AXELSE COURANT
WAT IS P. B. O.
DE GOEDE SINT KWAM DOOR DE LUCHT
J. c.
IVOROL: De Tandpasta van standing
Frankering bij abonnement, Axel
ZATERDAG 26 NOVEMBER 1955
70e Jaargang No. 17
NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
FIRMA
Markt 12
AXEL.
II.
NAAR EEN P. B. O.
Aan de totstandkoming van de P.B.O. is
een langdurig en somtijds ook moeilijk ont
wikkelingsproces voorafgegaan. Meerdere
malen zijn tijdens deze ontwikkeling ideeën
geopperd, ja zelfs reeds bepaalde concrete
maatregelen genmen, die gingen in de rich
ting van de gedachten, die thans in de P.B.O.
zijn belichaamd. Ideeën, die thans aan de
publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ten
grondslag liggen, leefden in verschillende
vormen reeds tientallen jaren in Nederland.
Bij de herziening van de Grondwet in
1922 werd reeds een artikel opgenomen,
waarin de mogelijkheid werd geopperd an
dere publiekrechtelijke lichamen in te stel
len dan men tot nu toe kende Rijk, pro
vincie, gemeente, waterschap, enz. Bij de
wijziging van de Grondwet van 1938 werd
deze mogelijkheid nog verder uitgewerkt,
doordat werd bepaald, dat voor bepaalde
beroepen en bedrijven, of groepen dairvan,
lichamen konden worden ingesteld, die rege
lend zouden kunnen optreden. Daaraan werd
toegevoegd, dat aan deze lichamen veror
denende bevoegdheden toegekend zouden
kunnen worden. Van deze mogelijkheden,
die de Grondwet biedt, is evenwel voor de
oorlog geen gebruik gemaakt. Maar er was
meer dan deze grondwettelijke ontwikkeling
alleen.
Reeds eerder, in 1933, bij de aanbieding
van de Bedrijfsradenwet aan de Staten-
Generaal, had de regering gewezen op de
wenselijkheid, dat de overheid een deel van
haar taak aan het bedrijfsleven zou over
laten. Daarnaast was tevens de practijk ge
groeid, dat de regering zich bij de uitoefe
ning van haar taak liet bijstaan en van ad
vies liet dienen door colleges of commissies,
waarin vertegenwoordigers van het bedrijfs
leven zitting hebben. Voorbeelden hiervan
zijn de Nijverheidsraad, de Middenstands-
raad en de Hoge Raad van Arbeid, die reeds
in 1919 werden ingesteld en de Economische
Raad, die in 1932 tot stand kwam.
Het blijkt dus, dat in deze ontwikkeling
tussen de beide wereldoorlogen reeds be
langrijke elementen aanwezig zijn, die in een
later stadium d.w.z. na 1945 wezen
lijke onderdelen zouden worden van de
echte P.B.O,
le. de mogelijkheid om een publiekrechte
lijk karakter te geven aan organisaties,
die uit het bedrijfsleven zijn voortge
komen
2e. het uiting geven aan de wenselijkheid
dat de overheid de uitoefening van een
deel van haar taak in handen legt van
het bedrijfsleven
3e. het geven van bijstand en adviezen aan
de overheid door commissies van des
kundigen uit het bedrijfsleven.
Oorlog en bezetting, die deze geleidelijke
ontwikkeling doorkruisten, bogen haar bo
vendien om in een volkomen ongewenste
richting.
De jaren van de Duitse bezetting bevor
derden op velerlei gebied het ontstaan van
surogaten. Dit kwam ook tot uitdrukking op
het gebied van de P.B.O., toen, op last en
onder dwang van de Puitse autoriteiten, een
organisatie voor het bedrijfsleven werd in
gesteld, waarbij tevens de vrije organisaties
van ondernemers en arbeiders werden op
geheven. En zoals de meeste surrogaten naar
het uiterlijk in sommige opzichten wel eens
iets weg konden hebben van datgene, wat
zij moesten vervangen, maar er naar hoe
danigheid vrijwel nooit mee konden worden
vergeleken zo vertoonde ook de orga
nisatie van het bedrijfsleven uit de bezet
tingsjaren uiterlijk enige, zij het een ge
ringe, overeenkomst met de P.B.O., die
Nederland thans kent, maar stond zij er in
leidend begrip lijnrecht tegenover. Zij was
een alomvattende, van bovenaf verplichte
en opgelegde organisatie van ondernemers,
die was opgebouwd volgens het leidersbe
ginsel. De huidige P.B.O. berust op de sa
menwerking van werkgevers en werknemers.
Zij kent hun eigen vrije organisaties een be
langrijke rol toe en behoudt daarmede de
binding met de bedrijfsgenoten.
Gezien de feitelijke stand van zaken was
het na de oorlog niet mogelijk de rganisa-
ties uit de bezettingstijd onmiddellijk op te
heffen. Dit zou een vacuum 'hebben ge
schapen, dat zowel de regering als het be
drijfsleven in ernstige moeilijkheden zou heb
ben gebracht. De regering kon in de eerste,
uiterst moeilijke na-oorlogse jaren de ad
viezen en de bijstand van de organisaties
van het bedrijfsleven niet missen. Ook voor
het bedrijfsleven zou een te plotseling ver
breken van de organisatorische banden moei
lijkheden hebben opgeleverd. Dit gold te
meer, omdat de tijdens de oorlog opgeheven
'vrije organisaties hun werkzaamheden nog
niet direct in volle omvang konden her
vatten. Wel werd een aantal wijzigingen
aangebracht in de structuur van de organi
saties, die in de bezettingstijd in het leven
waren geroepen. Deze wijzigingen hadden
ten doel de karaktertrekken van de Duitse
bezetting, die deze organisaties aankleefden,
te verwijderen en ze dus te democratiseren
Het leidersbeginsel Werd afgeschaft en de
besturen werden samengesteld door de be
drijfsgenoten en niet meer van bovenaf be
noemd. Voorts mochten zij de verordenende
bevoegdheid, voor zover ze die bezaten, niet
meer uitoefenen.
Inmiddels trad in de jaren na de oorlog
een ander verschijnsel sterk op de voorgrond,
dat voor de ontwikkeling van de publiek
rechtelijke bedrijfsorganisatie van bijzonder
groot belang is geweest de versterking van
de samenwerking tussen arbeiders en on
dernemers. Terwijl in het begin dezer eeuw
ondernemers en arbeiders in het algemeen
scherp tegenover elkaar stonden, was vooral
sinds de eerste wereldoorlog het besef ge
groeid, dat samenwerking tussen onderne
mers en arbeiders mogelijk en nodig was.
De gemeenschappelijke nood tijdens d.e jaren
van de tweede wereldoorlog deed dit besef
nog groeien. Reeds tijdens de oorlogsjaren
haden de vertegenwoordigers van de door
de bezetting opgeheven vrije organisaties
van werkgevevs en werknemers clandestien
contact met elkaar opgenomen. Dit contact
leidde tot de overtuiging, dat het zowel voor
de belangen van de ondernemer als voor die
van de arbeider schadelijk zou zijn, wanneer
de strijd en de conflicten, die de verhoudin
gen tussen ondernemers en arbeiders in het
verleden zo dikwijls hadden vertroebeld, na
de oorlog zouden herleven. Deze gemeen
schappelijke overtuiging leidde tot de op
richting van de Stichting van de Arbeid,
waarin ondernemers en arbeiders met el
kaar overleg plegen over belangrijke sociale
en economische problemen, en die de rege
ring over deze problemen advies geeft.
Hiermede kwam een nieuw en zeer be
langrijk element naar voren in de ontwik
keling, die zou leiden tot de verwezenlijking
van de P.B.O. de samenwerking tussen
werkgevers en werknemers, die voor de ge
hele sociaal-economische ontwikkeling van
Nederland na 1945 van moeilijk te over
schatten betekenis is geweest.
Dank zij de resultaten van dit gehele
groeiproces naar een publiekrechtelijke be
drijfsorganisatie,d at vele tientallen jaren ge
duurde heeft, kon in 1948 met de eigenlijke
voorbereidingen voor het totstandkomen
van een wet op de P.B.O. worden begonnen.
EEN WET VOOR DE P.B.O.
Bij Koninklijke Boodschap werd op 23 Juni
1948 een ontwerp van wet op de bedrijfs
organisatie bij de Staten-Generaal ingediend.
In de grondige en langdurige parlemen
taire behandeling van dit wetsontwerp weer
spiegelt zich de grote betekenis, die alom
aan de P.B.O. wordt toegekend. Tot drie
keer toe was het overleg met de Tweede
Kamer voor de regering aanleiding wijzigin
gen en aanvullingen van dikwijls diepgaande
aard in het wetsontwerp aan te brengen,
waarna het op 12 October 1949 door de
Tweede Kamer werd aanvaard. De Eerste
Kamer keurde het wetsontwerp op 25 Ja
nuari 1950 goed. Op 27 Januari 1950 werd
de wet door Hare Majesteit de Koningin
bekrachtigd, en op 14 Februari 1950 werd
zij afgekondigd in het Staatsblad.
Daarmede was de basis voor de defini
tieve opbouw van de Publiekrechtelijke Be
drijfsorganisatie in Nederland gelegd.
Wat behelst deze Wet op de Bedrijfs
organisatie, die op 15 Februari 1950 in
werking is getreden
Een raamwet.
Om te beginnen is deze wet, wat men met
een technische term noemt een raamwet. Dat
wil zeggen zij schept geen kant en klaar
uitgewerkt stelsel van publiekrechtelijke be
drijfsorganisaties, maar laat voor elke sector
van het bedrijfsleven de mogelijkheden open
om de algemene principes, die in de wet
zijn vastgelegd, in de practijk te brengen op
een wijze, die voor die bepaalde bedrijfstak
het geschikst is. Er is dus geen star schema
voorgeschreven, waaraan ieder zich maar
heeft aan te passen, maar er is slechts een
algemeen raam opgesteld, waarbinnen een
zo soepel mogelijke aanpassing kan worden
verkregen aan de practische omstandig
heden.
Krachtens deze raamwet kunnen, bij voor
keur op verzoek van het bedrijfsleven zelf,
bepaalde openbare lichamen, publiekrechte
lijke organisaties dus, in het leven worden
geroepen, namelijk bedrijfschappen, hoofd
bedrijfschappen en productschappen. Voorts
is voor het bedrijfsleven in zijn geheel in
gesteld de Sociaal-Economische Raad dik
wijls afgekort weer een nieuw „letter
woord" als S.E.R.
Bedrijfschappen.
Bedrijfschappen worden in de wet om
schreven als openbare lichamen voor onder
nemingen, die in het bedrijfsleven een ge
lijke of verwante functie vervullen. Het zijn,
zo zou men ongeveer kunnen zeggen, pu
bliekrechtelijke bedrijfsorganisaties van al
len, die in een bepaalde tak van het bedrijfs
leven werkzaam zijn. Het zijn dus organi
saties van werkgevers en werknemers, die
b.v. werkzaam zijn in het slagersvak, de
kledingindustrie of in de bakkerijen, zoals
bedoeld in het voorbeeld dat wij in ons vorig
artikel stelden. Het is echter niet zo, dat er
beslist voor elk onderdeel van het bedrijfs
leven een geheel apart bedrijfschap moet
komen. Meer voor de hand liggend kan het
soms zijn bepaalde bedrijfstakken te com
bineren met andere, die vrijwel dezelfde be
langen hebben, b.v. de akkerbouw, de vee
teelt, de bloembollenteelt en andere bedrijfs
takken, waarin de bodem wordt bewerkt.
Hoofdbedrijfschappen.
Het zal vrij vaak voortkomen, dat twee
of meer bedrijfstakken gemeenschappelijke
belangen hebben. oZ kunnen b.v. de kruide
niers en de melkhandelaren met hun perso
neel in afzonderlijke bedrijfsorganisaties zijn
georganiseerd, waarin hun speciale bBfangen
Worden behartigd. Daarnaast hebben zij
evenwel gemeenschappelijke belangen, om
dat zij beide in de kleinhandel werkzaam
zijn. Voor deze belangen zouden zij geza
menlijk eveneens georganiseerd kunnen zijn
in een Hoofdbedrijfschap Kleinhandel, waar
in zij tevens de groentenhandelaren, de si
garenwinkeliers, enz. zullen ontmoeten. Voor
dergelijke groepen van bedrijven met gelijk
soortige problemen kunnen dus hoofdbe
drijfschappen worden ingesteld. Deze hoofd
bedrijfschappen zullen zich uit de aard der
zaak met problemen van meer algemene aard
bezig houden dan de bedrijfschappen.
Productschappen.
Niet alleen de bedrijfsgenoten .in één be
paalde bedrijfstak hebben gemeenschappe
lijke belangen. Dit geldt evenzeer voor allen
die betrokken zijn bij een bepaald product,
omdat zij dat product voortbrengen of er in
handelen. Dit is dus het voorbeeld van de
bakkers, dat wij reeds eerder vermeldden,
die een organisatie stichten tezamen met de
boeren, de molenaars en de meelhandelaren,
omdat zij allen als producent of ais handelaar
belang hebben bij het product meel. Een
productschap is dus de publiekrechtelijke or
ganisatie van diegenen, die gemeenschappe
lijke belangen hebben, hetzij als handelaar,
hetzij als producent, bij een bepaald product.
De Wet spreekt over openbare lichamen
voor twee of meer groepen van ondernemin
gen, die in het bedrijfsleven een verschillen
de functe vervullen ten aanzien van bepaalde
producten of groepen van producten.
Horizontaal cti verticaal.
Men spreekt, wanneer bedrijfschappen en
productschappen worden bedoeld, wel eens
over horizontale en verticale organisatie
vormen.
De uitdrukking verticale organisatie is ont
leend aan het begrip „bedrijfskolom". Hier
mede worden bedoeld de verschillende be
werkingen, die een grondstof moet onder
gaan om een halffabricaat en vervolgens een
eindproduct te worden, dat aan de verbrui
ker kan worden verkocht. Om bij ons oude
voorbeeld te blijven de boer verbouwt de
tarwe, die de molenaar tot meel verwerkt.
Dit meel bewaart en verhandelt de meel
handelaar en de bakker bakt er brood van.
Dit is dus een „bedrijfskolom", waarin zich
het verwerken van tarwe via meel tot brood
afspeelt. Productschappen vormen dergelijke
bedrijfskolommen en zijn dus verticale orga
nisaties.
In tegenstelling hiermede noemt men de
bedrijfschappen horizontale organisaties.
Inmiddels betekent dit onderscheid in or-
ganisatevormen, dat één en dezelfde onder
nemer met zijn arbeiders kan zijn georgani
seerd in verschillende „schappen". Zo kan
b.v. de melkhandelaar vallen onder een Be
drijfschap voor de Zuivelhandel, een Hoofd
bedrijfschap voor de Kleinhandel en een
Productschap voor Zuivel.
VERSCHIJNT IEDERE WOENSDAG EN ZATERDAG
ABONNEMENTSPRIJS: Loise nummers 6 cent
Kwartaal-abonnement
Axel binnen de kom f 1,55 Andere plaatsen f 1,75
Buitenland f 2,00
Drukker-Uitgeefster: FIRMA J. C. VINK
Red. en Adm.: Axel, Markt 12, Tel. 0 1155-646
HoofdredactieJ. C. VINK
ADVERTENTIEPRIJS: 8 cent per m.m.
Bi) contracten belangrijke reductie.
Ingezonden Mededelingen 20 cent per m.m.
Kleine advertentlën (maximum 6 regels) 1-5 regelt
70 coat Iedere regel meer 12 cent extra.
ENORME BELANGSTELLING OP DE AXELSE HELIHAVEN.
Een nimmer beleefde sensatie was ditmaal de tra
ditionele grootse jaarlijkse „blijde incomste" van St.
Nicolaas met zijn trouwe en onafscheidelijke metgezel
Zwarte Piet.
Nu Axel als eerste Zeeuwsch-Vlaamse stad nog
wel geheel buiten het vorige verlanglijstje van de
burgemeester om onlangs zijn luchtverbinding heeft
gekregen, waardoor de mogelijkheid is geopend in een
uurtje tijds Brussel of Rotterdam te bereiken, was het
eigenlijk niet te verwonderen dat de Axelse nering
doende middenstand, door middel van haar energieke
en ondernemende winkeliersvereniging „Axel-Vooruit"
die permanent contact met St. Nicolaas schijnt te
hebben alles op haren en snaren heeft gezet om
hem ditmaal op de allermodernste wijze de verre reis
te laten makenu
Aanvankelijk had de goedheilig man nogal wat be
zwaren geopperd, vanwege zijn wijde tabberd en zijn
buidels met pepernoten en lekkers, die toch ook als
bagage in de helicopter mee moesten, maar deze be
zwaren waren •spoedig ontzenuwd en zelfs de gewone
passagiers waren ook nog in staat de reis mee te
maken.
„Kijk eens aan," had Sint gezegd, „jullie doen in
Axel al zo geweldig veel voor mij. Dat grootse winkel-
feest ter ere van mijn verjaardag, waarbij niet minder
dan 3600 aan waardebonnen en prijzen wordt uit
geloofd is al een zo unieke prestatie, dat ik het op
de duur toch wel een beetje erg duur ga vinden
Maar er hielp geen „moedertje lief" aan. Hte goed-
gulle en warmkloppende hart bezweek op den duur
en zo was de komst van Sint door de lucht dan ook
verzekerd.
Als wij het wel hebben is dit de eerste keer dat
Sint in ons land op zodanige wijze zijn intocht doet.
Zodat het geen wonder was, dat al de scholen vrij
kregen van de burgemeester en behalve de kleine
duizend schoolgaande jongens en meisjes ook nog
enige duizenden moeders en vaders met de allerklein
sten van hun grote belangstelling en opgetogenheid
blijk gaven.
Deze belangstelling was voorzien en de helihaven
was van gemeentewege keurig met palen en touwwerk
afgemaakt om de duizendkoppige massa op de nodige
afstand te houdeni.
Reeds een half uur voor de tijd waren vele honder
den aanwezig. Een soort geïmproviseerde staantribune
langs de beboste Noordkant van de Heliport was al
spoedig door de menigte ingenomen en de tijd werd
gekort door de beide plaatselijke muziekcorpsen „Con
cordia" en Hosanna" die op de overdekte tribune be
halve marsmuziek de populairste nummers van het
Sinterklaasliedjes-repertoire uitvoerden. „Concordia"
had zowat het gehele program ingestudeerd en dit
toepasselijk „menu" viel zeer in de smaak van jong
en: oud en bracht er de rechte stemming in.
Eindelijk was het dan zover en uit Oostelijke rich
ting doemde de in de beginne kleine, zoemende stip
op, die al direct instinctief als het passagiersvliegtuig
van de milde Bisschop werd herkend.
Slechts enige ogenblikken later daalde het reeds zo
vertrouwde hemelsblanwe en halfverzilverde Saber.a-
vliegtuig met millimetrische zuiverheid op de aange
geven plek op het sportterrein.
De burgemeester en het bestuur der Winkeliers
vereniging vergezeld van een tweetal reeds aanwezige
Zwarte Pieten, schreden naar het toestel, waar de
burgemeester weer de eerste was die de kennismaking
hernieuwde en Sinterklaas officieel verwelkomde.
(Vervolg op pagina 2).