één- en tweekamer
woningen in Nederland in 1947 10,4% in
^Zeeland was het toen 23,6% van de woning
voorraad. 10% van de Zeeuwse woningen
in 1950 gold als bouwvallig. Véél meer dan
elders worden in dit gebied de woningen
door de eigenaren zelf bewoond. De com
missie dringt aan op krachtige voortzetting
van de woningbouw, een begin van krot
opruiming en sanering en voorbereiding
reeds nu van een grote aanpak van het
krottenprobleem. Meer daa elders zijn in
dit gebied woningen en tehuizen voor be
jaarden nodig. De huidige bijdrage voor de
krotopruiming wordt te gering geacht. De
commissie betwijfelt, of het technisch appa
raat van de gemeenten overal toereikend is
de desbetreffende problemen aan te pakken
sommige diensten zijn te klein, bij andere is
een zekere decentralisatie wenselijk.
Ten aanzien van land- en tuinbouw acht
de W.B.S. -commissie dringend verdere door
voering nodig van het herverkavelings- en
cultuurtechnische werk. Ook Zeeuwsch-
Vlaanderen moet hierbij worden betrokken
en voor Goeree-Overflakkee verdient vooral
het cultuurtechnische werk aandacht. Verder
blijken dringend uitbreiding en verbetering
van het agrarisch onderwijs noodzakelijk te
zijn. Bij de landarbeiders bestaat hiervoor
nog te weinig belangstelling en dit ter
wijl b.v. in de zeekleigebieden 81% van de
landarbeiders geen verder onderwijs na de
lagere school heeft genoten. De commissie
geeft aan in welke streken en met welke
soorten scholen in land- en tuinbouw dit
onderwijs uitgebreid moet worden.
De gebrekkige waterhuishouding, de ver-
zilting en de verdroging zijn hier ernstige
problemen. De kosten op dit terrein zullen
hoog zijn, aldus de commissie, maar de resul
taten, de meeropbrengst als gevolg van de
aanpak van deze problemen, wegen er ruim
schoots tegen op.
Van de v^le problemen van de visserij, die
de commissie behandelt, trekt in het rapport
vooral dat van de oestervisserij de aandacht.
De commissie betreurt het, dat men er ernstig
rekening mee moet houden, dat de oester
visserij door de afsluiting van de zee-armen
practisch verloren zal gaan. Men zal voor
de betrokkenen nieuwe werkgelegenheid
moeten scheppen. Ten aanzien van Yerseke
zal stellig hulp moeten worden geboden, want
voor deze plaats zal de opheffing van de
oestervisserij een ramp betekenen.
Op talrijke plaatsen ziet de commissie
noodzakelijkheden en mogelijkheden voor in
dustrieën. De industrie-ontwikkeling moet
zich echter richten op de arbeidsmarkt en
men zal er bij moeten overwegen, da te grote
industrieën des zomers in dit gebied een te
groot verloop van arbeidskrachten zouden
hebben. Technische scholen dienen in vol
doende mate aanwezig te zijn. In ieder geval
is industrie-ontwikkeling reeds thans nodig,
daar de verwezenlijking van het Delta-plan
met de daardoor ontstaande verkeersverbete-
ringen de mensen anders zal doen wegtrek
ken.
Voor de recreatie ziet de commissie in het
gehele Deltagebied grote mogelijkheden, zo
wel voor buitenlanders als voor Nederlan
ders, zowel voor dagjesmensen als voor gas
ten, die langer willen logeren. Wanneer de
zaak goed en tijdig wordt aangepakt (en
de commissie somt talrijke mogelijkheden
voor de verschillende gebieden op) kan hier
vermoedelijk het recreatie-probleem voor
grote industriestreken van Zuid-Holland
zuid worden opgelost. Het verdient aanbe
veling z.g. recreatieschappen van provincies
tezamen en/of van provincies en gemeenten
gezamenlijk, tot stand te brengen, opdat een
snelle, evenwichtige bevordering van de
recreatiemogelijkheden en het vreemdelin
genverkeer, met bevordering en behoud van
landschappelijk en natuurhistorisch schoon,
tot stand zal komen.
Ook de openbare nutsbedrijven heeft de
commissie onder de loupe genomen. Zo acht
zij bij de watervoorziening een grotere sa
menwerking en concentratie bepaald nood
zakelijk de versnippering is hier al te groot.
Waar de bevolkingsdichtheid te gering is
om lonende afzet mogelijk te maken, dienen
hogere rijksbijdragen te worden overwogen.
Ook de onrendabele gebieden bij de electri-
citeitsvoorziening verdienen bijzondere zorg.
Een uitvoerig hoofdstuk is gewijd aan pro
blemen van maatschappelijk werk. De ver
wezenlijking van eht Delta-plan en de daar
mee gepaard gaande ontsluiting van dit ge
bied, zullen voor deze gewesten nieuwe
maatschappelijke en culturele problemen op
werpen. Grote materiële opleving zal ont
staan, maar anderzijds ook spanningen in het
sociale, psychische en geestelijke vlak, die
blijvend hun merkteken zullen zetten. Noch
de kleine stadjes, noch de plattelandsgemeen
ten mogen van goede specialisten op de ter
reinen van het maatschappelijke en het so
ciaal-culturele werk verstoken blijven, al
zullen vooral de all-round werkers, goed be
kend met de inwoners van hun rayon (niet
te groot zijnde) en met de plaatselijke
situatie, moeten worden ingeschakeld. De
aanpak van dit werk moet vooral van de
plaatselijke of streekgemeenschap uit wor
den aangepakt, met brede vertegenwoordi
ging en samenwerking van alle desbetref
fende verenigingen en organisaties. Hiervan
uitgaande komt de commissie met gedetail
leerde adviezen ten aanzien van gezinsver
zorging, jeugdwerk, dorps- en buurthuizen,
bejaardenzorg, gezondheidszorg e.d., vor
mingswerk, lectuurvoorziening, amateurge
zelschappen en beroepsgezellen.
Ten slotte worden op bestuurlijk terrein
de gemeentelijke indeling en de waterschaps
organisatie besproken. Kleine gemeenten, al
dus de W.B.S.-commissie, hebben geen be
stuurskracht. Centralisatie kan alleen be
streden worden door bestuurskrachtige ge-
meenten.Een minimum van 5000 inwoners
per gemeente (in bepaalde gevallen een mi
nimum van 2000 inwoners) moet haar in
ziens worden aangehouden. Aan de andere
kant acht zij het denkbeeld om van bepaalde
eilanden een gemeente te maken, niet aan
trekkelijk, omdat de oppervlakte en de af
standen te groot en op Schouwen-Duiveland
stad en platteland samengevoegd zouden
worden.
Bij dijksbeheer is meer centralisatie nodig.
In Zuid-Holland is men hiermede ver ge
vorderd, in Noord-Brabant is deze in voor
bereiding, in Zeeland zijn plannen in over
weging maar ver gevorderd is men daar nog
niet. Daar zijn waterschappen, die slechts
enkele kilometers dijk beheren het dijks-
onderhoud i^ ook door zeer kleine polders
al te versnipperd. Alleen bij meer samen
werking en concentratie zijn krachtige dijks-
zorg en een goede technische organisatie mo
gelijk. Ten aanzien van de zeedijken is cen
tralisatie bij grote waterschappen aange
wezen. De geldende regeling aangaande de
z.g. calamiteuse polders in Zeeland is voor
dit alles een belemmering, zodat deze ver
anderd moet worden. Ook op het terrein van
de waterlozing verdient nauwere samenwer
king c.q. concentratie tot stand te worden
gebracht.
De commissie-Bolkestein eindigt haar rap
port met de stelling, dat niet alleen samen
werking tussen rijk, provincies en gemeenten
over grote gebieden noodzakelijk is (haven
schappen, verkeersorganisaties, recreatie
schappen e.d.), maar ook regionale samen
werking en coördinatie van overheid en
particuliere verenigingen en organisaties.
„Voor het maatschappelijke en culturele
werk zullen, juist in dit eilandenrijk, wellicht
regionale opbouworganisaties nuttige arbeid
kunnen verrichten. Streekplannen en daar
aan voorafgaande sociologische, economisch-
technologische onderzoekingen en planolo
gische studies, vanwege de provincies, zul
len dringend nodig zijn, teneinde de nood
zakelijke meningsvorming omtrent de aan de
orde en op handen zijnde vraagstuuken op
gang en tot stand te brengen".
„Samenwerking", aldus de commissie, tus
sen de levensbeschouwelijke richtingen en
een meer voor elkander openstaan op tal
rijk gebieden blijft, hier in een zo sterk in
ontwikkeling komend gebied, meer nog dan
elders, geboden".
POOLSE OUD-STRIJDERS DOEN
BEROEP AAN DE MINISTER.
Het Hoofdbestuur van de Vereniging van
Poolse Oud-strijders in Nederland, heeft aan
Zijne Excellentie de Minister van Buiten
landse Zaken een schrijven gezonden, waarin
een beroep wordt gedaan om stappen te
ondernemen, die zouden kunnen leiden tot
de vrijlating van tweehonderdduizend Pool
se soldaten, die door de Sovjet-Unie in strijd
met elk rechtsgevoel nog steeds gevangen
worden gehouden.
„In duizenden concentratie- en dwang
arbeiderskampen in binnen-Rusland en in
Siberië aldus het schrijven leven in de
meest kommervolle omstandigheden, hon
derdduizenden burgers van Polen en andere
Oost-Europese staten, die ten gevolge van
de verraderlijke besluiten genomen te Tehe
ran en Yalta, genadeloos werden overge
leverd aan het schrikbewind der Sovjets.
In de tragische Septembermaand van 1939
toen Sovjet-Rusland samen met het Nazi-
Duitsland Polen had aangevallen, kwamen
honderdduizenden Poolse soldaten in Rus
sische krijgsgevangenschap terecht.
Ook aan het einde van de tweede wereld
oorlog werden vele duizenden soldaten van
het Poolse ondergrondse leger, die geduren
de vijf lange jaren tegen de Duitsers hadden
gevochten, door het Rode leger ontwapend
en naar Rusland gedeporteerd.
Ten gevolge van de „nieuwe koers" in de
Sovjet-politiek, keerden vele duizenden Ita
liaanse, Oostenrijkse en Duitse krijgsge
vangenen uit Sovjet-Rusland terug.
Ook werd onlangs een gering aantal
Poolse krijgsgevangenen vrijgelaten. De
grote propaganda die hierbij werd gemaakt,
had ten doel de vrije wereld te overtuigen
dat ook deze pijnlijke kwestie tot een voor
spoedige oplossing was gebracht.
Niets is minder waar. In de Russische
concentratie- en dwangarbeiderskampen
verblijven nog steeds tweehonderdduizend
Poolse soldaten, die in strijd met elk rechts
gevoel gevangen worden gehouden.
Wij, Poolse oud-strijders verblijf houden
de in Nederland, waar wij niet alleen gast
vrijheid genieten, maar ook alle rechten die
de vrije mensen toekomen bezitten, richten
ons tot Uwe Excellentie niet alleen met een
protest tegen de gevangenhouding door Sov
jet-Rusland van tweehonderdduizend Poolse
soldaten, maar vooral ook met een verzoek
om het ondernemen van de nodige stappen,
die zouden kunnen leiden tot de vrijlating
van al onze kameraden, die sedert 1939 en
1944 nog steeds gevangen worden ge
houden.
Wetende dat Nederland een land is, dat
grootmoedig weet te strijden voor de rech
ten van de mens en voor rechtvaardigheid
op internationaal gebied, zijn wij er van
overtuigd, dat Uwe Excellentie alles zal
doen dat tot de invrijheidstelling van de
tweehonderdduizend Poolse soldaten zou
kunnen leiden.
FEESTVERLICHTING TE
ANTWERPEN.
Antwerpen zal haar derde lichtfeeërie
houden van 10 December 1955 tot en met
8 Januari 1956.
De traditionele „Sinjorenwandeling" van
af het Koningin Astridplein tot aan de
Groenplaats, over De Keyserlei, Teniers-
plaats, Leysstraat, Meir, Meirbrug en de
Schoenmarkt, zal andermaal een uitzonder
lijk mooie aanblik bieden, dank zij de kleur
rijke versieringen en de schitterende verlich
ting. Ook de grote winkelstraten verlenen
hun medewerking aan de algemene feestver
lichting van de stad. Verschillende praal
bogen, versierd met prachtige lichtmotieven,
zullen langs het parcours opgesteld staan.
Daarenboven worden de historische gebou
wen, de musea en de oude kerken sprookjes
achtig verlicht.
Hotels, restaurants, theaters en amdere
ontspanningsgelegenheden brengen te dezer
gelegenheid de meest aantrekkelijk e pro
gramma's. Etalages en winkelpuien worden
eveneens bijzonder versierd.
Een reusachtige Kerstboom, geschonken
door Noorwegen's hoofdstad, zal in aan
wezigheid van de burgemeester van Oslo
op 22 December worden ingewijd.
Zo gaat Antwerpen een reeks eindejaars
feesten tegemoet, welke ongetwijfel talrijke
bezoekers naar de Scheldestad zul'en lokken.
ABONNEMENTSPRIJS: Losse nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
Bi] contracten belangrijke reductie.
Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleine advertentién (maximum 6 regels) 1-5 regels
70 cent iedere regel meer 12 cent extra.