AnüMcv z°cnn±T. LIEFDE IS VAN PORSELEIN FEUILLETON. GLORIEUZE PAARDENFOKDAG. door GRÉ DE BOER. REDE MINISTER MANSHOLT. Na de pauze was het woord aan minister Mansholt, die allereerst meende de algemeen voorzitter naar aan leiding van diens gelukwens met zijn a.s. ambts jubileum, met gelijke munt te moeten betalen. Spr. uitte woorden va nhulde aan diens adres, voor het werk dat hij in zijn 10-jarige functie in het belang van de Zeeuwse landbouw had verricht. De wijze waarop in Den Haag door ir. Geuze de belangen van de Zeeuwse boeren worden behartigd worden op de allerhoogste prijs gesteld en hij voegde hieraan toe de wens dat de volgende periode voor Zeeland gelukkiger moge zijn, daarbij de ramp van 1953 in herinnering brengend, die van allen zo heel veel heelt gevergd. Spr. wil dan een greep doen uit de keuze van de vele gerechten, die alseen soort hors d oeuvre het onderwerp biedt, waarover hij zal spreken. Geen vlekkeloze hemel. Zoals de gewassen niet enkel gedijen door toedoen van de zon -ook de regen is vaak hoogst heilzaam zo is het op het ogenblik met de ontwikkelingen in de agrarische sector. Tal van factoren hebben wij bij het streven naar een redelijk inkomen niet in de hand. De ontwikkeling van de cultuur verloopt het best wanneer in een periode van hoogconjunctuur de structuurverschillen niet te groot zijn. Thans is er sprake van een zekere teruggang, waarbij de prijsafbrokkeling gepaard gaat met een kosten stijging die vrij sterk is. De landbouw zal daarom waakzaam dienen te zijn en goed de oorzaken en het karakter dienen te annalyseren, waarbij hij o.a. attendeert op de toestand in de textiel-industrie. Er is een verschil in de welvaartsontwikkeling te con stateren tussen de landbouw enerzijds en de handel en industrie aan de andere kant. De landbouw toont hierbij geen afgunst. Een koopkrachtige markt is het uiteindelijk resultaat van het feit dat in andere sectoren van het bedrijfsleven welvaart heerst. Grote spanningen onvermijdelijk. Een vergelijking der kosten leert dat sinds 1949 tot 1954 en 1955 een stijging van 100 tot 133 van het indexcijfer is waar te nemen, waarvan 11 punten in de 2 laatste jaren. Dit maant tot het betrachten van grote voorzichtigheid. Dit alles ondanks het feit dat b.v. veevoeder, kunstmest en brandstof in prijs zijn gedaald. Lonen en pachten stegen aanzienlijk. Spr. wees op de hier tegenover staande stijgingen van lonen en pachten. De opbrengst indexcijfers ble ven Vrij stabiel rond 120, een kleine beweging, die niet alarmerend is ,doch tot waakzaamheid maant in welke richting wij moeten koersen. Spr. herinnert aan de jarenlang gevoerde strijd tegen het bestaande protectionisme in het buitenland, dat hier en daar de kop weer opsteekt. Er werden in dit opzicht vaak teleurstellingen geboekt en het zal nood zakelijk zijn iedere nieuwe mogelijkheid ten opzichte van de export uit te buiten. Streven naar kwaliteitsverhoging. De noodzakelijkheid hiervan accentueert spr. b.v. ten aanzien van de zuivel o.a. door gebruikmaking van de moderne methode van condensering (indrogen van melk voor de consumptie in oplosbare vorm). Verder wijst hij op de snel tot ontwikkeling ko mende gebieden zoals Afrika, waar wij als de kippen bij moeten zijn tot het benutten der geopende pers- pectieven. Wij dienen er n.l. ook mee te rekenen dat België het binnen afzienbare tijd wellicht geheel zon der onze zuivel zal kunnen stellen. Nieuwe markten zijn derhalve dringend vereist. Dreigende overproductie van varkens en beperking van de bacon-afzet. Ons land zal straks een verdubbelde tot vier millioen opgevoerde varkensproducti<l hebben. Hier is dus wel grote behoedzaamheid geboden. Dat in deze een productiebeperking nog eens noodzakelijk zal blijken is met het oog op de beperking van de bacon-afzet volstrekt niet denkbeeldig. Voor suiker is grens genaderd. Ten deze moet naar een gebiedend evenwicht in productie en afzet worden gestreefd. Een redelijke stabiele export en kostenniveau eisen zulks. Bij dit streven naar rationalisatie is het duidelijk, dat, mede in verband met de lonen en pachten er geen aanleiding kan bestaan voor verzwaring der drukkende lasten. Geen nieuwe welvaartsloonronde in de agrarische sector. De indexcijfers van de pachten die gestegen zijn van 110 tot 126 eisen n.l. de volle aandacht. Als kostprijsfactor is de pacht een volkomen reële aan- gelegenheid, die aan een minimum gebonden' is, in veband met de kosten van gronden en gebouwen en ligt hier voor de grondkamers een taak. Zorgvuldig zal er derhalve dienen te worden gewaakt voor een stijging van de pacht die niet overeenkomt met de stijging der kosten. Loonfactor geen sluitpost. Van zeer grote betekenis voor de landbouw is zulks in verband met deze situatie, waarbij de minister de algehele toestand overziende tot de conclusie komt dat een redelijke bedrijfsgrootte, mitsgaders herver kaveling en ontsluiting zaken zijn die van overheer sende betekenis zijn. De abominabel slechte wegen ook in verband met de melkafvoer maken het ter hand nemen van cultuurtechnische werken in toenemende mate urgent. Thans is reeds 150.000 ha. in bewerking, doch dit moet tot 400.000 ha .worden opgevoerd, terwijl voor een zekere sanering daarnaast nog 1.200.000 ha. in aanmerking komt. De redenering dat men deze werkzaamheden maar uit moet stellen tot een tijd waarin de welvaart min der groot is en er werkloosheid zou kunnen ontstaan snijdt geen hout. De eerste 50 jaren is er nog zoveel arbeid dat verder uitstellen niet aangaat. Spr. was onlangs te Friezenveen en volgde daar het werk dat voorheen enige duizenden arbeiders vroeg, maar nu met een 30-tal draglines door een honderdtal arbeids kracht envlugger geschiedde. De landbouw dient zich te kunnen ontwikkelen. Het Landbouwschap. Vele taken zijn er die ons nog wachten op dit gebied, waarbij de minister opkwam tegen de be staande aversie tegen de P.B.Ó. die in zijn ontwik- kelingsstaat weliswaar administratie en belasting vor dert maar toch een gebiedende- noodzakelijkheid is, zodat wij door deze periode heenkomend ten slotte zullen komen tot de conclusie dat wij juist in dit tijdsgewricht ook hebben gedurfd. Deze rede van de Minister van Landbouw werd met veel instemming bezegeld. CRITIEK OP S.E.R. EN P.B.O. Een discussie volgde waarbij nog van verschillende zijden werd gereageerd op de door de minister be handelde materie, vooral inzake de taak van de Grondkamers, e.d. Het was de voorzitter der Noord-Brabantse zuster organisatie die in deze critiek opperde. Ook sneed deze in verband met de Biesbos de klemmende vraag aan hoe het nu staat met het Deltaplan waarbij hij gaarne een z.i. dringend noodzakelijk antwoord zou zien. Ook de algemeen voorzitter uitte critiek inzake de afschaffing der aftrekmogelijkheid, zulks ten opzichte van het advies van de S.E.R. De minister merkte op dat ten deze uiteindelijk de regering en het parlement de beslissing hebben. De Commissaris der Koningin, jhr. mr. de Casem- broot, hield nog een kernachtig pleidooi ten gunste van de verbetering van het woningpeil ten platte- lande en de woonruimteverdeling en verzocht minis ter Mansholt deze wensen kenbaar te maken aan zijn ambtsgenoot van wederopbouw. De toewijzing aan verschillende agrarische provincies is bedroevend, aldus de Commissaris der Koningin. Wijders besprak hij de wensen die er leven ten opzichte van meer landbouwscholen, de ruilverkave ling, de havenproblemen, de recreatie-gebieden en het nieuwe Landbouwschap. De meest verblijdende mededeling van minister Mansholt was ten aanzien van het Deltaplan. Dit is deze week in de vorm van een ontwerp-Deltawet de ministerraad gepasseerd. Hierna volgde sluiting der vergadering en werd door het Hoofdbestuur en de genodigden een bezoek gebracht aan een klompenfabriek te Clinge. Ontvangst op Hulsters historisch stadhuis. Nadat het bezoek aan de klompen-industrie te Clinge had plaats gehad werden het bestuur der Z.L.M. en vele genodigden in het geheel gerestau reerde monumentale Hulsterse stadhuis ontvangen door burgemeester A. L. S. Lockefeer. De officiële ontvangst had plaats in de zeer ruime Burgerzaal van dit fraaie gebouw, dat een voorbeeld is van stoere degelijkheid van ons voorgeslacht, dat zich in een evenredige bouwstijl wist te uiten. Staande receptie. Burgemeester Lockefeer wees in zijn spontane wel komstrede op de niet alledaagse eer die Hulst te beurt valt in de ontvangst van een Minister met het verder zo representatieve en ijvere Z.L.M.-bestuur, mitsgaders de Commissaris der Koningin in deze provincie met de verdere genodigden. Hij wijst op de gezindheid der Hulstenaren, die immer prat gaan op hen verbondenheid met overig Nederland, maa rdie gaarne deze band nog verinnigd zagen door dichter bij het centrum van het land te worden gebracht. Van oudsher bestaat hier een nauwe relatie tot hte agrarisch element in deze streken waar Hulst als centrum door zijn intense weekmarkt-drukte een culminerende positie in heeft ook a lroken er al heel wat fabriekschoorstenen in zijn omgeving. Met de beste wensen voor het welslagen der tentoonstelling en van deze mooie jaarlijkse hoogtijdagen beëindigde hij zijn rede. Minister Mansholt huldigt de mening dat Hulst naar geest en hart vlak bij Nederland ligt en dat het steeds h>t ernstige streven is van de regering door de ver beuring der verbindingen het contact nog te ver innigen. Vooral nu de regering dezer dagen besloot d-it hei Delta-plan zal worden verwezenlijkt, dat van eminent belang is voor de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden komt deze aangelegenheid nog in inniger ver band doordat eerlang ook de inpoldering van het land van Saeftinge aan de orde zal komen en besprekingen op internationaal niveau hier uit voort zullen vloeien. Zonder reeds over een tunnel of een brug over de Schelde te willen spreken, meende spr. de hoop te mogen uiten dat de geestelijke brug met overig Neder land spoedig zal worden omgezet in een kortere ver binding (algemeen applaus). Ir. Geuze vertolkte daarop de gevoelens die het Z.L.M.-bestuur heden bezielen nu de altijd impone rende ontvangst weer plaats heeft in het aloude Hulst, waar ook de geest zo sterk voortIteft van de Vos Reuiaerde en van Krieckeputte in welks omgeving het in die lang vervlogen tijden nu niet zo best was om te leven. Spr. hoopt op een bestendiging van de tegen woordige bloei en vooruitgang dezer zo unieke echte Zeeuwse stad in het midden van het goede Land van Hulst. Minister en Commissaris achter de muziek. In gezelligheid bleef men daarop enige tijd bijeen, waarbij door de Kon. Stedelijke Harmonie voor het stadhuis een serenade werd gebracht en die haar hoogtepunt vond in een triomfale rondwandeling door een deel der stad, waarbij minister Mansholt en de Commissaris der Koningin met het gehele Z.L.M.- bestuur en een honderdtal genodigden ongedwongen e.chtei de muziek aan marcheerden. Na afloop van deze unieke optocht volgde in de Koning van Engeland" een diner waarbij in intieme kring tot omstreeks het middernachtelijk uur in ge zelligheid werd geconverseerd. Kloosterzande op zijn best Dit was wel de hoofd dorp betraden, in welks hart, rondom de huizinge indruk toen wij dit fraaie, agrarisch zo werkzame van baron Collot d'Escury, wij een groot deel van d? hierbij horende terreinen bezet zagen met al dat gene wat bij een agrarische expositie op moderne leest geschoeid nu eenmaal behoort. Feestelijk bevlagd en in een volkomen landelijke sfeer lag daar het compaste tot de laatste meter be nutte Domeingebied. De Rijtoer. In de voormiddag werd de start ondernomen voor detraditionele rijtoer door het grootste gedeelte van de Kring Hulst, waaraan door meer dan 100 auto's en zeer vele bussen werd deelgenomen. Via de Kruispolder, de Paal en Graauw, langs de Zandberg en het Jagertje, door de stad Hulst ging het door naar het grensgebied en dan weer via Kijkuit door de Catharinapolder naar Rapenburg en kwam men door het uitgestrekte polderland weer terug tot de oorsprong van de tocht na een mooie rit door een in volle wasdom fleurende streek. Hier moest het hart van elke rechtgeaarde boer kloppen, temidden van zo veel rijkdom en belofte voor een weldadige oogst in het verschiet. Het tentoonstellingsterrein, dat inmiddels reeds door vele honderden was betreden geheel te beschrijven laat het bestek van dit verslag niet toe. Het paard nog volop in zijn glorie. Maar middelerwijl was de jury reeds volop in haar veelomvattende werkzaamheden. De plaatselijke, geüniformeerde harmonie speelde op de speciaal ge bouwde muziektent lustige muzieknummers en de be langstelling steeg tot duizendtallen toeschouwers. Officiële opening der Tentoonstelling. Deze vond rond het middaguur plaats door ir. M. A. Geuze en geschiedde temidden van een kleuren pracht van L.J.G.-ers en Z.P.M.-sters, die in een tooi van vlaggen en een entourage waarin de Zeeuw se vrouwen in hun streekdrachten naast de mannen als het ware een manifestatie leverden van echt „Zeeuws leven" en bruisende ondernemingslust. Kortelings memoreerde de algemeen voorzitter het 112-jarig bestaan van deze wel niet grote maar in nerlijk toch zo krachtige afdeling. Speciaal richtte hij zich daarbij tot baron en mevrouw Collot d'Escury voor de in alle opzichten zo gul verleende steun en medewerking. Een prachtige bloemenhulde vertolkte de gevoelens van het Z.L.M.-bestuur. Daarna voltrokken zich de ganse namiddag de door enige duizenden toeschouwers vol spanning gevolgde keuringen. Nog steeds staat het peil van he in onze streek nog lang onmisbare edele viervoetige zware Zeeuws- Belgische trekpaard aan de spits en de statige en machtig gebouwde dieren genoten weer een onverdeel de bewondering van de duizenden. Door de man aan de microfoon, de heer Lako, die op deskundig ewijze telkens de verschillende catego- riën aankondigde en besprak, werd deze show zelfs voor oningewijden en leken een openbaring, die ten slotte zijn climax bereikte in de voorgeleiding van de bekroonde vierspannen van de fokker C. Steijaert uit Graauw. Hetgeen deze fokker hier voor bracht getuigde van een voorbeeldige fokkersgeest. Reeds het fokken van één paard vereist een grote mate van deskundigheid, maar wat moet dan niet betekenen het fokken van een tweetal zo eminente vierspannen als hier door de zonen van de heer Steijaert uit de Melo-polder werden voorgebracht. Voorzeker moeten deze paarden op de komende Bosse keuringen een kans maken op eet nationale titel. Met een 3e prijs in deze categorie maakte ook onze Axelse fokker, de heer Iz. de Feijter-de Mul een hoogst eervol figuur. - De kam/pioenen. Deze paardenshow baarde een zestal kampioenen. Dit waren achtereenvolgens Stella van Eversdam eig. C. van Overloop te Zuiddorpe Helena van de Melo, eig. C. Steyaert, vnd. Blanca van 't Hoogland eig. A. Serrarens te Ossenisse Addy van Annie, eig, Osw. Kerckhaert te Westdorpe Marianne van de Melo ,eig. C. Steyaert, vnd.Nellie van Annie, eig, Osw. Kerckhaert, vnd. Onder grote spanning werd Addy van Aniie tci slotte als merrie-kampioen uitverkoren. Bij de hengsten ging het tussen Luc van Alstein. eig. R. Cornelissens te Terhole, Alfred van de Roond eig. Jac. de Feijter Sz .te Axel en Gebr. Verdink tt Nieuwdorp, waarvan eerstgenoemde ten slotte het pleit won. 16) „Maar lieve help, Kees, wat doe je dan altijd in huis „Naar alle waarschijnlijkheid hetzelfde, wat jij en je vriendin thuis doen eten, drinken, nog eens eten en drinken, slapen en opstaan en dan natuurlijk werken." „Jawel, maar in je vrije tijd Ik bedoel s avonds „Och, Jansje, er is altijd wel wat te doen. En als er niets te doen zou zijn, wel, dan heb ik m n radio toestel en luister ik naar datgene, wat me lijkt. Ik heb je al eens eerder gezegd, dat een winkel een jeugdideaal van me was. Nu heb ik een winkel, over morgen zelfs twee. Mijn ideaal is dus verwezenlijkt. Wat wil ik nog meer Jansje tipte de as van haar sigaret en keek naar het doosje, dat nog steeds open voor haar op tafel stond. „Nu ja, als je jong bent, heb je toch meer idealen dan één. Ik ten minste wel." „Kijk, kijk ja, dat je vroeger idealen had, toen je nog in ons dorp woonde, dat wist ik. Je wilde vooruit in de wereld, niet En heb je nog steeds niet bereikt, wat je wilde Jannie bloosde, toen hij zinspeelde op haar jeugd jaren. Daarin had Kees immers ook een rol gespeeld „Och, ik heb op het ogenblik een goede betrekking met een goed salaris. Werk, waarin ik plezier heb, een niet te lange werktijd, uitgenomen dan de twee drukke seizoenmaanden. Verder een leuke vriendin, waarmee ik heel goed overweg kan, aardige kamers. die ook niet al te hoog in huur doen, verder ben ik gelukkig kerngezond ,heb geen zorgen, dus wat wil ik nog meer „Geen verdere idealen Bijvoorbeeld een man met een heleboel centen, een aardige villa in het Gooi;ii een autotje, een tennisclub Opnieuw bloosde ze. „Die tijd is voorbij, Kees," zei ze zacht. „In onze jonge jaren doen en zeggen we allemaal wel eens dwaze dingen, waarvan we later spijt hebben. Natuurlijk droomde ik vroeger van een man met geld en een goede betrekking. Welk meisje zal dat op die leeftijd niet gedroomd hebben We proberen in onze jeugdige overmoed allemaal wel eens datgene te grijpen, dat boven onze macht ligt," eindigde ze zuchtend. Hoofdstuk 7. HET GELUK BEGINT MET NIEUWJAAR. Kees drukte zijn sigaret uit en stond op. „Ja, meisje, en als we wat ouder geworden zijn beginnen we in te zien, dat het toch altijd beter is om met beide benen stevig op de begane grond te blijven staan. Zo ben ik er tenminste over gaan denken. Maar ehwil je nog koffie, of liever iets anders Ik weet niet, of je drinkt en wat je drinkt, maar ik heb van alles in huis wijn, advocaat, likeur, boe renjongens, en ook een borreltje Jannie keek hem een beetje verlegen aari. „Tja, ik weet het niet. We drinken zelden of nooit iets en ik weet niet eens, of we op het ogenblik Wel wat in huis hebben „Nu, dat is toch ook niet nodig Ik heb het hier naar keuze." „In ieder geval geen borreltje, of hoe je dat noemt. Dat heb ik nog nooit gedronken. Geef mij dan maar een glaasje advocaat." „Dus geen koffie meer Mooi, en dan neem ik een likeurtje. Op een borrel ben ik ook niet zo gek, maar ik heb het altijd in huis voor eventuele reizigers. Jannie keek toe, hoe hij de glaasjes te voorschijn haalde en vulde en toen hij gereed was, nam zij het hare en klonk tegen zijn glas „Proost, Kees, op de voorspoedige groei van je nieuwe zaak." „Dank je, Jansje. We zullen hopen, dat het daar even snel zal gaan als hier." Even daarna zei hij „Neem nog een gebakje." „Nou, ééntje dan nog. Ik geloof, dat je me vet wil mesten „Onzin, die paar taartjesZe moeten op hoor, vanavond Jannie keek hem geschrokken aan. „Zeg, ben je nu helemaalal die gebakjes „Och kom, dat betekent toch niets voor jou Tine, ik heb je a leens van haar verteld, niet Wel, zij at met gemak een schaal vol van die dingen op, als ik eens ergens met haar was „Nou, zij liever dan ik. Een gebakje vind ik heer lijk en een tweede kan er ook nog mee door. Maar meer niet. Bewaar ze maar tot morgen voor de werkster." Hij keek haar met half dichtgeknepen ogen aan. „Zeg, die werkster van mij zit jou, geloof ik, een beetje dwars, niet Laat ik je mogen gerust stellen, dat het een hardwerkende weduwvrouw is van ruim veertig jaar, die al een dochter heeft van negentien. Van die kant is dus geen gevaar te duchten „Sorry, Kees, maar dat bedoel ik helemaal niet. Doch als zij je morgen nietïwjaar komt wensen, kun je haar toch niet op een droogje laten zitten „O, die drinkt morgen wel wat. Maar ik zou haast vergeten, dat ik nog meer heb." Hij pakte de zakjes van het dressoir en schoof die naar Jannie. „Misschien lust je dat wel." Nieuwsgierig opende Jannie het eerste zakje. „Bon bons," constateerde ze. „En nog dure ook. En hierin zitten zoutjes. Dat behoort bij de borrel, niet Ei wat is dat Goeie, nog meer koek. Jö, je had niet zoveel moeten kópendat is toch zonde van hel geld „Ik kocht het voor jou, Jansje," antwoordde hij op rustige toon. „Ik vond het sneu voor je, toen je ver telde, dat Ria niet wou blijven vanavond. En ik dacht toen daar mag jij niet onder lijden, dan moet ji toch een gezellige avond hebben." „Nou, maar dat kan toch ook wel zonder al dil snoeperijen. En ik moet toch al om m'n lijn denken, „Ach, jij met je lijn. Hier door de straat koma lijn twee en drie. Dat vind ik al meer dan genoeg. Maak jij je maar geen zorgen over de jouwe. Di< ziet er uitstekend uit." Ze bloosde onder dit compliment. „Juist, meneer maar dan moet ik er ook voor zorgen, dat dit zo blijft. Anders kijkt geen enkele aardige jongemal mij meer aan. Mollig is geen mode meer." „O nee Nu, ik mag het anders wel zien, hoor Nog een' glaasje Ze schoot in een lach en keek op de klok. Ze} ga nouHet is nog niet eens tien uur. Als ik ii dit tempo door blijf drinken, lig ik voor middernacil onder tafel. Enfin, eentje dan nog." Kees schonk opnieuw in en toen was hij het, klonk. „Op het ene ideaal, dat Jansje Geertsemi nog heeft." Ze schrok zó hevig, dat ze haar glas bijna lie* vallen. Ze wist niet, wat hij hiermee bedoelde, vroeg het dan ook, in haar stem zoveel mogeliji vastheid leggende i „En wat is dat dan voor e« ideaal, dat ik er nog op na zou houden (Wordt vervolgd)

Krantenbank Zeeland

Axelsche Courant | 1955 | | pagina 2